4 MEI 2006. - Besluit van de Waalse Regering tot goedkeuring van het saneringsplan van het onderstroomgebied van de Maas stroomafwaarts

De Waalse Regering, Gelet op Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid;

Gelet op Richtlijn 91/271/EEG van de Raad van 21 mei 1991 inzake de behandeling van stedelijk afvalwater;

Gelet op Boek I van het Milieuwetboek, inzonderheid op de artikelen D.52 tot D.61 en D.79;

Gelet op Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, inzonderheid op de artikelen D.216 tot D.218 en op de artikelen R.284 tot R.290;

Gelet op de beslissing van de Waalse Regering van 17 januari 2005 tot goedkeuring van het voorontwerp van saneringsplan per onderstroomgebied van de Maas stroomafwaarts;

Overwegende dat de eerste formele voorbereidende daad van onderhavig saneringsplan per onderstroomgebied de beslissing van de Waalse Regering van 22 mei 2003 is waarbij de uitwerking ervan aan de S.P.G.E. wordt toevertrouwd overeenkomstig artikel R.285 van het Waterwetboek;

Overwegende dat die eerste formele voorbereidende daad van vóór 21 juli 2004 dateert;

Gelet op de termijnen die vastgelegd zijn bij Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid en Richtlijn 91/271/EEG van de Raad van 21 mei 1991 inzake de behandeling van stedelijk afvalwater;

Overwegende dat het Koninkrijk België wegens niet-nakoming van zijn verplichtingen krachtens Richtlijn 91/271/EEG al twee keer door het Gerechtshof van de Europese Gemeenschappen veroordeeld is, met name bij een arrest van 25 mei 2000 in de zaak C-307/98 en bij een arrest van 8 juli 2004 in de zaak C-27/03; dat de opgelopen achterstanden bij de omzetting van die richtlijn aanleiding kunnen geven tot een dwangsomveroordeling;

Overwegende dat de saneringsprogramma's voor het stedelijk afvalwater die zijn opgesteld om de milieuverloedering tegen een redelijke kostprijs te stoppen en aldus zo spoedig mogelijk in te spelen op wat voorgeschreven is niet enkel door de investeringsprogramma's inzake sanering die door de Waalse Regering zijn goedgekeurd, maar ook bij de Richtlijnen 2000/60/EG en 91/217/EEG, onder geen enkel beding belemmerd mogen worden;

Overwegende dat de milieueffectevaluatie zoals bepaald bij de artikelen D.52 tot D.61 van Boek I van het Milieuwetboek dus niet uitgevoerd kan worden;

Op de voordracht van de Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Bijgaand saneringsplan per onderstroomgebied van de Maas stroomafwaarts wordt door de Regering goedgekeurd.

Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 3.De Minister van Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 4 mei 2006.

De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, B. LUTGEN

Bijlage I. - Saneringsplan per onderstroomgebied van de Maas stroomafwaarts Het saneringsplan per onderstroomgebied bestaat uit een kaart en een verslag dat bij die kaart hoort.

Beide bestanddelen van het plan liggen ter inzage bij de « Société publique de Gestion de l'Eau », avenue de Stassart 14-16, te 5000 Namen, en kunnen ook op de website van de « S.P.G.E. » ingekeken worden : http://www.spge.be