← Terug naar "Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 18 januari 1995 betreffende de organisatie van het jachtexamen "
| Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 18 januari 1995 betreffende de organisatie van het jachtexamen | Arrêté du Gouvernement flamand modifiant l'arrêté du Gouvernement flamand du 18 janvier 1995 relatif à l'organisation de l'examen de chasse |
|---|---|
| MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP | MINISTERE DE LA COMMUNAUTE FLAMANDE |
| 30 JANUARI 2004. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van | 30 JANUARI 2004. - Arrêté du Gouvernement flamand modifiant l'arrêté |
| het besluit van de Vlaamse regering van 18 januari 1995 betreffende de | du Gouvernement flamand du 18 janvier 1995 relatif à l'organisation de |
| organisatie van het jachtexamen | l'examen de chasse |
| De Vlaamse regering, | Le Gouvernement flamand, |
| Gelet op het Jachtdecreet van 24 juli 1991, inzonderheid op artikel 13; | Vu le décret sur la chasse du 24 juillet 1991, notamment l'article 13; |
| Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 18 januari 1995 | Vu l'arrêté du Gouvernement flamand du 18 janvier 1995 relatif à |
| betreffende de organisatie van het jachtexamen, gewijzigd bij de | l'organisation de l'examen de chasse, modifié par les arrêtés du |
| besluiten de Vlaamse regering van 26 november 1999 en 14 september 2001; | Gouvernement flamand des 26 novembre 1999 et 14 septembre 2001; |
| Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Begroting, gegeven op 13 november 2003; | Vu l'accord du Ministre flamand chargé du Budget, donné le 13 novembre 2003; |
| Gelet op het advies van de Raad van State (36.114/3), gegeven op 25 | Vu l'avis du Conseil d'Etat (36.114/3), donné le 25 novembre 2003, en |
| november 2003, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van | application de l'article 84, § 1er, alinéa 1er, 1°, des lois coordonnées sur le Conseil d'Etat; |
| de gecoördineerde wetten op de Raad van State; | Sur la proposition du Ministre flamand de l'Environnement, de |
| Op voorstel van de Vlaamse minister van Leefmilieu, Landbouw en | l'Agriculture et de la Coopération au Développement; |
| Ontwikkelingssamenwerking; | |
| Na beraadslaging, | Après délibération, |
| Besluit : | Arrête : |
Artikel 1.In artikel 3 van het besluit van de Vlaamse regering van 18 |
Article 1er.A l'article 3 de l'arrêté du Gouvernement flamand du 18 |
| januari 1995 betreffende de organisatie van het jachtexamen, gewijzigd | janvier 1995 relatif à l'organisation de l'examen de chasse, modifié |
| bij het besluit van de Vlaamse regering van 14 september 2001, worden | par l'arrêté du Gouvernement flamand du 14 septembre 2001, sont |
| de volgende wijzigingen aangebracht : | apportées les modifications suivantes : |
| 1° in het eerste lid, b), worden de woorden « 125 euro » vervangen | 1° dans l'alinéa premier, b), les mots « 125 euros » sont remplacés |
| door de woorden « 160 euro »; | par les mots « 160 euros »; |
| 2° het tweede lid wordt vervangen door wat volgt : | 2° l'alinéa deux est remplacé par la disposition suivante : |
| « De kandidaten mogen aan het theoretische en het praktische gedeelte | « La participation des candidats aux parties théorique et pratique est |
| maar deelnemen als ze het bewijs kunnen voorleggen van de storting of | tributaire de la production de la preuve du versement ou du virement |
| overschrijving van het inschrijvingsgeld. Het bestuur bepaalt de | du droit d'inscription. L'administration compétente arrête les |
| nadere regels voor de betaling van het inschrijvingsgeld. »; | modalités de paiement du droit d'inscription. »; |
| 3° het derde lid wordt opgeheven. | 3° l'alinéa trois est abrogé. |
Art. 2.Artikel 7 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt |
Art. 2.L'article 7 du même arrêté est remplacé par les dispositions |
| : | suivantes : |
| « Art. 7.Het bestuur bepaalt de formulieren die de kandidaten moeten |
« Art. 7.L'administration compétente détermine les formulaires à |
| gebruiken om zich geldig in te schrijven voor het theoretische en het | utiliser par les candidats pour leur inscription valable aux parties |
| praktische gedeelte van het jachtexamen. De volledig ingevulde en | théorique et pratique de l'examen de chasse. Les formulaires dûment |
| ondertekende formulieren moeten individueel aangetekend aankomen | remplis et signés doivent parvenir à l'administration compétente, par |
| uiterlijk op de datum die vastgesteld is door het bestuur. | lettre recommandée individuelle, au plus tard à la date que cette |
| dernière fixe. | |
| Uiterlijk twintig dagen voor de datum van het examen worden de | Au plus tard vingt jours avant l'examen, les candidats régulièrement |
| regelmatig ingeschreven kandidaten opgeroepen met een gewone brief | inscrits sont convoqués par simple lettre mentionnant la date, le lieu |
| waarin de datum, de plaats en het uur van het examen worden vermeld. | et l'heure de l'examen. Seuls les candidats en possession de cette |
| Alleen kandidaten die een dergelijke oproepingsbrief en hun | |
| identiteitskaart bij zich hebben, mogen aan het examen deelnemen. » | convocation et de leur carte d'identité sont admis à l'examen. » |
Art. 3.In artikel 9, § 2, van hetzelfde besluit wordt het eerste lid |
Art. 3.Dans l'article 9, § 2, du même arrêté, l'alinéa 1er est |
| vervangen door wat volgt : | remplacé par la disposition suivante : |
| « Om te slagen voor het praktische gedeelte moet de kandidaat in elk | « Pour réussir la partie pratique, le candidat doit obtenir au moins |
| onderdeel minstens 50 percent behalen en 60 percent in totaal. » | la moitié des points dans chaque branche et 60 % au total. » |
Art. 4.Aan artikel 9 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit |
Art. 4.A l'article 9 du même arrêté, modifié par l'arrêté du |
| van de Vlaamse regering van 26 november 1999, wordt een § 3 | Gouvernement flamand du 26 novembre 1999, il est ajouté un § 3, rédigé |
| toegevoegd, die luidt als volgt : | comme suit : |
| « § 3. Een kandidaat die niet slaagt voor het praktische gedeelte kan | « § 3. Un candidat qui ne réussit pas la partie pratique peut |
| in hetzelfde jaar herkansen. In dat geval moet hij opnieuw het | participer à un repêchage dans la même année. Dans ce cas, il est à |
| inschrijvingsgeld, bedoeld in artikel 3, eerste lid, b), betalen. » | nouveau redevable du droit d'inscription, visé à l'article 3, alinéa |
Art. 5.In hetzelfde besluit wordt bijlage 1 vervangen door de bijlage |
premier, b) . » Art. 5.Dans le même arrêté, l'annexe 1re est remplacée par l'annexe Ire, |
| I, gevoegd bij dit besluit. | jointe au présent arrêté. |
Art. 6.In de bijlage 2 van hetzelfde besluit worden volgende |
Art. 6.A l'annexe 2 du même arrêté sont apportées les modifications |
| wijzigingen aangebracht : | suivantes : |
| 1° onder 1. wordt het woord « 60 » vervangen door « 50 »; | 1° sous 1, le mot « 60 » est remplacé par le mot « 50 »; |
| 2° onder 2 en 3 wordt het woord « zes » vervangen door het woord « | 2° sous 2 et 3, le mot « six » est remplacé par le mot « cinq ». |
| vijf ». Art. 7.In hetzelfde besluit worden de bijlagen 3 en 4 opgeheven. |
Art. 7.Dans le même arrêté, les annexes 3 et 4 sont abrogées. |
Art. 8.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2004. |
Art. 8.Le présent arrêté entre en vigueur le 1er janvier 2004. |
Art. 9.De Vlaamse minister, bevoegd voor het Natuurbehoud, is belast |
Art. 9.Le Ministre flamand qui a la Conservation de la Nature dans |
| met de uitvoering van dit besluit. | ses attributions est chargé de l'exécution du présent arrêté. |
| Brussel, 30 januari 2004. | Bruxelles, le 30 janvier 2004. |
| De minister-president van de Vlaamse regering, | Le Ministre-Président du Gouvernement flamand, |
| B. SOMERS | B. SOMERS |
| De Vlaamse minister van Leefmilieu, Landbouw en | Le Ministre flamand de l'Environnement, de l'Agriculture et de la |
| Ontwikkelingssamenwerking, | Coopération au Développement, |
| L. SANNEN | L. SANNEN |
| Bijlage I. - Overzicht van de examenstof voor het theoretische | Annexe Ire. - Programme d'examen pour la partie théorique de l'examen de chasse |
| gedeelte van het jachtexamen | Branche I : Connaissance de la réglementation sur la chasse et la |
| Vak I : Kennis van de regelgeving over de jacht en het natuurbehoud : | conservation de la nature : |
| 1° houder van het jachtrecht; | 1° titulaire du droit de chasse; |
| 2° overdracht van het jachtrecht; | 2° transmission du droit de chasse; |
| 3° wildsoorten; | 3° gibiers; |
| 4° voorwaarden waaraan moet worden voldaan om op regelmatige wijze te jagen; | 4° conditions régissant une chasse régulière; |
| 5° oppervlakte van jachtterreinen; regels; | 5° superficie des terrains de chasse; règles; |
| 6° opening en sluiting van de jacht op de verschillende wildsoorten; | 6° ouverture et fermeture de la chasse aux différents gibiers; |
| 7° geoorloofde jachtmiddelen en jachtwijzen; | 7° moyens et modes de chasse autorisés; |
| 8° jachtverlof; uitreikingsvoorwaarden; | 8° permis de chasse; conditions de délivrance; |
| 9° jachtvergunning; uitreikingsvoorwaarden; | 9° licence de chasse; conditions de délivrance; |
| 10° jachtwachters : aanstelling; opdracht; | 10° gardes-chasse : désignation; mission; |
| 11° jacht 's nachts; | 11° chasse nocturne; |
| 12° bestrijding van zekere wildsoorten : wilde konijnen, houtduiven, wilde eenden, andere wildsoorten; 13° vergoeding van wildschade; 14° vervoer van en handel in wild; 15° wildbeheereenheden; 16° beschermde vogels; 17° regelgeving over natuurbehoud met betrekking tot de uitoefening van de jacht. Vak II : Kennis van het wild, de wilde dieren en de jachthonden : 1° uitwendige kenmerken, levenswijze, voedsel, kenmerken van de biotoop, beheer van de biotoop, ziekten, vijanden van de volgende dieren : edelhert, ree, damhert, moeflon, wild zwijn, haas, fazant, korhoen, patrijs, wilde eend, zomertaling, wintertaling, smient, pijlstaart, krakeend, slobeend, kuifeend, tafeleend, toppereend, grauwe gans, Canadese gans, kolgans, rietgans, kleine rietgans, meerkoet, waterhoen, houtduif, wild konijn, vos, verwilderde kat, bunzing, hermelijn, wezel, boommarter, steenmarter, das; 2° schade aangericht door de volgende dieren en middelen om die schade te voorkomen : edelhert, ree, damhert, wild zwijn, moeflon, haas, fazant, patrijs, wilde eend, grauwe gans, kolgans, rietgans, kleine rietgans, Canadese gans, meerkoet, waterhoen, houtduif, wild konijn, vos, verwilderde kat, bunzing, hermelijn, wezel, boommarter, steenmarter, das, ekster, zwarte kraai, roek, kauw, holenduif, verwilderde duif, brandgans, nijlgans, dwerggans; 3° de volgende dieren herkennen die in België regelmatig in het wild voorkomen : bergeend, kokmeeuw, zilvermeeuw, dwerggans, brandgans, nijlgans, knobbelzwaan, wilde zwaan, kleine zwaan, fuut, dodaars, roerdomp, blauwe reiger, ooievaar, aalscholver, tureluur, groenpootruiter, witgatje, oeverloper, kemphaan, bosruiter, grutto, wulp, regenwulp, kievit, goudplevier, zilverplevier, scholekster, houtsnip, watersnip, bokje, kluut, holenduif, zomertortel, Turkse tortel, verwilderde duif, wilde kat, bonte kraai, muskusrat, roek, kauw, zwarte kraai, ekster, gaai, raaf, dagroofvogels, uilen; 4° de rol van de jacht in de levensgemeenschappen in veld en bos; 5° kennis van de rassen en het gebruik van jachthonden. Vak III : Kennis en behandeling van jachtwapens en hun munitie : 1° kenmerken en mogelijkheden van de volgende wapens en munitie : hagelgeweren, hagelpatronen, buksen, kogelpatronen, gecombineerde geweren; 2° voorzorgen bij het vervoeren, dragen en gebruiken van vuurwapens voor de jacht. Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse regering van 30 januari 2004 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 18 januari 1995 betreffende de organisatie van het jachtexamen. Brussel, 30 januari 2004. De minister-president van de Vlaamse regering, B. SOMERS De Vlaamse minister van Leefmilieu, Landbouw en Ontwikkelingssamenwerking, | 12° destruction de gibiers déterminés : lapin de garenne, pigeon ramier, canard colvert, autres gibiers; 13° réparation des dégâts de gibier; 14° transport et commerce du gibier; 15° unités de gestion du gibier; 16° oiseaux protégés; 17° réglementation sur la conservation de la nature en rapport avec l'exercice de la chasse. Branche II : Connaissance du gibier, des animaux sauvages et des chiens de chasse : 1° caractéristiques extérieures, mode de vie, nourriture, caractéristiques des biotopes, gestion du biotope, maladies, ennemis des animaux suivants : cerf, chevreuil, daim, mouflon, sanglier, lièvre, faisan, coq de bruyère, perdrix, canard colvert, sarcelle d'été, sarcelle d'hiver, canard siffleur, canard pilet, canard chipeau, canard souchet, fuligule morillon, fuligule milouin, fuligule milouinan, oie cendrée, bernache du Canada, oie rieuse, oie des moissons, oie à bec court, foulque macroule, poule d'eau, pigeon ramier, lapin de garenne, renard, chat sauvage, putois, hermine, belette, martre commun, fouine, blaireau; 2° dégâts causés par les animaux suivants et moyens pour prévenir ces dégâts : cerf, chevreuil, daim, sanglier, mouflon, lièvre, faisan, perdrix, canard colvert, oie cendrée, oie rieuse, oie des moissons, oie à bec court, bernache du Canada, foulque macroule, poule d'eau, pigeon ramier, lapin de garenne, renard, chat sauvage, putois, hermine, belette, martre commun, fouine, blaireau, pie bavarde, corneille noire, corbeau freux, choucas des tours, pigeon colombin, pigeon sauvage, bernache nonnette, ouette d'Egypte, oie naine; 3° reconnaître les animaux suivants qui apparaissent régulièrement en Belgique : tadorne de Belon, mouette rieuse, goéland argenté, oie naine, bernache, ouette d'Egypte, cygne tuberculé, cygne sauvage, cygne de Bewick, grèbe huppé, grèbe castagneux, butor étoilé, héron cendré, cigogne blanche, grand cormoran, chevalier gambette, chevalier aboyeur, chevalier culblanc, chevalier guignette, chevalier combattant, chevalier sylvain, barge à queue noire, courlis cendré, courlis corlieu, vanneau huppé, pluvier doré, pluvier argenté, huîtrier pie, bécasse des bois, bécassine des marais, bécassine sourde, avocette, pigeon colombin, tourterelle des bois, tourterelle turque, pigeon sauvage, chat sauvage, corneille mantelée, rat musqué, corbeau freux, choucas des tours, corneille noire, pie bavarde, geai, grand corbeau, rapaces diurnes, hiboux; 4° le rôle de la chasse vis-à-vis des biocénoses en plaine et en forêt; 5° connaissance des espèces de chiens de chasse et de leur utilisation. Branche III : Connaissance et manipulation des armes de chasse et leurs munitions : 1° caractéristiques et possibilités des armes suivantes et de leurs munitions : fusils à canon lisse, cartouches à plomb, carabines, cartouches à balle, fusils combinés; 2° précautions à prendre lors du port, du transport et de l'usage des armes à feu utilisées pour la chasse. Vu pour être annexé à l'arrêté du Gouvernement flamand du 30 janvier 2004 modifiant l'arrêté du Gouvernement flamand du 18 janvier 1995 relatif à l'organisation de l'examen de chasse. Bruxelles, le 30 janvier 2004. Le Ministre-Président du Gouvernement flamand, B. SOMERS Le Ministre flamand de l'Environnement, de l'Agriculture et de la Coopération au Développement, |
| L. SANNEN | L. SANNEN |