gepubliceerd op 05 augustus 2000
Besluit van de Vlaamse regering houdende toekenning van een subsidie aan Jeugd en Stad V.Z.W. in het kader van het project instant A
30 JUNI 2000. - Besluit van de Vlaamse regering houdende toekenning van een subsidie aan Jeugd en Stad V.Z.W. in het kader van het project instant A
De Vlaamse regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, gewijzigd bij de wet van 8 augustus 1988 en de bijzondere wetten van 12 januari 1989, 16 januari 1989, 5 mei 1993, 16 juli 1993, 28 december 1994, 5 april 1995, 25 maart 1996, het bijzondere decreet van 24 juli 1996, de bijzondere wet van 4 december 1996 en de bijzondere decreten van 15 juli 1997, 14 juli 1998 en 18 mei 1999;
Gelet op het decreet van 22 december 1999 houdende algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2000, inzonderheid artikel 14;
Gelet op het koninklijk besluit van 17 juli 1991 houdende coördinatie van de wetten op de rijkscomptabiliteit, inzonderheid op de artikelen 55 tot en met 58 betreffende de controle op de aanwending van de toelagen;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 16 november 1994 tot regeling van de begrotingscontrole, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 8 juli 1997;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 13 juli 1999 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse regering, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 15 oktober 1999;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister bevoegd voor Begroting, gegeven op 30 juni 2000;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Werkgelegenheid en Toerisme;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Ten laste van de organisatie-afdeling 52, programma 52.40, basisallocatie 01.06 van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2000 wordt een subsidie ten bedrage van maximaal 13.500.000,-BEF toegekend aan de Jeugd en Stad V.Z.W., Werkhuizenstraat 3, 1080 Brussel, verder genoemd `Jeugd en Stad'.
Art. 2.De subsidie wordt toegekend aan Jeugd en Stad, ter uitvoering van haar activiteiten zoals omschreven in de aan de Vlaamse minister, bevoegd voor Werkgelegenheid, voorgelegde `Projectplanning Instant A', met name de gefaseerde opstart en werking van 3 sociale uitzendkantoren voor jongeren instant A in Antwerpen, Gent en Mechelen.
Art. 3.De subsidie mag alleen aangewend worden voor de in artikel 2 bedoelde activiteiten, zoals die in detail inhoudelijk werden beschreven en gebudgetteerd in de bovengenoemde `Projectplanning Instant A'. Deze activiteiten bestaan uit de inzet van een sociale consulent in de sociale uitzendkantoren in Gent en Mechelen en uit de inzet van een overkoepelende fulltime projectontwikkelaar/coördinator en een fulltime coach/administrator. Naast deze personeelskosten komen per sociaal uitzendkantoor een gedeelte van de werkingskosten en van een eenmalige investeringskost voor subsidiering in aanmerking.
Uitsluitend de kosten die gepaard gaan met activiteiten binnen de uitvoeringsperiode van dit besluit, namelijk van 1 april 2000 tot en met 31 maart 2001, komen in aanmerking als terugbetaalbare kost. De Vlaamse Gemeenschap financiert slechts gedeeltelijk de beoogde activiteiten : van de geraamde kost van 24.900.000,-BEF wordt maximum 13.500.000,-BEF gesubsidieerd. Het resterende gedeelte van de totale kost, 11.400.000,-BEF, wordt gedragen door de privé-partners, met name VDAB/T-interim en Vedior. Beide staan in voor de inzet van een uitzendconsulent in elk van de 3 sociale uitzendkantoren en voor een gedeelte van de computerapparatuur.
Art. 4.§ 1. De subsidie wordt gestort op bankrekening 733-1722192-84 van Jeugd en Stad overeenkomstig de volgende modaliteiten : - een eerste voorschot ten belope van 40 % van de maximale subsidie of 5.400.000,-BEF wordt betaald na ondertekening en vastlegging van het subsidiebesluit; - een tweede voorschot ten belope van 40 % van de maximale subsidie of 5.400.000,-BEF wordt betaald uiterlijk op 15 januari 2001 onder voorwaarde dat Jeugd en Stad uiterlijk op 31 november 2000, onder vorm van een tussentijds rapport, aantoont dat de beoogde activiteiten, in functie van de verlopen uitvoeringsperiode, in voldoende mate uitgevoerd werden; - het saldo dat niet hoger kan zijn dan het verschil tussen de uitgekeerde voorschotten en de maximale subsidie wordt vereffend nadat Jeugd en Stad zowel aan de hand van een activiteitsrapport heeft aangetoond dat de met het besluit beoogde activiteiten effectief werden uitgevoerd in de subsidieperiode, als aan de hand van afschriften van stavingsstukken opgave heeft gedaan van alle subsidieerbare uitgaven en heeft gemeld op welke plaats de originelen ter beschikking worden gehouden voor verificatie. Het inhoudelijk rapport wordt uiterlijk op 30 april 2001 ingediend, de financiële verantwoordingsstukken volgen uiterlijk op 30 juni 2001. § 2. Jeugd en Stad verbindt er zich toe een afzonderlijke boekhouding bij te houden van alle uitgaven verbonden aan de uitvoering van de gesubsidieerde acties en maakt de in § 1 voorgeschreven documenten over aan de administratie Werkgelegenheid van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Markiesstraat 1, 1000 Brussel. De hoogte van de definitief verschuldigde subsidie, met een maximum van 13.500.000,-BEF, zal worden bepaald op basis van het ingediende activiteitenrapport en in functie van de bewezen uitgaven.
Jeugd en Stad is verplicht de via voorschot eventueel te veel betaalde som, zonder ingebrekestelling, op eenvoudig verzoek van de administratie Werkgelegenheid terug te storten.
Art. 5.De Vlaamse minister van Werkgelegenheid en Toerisme is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 30 juni 2000.
De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Werkgelegenheid en Toerisme, R. LANDUYT