gepubliceerd op 31 oktober 2023
Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de regels voor de thematische oproep voor onderzoeksprojecten bij het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek - Vlaanderen
29 SEPTEMBER 2023. - Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de regels voor de thematische oproep voor onderzoeksprojecten bij het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek - Vlaanderen (FWO)
Rechtsgrond Dit besluit is gebaseerd op: - het
decreet van 30 april 2009Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
30/04/2009
pub.
06/07/2009
numac
2009035587
bron
vlaamse overheid
Decreet betreffende de organisatie en financiering van het wetenschaps- en innovatiebeleid
sluiten betreffende de organisatie en financiering van het wetenschaps- en innovatiebeleid, artikel 18, § 3, vervangen bij het decreet van 20 november 2015.
Vormvereisten De volgende vormvereisten zijn vervuld: - De Vlaamse minister, bevoegd voor het budgettair beleid, heeft zijn akkoord gegeven op 10 juli 2023. - Het FWO heeft advies gegeven op 21 augustus 2023. - Er is op 22 augustus 2023 bij de Raad van State een aanvraag ingediend voor een advies binnen 30 dagen, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973. Het advies is niet meegedeeld binnen die termijn. Daarom wordt artikel 84, § 4, van de wetten op de raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, toegepast.
Initiatiefnemer Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale Economie en Landbouw.
Na beraadslaging, DE VLAAMSE REGERING BESLUIT:
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder FWO: de privaatrechtelijke stichting van openbaar nut Fonds Wetenschappelijk Onderzoek - Vlaanderen, vermeld in artikel 15, § 1, van het decreet van 30 april 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 30/04/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009035587 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de organisatie en financiering van het wetenschaps- en innovatiebeleid sluiten betreffende de organisatie en financiering van het wetenschaps- en innovatiebeleid.
Art. 2.Het FWO organiseert thematische oproepen voor subsidies aan strategisch basisonderzoek in alle wetenschapsgebieden, waaruit wetenschappelijk onderbouwde beleidsondersteuning en praktische oplossingen kunnen voortvloeien voor de samenleving als geheel om de positie van het Vlaams Gewest als innovatieve landbouw- en voedselhub te versterken.
De voormelde projecten passen minstens in een van de volgende thematische clusters: 1° landbouw- en voedselsystemen binnen ecologische grenzen: duurzame landbouwpraktijken en teelten en dierenwelzijn;2° gezonde en duurzame voeding voor iedereen;3° veerkrachtige economie.
Art. 3.§ 1. Binnen de thematische oproepen, vermeld in artikel 2 van dit besluit, kan een projectvoorstel worden ingediend door de volgende ontvankelijke instellingen: 1° de vijf universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap, namelijk de Katholieke Universiteit Leuven, de Universiteit Hasselt, de Universiteit Antwerpen, de Universiteit Gent en de Vrije Universiteit Brussel;2° een Vlaams onderzoekscentrum als vermeld in artikel 2, 20°, van het decreet van 30 april 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 30/04/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009035587 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de organisatie en financiering van het wetenschaps- en innovatiebeleid sluiten betreffende de organisatie en financiering van het wetenschaps- en innovatiebeleid. Als de subsidieaanvraag als consortium wordt ingediend, treedt een van de instellingen, vermeld in het eerste lid, op als promotor-woordvoerder van het project.
Naast de instellingen, vermeld in het eerste lid, kunnen niet-Vlaamse onderzoekscentra als partner deelnemen aan een consortium. § 2. De subsidieaanvraag binnen de thematische oproep voor onderzoeksprojecten voor landbouw en voedsel kan alleen worden ingediend na een verplichte vooraanmelding van het project bij het FWO. § 3. Het FWO beoordeelt eerst de ontvankelijkheid van de projectvoorstellen. Voor de beoordeling van de ontvankelijkheid van de projectvoorstellen op het vlak van de thematische afbakening, vermeld in artikel 2, doet het FWO een beroep op de expertenpanels.
Alleen ontvankelijke projectvoorstellen worden beoordeeld op basis van de beoordelingscriteria door de expertenpanels.
Art. 4.§ 1. In dit artikel wordt verstaan onder utiliteitsperspectieven U: de gebruiksmogelijkheden van de resultaten door economische, maatschappelijke of overheidsactoren. § 2. Artikel 8 tot en met artikel 11 en artikel 13 en 14 van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 oktober 2003Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 03/10/2003 pub. 04/03/2004 numac 2004035327 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering houdende de instelling van een financieringskanaal voor het strategisch basisonderzoek in Vlaanderen sluiten houdende de instelling van een financieringskanaal voor het strategisch basisonderzoek in Vlaanderen zijn van toepassing voor de thematische oproep voor onderzoeksprojecten over landbouw en voedsel bij het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek - Vlaanderen. § 3. De subsidieaanvragen binnen de thematische oproep voor onderzoeksprojecten over landbouw en voedsel worden beoordeeld op basis van de volgende criteria: 1° de wetenschappelijke kwaliteit W van het projectvoorstel.Het voormelde criterium wordt beoordeeld op basis van artikel 17 van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 oktober 2003Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 03/10/2003 pub. 04/03/2004 numac 2004035327 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering houdende de instelling van een financieringskanaal voor het strategisch basisonderzoek in Vlaanderen sluiten houdende de instelling van een financieringskanaal voor het strategisch basisonderzoek in Vlaanderen; 2° de utiliteitsperspectieven U van het projectvoorstel.Het voormelde criterium wordt beoordeeld op basis van artikel 18 van het voormelde besluit. § 4. Een projectvoorstel heeft minstens een beoordeling van "redelijk goed" op alle criteria, vermeld in paragraaf 3, om voor steun in aanmerking te komen. De voormelde beoordeling "redelijk goed" komt overeen met een score van 6 op een schaal van 10.
Projecten die aan de minimale vereisten, vermeld in het eerste lid, voldoen, worden gerangschikt op basis van: 1° de scores op de wetenschappelijke kwaliteit W en de utilisatieperspectieven U;2° de nodige diversiteit voor toepassingsdomeinen bij gelijkwaardige scores. De wetenschappelijke kwaliteit W en de utilisatieperspectieven U wegen elk voor 50% in de beoordeling. Op basis van de budgettaire mogelijkheden worden de hoogst gerangschikte projectvoorstellen gesteund.
Als een overkoepelende commissie van externe deskundigen is aangesteld, brengt die commissie op basis van de beoordeling en verslaggeving van de gespecialiseerde expertencolleges een globaal advies uit over de selectie en rangschikking van de projectvoorstellen conform dit artikel.
De raad van bestuur van het FWO beslist op basis van het projectvoorstel en het advies van het expertencollege en van de overkoepelende commissie van externe deskundigen, indien deze werd aangesteld. De raad van bestuur legt ook de omvang van de steun vast alsmede de bijzondere voorwaarden en de nadere regelingen ervan.
Art. 5.De uitvoeringstijd van een projectvoorstel bedraagt vier jaar.
Na een grondige motivering kan in een projectvoorstel in een kortere uitvoeringstijd worden voorzien.
Een projectvoorstel bevat een voorstel van projectbegroting met een overzicht van de kosten die verbonden zijn aan de uitvoering van het project. In geval van een consortium wordt voor elke projectaanvrager een voorstel van deelprojectbegroting opgesteld.
De voorgestelde projectbegroting bedraagt ten hoogste 500.000 euro per jaar. Als het project in consortiumverband wordt uitgevoerd, kan de projectbegroting worden verhoogd tot een maximum van 500.000 euro per jaar, vermenigvuldigd met het aantal rechtspersonen die als projectaanvrager optreden, op voorwaarde dat de deelprojectbegroting van die projectaanvragers minimaal 15% van de totale projectbegroting bedraagt.
De voorgestelde deelbegroting van de onderzoekscentra die niet gevestigd zijn in het Vlaams Gewest en of dienstverlenend zijn aan de Vlaamse Gemeenschap en die deel uitmaken van een consortium of die als derden specifieke deeltaken uitvoeren, kan cumulatief niet meer dan 20% van de voorgestelde projectbegroting bedragen.
Om specifieke deeltaken uit te voeren, kan in het projectvoorstel worden bepaald dat een beroep wordt gedaan op de diensten van derden.
De totale kostprijs van de taken die worden voorgesteld om aan de voormelde derden toe te vertrouwen, kan niet meer dan 30% van de voorgestelde projectbegroting bedragen.
Als een projectvoorstel wordt ingediend door een consortium dat uit ten minste drie projectaanvragers bestaat, kan, in afwijking van de maximumbedragen, vermeld in artikel 5 van dit besluit, de voorgestelde projectbegroting worden vermeerderd met een forfaitaire toeslag van 5% om de coördinatiekosten te dekken.
De volgende kosten kunnen worden aangerekend op de subsidie, vermeld in artikel 2 van dit besluit: 1° werkingskosten;2° personeelskosten. Naast de werkingskosten en de personeelskosten bevat de subsidie, vermeld in artikel 2 van dit besluit, altijd een overhead van 17%.
Art. 6.De raad van bestuur van het FWO legt de verdere interne procedures vast voor de aanvraag, behandeling, evaluatie, selectie en toekenning van onderzoeksprojecten. Het FWO maakt de interne procedures openbaar. Daarbij worden geen bijkomende selectiecriteria of voorwaarden ingevoerd voor de subsidie, vermeld in artikel 2 van dit besluit.
Verzoeken tot herziening van een beslissing als vermeld in artikel 4, § 4, vijfde lid, worden behandeld conform de procedure, vermeld in artikel 32 van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 november 2011Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 10/11/2011 pub. 20/12/2011 numac 2011206269 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de subsidiëring door het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek - Vlaanderen sluiten betreffende de subsidiëring door het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek - Vlaanderen.
Art. 7.De Vlaamse minister, bevoegd voor het wetenschappelijk onderzoek, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 29 september 2023.
De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale Economie en Landbouw, J. BROUNS