Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 29 oktober 2004
gepubliceerd op 23 november 2004

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 januari 2004 betreffende het Vlaamse inburgeringsbeleid

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2004036702
pub.
23/11/2004
prom.
29/10/2004
ELI
eli/besluit/2004/10/29/2004036702/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

29 OKTOBER 2004. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 januari 2004 betreffende het Vlaamse inburgeringsbeleid


De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 28 februari 2003 betreffende het Vlaamse inburgeringsbeleid;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 30 januari 2004 betreffende het Vlaamse inburgeringsbeleid;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 8 oktober 2004;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat vanaf het najaar 2004 de erkende onthaalbureaus gesubsidieerd worden met toepassing van de bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 januari 2004; dat een strikte toepassing van de bepalingen van dat besluit, die de uitbetaling van de subsidies betreffen, de naleving van de regels die op de begroting en de boekhouding van de Vlaamse Gemeenschap betrekking hebben, ten zeerste bemoeilijkt; dat bovendien voor de subsidiëring van de onthaalbureaus in 2004 en 2005 in een specifieke regeling moet worden voorzien die de onthaalbureaus in staat moet stellen het hoofd te bieden aan de voortdurend toenemende vraag naar inburgeringstrajecten; dat om die redenen het besluit van 30 januari 2004 onverwijld moet worden aangepast teneinde te komen tot een werkbare subsidieregeling die de onthaalbureaus de nodige rechts- en financiële zekerheid biedt en die moet voorkomen dat, ingevolge de almaar stijgende vraag naar inburgeringstrajecten, de goede werking van de onthaalbureaus - met als doel de realisatie van inburgeringstrajecten - in het gedrang komt;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 21 oktober 2004, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In artikel 1, 2°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 januari 2004 betreffende het Vlaamse inburgeringsbeleid worden de woorden "de bijstand aan personen" vervangen door de woorden "het inburgeringsbeleid".

Art. 2.Artikel 24 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 24.Als een onthaalbureau de subsidies voor een bepaald jaar niet volledig aanwendt, bouwt het daarmee reserves op. De minister bepaalt de wijze waarop de reserves berekend worden.

Het onthaalbureau wendt die reserves aan om uitgaven te financieren die bijdragen tot de realisatie van zijn taken. De minister bepaalt daartoe de nadere richtlijnen.

De opgebouwde reserves zijn onbeperkt overdraagbaar. De minister bepaalt wanneer en in welke mate reserves in mindering zullen worden gebracht bij het bepalen van eenjaarlijkse subsidie-enveloppe. »

Art. 3.Artikel 25 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 25.De subsidie-enveloppe wordt uitbetaald in twee schijven van 50 %. De eerste schijf wordt bij de aanvang van het werkjaar uitbetaald. De tweede schijf wordt halverwege het werkjaar uitbetaald, voorzover het rapportagedossier betreffende de besteding van de subsidie-enveloppe van het voorbije werkjaar conform artikel 27 is ingediend. »

Art. 4.Artikel 26 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 5.In artikel 27, § 1, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de eerste zin wordt vervangen door wat volgt : "Het onthaalbureau dient uiterlijk drie maanden na afloop van een werkjaar een rapportagedossier in over de besteding van de subsidie-enveloppe van het voorbije werkjaar.» ; 2° 1°, a) wordt het woord "voorgaande" vervangen door het woord "voorbije".

Art. 6.Artikel 29 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 29.In de mate dat het onthaalbureau het bedrag van de subsidie-enveloppe niet heeft aangewend overeenkomstig de bepalingen van dit hoofdstuk, moet het dat bedrag terugbetalen. De minister beslist over het terug te betalen bedrag. Zijn beslissing wordt met een aangetekende brief aan het onthaalbureau meegedeeld. »

Art. 7.In hetzelfde besluit wordt een artikel 39bis en 39ter ingevoegd, die luiden als volgt : «

Art. 39bis.In afwijking van artikel 23 kan de minister voor 2004 en 2005 een verschillende subsidie-enveloppe bepalen. De Vlaamse Regering kan bepalen dat de onthaalbureaus de subsidie-enveloppe voor elk van die jaren mogen aanwenden over een periode die korter is dan één jaar.

Art. 39ter.§ 1. Met het oog op het terugdringen van de wachtlijsten NT2 voor meerderjarige personen van de doelgroep bij de centra voor basiseducatie kan de minister, in afwijking van artikel 22, 23 en 25, het bedrag van de subsidie-enveloppen voor 2004 en 2005 herzien, rekening houdend met de vastgestelde reserve, voor de tweede schijf van elk van die subsidie-enveloppen wordt uitbetaald.

Daartoe dient elk onthaalbureau uiterlijk twee weken voordat de helft van de periode, bedoeld in artikel 39bis, verstreken is, bij de administratie een tussentijds rapportagedossier in, dat de volgende elementen bevat : 1° een rapportering over het aantal gerealiseerde, lopende en geplande inburgeringstrajecten tijdens de hele werkingsperiode, bedoeld in artikel 39bis;2° een rapportering over het aantal meerderjarige personen van de doelgroep waarvoor bij de centra voor basiseducatie een cursus NT2 werd ingekocht;3° een gedetailleerd overzicht van het aantal meerderjarige personen van de doelgroep op een wachtlijst NT2 bij de centra voor basiseducatie;4° een verantwoorde begroting met vermelding van de al bestede middelen, de geplande uitgaven en de middelen die bestemd zijn voor reserveopbouw tijdens de hele werkingsperiode, bedoeld in artikel 39bis. § 2. Het tussentijds rapportagedossier wordt opgesteld aan de hand van een door de administratie uitgewerkt model en op basis van het cliëntvolgsysteem. »

Art. 8.In artikel 42 van hetzelfde besluit worden de woorden "de bijstand aan personen" vervangen door de woorden "het inburgeringsbeleid".

Art. 9.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 oktober 2004.

Art. 10.De Vlaamse minister, bevoegd voor het inburgeringsbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 29 oktober 2004.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering, M. KEULEN

^