gepubliceerd op 24 februari 2004
Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 18 januari 1995 betreffende de organisatie van het jachtexamen
30 JANUARI 2004. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 18 januari 1995 betreffende de organisatie van het jachtexamen
De Vlaamse regering, Gelet op het Jachtdecreet van 24 juli 1991, inzonderheid op artikel 13;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 18 januari 1995 betreffende de organisatie van het jachtexamen, gewijzigd bij de besluiten de Vlaamse regering van 26 november 1999 en 14 september 2001;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Begroting, gegeven op 13 november 2003;
Gelet op het advies van de Raad van State (36.114/3), gegeven op 25 november 2003, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Leefmilieu, Landbouw en Ontwikkelingssamenwerking;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.In artikel 3 van het besluit van de Vlaamse regering van 18 januari 1995 betreffende de organisatie van het jachtexamen, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 14 september 2001, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid, b), worden de woorden « 125 euro » vervangen door de woorden « 160 euro »;2° het tweede lid wordt vervangen door wat volgt : « De kandidaten mogen aan het theoretische en het praktische gedeelte maar deelnemen als ze het bewijs kunnen voorleggen van de storting of overschrijving van het inschrijvingsgeld.Het bestuur bepaalt de nadere regels voor de betaling van het inschrijvingsgeld. »; 3° het derde lid wordt opgeheven.
Art. 2.Artikel 7 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «
Art. 7.Het bestuur bepaalt de formulieren die de kandidaten moeten gebruiken om zich geldig in te schrijven voor het theoretische en het praktische gedeelte van het jachtexamen. De volledig ingevulde en ondertekende formulieren moeten individueel aangetekend aankomen uiterlijk op de datum die vastgesteld is door het bestuur.
Uiterlijk twintig dagen voor de datum van het examen worden de regelmatig ingeschreven kandidaten opgeroepen met een gewone brief waarin de datum, de plaats en het uur van het examen worden vermeld.
Alleen kandidaten die een dergelijke oproepingsbrief en hun identiteitskaart bij zich hebben, mogen aan het examen deelnemen. »
Art. 3.In artikel 9, § 2, van hetzelfde besluit wordt het eerste lid vervangen door wat volgt : « Om te slagen voor het praktische gedeelte moet de kandidaat in elk onderdeel minstens 50 percent behalen en 60 percent in totaal. »
Art. 4.Aan artikel 9 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 26 november 1999, wordt een § 3 toegevoegd, die luidt als volgt : « § 3. Een kandidaat die niet slaagt voor het praktische gedeelte kan in hetzelfde jaar herkansen. In dat geval moet hij opnieuw het inschrijvingsgeld, bedoeld in artikel 3, eerste lid, b), betalen. »
Art. 5.In hetzelfde besluit wordt bijlage 1 vervangen door de bijlage I, gevoegd bij dit besluit.
Art. 6.In de bijlage 2 van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° onder 1.wordt het woord « 60 » vervangen door « 50 »; 2° onder 2 en 3 wordt het woord « zes » vervangen door het woord « vijf ».
Art. 7.In hetzelfde besluit worden de bijlagen 3 en 4 opgeheven.
Art. 8.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2004.
Art. 9.De Vlaamse minister, bevoegd voor het Natuurbehoud, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 30 januari 2004.
De minister-president van de Vlaamse regering, B. SOMERS De Vlaamse minister van Leefmilieu, Landbouw en Ontwikkelingssamenwerking, L. SANNEN
Bijlage I. - Overzicht van de examenstof voor het theoretische gedeelte van het jachtexamen Vak I : Kennis van de regelgeving over de jacht en het natuurbehoud : 1° houder van het jachtrecht;2° overdracht van het jachtrecht;3° wildsoorten;4° voorwaarden waaraan moet worden voldaan om op regelmatige wijze te jagen;5° oppervlakte van jachtterreinen;regels; 6° opening en sluiting van de jacht op de verschillende wildsoorten;7° geoorloofde jachtmiddelen en jachtwijzen;8° jachtverlof;uitreikingsvoorwaarden; 9° jachtvergunning;uitreikingsvoorwaarden; 10° jachtwachters : aanstelling;opdracht; 11° jacht 's nachts;12° bestrijding van zekere wildsoorten : wilde konijnen, houtduiven, wilde eenden, andere wildsoorten;13° vergoeding van wildschade;14° vervoer van en handel in wild;15° wildbeheereenheden;16° beschermde vogels;17° regelgeving over natuurbehoud met betrekking tot de uitoefening van de jacht. Vak II : Kennis van het wild, de wilde dieren en de jachthonden : 1° uitwendige kenmerken, levenswijze, voedsel, kenmerken van de biotoop, beheer van de biotoop, ziekten, vijanden van de volgende dieren : edelhert, ree, damhert, moeflon, wild zwijn, haas, fazant, korhoen, patrijs, wilde eend, zomertaling, wintertaling, smient, pijlstaart, krakeend, slobeend, kuifeend, tafeleend, toppereend, grauwe gans, Canadese gans, kolgans, rietgans, kleine rietgans, meerkoet, waterhoen, houtduif, wild konijn, vos, verwilderde kat, bunzing, hermelijn, wezel, boommarter, steenmarter, das;2° schade aangericht door de volgende dieren en middelen om die schade te voorkomen : edelhert, ree, damhert, wild zwijn, moeflon, haas, fazant, patrijs, wilde eend, grauwe gans, kolgans, rietgans, kleine rietgans, Canadese gans, meerkoet, waterhoen, houtduif, wild konijn, vos, verwilderde kat, bunzing, hermelijn, wezel, boommarter, steenmarter, das, ekster, zwarte kraai, roek, kauw, holenduif, verwilderde duif, brandgans, nijlgans, dwerggans;3° de volgende dieren herkennen die in België regelmatig in het wild voorkomen : bergeend, kokmeeuw, zilvermeeuw, dwerggans, brandgans, nijlgans, knobbelzwaan, wilde zwaan, kleine zwaan, fuut, dodaars, roerdomp, blauwe reiger, ooievaar, aalscholver, tureluur, groenpootruiter, witgatje, oeverloper, kemphaan, bosruiter, grutto, wulp, regenwulp, kievit, goudplevier, zilverplevier, scholekster, houtsnip, watersnip, bokje, kluut, holenduif, zomertortel, Turkse tortel, verwilderde duif, wilde kat, bonte kraai, muskusrat, roek, kauw, zwarte kraai, ekster, gaai, raaf, dagroofvogels, uilen;4° de rol van de jacht in de levensgemeenschappen in veld en bos;5° kennis van de rassen en het gebruik van jachthonden. Vak III : Kennis en behandeling van jachtwapens en hun munitie : 1° kenmerken en mogelijkheden van de volgende wapens en munitie : hagelgeweren, hagelpatronen, buksen, kogelpatronen, gecombineerde geweren;2° voorzorgen bij het vervoeren, dragen en gebruiken van vuurwapens voor de jacht. Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse regering van 30 januari 2004 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 18 januari 1995 betreffende de organisatie van het jachtexamen.
Brussel, 30 januari 2004.
De minister-president van de Vlaamse regering, B. SOMERS De Vlaamse minister van Leefmilieu, Landbouw en Ontwikkelingssamenwerking, L. SANNEN