gepubliceerd op 01 oktober 2003
Besluit van de Waalse Regering waarbij de personeelsleden van de Afdeling Natuur en Bossen ertoe gemachtigd worden om dieren van de categorie grof wild dood te schieten om sanitaire redenen
3 JULI 2003. - Besluit van de Waalse Regering waarbij de personeelsleden van de Afdeling Natuur en Bossen ertoe gemachtigd worden om dieren van de categorie grof wild dood te schieten om sanitaire redenen
De Waalse Regering, Gelet op de jachtwet van 28 februari 1882, inzonderheid op de artikelen 7 en 30bis , ingevoegd bij het decreet van 14 juli 1994;
Gelet op het verzoek ingediend door de "Faculté de Médecine vétérinaire de l'Université de Liège" in het kader van het project van sanitair toezicht op de wilde fauna, dat haar toevertrouwd werd door het Waalse Gewest;
Gelet op het advies van de "Conseil supérieur wallon de la Chasse" (Waalse Hoge Jachtraad), gegeven op 14 mei 2003;
Op de voordracht van de Minister van Landbouw en Landelijke Aangelegenheden, Besluit :
Artikel 1.In het kader van het project van sanitair toezicht op de wilde fauna dat door het Waalse Gewest toevertrouwd werd aan de "Faculté de Médecine vétérinaire de l'Université de Liège", worden de personeelsleden van de Afdeling Natuur en Bossen, alsook de betrokken houders van het jachtrecht die beschikken over een geldig jachtverlof waarop ze zich kunnen beroepen, ertoe gemachtigd om sanitaire redenen dieren van de categorie grof wild dood te schieten indien ze duidelijk en sterk verzwakt, gewond of ziek zijn, op de volgende voorwaarden : 1o elk sanitair schieten door een personeelslid van de Afdeling Natuur en Bossen op een gegeven grondgebied vereist de schriftelijke overeenstemming van de houder van het jachtrecht op dat grondgebied; 2o elk sanitair schieten door een houder van het jachtrecht op zijn grondgebied vereist de voorafgaande overeenstemming of het verzoek van de houtvester van de territoriaal bevoegde Afdeling Natuur en Bossen, in aanwezigheid van de plaatselijke bosambtenaar; 3o de houtvester neemt alle noodzakelijke maatregelen met het oog op het vervoer voor analyse door de "Faculté de Médecine vétérinaire de l'Université de Liège" van de gehele huid van het doodgeschoten dier, waarvan de ingewanden niet verwijderd zijn, met inbegrip van de eventuele trofee; in geen geval mogen de wildbraad en de trofee worden overhandigd aan de schieter of aan de houder van het jachtrecht op het grondgebied waar het dier werd doodgeschoten; 4o elk sanitair schieten wordt verplicht uitgevoerd d.m.v. kogels; 5o vóór elk vervoer van de huid van het doodgeschoten dier, wordt een traceerbaarheidsband geplaatst door de plaatselijke bosambtenaar, die ook een proces-verbaal opmaakt waarbij wordt bevestigd dat het dier afgeschoten werd of dood is, en dat overeenstemt met hetgeen dat gebruikt wordt in het kader van het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 22 april 1993 betreffende het Afschotplan voor de jacht op edelhert; 6o elk sanitair schieten wordt opgenomen in een informatieverslag van de houtvester aan de directeur van de territoriaal bevoegde Afdeling Natuur en Bossen, waarin de symptomen worden beschreven die het doodschieten van het dier hebben vereist, en waarin de datum staat vermeld waarop de gehele huid ontvangen werd door de "Faculté de Médecine vétérinaire de l'Université de Liège".
Bij dit verslag moet een afschrift van voornoemd proces-verbaal, behoorlijk aangevuld door de plaatselijke bosambtenaar, worden gevoegd.
Art. 2.Die vergunning is altijd geldig op het hele Waalse grondgebied, vanaf de inwerkingtreding van dit besluit en tot 30 juni 2006 inbegrepen.
Art. 3.Na analyse van het dier door de "Faculté de Médecine vétérinaire de l'Université de Liège", verzendt deze de wildbraad naar het vilbeluik en overhandigt de eventuele trofee aan het "Laboratoire de la Faune sauvage et de Cynégétique du Centre de Recherche de la Nature, des Forêts et du Bois" (Laboratorium voor Wilde Fauna en Jacht van het Centrum voor Natuur-, Bos- en Houtonderzoek).
Art. 4.Indien een sanitair schieten wordt uitgevoerd tijdens de opening van het jachtseizoen, overeenkomstig de bepalingen van dit besluit, wordt het doodgeschoten dier niet opgenomen in het eventuele jachtplan van het jachtgrondgebied waar het werd afgeschoten.
Art. 5.De Minister die bevoegd is voor Jacht, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 6.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Namen, 3 juli 2003.
De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Landbouw en Landelijke Aangelegenheden, J. HAPPART