Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 03 december 2015
gepubliceerd op 22 januari 2016

Besluit van de Waalse Regering tot definitieve aanneming van de herziening van de gewestplannen Luik en Verviers-Eupen (bladen 42/2, 42/3, 42/4, 42/7, 42/8, 43/1 en 43/2) m.b.t. de opneming van een reserveringsomtrek voor een energievervoersinfrastructuur (ondergrondse elektrische hoogspanningslijn tussen Wezet en Raeren - ALEGrO-project)

bron
waalse overheidsdienst
numac
2016027010
pub.
22/01/2016
prom.
03/12/2015
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

3 DECEMBER 2015. - Besluit van de Waalse Regering tot definitieve aanneming van de herziening van de gewestplannen Luik (bladen 34/6 en 34/7) en Verviers-Eupen (bladen 42/2, 42/3, 42/4, 42/7, 42/8, 43/1 en 43/2) m.b.t. de opneming van een reserveringsomtrek voor een energievervoersinfrastructuur (ondergrondse elektrische hoogspanningslijn tussen Wezet en Raeren - ALEGrO-project)


De Waalse Regering, Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 22 juli 2014 tot vaststelling van de verdeling van de ministeriële bevoegdheden en tot regeling van de ondertekening van haar akten;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 24 juli 2014 tot regeling van de werking van de Regering;

Gelet op het Waalse wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium (« CWATUP »), artikelen 22, 23, 40, 42, 42bis, 43, 44 en 452/25;

Gelet op het gewestelijk ruimtelijk ontwikkelingsplan (« SDER ») aangenomen door de Waalse Regering op 27 mei 1999;

Gelet op het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 26 november 1987 tot opstelling van het gewestplan Luik en op de latere wijzigingen ervan;

Gelet op het koninklijk besluit van 23 januari 1979 tot opstelling van het gewestplan Verviers-Eupen en op de latere wijzigingen ervan;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 15 januari 2015 (Belgisch Staatsblad van 28 januari 2015) tot tijdelijke aanneming van het ontwerp van herziening van de gewestplannen Luik (bladen 34/6 en 34/7) en Verviers-Eupen (bladen 42/2, 42/3, 42/4, 42/7, 42/8, 43/1 en 43/2) m.b.t. de opneming van een reserveringsomtrek voor een energievervoersinfrastructuur (ondergrondse elektrische hoogspanningslijn tussen Wezet en Raeren - ALEGrO-project);

Gelet op de bezwaren en bemerkingen uitgebracht tijdens het openbaar onderzoek dat van maandag 9 maart 2015 tot woensdag 22 april 2015 heeft plaatsgevonden in de gemeenten Baelen, Blegny, Eupen, Herstal, Herve, Luik, Limbourg, Lontzen, Oupeye, Raeren, Soumagne, Thimister-Clermont, Wezet en Welkenraedt;

Gelet op de informatievergaderingen die op 11 maart 2015 in Lontzen en Soumagne gehouden werden;

Gelet op de afsluitende vergaderingen van het openbaar onderzoek die op 22 april 2015 in Baelen, Blegny, Eupen, Herstal, Limbourg, Lontzen, Oupeye, Thimister-Clermont, Wezet en Welkenraedt en op 23 april 2015 in Herve, Luik, Raeren en Soumagne gehouden werden;

Gelet op de overlegvergaderingen die na afloop van het openbaar onderzoek op 28 april 2015 in Blegny, Herve en Thimister-Clermont, op 29 april 2015 in Herstal, Oupeye en Wezet, op 30 april 2015 in Luik en Soumagne, op 5 mei 2015 in Baelen, Eupen en Raeren en op 6 mei 2015 in Limbourg, Lontzen en Welkenraedt gehouden werden;

Gelet op het voorwaardelijk gunstig advies van de gemeenteraad van Limbourg van 12 mei 2015;

Gelet op het voorwaardelijk gunstig advies van de gemeenteraad van Eupen van 19 mei 2015;

Gelet op het voorwaardelijk gunstig advies van de gemeenteraad van Blegny van 21 mei 2015;

Gelet op het gunstig advies van de gemeenteraad van Herve van 26 mei 2015;

Gelet op het van bemerkingen voorziene gunstig advies van de gemeenteraad van Luik van 26 mei 2015;

Gelet op het voorwaardelijk gunstig advies van de gemeenteraad van Soumagne van 26 mei 2015;

Gelet op het ongunstig advies van de gemeenteraad van Oupeye van 28 mei 2015 wat betreft het tracé van de geplande reserveringsomtrek;

Gelet op het gunstig advies van de gemeenteraad van Welkenraedt van 28 mei 2015;

Gelet op het voorwaardelijk gunstig advies van de gemeenteraad van Lontzen van 1 juni 2015;

Gelet op het voorwaardelijk gunstig advies van de gemeenteraad van Wezet van 1 juni 2015;

Overwegende dat het geheel van de adviezen van de gemeenteraden is overgemaakt binnen de termijnen bepaald bij artikel 43, § 3, van het « CWATUP »;

Overwegende dat de gemeenteraden van Baelen, Herstal, Raeren en Thimister-Clermont geen advies hebben uitgebracht; dat hun advies bijgevolg geacht wordt gunstig te zijn;

Gelet evenwel op het voorwaardelijk gunstig advies van de gemeentecollege van Baelen van 7 mei 2015;

Gelet op het van bemerkingen voorziene gunstig advies van de gemeenteraad van Raeren van 4 juni 2015;

Gelet op het van bemerkingen voorziene gunstig advies van de « Commission régionale d'aménagement du territoire » (Gewestelijke Commissie Ruimtelijke Ordening) (« CRAT ») van 10 september 2015 (ref. : CRAT/15/AV.395), dat bij dit besluit gaat;

Overwegende dat de « Conseil wallon de l'Environnement pour le Développement durable (CWEDD) » (Waalse milieuraad voor duurzame ontwikkeling) geen advies heeft uitgebracht; dat zijn advies bijgevolg geacht wordt gunstig te zijn;

Overwegende dat het Departement Waterwegen van Luik van het Operationeel directoraat-generaal Mobiliteit en Waterwegen van de Waalse Overheidsdienst geen advies heeft uitgebracht; dat zijn advies bijgevolg geacht wordt gunstig te zijn;

Overwegende dat het Departement van het Netwerk Luik van het Operationeel directoraat-generaal Wegen en Gebouwen van de Waalse Overheidsdienst geen advies heeft uitgebracht; dat zijn advies bijgevolg geacht wordt gunstig te zijn;

Overwegende dat de « Société wallonne de Financement complémentaire des Infrastructures (SOFICO) » (Waalse maatschappij voor bijkomende financiering van de infrastructuren) geen advies heeft uitgebracht; dat zijn advies bijgevolg geacht wordt gunstig te zijn;

Gelet op het voorwaardelijk gunstig advies van de Autonome haven van Luik van 1 juli 2015 (ref. : 352/HSA.1/PV/NB/5562);

Gelet op het voorwaardelijk gunstig advies van het Departement Natuur en Bossen (DNF) van de Buitendirectie van het Operationael directoraat-generaal Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu van de Waalse Overheidsdienst van 11 augustus 2015 (ref. : CD990.3 nr. 34982);

Gelet op het van bemerkingen voorziene advies van Infrabel van 1 oktober 2015, overgemaakt buiten de termijn bepaald bij artikel 43, § 4, van het « CWATUP » (ref. : ADV-VS_025 - Advies Waalse Reg. XR/xr);

Overwegende dat de in dat advies opgenomen elementen belangrijk zijn voor een goed gevolg van het ontwerp; dat de Waalse Regering dan ook beslist er de nodige aandacht aan te geven;

Overwegende dat het plan-ontwerp samen met het effectonderzoek aan de Minister-Presidente van het Land Noordrijn-Westfalen van de Bondsrepubliek Duitsland is overgemaakt in een schrijven van 2 maart 2015 (ref. : Suiv059/2015/PM/AP/A0/St.S/), overeenkomstig artikel 3 van het besluit van de Waalse Regering van 15 januari 2015 tot tijdelijke aanneming van het ontwerp van herziening van de gewestplannen Luik en Verviers-Eupen en overeenkomstig artikel 43, § 2bis, van het « CWATUP »; dat die autoriteit totnogtoe geen advies, bemerking of opmerking aan de Waalse Regering heeft gericht; dat haar advies bijgevolg geacht wordt gunstig te zijn;

Overwegende dat het stilzwijgen van de autoriteiten van de Bondsrepubliek Duitsland geen gevolgen heeft voor de voortzetting van de procedure omdat het Waalse Gewest voldaan heeft aan de verplichtingen van de Espoo-overeenkomst m.b.t. de beoordeling van de milieu-effecten in een grensoverschrijdende context daar het genoemde autoriteiten de mogelijkheid heeft gegeven om hun bemerkingen en opmerkingen over het planontwerp binnen een redelijke termijn uit te brengen;

Openbaar onderzoek, advies van de instanties - Algemene bemerkingen Overwegende dat bezwaren en opmerkingen betrekking hebben op vraagstukken die niet onder het gewestplan ressorteren, buiten ket kader van deze herziening vallen of van het voorwerp van de aanvraag afwijken;

Overwegende dat sommige bezwaren en opmerkingen van algemene aard zijn en door geen enkel concreet element gestaafd zijn;

Overwegende dat op bepaalde bezwaren en opmerkingen een antwoord gegeven kan worden d.m.v. overwegingen van algemene draagwijdte waarin de bezwaarindieners het antwoord kunnen vinden;

Overwegende dat de « CRAT » vraagt dat de effecten van het verbindingsontwerp op de bestaande Waalse infrastructuren voor elektriciteitsproductie en op de Waalse energiemix duidelijk geïdentificeerd worden in dit besluit;

Overwegende dat de Waalse Regering het verzoek van de « CRAT » heeft opgenomen in het besluit van 15 mei 2014 waarbij beslist wordt een onderzoek te laten voeren naar de effecten op het voorontwerp van plan;

Overwegende dat die effecten door de auteur van het effectonderzoek werden geïdentificeerd en dat de Waalse Regering het besluit van 15 januari 2015 tot tijdelijke aanneming van het planontwerp namelijk gemotiveerd heeft op grond van de onderzoekselementen die hij verstrekt heeft; dat de identificatie van de door de « CRAT » bedoelde effecten niet nog eens bij dit besluit doorgevoerd moeten worden;

Overwegende dat de « CRAT » vraagt dat dit besluit zich beperkt tot de bepalingen betreffende de opneming van de reserveringsomtrek in de gewestplannen en dat de exploitatievoorwaarden betreffende de hoogspanningslijn en het omschakelingsstation opgenomen worden in de vergunningen die later afgegeven zullen worden;

Overwegende dat de Waalse Regering zich bij het verzoek van de « CRAT » aansluit en eraan herinnert dat een onderscheid moet worden gemaakt tussen deze procedure tot herziening van de gewestplannen Luik en Verviers-Eupen en de administratieve beslissingen - voornamelijk de administratieve vergunningen - die meer bepaald de tenuitvoerlegging ervan regelen;

Overwegende dat de Waalse Regering zich evenwel het recht voorbehoudt om te voorzien in maatregelen met het oog op de voorkoming, beperking of compensatie van negatieve effecten van de opneming van de reserveringsomtrek in de gewestplannen;

Overwegende dat de « CRAT » betreurt dat het besluit van de Waalse Regering tot tijdelijke aanneming van het planontwerp verwijst naar het « SDER »-project aangenomen op 7 november 2013 door de Waalse Regering om de reden dat een dergelijk document niet als grondslag van een administratieve akte gebruikt kan worden zolang het niet definitief aangenomen is;

Overwegende dat de Waalse Regering erop wijst dat die verwijzing de motiveringen waarop deze planherziening berust geenszins wijzigt;

Overwegende dat de Waalse Regering desalniettemin beslist in te gaan op de bemerking van de « CRAT » en de verwijzing naar het « SDER »-project niet in dit besluit te vermelden;

Wat de aankondiging van het openbaar onderzoek betreft Overwegende dat een bezwaarindiener, woonachtig « rue Derrière les Haies » in Vivegnis, zich beklaagt over het gebrek aan panelen ter aankondiging van het openbaar onderzoek;

Overwegende dat de Waalse Regering, gelet op het certificaat van bekendmaking van het openbaar onderzoek uitgebracht door de gemeentelijke overheid van Oupeye, acht dat deze voldaan heeft aan de verplichtingen opgelegd bij artikel 4, 7°, van het « CWATUP » inzake aankondiging van het openbaar onderzoek; dat bovendien blijkt dat de « rue Derrière les Haies » niet gelegen is binnen de geplande reserveringsomtrek;

Overwegende dat het bezwaar uitgebracht door die persoon in het kader van het openbaar onderzoek bewijst dat hij goed ingelicht was over de lopende procedure;

Wat het effectonderzoek betreft Overwegende dat sommige bezwaarindieners achten dat het openbaar onderzoek onvolledig is;

Overwegende dat sommige bezwaarindieners achten dat de door de geplande elektrische lijn gegenereerde elektromagnetische velden en de daarmee gepaard gaande mogelijke effecten op de volksgezondheid en de bevolking door het openbaar onderzoek onderschat worden;

Overwegende dat de Waalse Regering benadrukt dat de « CRAT » wijst op de goede kwaliteit van het effectonderzoek, met name op de transversale wijze waarop de auteur ervan het geheel van de verschillende milieucompartimenten beheerst;

Overwegende dat de Waalse Regering derhalve acht dat ze beschikt over alle gegevens die nuttig en nodig zijn voor haar besluitvorming; dat het effectonderzoek bijgevolg niet aangevuld moet worden; dat overigens ingegaan zal worden op de bemerkingen en opmerkingen i.v.m. de effecten van de geplande elektrische lijn op de volksgezondheid;

Wat de draagwijdte van de bemerkingen en opmerkingen betreft Overwegende dat sommige bezwaren en opmerkingen de uitvoering van de gewestplannen en niet het eigenlijke gewestplan betreffen; dat sommige van die vragen een antwoord zullen moeten krijgen in de administratieve beslissingen - voornamelijk in de administratieve vergunningen - die in het bijzonder de tenuitvoerlegging van het gewestplan zullen regelen;

Overwegende dat sommige bezwaren en opmerkingen betrekking hebben op de tenuitvoerlegging van de gewestplannen; dat ze in twee categorieën ingedeeld kunnen worden : de categorieën betreffende de werffase en die betreffende de fase van de werking van de geplande energievervoersinfrastructuur;

Wat betreft de effecten van het planontwerp op de bebouwde onroerende goederen, de vergunningen, de andere infrastructuren,...

Overwegende dat de « CRAT » het voornemen op prijs stelt om de reserveringsomtrek i.v.m. de elektrische hoogspanningslijn en het omschakelingsstation te groeperen met het tracé van de bestaande grote infrastructuren;

Overwegende dat de « CRAT » evenwel vraagt dat de breedte van de verschillende reserveringsomtrekken die elkaar overlappen aangepast wordt naar gelang van de reële behoeften i.v.m. de vestiging en de exploitatie van de betrokken infrastructuren (voorbeeld : de hogesnelheidsspoorweglijn);

Overwegende dat de reserveringsomtrekken die in het gewestplan opgenomen zijn in overdruk van de gebieden doorkruist door de grote infrastructuren en de geplande reserveringsomtrek onafhankelijk van elkaar blijven, ook al worden ze zij aan zij opgenomen; dat de wijziging van de eerste geen rechtvaardiging in deze gewestplanherziening kan vinden;

Overwegende dat bezwaren in verband staan met de effecten van het planontwerp op de waarde van het bestaande onroerend goed of op de ontwikkeling van onroerende projecten; dat sommige bezwaarindieners zich afvragen of het kadastrale inkomen van hun goed niet omlaag herschat zou moeten worden of of onteigeningen zullen plaastvinden;

Overwegende dat sommige bezwaren betrekking hebben op de mogelijke effecten van het planontwerp op de verwezenlijking van onroerende goederen voor de opvang van economische activiteiten wegens de onzekerheid al dan niet te kunnen bouwen in de op het gewestplan opgenomen gebieden op het gewestplan in overdruk waarvan de geplande reserveringsomtrek opgenomen is; dat een bezwaarindiener in het bijzonder verwijst naar het geval van verschillende in ontwikkeling zijnde bedrijfsruimtes die door de geplande reserveringsomtrek doorkruist zullen worden;

Overwegende dat bepaalde gemeentelijke overheden zich bij die bezwaren aansluiten;

Overwegende dat de « CRAT » vraagt dat de breedte van de reserveringsomtrek zo goed mogelijk aangepast wordt aan het geplande tracé van de elektrische hoogspanningslijn, bijvoorbeeld ter hoogte van het dorp Walhorn en bij het doorkruisen van de bedrijfsruimte van Barchon-Tignée;

Overwegende dat de Autonome haven van Luik wenst dat de herziening van het gewestplan hem geen nieuwe administratieve verplichtingen (vergunningen, exploitatie,...) oplegt voor de uitvoering van behandelingsverrichtingen in zijn installaties;

Overwegende dat het raadzaam is een onderscheid te maken tussen de invloed van de op het gewestplan geplande reserveringsomtrek en die van de elektrische lijn en van de niet bebouwbare zone die daarmee gepaard zal gaan, zowel inzake breedte als inzake effecten op de doorkruiste onroerende goederen;

Overwegende dat de Waalse Regering eraan herinnert dat de geplande reserveringsomtrek nu tot doel heeft de nodige ruimtes te reserveren voor de uitvoering van de energievervoersinfrastructuur; dat hij zijn ontwerpers in staat stelt zijn vestiging in de vastgestelde « gang » aan te passen zodat rekening gehouden wordt met de op het terrein bestaande elementen die niet op schaal van het gewestplan opgenomen kunnen worden;

Overwegende dat, met verwijzing naar artikel 452/25 van het « CWATUP », het enige effect van een in het gewestplan opgenomen reserveringsomtrek erin bestaat de overheden, in de gebieden van het gewestplan in overdruk waarvan hij opgenomen is, in staat te stellen hetzij de aan vergunning onderworpen handelingen en werken te verbieden, hetzij ze aan bijzondere voorwaarden te onderwerpen;

Overwegende dat de Waalse Regering eraan herinnert dat ze ervoor gekozen heeft de breedte van de geplande reserveringsomtrek tot 50 meter te beperken; dat deze optie een redelijk evenwicht mogelijk maakt tussen de nodige ruimtes voor de uitvoering van de geplande elektrische lijn en de effecten van de reserveringsomtrek op de betrokken onroerende goederen; dat ze vindt dat deze effecten op grond van de conclusies van het effectonderzoek beperkt zijn ten opzichte van het belang van de nieuwe energievervoersinfrastructuur; dat ze in geen geval een noemenswaardig effect op de onroerende waarde van de goederen hebben;

Overwegende dat de Waalse Regering erop wijst dat de breedte waarvoor ze gekozen heeft meestal de mogelijkheid biedt om de elektrische hoogspanningslijn uit te voeren in het domein van bestaande communicatie-infrastructuren, waardoor de bestaande gebouwen ontzien worden, zowel tijdens de werffase als inzake de op de betrokken onroerende goederen te vestigen erfdienstbaarheden; dat de mogelijkheid evenwel bestaat dat ze punctueel beperkt wordt, ja zelfs dat de aanleg van de geplande reserveringsomtrek in bepaalde gevallen aangepast wordt, voor zover de uitvoering van de energievervoersinfrastructuur niet op het spel wordt gezet en andere functies van het grondgebied daaronder niet te lijden hebben;

Overwegende dat de Waalse Regering wenst in te gaan op de vrees uitgedrukt m.b.t. de effecten van de reserveringsomtrek op de bebouwde onroerende goederen; dat ze bijgevolg beslist de reserveringsomtrek aan de rand van het bebouwde gebied te beperken, daar waar de plaatsgesteldheid het toelaat, en voor zover de uitvoering van de energievervoersinfrastructuur noch andere functies van het grondgebied niet in op het spel worden gezet;

Wat de effecten van het planontwerp op het natuurlijke milieu betreft Overwegende dat uit het effectonderzoek blijkt dat de mogelijke effecten van het voorontwerp van plan op het natuurlijke milieu hoofdzakelijk te wijten zullen zijn aan de werffase i.v.m. de uitvoering van het gewestplan, alsook aan een eventuele fase betreffende de sanering van de doorkruiste sites als de exploitatie van de elektrische lijn eindigt;

Overwegende dat het effectonderzoek erop wijst dat de fase betreffende de werking van de energievervoersinfrastructuur onbelangrijke, ja zelfs niet noemenswaardige effecten op het natuurlijke milieu zal hebben;

Overwegende dat het Departement Natuur en Bossen acht dat de effecten van het voorontwerp van plan op de gebieden met merkwaardige hagen niet geëvalueerd werden en vraagt dat de geplande reserveringsomtrek en het tracé van de elektrische verbinding herzien worden om het aantal getroffen hagen te beperken;

Overwegende dat de gebieden met merkwaardige hagen dienen om de aandacht te vestigen op ruimtes waar de aanwezigheid van talrijke merkwaardige hagen wordt vastgesteld; dat merkwaardige hagen slechts afzonderlijk het voorwerp van een juridische bescherming uitmaken;

Overwegende dat het effectonderzoek wijst op de aanwezigheid van talrijke hagen en boomgaarden, kenmerken van het land van Herve en van de Voerstreek;

Overwegende dat de auteur van het effectonderzoek anderzijds de aandacht gevestigd heeft op de merkwaardige bomen of hagen die zich binnen het geheel van de geplande reserveringsomtrek bevinden en dus getroffen zouden kunnen worden door de aanleg van de geplande elektrische lijn, maar geen eventuele effecten van het voorontwerp van plan op merkwaardige hagen heeft geconstateerd;

Overwegende dat de Waalse Regering bijgevolg acht dat de auteur van het onderzoek dat element wel degelijk in aanmerking heeft genomen in zijn onderzoek;

Overwegende dat de Waalse Regering acht dat de breedte van de reserveringsomtrek die hij in aanmerking genomen klaarblijkelijk toelaat om de geplande elektrische lijn aan te leggen zonder schade voor die merkwaardige bomen of hagen; dat het bijgevolg niet geboden is de reserveringsomtrek aan te passen; dat overeenkomstig artikel 269 van het « CWATUP », het advies van de dienst natuurbehoud, milieubeheer en -toezicht in elk geval ingewonnen moet worden voordat de in artikel 84, § 1, 11°, bedoelde vergunningen afgegeven worden; dat ze dan ook beslist niet in te gaan op het verzoek van het Departement Natuur en Bossen;

Overwegende dat het Departement Natuur en Bossen vraagt dat het uittrekken van hagen gecompenseerd wordt door het aanplanten van nieuwe hagen van inheemse soorten voor een ratio van driemaal de betrokken lengte en dat de overeenkomsten met de eigenaars van de te herbeplanten percelen aan het vergunningsaanvraagdossier verstrekt worden;

Overwegende dat het Departement Natuur en Bossen vraagt dat de vestigingen aan de weg langs het gezamenlijke tracé van de elektrische bevoordeeld worden en in het bijzonder in de doorkruiste halfnatuurlijke ruimtes ten einde de negatieve effecten van de werffase op de habitats en soorten te voorkomen alsook op de inrichtingen uitgevoerd ter compensatie van de aanleg van de HSL;

Overwegende dat het Departement Natuur en Bossen vraagt dat verschillende maatregelen genomen worden bij het doorkruisen van biologisch waardevolle sites;

Overwegende dat de Waalse Regering akte neemt van de verzoeken van het Departement Natuur en Bossen; dat zij evenwel acht dat bij de tenuitvoerlegging van het gewestplan en in het bijzonder bij de afgifte van de administratieve vergunningen de overheid zal moeten bepalen welke maatregelen getroffen moeten worden om de eventuele negatieve effecten van de werffase op de biologisch waardevolle sites te voorkomen of te beperken;

Overwegende dat het Departement Natuur en Bossen wenst dat de exacte aanleg van het tracé het voorwerp uitmaakt van een voorafgaand overleg op het terrein met de betrokken buitendirecties van Luik en Malmedy;

Overwegende dat de Waalse Regering acht dat de bestaande wetgeving voldoende garanties biedt inzake de bescherming van het natuurlijk milieu; dat de administratieve vergunningen tot uitvoering van het gewestplan zich ernaar zullen moeten voegen; dat de Waalse Regering, in dat opzicht en gezien de zwakke potentiële effecten van het voorontwerp van plan waarop de auteur van het onderzoek gewezen heeft, niet ingaat op het verzoek van het Departement Natuur en Bossen;

Wat de effecten van het planontwerp op de volksgezondheid betreft Overwegende dat sommige bezwaren, waarbij bepaalde gemeentelijke overheden zich aansluiten, betrekking hebben op de negatieve effecten van een elektrische lijn met zeer hoge spanning voor de volksgezondheid, met name wanneer ze aangelegd is in de buurt of boven gemeenschappelijke woningen of uitrustingen of wanneer die effecten cumuleren met die van bestaande, in aanleg zijnde of geplande elektrische verbindingen of lijnen; dat sommige bezwaarindieners zich in dat opzicht tegen de geplande lijn kanten of vragen dat alternatieve oplossingen die de bebouwde gebieden vermijden in aanmerking genomen worden;

Overwegende dat sommige bezwaarindieners zich baseren op de volgende teksten om de toepassing van het voorzorgsbeginsel te vragen en de geplande elektrische lijn van de woningen af te wenden : - de aanbeveling van de Raad van Europa van 12 juli 1999 die wijst op een waarde van 100 microtesla om elk acuut schadelijk effect van de elektromagnetische stralingen op het centrale zenuwstelsel te voorkomen; - de resolutie A3.-0238/94 van het Europees Parlement die de grens op 0,25 microtesla vastlegt om de langetermijneffecten in aanmerking te nemen en met name vraagt maatregelen te nemen om elke vaste activiteit en elke woning uit de buurt van elektrische lijnen uit te sluiten; - een door de bezwaarindiener niet nader bepaalde referentie op grond waarvan het niveau van 0,4 microtesla in 2004 als voorzorgsdrempel vastgelegd wordt om leukemie te voorkomen bij blootgestelde kinderen;

Overwegende dat de Waalse Regering eraan herinnert dat het door de vennootschap Elia ingediende verzoek de reservering beoogt van de nodige ruimtes voor de aanleg van een ondergrondse elektrische lijn in gelijkstroom; dat de auteur van het effectonderzoek onderzoek heeft gedaan naar de elektromagnetische stralingen die mogelijkerwijs door de geplande elektrische lijn gegenereerd worden; dat hij hieraan met name bijlage B bij zijn onderzoek besteedt;

Overwegende dat bij het lezen van het effectonderzoek dient te worden opgemerkt dat de bovenvermelde referenties betrekking hebben op de elektromagnetische stralingen die door elektrische wisselstromen gegenereerd worden, in het bijzonder de stromen met een frequentie van 50 Hertz (Hz) gebruikt o.a. op de huishoudelijke elektrische netwerken;

Overwegende dat de auteur van het effectonderzoek verduidelijkt dat de statische magnetische velden, gegenereerd door gelijkstroom en gekenmerkt door een nulfrequentie, geen geïnduceerde stroom genereren; dat, met uitzondering van velden met zeer hoge intensiteiten (hoger dan 100 000 microtesla), geen negatief effect wordt vermoed voor de statische magnetische velden van enkele tientallen microtesla, m.a.w. de orde van grootte van de velden gegenereerd door de geplande elektrische lijn, zelfs voor langdurige blootstellingen;

Overwegende dat de auteur van het effectonderzoek eraan herinnert dat het statisch aardmagnetisch veld van natuurlijke oorsprong ongeveer 50 microtesla genereert in het Waalse Gewest; dat de geplande elektrische lijn hoe dan ook op grondniveau een statisch magnetisch veld van dezelfde orde van grootte zal genereren;

Overwegende dat sommige bezwaarindieners erop wijzen dat de bodems voor elektromagnetische velden permeabel zijn daar de elektrische stromen zich verspreiden langs de vochtige gebieden of de ertsaders;

Overwegende dat de auteur van het effectonderzoek benadrukt dat geen stroom naar de grond overgebracht kan worden daar het stroomverkeer enkel via de twee geïsoleerde verbindingskabels geschiedt; dat in geval van beschadiging van de elektrische verbinding met stroomverlies als gevolg, de lijn automatisch door stroomverbrekers afgesloten zou worden;

Overwegende dat de Waalse Regering om deze motieven acht dat het effectonderzoek een gepast antwoord op de bezwaren van de reclamanten geeft wat betreft de effecten van de geplande elektrische lijn op de volksgezondheid;

Overwegende dat de Waalse Regering desalniettemin acht dat het wenselijk is zich ervan te vergewissen dat de administratieve vergunningen tot uitvoering van het gewestplan betrekking hebben op de aanleg van een ondergrondse elektrische lijn in gelijkstroom tussen het toekomstige omschakelingsstation en de grens van de Bondsrepubliek Duitsland; dat ze acht dat, voor zover die inrichtingsmaatregel wordt genomen, het niet past op het planontwerp terug te komen, noch naar nieuwe lokaliseringsalternatieven te zoeken, noch het effectonderzoek aan te vullen om een antwoord te geven op de bezwaren betreffende de effecten van het planontwerp op de volksgezondheid;

Wat de voorwaarden van de werffase betreft Overwegende dat sommige bezwaarindieners en gemeentelijke overheden opmerkingen uitbrengen m.b.t. de effecten van de uitvoering van het gewestplan : Mogelijke schade aan gebouwen, verkeersproblemen, schade aan de wegen, enz.;

Overwegende dat sommige bezwaarindieners uitdrukkelijk verzoeken om het herstel van de wegen na de werffase; dat sommigen vragen dat bepaalde wegen volledig nieuw hersteld worden ;

Overwegende dat sommige bezwaren betrekking hebben op de effecten van de werffase op de kwaliteit van de landbouwgronden en de drainering van de gronden; dat sommige bezwaarindieners verzoeken om de uitvoering van maatregelen tot bescherming van de structuur en de kwaliteit van de gronden; dat sommige bezwaarindieners zich vragen stellen omtrent de opslag van materialen bestemd voor werkzaamheden i.v.m. de aanleg van de elektrische lijn in landbouwgebieden; dat sommige bezwaarindieners vragen dat voorzien wordt in schadevergoedingen voor de vermindering van het rendement van hun landbouwgronden;

Overwegende dat uit het effectonderzoek blijkt dat de werffase i.v.m. de uitvoering van het gewestplan beperkte milieu-effecten zal hebben vanwege de onbelangrijke inneming van het terrein door de werkzaamheden;

Overwegende dat de Waalse Regering benadrukt dat, ook al is het waar dat de geplande reserveringsomtrek opgenomen is in overdruk van bebouwde gebieden op het gewestplan, de breedte ervan doorgaans de aanleg van de elektrische lijn toelaat in het domein van bestaande communicatieinfrastructuren, met als gevolg dat de teeltgronden zo veel mogelijk ontzien worden; dat deze optie degene is waarop de aanvraag berust; dat de Waalse Regering ervoor gekozen heeft;

Overwegende dat de overheid hoe dan ook bij de tenuitvoerlegging van het gewestplan en in het bijzonder bij de afgifte van de administratieve vergunningen zal moeten bepalen welke maatregelen getroffen moeten worden om de eventuele negatieve effecten van de werffase te voorkomen of te beperken;

Wat betreft het tracé en de nauwkeurige afbakening van de reserveringsomtrek Overwegende dat het advies van de gemeenteraad van de stad Wezet betrekking heeft op de landschappelijke effecten van het toekomstige omschakelingsstation « gelijkstroom/wisselstroom », waarvan het gebouw zeer zichtbaar zou zijn vanaf het dorp Loën, de afgezonderde woningen, de aangrenzende wegen en de site « Montagne-St-Pierre »;

Overwegende dat de gemeenteraad van de stad Wezet acht dat het effectonderzoek veel leemtes vertoont op dat vlak en vraagt dat het met bijkomende gegevens aangevuld wordt;

Overwegende dat de gemeenteraad van de stad Wezet vraagt dat de reserveringsomtrek oostwaarts richting het Albertkanaal vergroot wordt om tegelijkertijd de in het planontwerp overwogen omtrek en de door het effectonderzoek onderzochte alternatieve oplossing « 1c » te dekken, zodat de best mogelijke vestiging van het omschakelingsstation geëvalueerd kan worden bij de uitvoering van het gewestplan;

Overwegende dat de auteur van het effectonderzoek acht dat de plaatsbepaling van de geplande reserveringsomtrek de beste is, voornamelijk om technische redenen en vanwege de uitvoeringskosten;

Overwegende dat de « CRAT » de plaatsbepaling van de voor het omschakelingsstation bestemde reserveringsomtrek, zoals ze in het planonwerp voorgesteld wordt, gunstig gezind is daar de onderzochte alternatieve oplossingen geen noemenswaardige voordelen bieden;

Overwegende dat de Waalse Regering erop wijst dat de auteur van het effectonderzoek heeft aangetoond dat het mogelijk is maatregelen te nemen die de negatieve landschappelijke effecten van het toekomstige omschakelingsstation aanzienlijk kunnen verminderen; dat het niet gegrond is het effectonderzoek met bijkomende gegevens aan te vullen of het planontwerp te wijzigen om een antwoord op het bezwaar te geven; dat de overheid zal moeten bepalen welke maatregelen getroffen moeten worden om de eventuele negatieve landschappelijke effecten van het omschakelingsstation te voorkomen of te beperken bij de tenuitvoerlegging van het gewestplan;

Overwegende dat de Waalse Regering vaststelt dat de vestiging van het omschakelingsstation op de bij de alternatieve oplossing « 1c » betrokken onroerende goederen inhoudt dat een elektrische hoogspanningslijn in wisselstroom over een langere afstand dan bij de in het planontwerp bedoelde plaatsbepaling aangelegd wordt om bij de bestaande omschakelingspost uit te komen; dat volgens haar uit het effectonderzoek blijkt dat de elektromagnetische velden die door dat type verbinding gegenereerd worden van een andere orde zijn dan degene die door een verbinding in gelijkstroom gegenereerd worden;

Overwegende dat de Waalse Regering bijgevolg beslist geen wijzigingen in het planontwerp aan te brengen wat betreft het gedeelte waarin meer bepaald sprake is van de vestiging van het toekomstige omschakelingsstation;

Overwegende dat het advies van de gemeenteraad van de stad Wezet betrekking heeft op het beheer van de afvalwateren, alsook van het afloeiende water i.v.m. het omschakelingsstation; dat het aanbevelingen in die zin bevat;

Overwegende dat de Waalse Regering akte neemt van de opmerkingen van de gemeenteraad van Wezet; dat zij evenwel acht dat bij de tenuitvoerlegging van het gewestplan en in het bijzonder bij de afgifte van de administratieve vergunningen de overheid zal moeten bepalen welke maatregelen getroffen moeten worden om de eventuele negatieve effecten van de nieuwe infrastructuur op de afvalwateren en het afloeiende water te voorkomen of te beperken;

Overwegende dat de gemeenteraad van de stad Wezet verzoekt om de opneming van een reserveringsomtrek in overdruk van de gebieden op het gewestplan die doorkruist zullen worden door de elektrische lijn tussen het toekomstige omschakelingsstation en de transformatiepost die zich in Lixhe bevindt;

Overwegende dat de Waalse Regering acht dat die verbinding noodzakelijk deel uitmaakt van de site die het distributiestation en het toekomstige omschakelingsstation in een onscheidbaar geheel zal groeperen; dat de verbindingen tussen de verschillende installaties van de site niet in het gewestplan opgenomen moeten worden;

Overwegende dat de Waalse Regering anderzijds vaststelt dat de geplande reserveringsomtrek de openbare weg « rue des Taillis » dekt tot aan de rand van de lokatie waar de distributiepost van Lixhe gevestigd is; dat de reservering van de nodige terreinen voor de uitvoering ervan dan ook gewaarborgd is;

Overwegende dat de Waalse Regering ook vaststelt dat de auteur van het effectonderzoek wel degelijk rekening heeft gehouden met de milieu-effecten van de aanleg van de ondergrondse lijn in wisselstroom tussen het omschakelingsstation en de transformatiepost, los van de geplande reserveringsomtrek;

Overwegende dat de gemeenteraad van de stad Wezet zijn voorkeur uitdrukt voor de alternatieve oplossing « 2 » van het effectonderzoek om de rij plataanbomen te beschermen en de omwonenden van de « rue du Hournay » in Loën de lasten van de werf te besparen;

Overwegende dat de auteur van het effectonderzoek vaststelt dat die alternatieve oplossing, die erin bestaat vanaf de uitgang van het omschakelingsstation in Lixhe de N602 te volgen om rechtstreeks bij het trekpad van het Albertkanaal uit te komen, het nadeel heeft dat bebouwde private onroerende goederen doorkruist moeten worden terwijl de geplande reserveringsomtrek bij voorkeur de openbare wegen gebruikt;

Overwegende dat de Waalse Regering vaststelt dat de geplande reserveringsomtrek de aanleg van de elektrische lijn mogelijk maakt zonder effecten op de rij plataanbomen van de « rue du Hournay »;

Overwegende dat de Waalse Regering bijgevolg beslist geen wijzigingen in het planontwerp aan te brengen ter hoogte van de « rue du Hournay »;

Overwegende dat de overheid hoe dan ook bij de tenuitvoerlegging van het gewestplan en in het bijzonder bij de afgifte van de administratieve vergunningen zal moeten bepalen welke maatregelen getroffen moeten worden om de eventuele negatieve effecten ervan voor de rij plataanbomen en de omwonenden van de « rue du Hournay » te voorkomen of te beperken;

Overwegende dat sommige bezwaarindieners die rechtstreeks of onrechtstreeks betrokken zijn bij de geplande reserveringsomtrek opgenomen in overdruk op de gebieden van het gewestplan gelegen op het grondgebied van de gemeente Oupeye vragen waarom geen tracéalternatieven of -varianten gekozen of onderzocht werden in het kader van het effectonderzoek, bijvoorbeeld in overdruk op de voor bedrijfsruimte bestemde gebieden gelegen op de rechteroever van het Albertkanaal, met name vanwege de potentiële effecten van de geplande elektrische lijn op de volksgezondheid;

Overwegende dat de « CRAT » erop wijst dat de geplande reserveringsomtrek in de buurt ligt van woningen bij het doorkruisen van het dorp Haccourt en dat ze zich afvraagt waarom in het effectonderzoek geen sprake is van een onderzoek naar een alternatief tracé op de rechteroever van het Albertkanaal;

Overwegende dat de gemeenteraad van Oupeye vraagt dat de analyse van de effecten van de geplande reserveringsomtrek op de volksgezondheid aangevuld wordt vanwege het aanzienlijk aantal collectieve en/of gemeenschappelijke woningen en uitrustingen die binnen en vlakbij die reserveringsomtrek gevestigd zijn;

Overwegende dat de gemeenteraad van Oupeye acht dat het effectonderzoek blijkbaar geen rekening heeft gehouden met de bestaande, in aanleg zijn of geplande elektrische lijnen die al in het geplande reserveringsomtrek liggen, en dat het geen informatie verstrekt over de effecten van de toevoeging van energievervoersinfrastructuren op de volksgezondheid;

Overwegende dat de gemeenteraad van Oupeye acht dat de analyse van de variante « tracé Fluxys » met bijkomende gegevens aangevuld zou moeten worden en dat alternatieve oplossingen tot ontwijking van woongebieden onderzocht zouden moeten worden;

Overwegende dat de gemeenteraad van Oupeye acht dat het voorzorgsbeginsel toegepast moet worden vanwege het gebrek aan gegevens over de potentiële effecten van de geplande elektrische lijn op de volksgezondheid;

Overwegende dat de Waalse Regering hierboven geantwoord heeft op de bemerkingen en opmerkingen i.v.m. de elektromagnetische velden en de potentiële effecten ervan op de volksgezondheid;

Overwegende dat de Waalse Regering benadrukt dat, op basis van de door de auteur van het onderzoek aangegeven potentiële effecten van het ontwerp, met name de effecten op de volksgezondheid, het niet nodig was om verder onderzoek te doen naar eventuele alternatieve oplossingen m.b.t. de plaatsbepaling van de reserveringsomtrek;

Overwegende dat de Waalse Regering anderzijds acht dat de breedte die ze voor de geplande reserveringsomtrek gekozen heeft voldoende vrije ruimte toelaat tussen de elektrische lijn en de woningen;

Overwegende dat de gemeenteraad van Oupeye in het bijzonder eraan herinnert dat het tracé van de elektrische lijn dat op het gemeentelijke grondgebied gepland wordt, verworpen werd door het effectonderzoek dat in 2006 door het studiebureau ARIES Consultants SA werd gevoerd in het kader van een vergunningsaanvraag ingediend in 2007 door ELIA-ASSET SA en betreffende de aanleg van een ondergrondse elektrische lijn met een spanning van 150 kilovolt tussen Lixhe en Battice;

Overwegende dat de Waalse Regering vaststelt dat de in 2007 ingediende vergunningsaanvraag betrekking had op de aanleg van een ondergrondse elektrische hoogspanningslijn in wisselstroom; dat de auteur van het effectonderzoek betreffende deze herziening van de gewestplannen Luik en Verviers-Eupen heeft aangetoond dat de elektromagnetische velden geïnduceerd door een elektrische lijn in wisselstroom niet vergeleken kunnen worden met degene die geïnduceerd worden door een elektrische verbinding in gelijkstroom; dat de twee projecten niet vergelijkbaar zijn;

Overwegende dat de Waalse Regering overigens vasstelt dat het onderzoek naar de effecten van de elektrische lijn tussen Lixhe en Battice het op het grondgebied geplande tracé niet verwerpt om redenen die voornamelijk verband houden met de potentiële effecten van de elektrische lijn op de volksgezondheid; dat ze veeleer wijst op de technische en administratieve problemen die deze variante met zich brengt;

Overwegende dat de variante die onderzocht werd in het kader van de vergunningsaanvraag betreffende de ondergrondse elektrische lijn tussen Lixhe en Battice overwoog een beroep te doen op de techniek van de gerichte boring om onder het Albertkanaal en/of de Maas door te lopen ter hoogte van het viaduct van Cheratte; dat ze de enige techniek was die redekelijkerwijs in overweging genomen kon worden inzake kosten, rekening houdend met het totaalbedrag van de te verrichten investeringen; dat de auteur van het vergunningsontwerp er bovendien op wees dat aan de hand van die techniek niet of heel moeizaam onder het kanaal Albert en/of de Maas doorgekomen kan worden ter hoogte van het viaduct van Cheratte;

Overwegende dat uit het in het kader van deze herziening van de gewestplannen Luik en Verviers-Eupen ingediende aanvraagdossier blijkt dat de aanvrager overweegt de techniek van de microtunneling aan te wenden om onder het Albertkanaal en de Maas door te komen ter hoogte van het viaduct van Cheratte; dat deze techniek, die duurder is dan die van de gerichte boring, gerechtvaardigd kan worden rekening houdend met het bedrag van de investeringen te verrichten in het kader van de uitvoering van dit planontwerp;

Overwegende dat de auteur van het onderzoek naar de effecten van de elektrische lijn tussen Lixhe en Battice ook de variante voor het in het voorontwerp van plan overwogen tracé verworpen heeft vanwege het toemalige verbod om dat type installaties op het domein van de autosnelweg E40 op te richten;

Overwegende dat artikel 13, § 1, van het decreet van 19 maart 2009 betreffende de instandhouding van het gewestelijke openbaar wegen- en waterwegendomein artikel 4 van de wet van 12 juli 1956 tot vaststelling van het statuut der autosnelwegen gewijzigd heeft; dat de Waalse Regering krachtens dat artikel nu kan afwijken van het verbod om installaties of bouwwerken op het domein van de autosnelweg op te richten voor de oprichting van installaties of bouwwerken van energievervoersinfrastructuren, voor zover zulks verenigbaar is met de functie van de autosnelweg;

Overwegende dat de Waalse Regering bijgevolg beslist geen wijzigingen aan te brengen aan de vestiging van de reserveringsomtrek gepland op het grondgebied van de gemeente Oupeye;

Overwegende dat de Waalse Regering daarentegen vaststelt dat de breedte van de geplande reserveringsomtrek punctueel ingeperkt kan worden zonder de uitvoering van de elektrische lijn in het gedrang te brengen; dat ze bijgevolg beslist voor deze optie te kiezen ten einde de inbeslagneming van potentieel voor bebouwing bestemde onroerende goederen te beperken;

Overwegende dat de gemeenteraad van de stad Wezet wenst dat de geplande elektrische lijn geen effecten teweegbrengt voor de woonwijk van de « rue du Curé »; dat hij daarom voorstelt om ze ten zuiden van de autosnelweg aan te leggen, vanaf de linkeroever van het Albertkanaal;

Overwegende dat een bezwaarindiener benadrukt dat thans onderzoek gevoerd wordt naar een ontwerp van bedrijfsruimte op de onroerende goederen die betrokken zouden zijn bij de alternatieve oplossing voorgelegd door de gemeenteraad van Wezet; dat dat ontwerp voorziet in de ophoging van de in het gewestplan opgenomen bedrijfsruimte tot ongeveer zes meter;

Overwegende dat de Waalse Regering vaststelt dat hetzij de reserveringsomtrek tot gevolg zou hebben dat de voorziene ophoging onmogelijk gemaakt wordt, wat de uitvoering van de op het gewestplan opgenomen bedrijfsruimte zou kunnen beletten, hetzij de elektrische hoogspanningslijn zich op meer dan zes meter onder de grond zou bevinden, wat de toegang ertoe zou kunnen verhinderen in geval van onderhoud of van technische problemen;

Overwegende dat de conclusies van de auteur van het effectonderzoek m.b.t. de variante « nr. 3 » voor een deel toepasselijk zijn op de aanleg van de elektrische lijn ten zuiden van de autosnelweg zoals gevraagd door de gemeenteraad van Wezet; dat de auteur van het effectonderzoek de variante nr. 3 verworpen had;

Overwegende dat de Waalse Regering bijgevolg beslist de reserveringsomtrek ten noorden van de autosnelweg E40 te behouden; dat ze desalniettemin vaststelt dat de noordelijke kant van de « rue du Curé » met woningen bezet is en dat de zuidelijke kant bezet is door een strook van groene ruimtes tot in de omgeving van de autosnelweg E40;

Overwegende dat de Waalse Regering bijgevolg beslist de geplande reserveringsomtrek zuidwaaarts tussen de autosnelweg E25 en de « rue de Visé » te verplaatsen om de woningen van de « rue du Curé » te ontwijken;

Overwegende dat een bezwaar betrekking heeft op de oppervlakte van de reserveringsomtrek opgenomen in overdruk van de gemengde bedrijfssruimte van « Barchon-Tignée » waarvan de uitrusting bijna voltooid is; dat ze nadelig kan zijn voor de commercialisering van bepaalde onroerende goederen bestemd voor de opvang van ecomomische activiteiten omdat het niet zeker is dat gebouwd kan worden in de gebieden op het gewestplan in overdruk waarvan de reserveringsomtrek opgenomen is;

Overwegende dat de gemeenteraden van Blégny en Soumagne zich aansluiten bij dat bezwaar en verzoeken om de wijziging van de reserveringsomtrek ter hoogte van de bedrijfsruimte van de SPI in Barchon-Tignée zodat de opvangcapaciteit ervan niet aangetast wordt;

Overwegende dat de gemeenteraad van Soumagne daaraan toevoegt dat hij wenst voorrang te geven aan de opneming van de reserveringsomtrek in het openbaar domein van het Operationeel directoraat-generaal Wegen en Gebouwen van de Waalse Overheidsdienst ter hoogte van de bedrijfsruimte;

Overwegende dat juist vanwege de onzekerheden i.v.m. de toekomstige vormgeving van de bedrijfsruimte gekozen werd voor de oppervlakte van de reserveringsomtrek ter hoogte van de bedrijfsruimte;

Overwegende dat de bedrijfsruimte nu van uitrustingen voorzien is; dat bijgevolg nader bepaald kan worden waar de geplande elektrische lijn aangelegd zou kunnen worden;

Overwegende dat de Waalse Regering bijgevolg beslist het planontwerp te wijzigen in de omtrek van de gemengde bedrijfsruimte van Barchon-Tignée;

Overwegende dat sommige bezwaren betrekking hebben op de accumulatie van projecten die elektromagnetische velden teweegbrengen in de buurt van de onroerende goederen gelegen tussen de autosnelweg E40 en de bedrijfsruimte « Les Plenesses », op het grondgebied van de gemeente Thimister-Clermont, in het bijzonder gecumuleerde effecten van de geplande elektrische lijn en van de aansluitingen op een windmolenproject;

Overwegende dat de Waalse Regering hierboven geantwoord heeft op de bemerkingen en opmerkingen i.v.m. de elektromagnetische velden en de potentiële effecten ervan op de volksgezondheid;

Overwegende dat de Waalse Regering anderzijds erop wijst dat de eenmalige vergunning tot vestiging van windmolens in de bedrijfsruimte « Les Plenesses » door de bevoegde Minister geweigerd werd op 26 juni 2015;

Overwegende dat bezwaarindieners wijzen op de bijzondere ligging van hun woningen inzake hinder daar ze tussen de bedrijfsruimte « Les Plenesses », de autosnelweg en de spoorweglijn ingesloten zijn hoewel ze op het gewestplan in landbouwgebied opgenomen zijn;

Overwegende dat de auteur van het effectonderzoek vaststelt dat de negatieve effecten van het planontwerp op de geluidsomgeving en het landschap slechts gedurende de werffase i.v.m.de uitvoering ervan potentieel merkbaar zullen zijn;

Overwegende dat de Waalse Regering acht dat buiten deze fase geen geluids- of visuele hinder zich zal toevoegen aan hinder die eventueel veroorzaakt wordt door de bestaande infrastructuren;

Overwegende dat een bezwaar betrekking heeft op de effecten van het planontwerp op de onroerende goederen bestemd voor de opvang van economische activiteiten in de bedrijfsruimte « Les Plenesses »;

Overwegende dat de Waalse Regering hierboven heeft geantwoord op de bemerkingen en opmerkingen betreffende de effecten van het planontwerp op de bebouwde onroerende goederen, met name wat betreft de ontwikkeling van de economische activiteit;

Overwegende dat de Waalse Regering daaraan toevoegt dat de geplande reserveringsomtrek ter hoogte van de bedrijfsruimte « Les Plenesses » opgenomen is in overdruk van gebieden van het gewestplan waar de autosnelweg E40 en de HSL liggen; dat hij geenszins de percelen van de bedrijfsruimte binnendringt;

Overwegende dat de gemeenteraad van de stad Limbourg vraagt dat een bijzondere aandacht aan het bos van Grünhaut besteed wordt in het kader van de werffase i..v.m. de uitvoering van het gewestplan;

Overwegende dat het Departement Natuur en Bossen vraagt dat de geplande elektrische lijn aangelegd wordt in de ruimte die bestaat tussen de E40 en de HSL en een alternatief tracé voorstelt indien niet voor die oplossing gekozen wordt;

Overwegende dat de voorgestelde wijzigingen betrekking hebben op de beperking of de afschaffing van de opneming van de geplande reserveringsomtrek in overdruk van het bestaande bos; dat het Departement Natuur en Bossen voornamelijk bang is voor de effecten van de werffase op het waardevolle natuurlijk milieu en op de inrichtingen die opgelegd werden door de stedenbouwkundige vergunningen die toestemming hebben gegeven voor de bouw van de HSL;

Overwegende dat de auteur van het effectonderzoek erop wijst dat alleen de werffase i.v.m. de uitvoering van het gewestplan potentiële effecten op het bos van Grünhaut zou kunnen hebben; dat de fase van de werking van de infrastructuur geen bijkomende effecten teweegbrengt;

Overwegende dat de auteur van het effectonderzoek daaraan toevoegt dat de geplande reserveringsomtrek geen noemenswaardige effecten zal hebben op de doorkruiste milieus of de compensatiemaatregelen die genomen werden in het kader van de bouw van de HSL daar de elektrische lijn aangelegd kan worden onder bestaande grasstroken of onlangs geherkoloniseerd braakland en voor zover de door hem voorgestelde maatregelen genomen worden;

Overwegende dat de auteur van het effectonderzoek onderzoek heeft gedaan naar de mogelijkheid om de elektrische lijn tussen de autosnelweg E40 en de HSL aan te leggen ter hoogte van het bos van Grünhaut; dat hij voldoende aangetoond heeft dat die optie redelijkerwijs niet overwogen kan worden om technische redenen;

Overwegende dat de auteur van het effectonderzoek voorstelt de oppervlakte van de beplanting te compenseren die vernietigd zou worden als ontbossing noodzakelijk zou blijken; dat hij de Waalse Regering aanbeveelt naar rato van het drievoudige van de vernietigde oppervlakte te compenseren daar het gaat om een bebost gebied waarvan het herstel minstens tien jaar in beslag zou nemen;

Overwegende dat de auteur van het effectonderzoek anderzijds voorstelt de elektrische lijn niet aan te leggen gedurende de periode waarin de herpetofauna migreert; dat bij gebrek daaraan « trappen » voor kikvorstachtigen in de geul geïnstalleerd moeten worden;

Overwegende dat de auteur van het effectonderzoek acht dat de effecten van de werffase op de biologisch zeer waardevolle site van het bos van Grünhaut onbelangrijk zullen zijn als die aanbevelingen in acht genomen worden;

Overwegende dat de Waalse Regering bijgevolg beslist geen wijzigingen in het planontwerp aan te brengen bij het doorkruisen van het bos van Grünhaut;

Overwegende dat het Departement Natuur en Bossen vraagt dat de duur van de werffase voor de ingang van de ecoduc tot een week beperkt wordt zodat de werking ervan niet verstoord wordt; dat bij gebrek daaraan in elke periode van eventuele onderbreking van de werf, planken aangelegd worden over de breedte van de ingang van de ecoduc;

Overwegende dat de Waalse Regering akte neemt van het verzoek van het Departement Natuur en Bossen; dat zij evenwel acht dat bij de tenuitvoerlegging van het gewestplan en in het bijzonder bij de afgifte van de administratieve vergunningen de overheid zal moeten bepalen welke maatregelen getroffen moeten worden om de eventuele negatieve effecten van de werffase op de werking van de ecoduc;

Overwegende dat een bezwaar betrekking heeft op de effecten van het planontwerp op de onroerende goederen bestemd voor de opvang van economische activiteiten in de bedrijfsruimte « East Belgium Park », op het grondgebied van de gemeenten Baelen en Eupen;

Overwegende dat het gemeentecollege van Baelen en de gemeenteraad van de stad Eupen zich bij dat bezwaar aansluiten;

Overwegende dat de gemeenteraad van de stad Eupen wenst dat de geplande reserveringsomtrek en, a fortiori, de elektrische lijn, niet op zijn grondgebied opgenomen wordt in overdruk van gebieden die nog niet onderworpen zouden zijn aan de effecten van de reserveringsomtrek die de reservering beoogt van de nodige ruimtes voor de uitvoering, de bescherming of het behoud van de HSL;

Overwegende dat de Regering bevestigt dat de geplande reserveringsomtrek op de grondgebieden van de gemeenten Baelen en Eupen opgenomen is in overdruk van gebieden van het gewestplan die al onderworpen worden aan de effecten van de reserveringsomtrek die de reservering beoogt van de nodige ruimtes voor de uitvoering, de bescherming of het behoud van de HSL, met uitzondering van het gebied gelegen ter hoogte van de verkeerswisselaar tussen de autosnelweg E40 en de Rijksweg N67; dat laatsgenoemde bezet is door een rotonde en residuele ruimtes die moeilijk in te richten zijn voor de economische activiteit;

Overwegende dat Infrabel erop wijst dat grondproeven op het grondgebied van de gemeente Eupen werden doorgevoerd op de door het planontwerp gekozen plek waar de elektrische lijn onder de HSL moet doorlopen; dat uit die proeven blijkt dat de grond daar bijzonder hard is voor het uitvoeren van boringen;

Overwegende dat de vennootschap Infrabel anderzijds voorschrijft dat de kruisingen van kabels of derde leidingen onder de spoorweglijnen haaks op laatstgenoemde uitgevoerd worden;

Overwegende dat de plaatsbepaling van de in het planontwerp gekozen reserveringsomtrek klaarblijkelijk niet voldoende ruimte biedt om de boring haaks op de spoorweglijnen uit te voeren in een zeer harde grond en in behoorlijke omstandigheden;

Overwegende dat de Waalse Regering akte neemt van deze technische opmerkingen en bijgevolg beslist de reserveringsomtrek ten zuiden van de HSL, op het grondgebied van de stad Eupen, te verlengen vanaf de verkeerswisselaar E40 - N67 tot aan de gemeentelijke grens Eupen-Lontzen;

Overwegende dat deze optie tot gevolg heeft dat de reserveringsomtrek opgenomen wordt in overdruk van gebieden bestemd voor de opvang van economische activiteiten gelegen in de bedrijfsruimte « East Belgium Park »; dat de Waalse Regering er evenwel op wijst dat enkel de inrichting van de achterzijde van de betrokken gebieden eventueel getroffen zou kunnen worden door de geplande elektrische lijn;

Overwegende dat de vennootschap Infrabel zich terughoudend opstelt t.o.v. een gerichte boring onder de HSL vanwege de gevolgen voor het spoorwegverkeer en de desbetreffende kosten; dat ze bijgevolg aanbeveelt de elektrische lijn aan te leggen in de gereserveerde ruimtes voorzien bij de bouw van de HSL (gangen onder sporen, bruggen,...);

Overwegende dat de Waalse Regering vaststelt dat de eerste doorgang onder de HSL die aan die eis voldoet ten oosten van het park « East Belgium Park » gelegen is op meer dan 1 800 meter van de gemeentelijke grens Eupen-Lontzen, op het grondgebied van de gemeente Lontzen;

Overwegende dat die optie tot gevolg zou hebben dat gedeeltelijk afgezien moet worden van de alternatieve oplossing 7 waarvoor de Waalse Regering na afloop van het effectonderzoek gekozen had, ingevolge de aanbevelingen van de « CRAT » (CRAT/14/AV.605), gesteund door de gemeenteraad van Lontzen, alsook het Departement Natuur en Bossen;

Overwegende dat de Waalse Regering bijgevolg beslist die optie niet op het spel te zetten en de doorgang van de elektrische lijn onder de HSL te lokaliseren aan de oostelijke rand van de spoorweglijn 49 Eupen-Welkenraedt, op het grondgebied van de gemeente Lontzen;

Overwegende dat de bezwaren betrekking hebben op de effecten van het planontwerp op de onroerende goederen bestemd voor bebouwing in het dorp Walhorn, op het grondgebied van de gemeente Lontzen; in het bijzonder op een stedenbouwkundige vergunning gepland in een woongebied met landelijk karakter;

Overwegende dat de bezwaarindiener voornamelijk wijst op twee negatieve effecten van het planontwerp op de ontwikkeling van het project : - de moeilijkheid om de geplande wegtoegang tot de betrokken onroerende goederen uit te voeren; - de beperking van de dieptes van de in de toekomst te bebouwen percelen vanwege de reserveringsomtrek en de erfdienstbaarheid i.v.m. de aanwezigheid van de elektrische lijn;

Overwegende dat die bezwaarindieners derhalve vragen dat de geplande elektrische lijn tussen de autosnelweg E40 en de HSL aangelegd wordt vanaf de « rue du Village (Dorfstrasse) » in Walhorn, minstens tot aan de vijver Groetbach (« Weiher am Groetbach ») die ongeveer 350 meter oostwaarts gelegen is, als voortzetting van wat uitgevoerd is tussen de gemeentelijke grens met Eupen en het dorp Walhorn;

Overwegende dat de gemeenteraad zich bij die bezwaren aansluit;

Overwegende dat de Waalse Regering hierboven heeft geantwoord op de bemerkingen en opmerkingen betreffende de effecten van de opneming van de reserveringsomtrek in overdruk van gebieden van het gewestplan;

Overwegende dat de Waalse Regering benadrukt dat de geplande reserveringsomtrek ter hoogte van het dorp Walhorn opgenomen is in overdruk van gebieden van het gewestplan die al onderworpen zijn aan de effecten van de reserveringsomtrek die dient voor de reservering van de nodige ruimtes voor de uitvoering, de bescherming of het behoud van de HSL, overeenkomstig haar optie om hem met het tracé van de bestaande grote infrastructuren te hergroeperen;

Overwegende dat de Waalse Regering eraan herinnert dat de erfdienstbaarheid i.v.m. de exploitatie van de geplande elektrische lijn niet tot gevolg heeft dat ze de omvang van de percelen beperkt; dat ze desgevallend in het ergste geval zou betrekking hebben op de achterzijde ervan, die zeker niet bestemd is om bouwerken op te vangen;

Overwegende dat de Waalse Regering eraan herinnert dat de optie om af te zien van de resterende ruimte tussen de autosnelweg E40 en de HSL ter hoogte van het dorp Walhorn te wijten is aan technische redenen; dat de HSL ten oosten van Walhorn een doorgang onder de autosnelweg gebruikt en zich zodoende noordwaarts van de autosnelweg E40 verwijdert; dat het feit dat de HSL onder de autosnelweg doorloopt, de aanleg van de elektrische lijn ingewikkeld maakt in een beperkte ruimte;

Overwegende dat de Waalse Regering bijgevolg beslist de reserveringsomtrek te behouden die gepland is ten zuiden van de HSL tussen het dorp Walhorn en de gemeentelijke grens Lontzen-Raeren;

Overwegende dat de « CRAT » aanbeveelt de breedte van de reserveringsomtrek zo goed mogelijk aan het tracé van de geplande elektrische lijn aan te passen, met name ter hoogte van het dorp Walhorn;

Overwegende dat de Waalse Regering vaststelt dat de breedte van de geplande reserveringsomtrek punctueel beperkt kan worden zonder de aanleg van de elektrische lijn in het gedrang te brengen;

Overwegende dat de Waalse Regering bijgevolg beslist de breedte van de geplande reserveringsomtrek ter hoogte van het dorp Walhorn te beperken ten einde de inbeslagneming van de potentieel voor bebouwing bestemde onroerende goederen te verminderen;

Overwegende dat het Departement Natuur en Bossen vraagt dat de geplande reserveringsomtrek verschoven wordt naar de autosnelweg E40 tussen de « Heidestrasse », op het grondgebied van de gemeente Lontzen, en de « Hauseterstrasse », op het grondgebied van de gemeente Raeren, om zich verschillende opties voor te behouden tijdens de werffase i.v.m. de uitvoering van het gewestplan en om de potentiële negatieve effecten ervan op het naburige bosmilieu te beperken;

Overwegende dat de gemeenteraad van Lontzen voorstelt dat de elektrische lijn tussen de « Heidestrasse » en de gemeentelijke grens met Raeren aangelegd wordt in de bedding of in de omgeving van de toegangsweg tussen de « Heidestrasse » en de autowegparking van Walhorn; dat de reserveringsomtrek niet in overdruk opgenomen wordt op de gebieden van het gewestplan gelegen ten zuiden van die weg om de beboste ruimtes te ontzien; dat het vellen van bomen zo veel mogelijk beperkt wordt tijdens de werffase i.v.m. de uitvoering van het gewestplan;

Overwegende dat de Waalse Regering vaststelt dat de geplande reserveringsomtrek tussen de « Heidestrasse », op het grondgebied van de gemeente Lontzen, en de « Hauseterstrasse », op het grondgebied van de gemeente Raeren, toelaat om de elektrische lijn aan te leggen en de effecten van de werffase op het bosmilieu te beperken, met name door gebruik te maken van de bedding of van de omgeving van de weg vermeld door de gemeenteraad van Lontzen;

Overwegende dat de Waalse Regering, als antwoord op de vragen van het Departement Natuur en Bossen en de gemeenteraad van Lontzen, beslist de geplande reserveringsomtrek noordwaarts te verschuiven tot aan de rand van de autosnelweg E40 met het oog op de uitbreiding van de mogelijkheden om de elektrische lijn aan te leggen in het domein van bestaande communicatieinfrastructuren en zodoende de inbeslagneming van de gebieden gelegen ten zuiden van de toegangsweg tussen de « Heidestrasse » en de autowegparking van Walhorn te beperken;

Overwegende dat de overheid hoe dan ook bij de tenuitvoerlegging van het gewestplan en in het bijzonder bij de afgifte van de administratieve vergunningen zal moeten bepalen wat de beste aanleg van de elektrische lijn is rekening houdend met, ondermeer, de bescherming van het milieu van het doorkruiste bosgebied;

Overwegende dat het Departement Natuur en Bossen vraagt dat het planontwerp ten oosten van de verkeerswisselaar tussen de autosnelweg E40 en de Rijksweg N68 gewijzigd wordt en dat de autosnelweg E40 ongeveer 150 meter meer oostwaarts overgestoken wordt ter voorkoming van elk effect van de geplande reserveringsomtrek op het ten noorden van de E40 gelegen bosje;

Overwegende dat de Waalse Regering vaststelt dat de op het grondgebied van de gemeente Raeren geplande reserveringsomtrek toelaat om de elektrische lijn aan te leggen en om de effecten van de werffase op het bosje te beperken, met name door gebruik te maken van de bedding of van de omgeving van een bestaande weg of van de omgeving van de autosnelweg;

Overwegende dat de Waalse Regering bijgevolg beslist de reserveringsomtrek niet te wijzigen volgens de variante voorgelegd door het Departement Natuur en Bossen;

Overwegende dat de overheid hoe dan ook bij de tenuitvoerlegging van het gewestplan en in het bijzonder bij de afgifte van de administratieve vergunningen zal moeten bepalen wat de beste aanleg van de elektrische lijn is rekening houdend met, ondermeer, de bescherming van het milieu van het doorkruiste bosje;

Overwegende dat het Departement Natuur en Bossen vraagt dat de aanbevelingen van de auteur van het effectonderzoek betreffende de site Natura 2000 « Vallée de la Gueule en amont de La Calamine (Kelmis) » (ref. BE33007), op het grondgebied van de gemeente Raeren, nauwkeurig in acht genomen worden tijdens de werffase i.v.m. de uitvoering van het gewestplan opdat ze geen noemenswaardige op het natuurlijke milieu zou hebben;

Overwegende dat de Waalse Regering eraan herinnert dat er absoluut gezorgd moet worden voor de bescherming en het behoud van de habitats van de site Natura 2000;

Overwegende dat de Waalse Regering acht dat bij de tenuitvoerlegging van het gewestplan en in het bijzonder bij de afgifte van de administratieve vergunningen de overheid zal moeten bepalen welke maatregelen getroffen moeten worden om de eventuele negatieve effecten ervan op de habitats van de site Natura 2000 te voorkomen of te beperken;

Overwegende dat de Waalse Regering, overeenkomstig haar besluit van de Waalse Regering van 15 januari 2015 tot tijdelijke aanneming van het ontwerp van herziening van de gewestplannen betreffende de opneming van een reserveringsomtrek voor een energievervoersinfrastructuur (ondergrondse elektrische hoogspanningslijn tussen Wezet en Raeren - ALEGrO-project), een archeologische opvolging van de werkzaamheden bij de uitvoering van het gewestplan oplegt;

Overwegende, tot slot, dat de Waalse Regering, op basis van de adviezen uitgebracht door de « CRAT », het Departement Natuur en Bossen, de Autonome haven van Luik en Infrabel, de gemeenteraden van Limbourg, Eupen, Blegny, Herve, Luik, Soumagne, Oupeye, Welkenraedt, Lontzen en Wezet en rekening houdend met de antwoorden die dit besluit op de bezwaarschriften heeft gegeven, beslist de herziening van de gewestplannen Luik en Verviers-Eupen definitief aan te nemen na bekrachtiging van het planontwerp dat ze tijdelijk heeft aangenomen op 15 januari 2015 en dat aan een openbaar onderzoek is onderworpen, voor zover de hierboven vermelde wijzigingen aangebracht worden;

Overwegende dat de milieuverklaring waarin artikel 44 van het Wetboek voorziet bij dit besluit gevoegd is;

Op de voordracht van de Minister van Ruimtelijke Ontwikkeling, Besluit :

Artikel 1.De defintieve herziening van de gewestplannen Luik (bladen 34/6 en 34/7) en Verviers-Eupen (bladen 42/2, 42/3, 42/4, 42/7, 42/8, 43/1 en 43/2) betreffende, overeenkomstig de hierbijgevoegde kaart, de opneming van een reserveringsomtrek voor een energievervoersinfrastructuur (ondergrondse elektrische hoogspanningslijn tussen Wezet en Raeren - ALEGrO-project) wordt door de Waalse Regering aangenomen.

Art. 2.De Waalse Regering legt als inrichtingsmaatregel in de zin van artikel 23, derde lid, van het « CWATUP » op dat de elektrische hoogspanningslijn bedoeld in artikel 1 ondergronds aangelegd wordt, met uitzondering van het omschakelingsstation « gelijkstroom/wisselstroom », en voorbehouden wordt aan het vervoer van gelijkstroom en aan de nodige bijgebouwen voor de werking ervan tussen het in Lixhe geplande omschakelingsstation « gelijkstroom/wisselstroom » en de grens van de Bondsrepubliek Duitsland.

Art. 3.De Waalse Regering legt een archeologische opvolging op bij de uitvoering van het gewestplan.

Art. 4.De milieuverklaring opgemaakt door de Waalse Regering krachtens artikel 44 van het Wetboek gaat als bijlage bij dit besluit.

Art. 5.De Minister van Ruimtelijke Ordening is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 3 december 2015.

De Minister-President, P. MAGNETTE De Minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening, Mobiliteit en Vervoer, Luchthavens en Dierenwelzijn, C. DI ANTONIO

BIJLAGE 1 - MILIEUVERKLARING Milieuverklaring betreffende de definitieve aanneming van de herziening van de gewestplannen van Luik en Verviers-Eupen met betrekking tot de opneming van de reserveringsomtrek van een infrastructuur voor energievervoer (elektrische ondergrondse hoogspanningslijn tussen Visé en Raeren-ALEGrO-project) I. Inleiding Deze milieuverklaring wordt vereist krachtens artikel 44, lid 2, van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium (CWATUP).

Ze gaat bij het besluit van de Waalse Regering tot definitieve aanneming van de herziening van de gewestplannen van Luik en Verviers-Eupen met betrekking tot de opneming van de reserveringsomtrek van een infrastructuur voor energievervoer met het oog op de uitvoering van het project "ALEGrO" van elektrische ondergrondse hoogspanningslijn tussen Visé en Raeren.

Deze milieubeleidsverklaring is een samenvatting van de manier waarop de milieuoverwegingen werden opgenomen in de herziening van de gewestplannen en waarop het milieueffectonderzoek, de adviezen, bezwaren en opmerkingen in overweging werden genomen.

Ze is ook een samenvatting van de redenen voor de keuzes van de herziening van de gewestplannen, rekening houdende met de andere in het vooruitzicht gestelde redelijke oplossingen.

Daar deze milieubeleidsverklaring hypothetisch gesproken een samenvatting is, zijn voor de details verwezen naar de tekst van het besluit van de Waalse Regering.

Voor meer leesbaarheid werd deze milieuverklaring opgedeeld in drie hoofdstukken : het eerste hoofdstuk gaat over de inhoud van de herziening van de gewestplannen, het tweede gaat in op de chronologie ervan en het derde op de milieuoverwegingen.

II. Inhoud van de herziening van de gewestplannen De herziening van de gewestplannen van Luik en Verviers-Eupen heeft betrekking op de opneming van de reserveringsomtrek van een infrastructuur voor energievervoer (elektrische ondergrondse hoogspanningslijn - ALEGrO-project) van 50 meter breed behalve uitzonderingen opgelegd door de locale context, op het grondgebied van de gemeenen Baelen, Blegny, Eupen, Herstal, Herve, Luik, Limbourg, Lontzen, Oupeye, Raeren, Soumagne, Thimister-Clermont, Wezet en Welkenraedt Ze gaat gepaard met een inrichtingsmaatregel in de zin van artikel 23, derde lid, van het "CWATUP" die voorziet dat de bovengenoemde elektrische hoogspanningslijn ondergronds zal worden aangelegd op het geheel van haar tracé en exclusief voorbehouden zal worden voor het vervoer van gelijkstroom tussen het omzettingsstation "gelijkstroom/ wisselstroom" te Lixhe en de grens van de Bondsrepubliek Duitsland.

III. Chronologie van de herziening van de gewestplannen Op 1 juli 2013 heeft de maatschappij Elia een aanvraag gericht aan de Waalse Regering voor de herziening van de gewestplannen van Luik en Verviers-Eupen overeenkomstig artikel 42 bis van het "CWATUP". De aanvraag werd door de Waalse Regering op 2 juli 2013 ontvangen.

Op 28 november 2013 beslist de Waalse Regering om de gewestplannen van Luik en Verviers-Eupen te herzien, neemt ze het voorontwerp van plan aan, alsook de ontwerp-inhoud van het effectenonderzoek.

Op 15 mei 2014 beslist de Waalse Regering een effectenstudie over het voorontwerp van plan te laten doorvoeren.

De « CRAT » wordt op de hoogte gebracht van de eerste fase van de effectenstudie op 8 juli 2014. Ze deelt haar opmerkingen en voorstellen mee op 10 juli 2014 en is het vervolg van de procedure gunstig gezind.

De « CRAT » wordt op de hoogte gebracht van de conclusies van de tweede fase van de effectenstudie op 12 november 2014. Ze deelt haar opmerkingen en voorstellen mee op 28 november 2014 en is het vervolg van de procedure gunstig gezind.

Het eindversie van het effectenonderzoek wordt op 17 december 2014 ingediend.

Op 15 januari 2015 neemt de Waalse Regering de ontwerp-herziening van de gewestplannen voorlopig aan.

Het besluit voorziet de raadpleging van volgende instanties : - de "Commission régionale d'aménagement du territoire" (CRAT) (Gewestelijke commissie voor ruimtelijke ordening); - de "Conseil wallon de l'environnement pour le développement durable" (CWEDD) (Waalse Raad voor Leefmilieu voor Duurzame Ontwikkeling) - de bevoegde overheden van de Bondsrepubliek Duitsland; - het Departement Waterwegen Luik van het Operationeel Directoraat-generaal Mobiliteit en Waterwegen van de Waalse Overheidsdienst; - de autonome haven van Luik; - het Departement Wegennet Luik van het Operationeel Directoraat-generaal Wegen en Gebouwen van de Waalse Overheidsdienst; - de "Société wallonne de Financement complémentaire des Infrastructures" (Waalse maatschappij voor de aanvullende financiering van de infrastructuren) (SOFICO); - Infrabel; - het Departement Natuur en Bossen (DNF) van het Operationele Directoraat-generaal Landbouw, Landelijke Aangelegenheden en Leefmilieu van de Waalse Overheidsdienst.

Het openbaar onderzoek heeft plaatsgevonden van 9 maart 2015 tot woensdag 22 april 2015 in de gemeenten Baelen, Blegny, Eupen, Herstal, Herve, Liège, Limbourg, Lontzen, Oupeye, Raeren, Soumagne, Thimister-Clermont, Visé en Welkenraedt.

De informatievergaderingen voor het publiek werden op 11 maart 2015 in Lontzen en Soumagne gehouden. de afsluitende vergaderingen van het openbaar onderzoek werden in Baelen, Blegny, Eupen, Herstal, Limbourg, Lontzen, Oupeye, Thimister-Clermont, Visé en Welkenraedt op 22 april 2015 gehouden en in Herve, Liège, Raeren en Soumagne op 23 april 2015.

De overlegvergaderingen werden gehouden ten gevolge van het openbaar onderzoek op 28 april 2015 in Blegny, Herve en Thimister-Clermont, op 29 april 2015 in Herstal, Oupeye en Wezet, op 30 april 2015 in Luik en Soumagne, op 5 mei 2015 in Baelen, Eupen en Raeren en op 6 mei 2015 in Limbourg, Lontzen en Welkenraedt.

De gemeenteraden van de volgende gemeenten of steden hebben hun adviezen binnen de termijnen bepaald bij artikel 43, § 3, van het "CWATUP" overgemaakt : Limbourg, Eupen, Blegny, Herve, Luik, Soumagne, Oupeye, Welkenraedt, Lontzen en Wezet.

De gemeenteraden van de volgende gemeenten of steden hebben geen advies uitgebracht : Baelen, Herstal, Raeren en Thimister-Clermont.

De volgende instanties hebben hun adviezen binnen de termijnen bepaald bij artikel 43, § 4, van het "CWATUP" overgemaakt : CRAT, de autonome haven van Luik en DNF;

De volgende instantie heeft haar advies buiten de termijnen bepaald bij artikel 43, § 4, van het "CWATUP" overgemaakt : Infrabel.

De volgende instanties hebben geen advies uitgebracht : De CWEDD, de bevoegde overheden van de Bondsrepubliek Duitsland, het Departement Waterwegen Luik van het Operationeel Directoraat-generaal Mobiliteit en Waterwegen van de Waalse Overheidsdienst, het Departement Wegennet Luik van het Operationeel Directoraat-generaal Wegen en Gebouwen van de Waalse Overheidsdienst en de SOFICO. IV. Milieu-overwegingen Als antwoord op de conclusies van de effectenstudie was de Waalse Regering overgegaan tot de aanpassingen van het voorontwerp van plan die nodig zijn om rekening te houden met de milieu-uitdagingen. De Regering had deze aanpassingen omgezet in zijn besluit tot voorlopige aanneming van het ontwerp van plan De Waalse Regering heeft na afloop van de raadplegings- en overlegfase de aanpassingen aangebracht aan het planontwerp dat aan een openbaar onderzoek en aan het advies van de instanties werd onderworpen, om in te gaan op de bemerkingen en adviezen voor zover deze verantwoord waren en bijdroegen tot een betere bescherming tegen milieurisico's.

Deze milieubeleidsverklaring legt de samenvatting vast van de wijze waarop het besluit tot definitieve aanneming van de herziening van de gewestplannen deze elementen in aanmerking genomen heeft, met verwijzing naar de tekst van het besluit en naar het advies van de "CRAT » voor uitvoerige informatie.

De Waalse Regering heeft dus de volgende bemerkingen gemaakt.

Keuze van de vestiging van de reserveringsomtrek en van zijn breedte Ten gevolge van de effectenstudie heeft de Waalse Regering haar voorontwerp van plan gewijzigd door de wijziging van de reserveringsomtrek op het gebied van de gemeenten Lontzen en Eupen.

Dit heeft zich vertaald door de opneming van de reserveringsomtrek gelegen tussen de autosnelweg E40 en de HST-lijn (LGV) vanaf het bedrijfspark "East Belgium Park" tot het dorp van Walhorn, wat overeenkomt met alternatief 7 die door de auteur van het onderzoek werd onderzocht.

Om redenen die te maken hebben met vrees voor de menselijke gezondheid, met de potentiële impact op de onroerende goederen, op het natuurlijk milieu of zelfs op het landschap, zijn bezwaarindieners of geraadpleegde instanties van mening dat alternatieven voor de ligging van de reserveringsomtrek bestudeerd en/of in overweging hadden moeten genomen worden.

Als antwoord en bij het lezen van de effectenstudie vindt de Waalse Regering echter dat geen enkel nieuw belangrijk element aan het licht is gekomen dat de vestiging van de reserveringsomtrek beslist door de Waalse Regering tijdens de voorlopige aanneming van het ontwerp van plan fundamenteel in twijfel zou trekken.

Het blijkt ook dat de breedte van de reserveringsomtrek, hetzij 50 meter, een goed compromis is dat een redelijk evenwicht toelaat tussen de uitvoering van de elektrische verbinding en de gevolgen van de reserveringsomtrek. Gelet op de conclusies van de effectenstudie, lijken die laatsten beperkt t.o.v. de uitdaging van de nieuwe infrastructuur voor energievervoer.

Om een antwoord te geven op bepaalde ontvangen adviezen en opmerkingen, is er toch gebleken dat het nodig was om aanpassingen van de reserveringsomtrek door te voeren.

Daarom maakt de Waalse Regering de keuze, met haar besluit tot definitieve aanneming van herziening van het plan, om plaatselijk de breedte en de vestiging van de reserveringsomtrek aan te passen wanneer technische, stedenbouwkundige of milieuredenen het vereisen, daar waar de configuratie van het terrein het toelaat en zonder de uitvoer van de infrastructuur voor energievervoer in gevaar te brengen, noch andere functies van het grondgebied te treffen.

Gevolgen op de menselijke gezondheid Bezwaarindieners, gevolgd door bepaalde gemeentelijke overheden, maken zich ongerust over de gevolgen voor de gezondheid van de vestiging van een elektrische hoogspanningslijn in de nabijheid van bewoonde gebieden, scholen, speelpleinen,... Deze vrees heeft te maken met de elektromagnetische stralen veroorzaakt door de elektrische stroom.

De Regering wil bepalen dat het project waarop de huidige herziening van plan is gebaseerd, de vestiging van een ondergrondse elektrische verbinding met gelijkstroom beoogt. Maar, zoals de auteur van het onderzoek het in zijn project heeft bepaald, zijn de kenmerken van elektromagnetische stralen van verschillende aard in functie van de gelijkstroom of wisselstroom. De bestaande normen of aanbevelingen zijn meestal van toepassing op wisselstroom, zoals de huishoudelijke stroom bijvoorbeeld, en zijn van een heel andere aard dan wat men kan vaststellen voor de gelijkstroom.

De auteur van het onderzoek wijst erop dat de stralen van een elektrische verbinding met gelijkstroom gelijk zijn met de natuurlijke magnetische velden, met geen enkele potentiële gevolgen.

Gelet op deze elementen, lijkt het noodzakelijk om te bevestigen en zich ervan te vergewissen dat de reserveringsomtrek, voor het gedeelte dat de eigenlijke verbinding moet ontvangen, met uitsluiting van de omzettingspost "gelijkstroom /wisselstroom" en van zijn aansluiting op de bestaande site van Lixhe, voorbehouden zal worden aan een ondergrondse elektrische verbinding met gelijkstroom. De Waalse Regering stelt dus voor om een inrichtingsmaatregel te voorzien in de opneming van de reserveringsomtrek in de gewestplannen.

Gevolgen op het onroerend goed of de activiteiten Bezwaarindieners, gevolgd door sommige gemeentelijke overheden maken zich ongerust over de gevolgen op het onroerend goed van de reserveringsomtrek, van de elektrische verbinding en/of de erfdienstbaarheden die eraan zijn verbonden. Sommigen vrezen voor de impact op de ontwikkeling van onroerende projecten, bestemd voor woning of economische activiteit. Anderen vrezen voor de waarde van het onroerend goed.

Eerst herinnert de Regering eraan dat het project aan de basis bestemd is om de verbinding prioritair langs bestaande vervoersinfrastructuren te installeren, door de getroffen private goederen zoveel mogelijk te beperken. Die principe wordt door de CRAT onderstreept en goedgekeurd.

De Waalse Regering herinnert er ook aan, als antwoord op de vrees i.v.m. de reserveringsomtrek, dat de reserveringsomtrek als doel heeft om de nodige ruimten te bestemmen voor de uitvoering van de infrastructuur voor energievervoer. Deze omtrek moet aan zijn ontwerpers de mogelijkheid bieden om zijn vestiging aan te passen in de « gang » vastgelegd om rekening te houden met de bestaande elementen op het terrein dat men niet kan opnemen op de schaal van het gewestplan.

Bovendien, met verwijzing naar artikel 452/25 van het CWATUP, moet een reserveringsomtrek opgenomen in het gewestplan alleen maar de mogelijheid bieden aan de overheid, hetzij om de handelingen en de werken onderworpen aan een vergunning te verbieden, hetzij om ze ondergeschikt te maken aan bijzondere voorwaarden, in de gebieden van het gewestplan in overdruk waarvan hij is opgenomen.

Als antwoord op deze vrees heeft de Regering gekozen om plaatselijk de breedte en de vestiging van de reserveringsomtrek aan te passen aan de rand van de bestaande bebouwing of van de lopende onroerende projecten, daar waar de configuratie van het terrein het toelaat en zonder de uitvoer van de infrastructuur voor energievervoer in gevaar te brengen, noch andere functies van het grondgebied te treffen.

Wat de elektrische verbinding betreft, stelt de Waalse Regering vast dat de breedte van de geplande reserveringsomtrek zijn vestiging mogelijk maakt zonder een rechtstreekse impact te hebben op de bestaande bebouwing, zowel tijdens de werffase als in termen van erfdienstbaarheden i.v.m. zijn uitbating.

Bezwaarindieners maken zich ongerust over de impact van de uitvoering van de elektrische verbinding op de landbouwactiviteit in het algemeen.

De effectenstudie toont aan dat de impact op de landbouwactiviteit beperkt zullen worden tot de werffase betreffende de uitvoering van de verbinding. De uitbatingsfase van laatstgenoemde zal geen weerslag hebben op de landbouw, de erfdienstbaarheid die eraan verbonden is, zal de landbouwactiviteit niet verhinderen De Regering voegt eraan toe dat wegens de keuze om de verbinding langs de bestaande infrastructuren te vestigen, het aantal getroffen landbouwpercelen langs het gehele traject zeer laag is.

In ieder geval zal de overheid op het ogenblik van de uitvoering van het gewestplan, en in het bijzonder van de afgifte van de administratieve vergunningen, moeten bepalen welke inrichtingsmaatregelen genomen moeten worden om de eventuele impact van de bouwwerken van de elektrische verbinding te voorkomen of te beperken.

Gevolgen op het natuurlijk milieu De DNF, gevolgd door bepaalde gemeentelijke overheden, maakt zich ongerust over de impact van de geplande elektrische verbinding op het natuurlijk milieu : waardevolle bomen en heggen, Natura 2000, waardevolle sites op biologisch vlak, beboste ruimtes,...

De auteur van het onderzoek wijst erop dat de potentiële impact op het natuurlijk milieu voornamelijk te wijten zal zijn aan de werffase i.v.m. de uitvoering van het plan.

Op basis van de conclusies van de effectenstudie stelt de Waalse Regering vast dat de impact in ieder geval zeer beperkt zal zijn. Zij voegt er overigens aan toe dat de breedte van de reserveringsomtrek de mogelijkheid biedt om de elektrische verbinding te vestigen door de gevolgen op de elementen die het natuurlijk milieu uitmaken zoveel mogelijk te beperken.

Af en toe beslist de Waalse Regering om de vestiging van de reserveringsomtrek aan te passen om tegemoet te komen aan de vrees i.v.m. de impact op het natuurlijk milieu, daar waar de configuratie van het terrein het toelaat en zonder de uitvoer van de infrastructuur voor energievervoer in gevaar te brengen, noch andere functies van het grondgebied te treffen.

Over het algemeen, is de Waalse Regering toch van mening dat men de juiste effecten en de meest gepaste maatregelen zal moeten bepalen voor het behoud of, desgevallend, voor het herstel van deze natuurlijke habitats na afloop van het onderzoek van de aanvraag tot globale vergunning die de uitvoering van de elektrische verbinding beoogt.

Gevolgen op het archeologische erfgoed Overeenkomstig zijn besluit van 15 januari 2015 tot voorlopige aanneming van de ontwerp-herziening van de gewestplannen met betrekking tot de opneming van de reserveringsomtrek van een infrastructuur voor energievervoer (elektrische ondergrondse hoogspanningslijn tussen Wezet en Raeren - ALEGrO-project), legt de Waalse Regering een archeologische opvolging op van de werken bij de uitvoering van het gewestplan.

Keuze van het nauwkeurige tracé en afbakening van de reserveringsomtrek Op het grondgebied van de stad Wezet De gemeenteraad van de stad Wezet heeft gevraagd om het toekomstig omzettingsstation "gelijkstroom /wisselstroom" zoveel mogelijk te verwijderen van het dorp Loën om milieu en landschappelijke redenen.

Daartoe stelt hij voor om de reserveringsomtrek naar het oosten in de richting van het Albertkanaal uit te breiden zodat hij tegelijk de omtrek overwogen door het planontwerp en het zogenaamde alternatief "1c" onderzocht door de effectenstudie kan dekken, waardoor, bij de uitvoering van het gewestplan, de best mogelijke vestiging van het omzettingsstation kan worden geëvalueerd.

De auteur van de effectenstudie is van mening dat de ligging van de reserveringsomtrek bedoeld in het planontwerp de beste is, voornamelijk om technische redenen en voor de uitvoeringskosten.

De CRAT is voorstander van de ligging van de reserveringsomtrek bestemd voor het omzettingsstation zoals voorgesteld in het planontwerp, in zoverre de onderzochte alternatieve geen significant voordeel tonen.

De Waalse Regering beslist om de reserveringsomtrek te valideren, voor het gedeelte dat meer specifiek bestemd is om het toekomstig omzettingsstation te ontvangen, zoals voorgesteld in het planontwerp.

De gemeenteraad van de stad Wezet vraagt de opneming van een reserveringsomtrek als overdruk van de gebieden van het gewestplan die door de elektrische verbinding zullen worden doorkruist en die het toekomstig omzettingsstation met het bestaande omzettingsgebouw te Lixhe verbindt.

De Waalse Regering vindt van zijn kant dat deze verbinding zeker volledig deel zal uitmaken van het geheel van de site van Lixhe dat een onscheidbaar geheel zal vormen met het toekomstig omzettingsstation. Er moet dus geen specifieke reserveringsomtrek opgenomen worden voor deze verbinding.

De gemeenteraad van de stad Wezet geeft zijn voorkeur aan het alternatief « 2 » in de effectenstudie om de rij plataanbomen te berschermen en de hinder van de werf te vermijden voor de omwoners van de rue du Hournay te Loën.

In functie van de effectenstudie besluit de Regering dat de ligging van de reserveringsomtrek die voorzien is in het planontwerp ter hoogte van de rue du Hournay niet moet worden gewijzigd.

De gemeenteraad van de stad Wezet wenst dat de elektrische verbinding geen gevolg zou hebben op de woonwijk van la rue du Curé. Daarom stelt hij voor dat de elektrische verbinding ten zuiden van de autosnelweg E40 zou worden gevestigd en dit, vanaf de linkeroever van het Albertkanaal.

Een bezwaarindiener onderstreept echter dat een project van bedrijfspark momenteel in voorbereiding is op de onroerende goederen die zouden betrokken zijn bij het alternatief voorgesteld door de gemeenteraad van Wezet. Dit project voorziet om de industriële bedrijfsruimte opgenomen in het gewestplan op te hogen op een hoogte van ongeveer zes meter. Dit is blijkbaar onverenigbaar met het project van elektrische verbinding.

Bovendien zijn de conclusies van de auteur van het onderzoek betreffende de zogenaamde variant "nr. 3" van toepassing, voor het gedeelte dat gemeenschappelijk is, op de vestiging van de elektrische verbinding ten zuiden van de autosnelweg E40 zoals gevraagd door de gemeenteraad van Wezet.

De Waalse Regering beslist bijgevolg om de reserveringsomtrek ten noorden van de autosnelweg E40 te behouden, zoals bedoeld in het planontwerp.

De Waalse Regering stelt niettemin vast dat alleen het noorden van de rue du Curé door woningen is bezet, het zuiden is bezet door een groengebied tot in de omgeving van de autosnelweg E40. Zij beslist bijgevolg om de reserveringsomtrek naar het zuiden te verplaatsen, tussen de autosnelweg E 25 en de rue de Visé, om de woninen van de rue du Curé te vermijden.

Op het grondgebied van de gemeente Oupeye Bezwaarindieners die rechtstreeks of onrechtstreekt betrokken zijn bij de reserveringsomtrek opgenomen als overdruk van gebieden van het gewestplan gelegen op het grondgebied van de gemeente Oupeye vragen waarom alternatieven of varianten van het tracé niet werden weerhouden of zels onderzocht in het kader van de effectenstudie, o.a. wegens de potentiële impact van de geplande elektrische verbinding op de menselijke gezondheid. De CRAT wijst erop dat de reserveringsomtrek dichtbij de woningen is op het niveau van de doortocht van het dorp Haccourt en stelt zich vragen over de redenen van de afwezigheid van de analyse van een alternatief tracé op de rechteroever van het Albertkanaal, tussen de bedrijfsruimtes, in de effectenstudie.

De gemeenteraad van Oupeye vraagt aan de Waalse Regering om een aanvulling op de effectenstudie te laten uitvoeren zowel op het niveau van de effecten van het planontwerp op de menselijke gezondheid als op het niveau van de mogelijke varianten van het tracé dat de woongebieden vermijdt, namelijk het tracé "Fluxys". De gemeenteraad van Oupeye vindt dat het voorzorgsprincipe moet worden toegepast wegen het gebrek aan gegevens betreffende de potentiële problemen i.v.m. de menselijke gezondheid.

Wat betreft de impact op de menselijke gezondheid, zie antwoord hierboven. De Waalse Regering voegt eraan toe dat op basis van de potentiële effecten van het project vastgesteld door de auteur van het onderzoek, met name in termen van gevolgen op de menselijke gezondheid, het niet nodig was om eventuele alternatieven van de ligging van de reserveringsomtrek verder te bestuderen.

De Waalse Regering vindt overigens dat de breedte die zij voorzien heeft voor de geplande reserveringsomtrek voldoende vrije ruimte geeft tussen de elektrische verbinding en de woningen.

De gemeenteraad van Oupeye herinnert in het bijzonder dat het geplande tracé op het gemeentelijk grondgebied door de effectenstudie werd afgewezen die in 2006 door het studiebureau ARIES Consultants SA werd uitgevoerd in het kader van een vergunningsaanvraag ingediend in 2007 door ELIA-ASSET SA betreffende de aanleg van een ondergrondse elektrische verbinding met een spanning van 150 kilovolts tussen Lixhe en Battice.

De Waalse Regering stelt de volgende elementen vast : - de aanvraag tot vergunning had betrekking op een elektrische hoogspanningslijn met wisselstroom, dat elektromagnetische velden veroorzaakt die niet kunnen worden vergeleken met de velden veroorzaakt door gelijkstroom; - het tracé dat toen op het gemeentelijk grondgebied van Oupeye was gepland in het kader van deze vergunningsaanvraag werd voornamelijke afgewezen om technische en administratieve redenen.

Voor al deze redenen beslist de Waalse Regering bijgevolg om het tracé dat zij weerhouden heeft op het planontwerp op het grondgebied van de gemeente Oupeye niet te wijzigen.

Op het grondgebied van de gemeente Soumagne Een bezwaarindiener maakt zich ongerust over de uitgestrektheid van de reserveringsomtrek opgenomen als overdruk van de gemengde bedrijfsruimte "Barchon-Tignée" waarvan de uitrusting voltooid wordt en dat een impact zou kunnen hebben op het in de handel brengen van sommige onroerende goederen die bestemd zijn om economische activiteiten op te vangen wegens de onzekerkeid i.v.m. de mogelijkheid om al dan niet te bouwen in de gebieden van het gewestplan in overdruk waarvan de reserveringsomtrek is opgenomen. Deze bezorgdheid wordt ook gedeeld door de gemeenteraden van Blegny en Soumagne.

Aangezien het bedrijfspark uitgerust is op de dag van het besluit tot definitieve aanneming van de herziening van het plan bedoeld in dit document, zal het bijgevolg mogelijk zijn om meer nauwkeurig te bepalen waar de geplande elektrische verbinding zou kunnen worden gevestigd.

De Waalse Regering heeft dus beslist om de oppervlakte gedekt door de reserveringsomtrek in het bedrijfpark Barchon-Tignée te verminderen.

Op het grondgebied van de gemeente Thimister-Clermont Bezwaarindieners maken zich ongerust over de opeenstapeling van projecten die elektromagnetische velden veroorzaken rond de onroerende goederen gelegen tussen de autosnelweg E40 en het bedrijfspark Plenesses, op het grondgebied van de gemeente Thimister-Clermont.

Ze maken zich vooral ongerust over de gecumuleerde effecten van de geplande elektrische verbinding i.v.m. een project van windmolens.

Wat betreft de impact op de menselijke gezondheid, zie antwoord hierboven.

De Waalse Regering voegt eraan toe dat ondertussen de globale vergunning voor de vestiging van windmolens in het bedrijfspark Plenesses op 26 juni 2015 door de bevoegde Minister werd geweigerd.

Bezwaarindieners wijzen op de moeilijke toestand inzake hinder door het feit dat hun woningen, gelegen in een landbouwgebied op het gewestplan, vastzitten tussen de industriezone Plenesses, de autosnelweg en de spoorweg.

De auteur van het effectenonderzoek stelt vast dat geluidshinder en visuele hinder m.b.t. het planontwerp alleen maar potentieel voelbaar zullen zijn tijdens de werffase die betrekking heeft op de uitvoering van het gewestplan. Buiten deze fase zal geen enkele geluidshinder of visuele hinder zich komen toevoegen aan de eventuele hinder van de bestaande infrastructuren.

Op het grondgebied van de stad Limbourg De stad Limbourg vraagt om een bijzondere aandacht te besteden aan het bos van Grünhaut in het kader van de werffase i.v.m. de uitvoering van het gewestplan. Het DNF maakt zich ook ongerust over de impact van de werffase op het bos van Grünhaut, dat al zeer getroffen is door de uitvoering van de HST lijn.

Het DNF herhaalt dat compensatiemaatregelen werden genomen voor de impact van de HST werf op het bos van Grünhaut; dat deze maatregelen niet mogen worden vernietigd in het kader van de uitvoering van het gewestplan.

Het DNF stelt voor om de geplande elektrische verbinding te vestigen in de bestaande ruimte tussen de autosnelweg E40 en de HST lijn.

De auteur van het effectenonderzoek wijst erop dat alleen de werffase i.v.m. de uitvoering van het gewestplan potentiële gevolgen zou kunnen hebben op het bos van Grünhaut; de werkingsfase van de infrastructuur brengt geen enkele bijkomende impact met zich mee.

De auteur van het effectenonderzoek heeft de mogelijheid bestudeerd om de elektrische verbinding te vestigen tussen de autosnelweg E40 en de HST lijn ter hoogte van het bos van Grünhaut. Hij heeft voldoende aangetoond dat deze optie niet denkbaar is om technische redenen. Hij vindt dat het mogelijk zou moeten zijn om de elektrische verbinding uit te voeren in het grasvoetpad of de recente wildgroei van herkolonisering op het geheel van het doorkruisen van het bos van Grünhaut, wat een relatief lage impact zou hebben De auteur van het effectenonderzoek stelt voor om de oppervlakte van de beplanting dat zou vernietigd zijn in geval van ontbossing te compenseren. Hij raadt de Waalse Regering aan om de vernietigde oppervlakte drievoudig te compenseren in zoverre het hier gaat om een bosgebied waarvan de het herstel minstens tien jaar zou duren.

De auteur van het effectenonderzoek raadt immers aan om te vermijden om de elektrische verbinding aan te leggen tijdens de migratie van de herpetofauna; zo niet, raadt hij aan om "ladders" voor kikvorsachtigen te installeren in de sleuf.

De auteur van het effectenonderzoek is van mening dat, mits deze aanbevelingen, de impact van de werf op de site met een hoge biologische waarde van het bos van Grünhaut verwaarloosbaar zal zijn.

De Waalse Regering vindt bijgevolg dat het niet nodig is om een alternatief voor te stellen voor het geplande tracé van het doorkruisen van het bos van Grünhaut.

Het DNF vraagt om de duur van de werf vóór de ingang van het ecoduct tot één week te beperken om de werking ervan niet te verstoren; zoniet, zal elke eventuele onderbrekingsperiode van de werf moeten gepaard gaan met het aanleggen van planken op de breedte van de ingang van het ecoduct.

Als antwoord vindt de Waalse Regering dat men de juiste effecten en de meest gepaste maatregelen zal moeten bepalen voor het behoud van deze habitats na afloop van het onderzoek van de aanvraag tot globale vergunning die de uitvoering van de elektrische verbinding beoogt.

Op het grondgebied van de gemeente Baelen en de stad Eupen Een bezwaarindiener maakt zich ongerust over de gevolgen van de reserveringsomtrek op de onroerende goederen die economische activiteiten moeten opvangen en gelegen zijn in het bedrijfspark van "East Belgium Park", op de gemeentelijke grondgebieden van Baelen en Eupen. Deze bezorgdheid wordt gedeeld door het gemeentecollege van Baelen en de gemeenteraad van Eupen.

De Regering onderstreept dat, op de gemeentelijke grondgebieden van Baelen en Eupen, de geplande reserveringsomtrek als overdruk wordt opgenomen van de gebieden van het gewestplan die reeds gelegen zijn binnen de perken van de reserveringsomtrek van de HST lijn opgenomen in het gewestplan, met uizondering van het gebied waarin de verkeerswisselaar tussen de autosnelweg E40 en de rijksweg N67 is gelegen. Dit gebied is echter bezet door een rotonde en door residuele ruimtes die moeilijk kunnen worden gebruikt voor de economische activiteit.

Infrabel wijst erop dat grondproeven werden uitgevoerd op de plaats weerhouden door het planontwerp waar de elektrische verbinding onder de HST lijn op het grondgebied van de gemeente Eupen moet voorbijkomen. Zij vinden het wenselijk om een andere ligging te overwegen voor dit soort werk wegens de bijzondere weerstand van de grond. Hetzelfde wordt vastgesteld voor de onroerende goederen die de geplande elektrische verbinding moeten opvangen tussen de autosnelweg E40 en de HST lijn op het gemeentelijk grondgebied van Eupen.

De maatschappij Infrabel legt overigens op dat de kruisingen van kabels of van derde leidingen onder de spoorwegen perpendiculair t.o.v. laatstgenoemden worden uitgevoerd. Maar de configuratie weerhouden op het planontwerp voorziet blijkbaar niet genoeg ruimte om de boringen loodrecht op de sporen uit te voeren in een zeer harde grond en onder aanvaardbare omstandigheden.

De Waalse Regering neemt akte van deze technische opmerkingen en beslist bijgevolg om de reserveringsomtrek ten zuiden van de HST lijn te verlengen, op het grondgebied van de stad Eupen, vanaf de verkeerswisselaar E40 - N67 tot aan de gemeentelijke grens Eupen-Lontzen.

Anderzijds toont de maatschappij Infrabel zich weigerachtig tegenover een boring onder de HST lijn dat een tijdelijk advies van vertraging tijdens de werken zou opleggen, met niet te verwaarlozen financiële gevolgen. De maatschappij Infrabel raadt bijgevolg aan dat de elektrische verbinding zou aangelegd worden in de reservaties bedoeld tijdens de bouw van de HST lijn (gangen onder de sporen, bruggen,...).

De Waalse Regering stelt vast dat de eerste doortocht onder de HST lijn dat aan deze eis voldoet ten oosten van het park "East Belgium Park" gelegen is op meer dan 1800 meter van de gemeentelijke grens Eupen-Lontzen, op het grondgebied van de gemeente Lontzen.

De auteur van het effectenonderzoek stelde echter voor om alternatief 7 te weerhouden, daarin gevolgd door de CRAT. De Waalse Regering heeft akte genomen van deze vaststelling in het besluit tot voorlopige aanneming van het ontwerp van plan en wil deze optie niet in twijfel trekken. Hij beslist bijgevolg om de doortocht van de elektrische verbinding onder de HST lijn te vestigen aan de oostelijke rand van de spoorlijn 49 Eupen-Welkenraedt, op het grondgebied van de gemeente Lontzen.

Op het grondgebied van de gemeente Lontzen Bezwaarindieners vrezen dat de reserveringsomtrek een negatieve impact zou hebben op de onroerende goederen bestemd voor de bebouwing in het dorp Walhorn, op het grondgebied van de gemeente Lontzen Een bezwaarindiener vreest in het bijzonder dat het planontwerp moeilijkheden veroorzaakt voor een geplande bebouwingsvergunning in een woongebied met een landelijk karakter van het dorp Walhorn.

Deze bezwaarindierners vragen bijgevolg dat de geplande elektrische verbinding uitgevoerd zou worden tussen de autosnelweg E40 en de HST lijn vanaf de rue du Village (Dorfstrasse) te Walhorn, minstens tot de vijver van Groetbach ("Weiher am Groetbach") ongeveer 350 meter meer ten oosten gelegen, in verlenging van wat er tussen de gemeentelijke grens met Eupen en het dorp Walhorn wordt uigevoerd.

Deze bezwaren worden gedeeld door de gemeenterad van Lontzen.

De Waalse Regering heeft hogerop geantwoord op de vrees die voortvloeit uit de opneming van de reserveringsomtrek als overdruk van de gebieden van het gewestplan.

De Waalse Regering onderstreept dat ter hoogte van het dorp Walhorn, de geplande reserveringsomtrek opgenomen is als overdruk van de gebieden van het gewestplan die reeds betrokken zijn bij de bestaande reserveringsomtrek van de HST lijn, overeenkomstig zijn optie om hem met het tracé van de bestaande grote infrastructuren samen te brengen.

Zij stelt vast dat de geplande elektrische verbinding kan worden gevestigd ter hoogte van het dorp Walhorn zonder een weerslag te hebben op de onroerende goederen die potentieel bebouwbaar zijn.

De Waalse Regering herinnert eraan dat de erfdienstbaarheid i.v.m. de uitbating van de geplande elektrische verbinding niet tot gevolg heeft om de grootte van de percelen te verminderen. Het blijkt dat de potentiële impact van de erfdienstbaarheid betrekking zou hebben op de percelen achterin waar in elk geval geen gebouw kan worden voorzien.

De Waalse Regering herhaalt dat de optie om af te zien van de residuele ruimte tussen de autosnelweg E40 en de HST lijn ter hoogte van Walhorn te wijten is aan technische redenen. Inderdaad, ten oosten van Walhorn, verwijderd de HST lijn zich van de autosnelweg E40, richting het noorden, en gebruikt ze een doorgang onder de autosnelweg. De afdaling van de HST lijn onder de autosnelweg maakt het moeilijk om de elektrische lijn te vestigen in een beperkte ruimte.

De Waalse Regering beslist bijgevolg om de geplande reserveringsomtrek te behouden ten zuiden van de HST lijn tussen het dorp Walhorn en de gemeentelijke grens Lontzen-Raeren.

De CRAT raadt aan om de breedte van de reserveringsomtrek zo goed mogelijk af te stemmen op het tracé van de geplande elektrische verbinding, namelijk ter hoogte van het dorp Walhorn.

De Waalse Regering stelt vast dat het mogelijk is om de breedte van de reserveringsomtrek punctueel te verminderen zonder de uitvoering van de geplande elektrische verbinding in gevaar te brengen. Zij beslist bijgevolg om de breedte van de reserveringsomtrek ter hoogte van het dorp Walhorn te reduceren om zijn inneming op de onroerende goederen met een bebouwingsvergunning in behandeling te verminderen.

Het DNF vraagt om de reserveringsomtrek te verschuiven naar de autosnelweg E40 tussen de Heidestrasse, op het grondgebied van de gemeente Lontzen, en de Hauseter strasse, op het grondgebied van de gemeente Raeren, om verschillende opties open te houden bij de uitvoering van het gewestplan en om zijn impact op de naburige bosomgeving te verminderen. De gemeenteraad van Lontzen stelt voor dat tussen de Heidestrasse en de gemeentelijke grens met Raeren de elektrische verbinding zou worden aangelegd in de aardebaan of in de omtrek van de toegangsweg dat de Heidestrasse met het parkeerterrein van de autosnelweg van Walhorn verbindt. Hij vraagt dat de reserveringsomtrek niet opgenomen zou worden als overdruk van de gebieden van het gewestplan gelegen ten zuiden van deze weg om de beboste ruimten te sparen en dat het vellen van bomen zoveel mogelijk beperkt zou zijn tijdens de uitvoering van het gewestplan.

De Waalse Regering stelt vast dat de reserveringsomtrek zoals voorzien tussen de Heidestrasse, op het grondgebied van de gemeente Lontzen, en de Hauseter strasse, op het grondgebied van de gemeente Raeren, toelaat om de elektrische verbinding uit te voeren en de impact op het bosgebied te beperken, o.a. door de aardebaan of de omgeving van de weg genoemd door de gemeenteraad van Lontzen te gebruiken.

De Waalse Regering wil echter, als antwoord op de vragen van het DNF en van de gemeenteraad van Lontzen, de mogelijkheden uitbreiden om de elektrische verbinding te vestigen door de reserveringsomtrek naar het noorden te verschuiven, tot aan de rand van de autosnelweg E40, en op die manier zijn inneming beperken ten zuiden van de toegangsweg die de Heidestrasse met het parkeerterrein van de autosnelweg van Walhorn verbindt.

De studies i.v.m. de vergunning van de uitvoering van de infrastructuur zullen de beste vestiging van de elektrische verbinding moeten bepalen rekening houdend met het behoud van het milieu van het doorkruiste bosgebied.

Op het grondgebied van de gemeente Raeren Het DNF vraagt om de geplande reserveringsomtrek ten oosten van de verkeerswisselaar tussen de autosnelweg E40 en de rijksweg N68 te wijzigen en stelt voor om de autosnelweg ongeveer 150 meter meer ten oosten over te steken om elke impact op het bosje gelegen ten noorden van de E40 te vermijden.

De Waalse Regering stelt vast dat de reserveringsomtrek zoals voorzien op het grondgebied van de gemeente Raeren toelaat om de elektrische verbinding uit te voeren en de impact op het bosgebied te beperken, o.a. door de aardebaan of de omgeving van een weg te gebruiken die het bosje genoemd door het DNF doorkruist of ook nog de omgeving van de autosnelweg. Zij beslist bijgevolg om de reserveringsomtrek niet te wijzigen volgens de variant voorgesteld door het DNF. De studies i.v.m. de vergunning van de uitvoering van de infrastructuur zullen de beste vestiging van de elektrische verbinding moeten bepalen rekening houdend met het behoud van het milieu van het doorkruiste bosje.

Het DNF vraagt dat de aanbevelingen van de auteur van het onderzoek betreffende het Natura 2000-gebied "Vallée de la Gueule en amont de Kelmis" (ref BE33007) op het grondgebied van de gemeente Raeren, nauwkeurig worden gevolgd tijdens de uitvoering van het gewestplan zodat kan besloten worden dat er geen significante impact is op het milieu.

De Waalse Regering herhaalt dat het absoluut noodzakelijk is om de habitats van het Natura 2000 gebied te beschermen en te behouden. Zij vindt echter dat men de juiste effecten en de meest gepaste maatregelen zal moeten bepalen voor het behoud van deze habitats na afloop van het onderzoek van de aanvraag tot globale vergunning die de uitvoering van de elektrische verbinding beoogt.

Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 3 december 2015 tot definitieve aanneming van de herziening van de gewestplannen van Luik en Verviers-Eupen met betrekking tot de opneming van de reserveringsomtrek van een infrastructuur voor energievervoer (elektrische ondergrondse hoogspanningslijn tussen Wezet en Raeren - ALEGrO-project).

Namen, 3 december 2015.

De Minister-President, P. MAGNETTE De Minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening, Mobiliteit en Vervoer, Luchthavens en Dierenwelzijn, C. DI ANTONIO

BIJLAGE II : ADVIES VAN DE CRAT Korte beschrijving van het project

Project :

opneming van een reserveringsomtrek voor een ondergrondse hoogspanningslijn tussen WEZET en RAEREN

Ligging :

Tussen het omzettingsstation van Lixhe en het grenspunt van Eynatten

Betrokken gewestplannen :

Luik en Verviers-Eupen

Auteur van het effectenonderzoek

CSD ingénieurs+Context van het advies

Datum van ontvangst van het dossier :

12 juni 2015

Wettelijke basis :

Artikel 43, § 4, van het het Waals Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw, Patrimonium en Energie (CWATUPE)

Draagwijdte van het advies :

Ontwerp tot herziening van het gewestplan


1. Over de reserveringsomtrek De CRAT brengt een gunstig advies uit over het ontwerp tot herziening van de gewestplannen van Luik en Verviers-Eupen tot opneming van een reserveringsomtrek voor een ondergrondse hoogspanningslijn tussen WEZET en RAEREN. Ze wijst erop dat het projet ALEGrO de concretisering beoogt van de koppeling tussen België en Duitsland die opgenomen is in een ontwikkelingsplan van het Europees elektriciteitsnet.

De CRAT waardeert het plan om de reserveringsomtrek i.v.m. de hoogspanningslijn en het omzettingsstation te herenigen met de grote bestaande infrastructuren. Deze hereniging past in een doelstelling van spaarzaam beheer van het grondgebied en beoogt ook de hereniging van de milieugevolgen i.v.m. deze verschillende infrastructuren.

Deze hereniging zal echter als gevolgd hebben dat er op bepaalde plaatsen een overlapping zal ontstaan van de reserveringsomtrekken van de infrastructuren. De CRAT vraagt dan ook dat de breedte van deze veschillende reserveringsomtrekken zou aangepast worden in functie van de reële behoeften i.v.m. de vestiging en de uitbating van de infrastructuren (bv :HST lijn). Deze aanpassing zal ook moeilijheden vermijden met dossiers van vergunningen.

Voor de geplande omtrek, raadt de CRAT dus aan om zijn breedte zo goed mogelijk aan te passen aan het geplande tracé van de hoogspanningslijn, bijvoorbeeld op het niveau van het dorp Walhorn en in het doorkruisen van de bedrijfsruimte "Barchon-Tignée".

De CRAT wijst er tenslotte op dat de reserveringsomtrek dichtbij de woningen is op het niveau van de doortocht van het dorp Haccourt en stelt zich vragen over de redenen van de afwezigheid van de analyse van een alternatief tracé op de rechteroever van het Albertkanaal.

Wat betreft het omzettingsstation is de CRAT voorstander van de ligging opgenomen in het ontwerp vanaf het ogenblik dat, bij het lezen van de conclusies van de effectenstudie, de liggingsalternatieven geen significante voordelen bieden t.o.v. de voorgestelde ligging.

Wat betreft het besluit van de Waalse Regering (BWR) dat het ontwerp definitief zal aannemen, stelt de CRAT voor dat in het besluit de effecten duidelijk worden geïdentificeerd van het koppelingsontwerp op de bestaande Waalse infrastructuren van elektriciteitsproductie en op de Waalse energetische mix.

Ze vraagt ook dat het besluit zich beperkt tot het opnemen van de bepalingen die de opneming van de reserveringsomtrek beogen en dat de uitbatingsvoorwaarden van de hoogspanningslijn en van het omzettingsstation worden opgenomen in de vergunningen die later verleend zullen worden.

De CRAT betreurt tenslotte dat het besluit dat het ontwerp voorlopig aanneemt naar het project van SDER (gewestelijk ruimtelijk ontwikkelingsplan) verwijst dat op 07 november 2013 werd aangenomen.

Ze vindt immers dat een dergelijk document niet als grondslag van een administratieve akte mag worden gebruik zolang hij niet definitief is aangenomen. 2. Over de kwaliteit van het effectonderzoek De CRAT acht dat het effectenonderzoek van goede kwaliteit is. Ze waardeert o.a. de bevoegheidsoverkoepelende manier waarop de auteur van het onderzoek het geheel van de verschillende milieucompartimenten beheerst.

Luik, 10 september 2015.

Voor de CRAT : P. GOVAERTS, Voorzitter

BIJLAGE III. - LIJST VAN DE BEZWAARINDIENERS

NAAM

Voornaam

Straat

nr.

PC

STAD

ABRAS

André

La Forge

17

4890

THIMISTER-CLERMONT

ADRIAENS

Jean-Claude

Rue Sous les Ruelles

13

4683

VIVEGNIS

BAU- DELHEZ

Rue de la Serenne

24

4683

VIVEGNIS

BAUMONT

Robert

Quai des Cimenteries

4684

HACCOURT

BENCA

Yvan

Allée verte

96

4684

HACCOURT

BISALTI

Angelo

Rue de la Digue

52

4683

VIVEGNIS

BLAIMONT

Philippe

Quai des Cimenteries

6

4684

HACCOURT

DEMOUY

Patrick

Rue Pierre Taittinger

57

51096

REIMS (France)

DROST

Sjoerd

Allée verte

102

4684

HACCOURT

DUCHENE-WANSART

Isabelle et Luc


DUFOUR

Benoit


DURINCK

Danny

Rue Carpay

14

4683

VIVEGNIS

GAIN

Brigitte

Allée verte

112

4684

HACCOURT

GRIGNARD

Bruno

Trou du Bois

18

4890

THIMISTER-CLERMONT

GUILLAUME

Mathieu

Rue de la Digue

160

4683

VIVEGNIS

HENQUET-RUWET

Allée verte

90

4684

HACCOURT

KESSEL

Charles

Rue de Kettenis

79

4711

WALHORN

LAIJENDECKER

Désiré

Rue de la Digue

115

4683

VIVEGNIS

MAGNEE

Roger

Rue de l'Ecluse

25

4684

HACCOURT

MEYNAERT-BONHOMME

Joseph

Allée verte

108

4684

HACCOURT

MEYER

Gerd

Chemin du Puits

8

4608

WARSAGE

NONIS DEL PIERO

Teresa et Gino


OSSEMANN (HEDO S.A./A.G.)

Herbert

Hütte 79

4700

EUPEN

PIRON

Anabelle

Rue Couture

15

4684

HACCOURT

PIRSON

Geneviève

Rue Derrière les Haies

117

4683

VIVEGNIS

PRESTIANNI

Arsène

Allée verte

104

4684

HACCOURT

RASQUIN-NONIS

Laura et Eric


SCHAUS

Annette

Trou du Bois

32

4890

THIMISTER-CLERMONT

SOTREZ-NIZET sprl

THOME O. Rue de Verviers

5

4700

EUPEN

SPI

Rue du Vertbois

11

4000

LIEGE

SZEWCZYK

Stanislas

Allée verte

92

4684

HACCOURT

VANNERUM-HENDRICK

Rue Joseph Dejardin

24

4683

VIVEGNIS

VRANCKEN-RUTTEN

Francis

Rue de la Digue

82/2

4683

VIVEGNIS

WOLFS

Vincent

Allée verte

100

4684

HACCOURT

^