Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 29 mei 2009
gepubliceerd op 24 september 2009

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 april 1958 houdende bezoldigingsregeling van het onderwijzend, wetenschappelijk en daarmee gelijkgesteld personeel van het Ministerie van Openbaar Onderwijs

bron
vlaamse overheid
numac
2009035910
pub.
24/09/2009
prom.
29/05/2009
ELI
eli/besluit/2009/05/29/2009035910/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

29 MEI 2009. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 april 1958 houdende bezoldigingsregeling van het onderwijzend, wetenschappelijk en daarmee gelijkgesteld personeel van het Ministerie van Openbaar Onderwijs


De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 13 juli 1994 betreffende de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap, artikel 135;

Gelet op het decreet van 13 juli 2001 betreffende het onderwijs-XIII- Mozaïek, de artikelen IX.2. en IX.9;

Gelet op het koninklijk besluit van 15 april 1958 houdende bezoldigingsregeling van het onderwijzend, wetenschappelijk en daarmee gelijkgesteld personeel van het Ministerie van Openbaar Onderwijs;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Begroting, gegeven op 16 februari 2009;

Gelet op protocol nr. 690 van 20 maart 2009 houdende de conclusies van de onderhandelingen, gevoerd in de gemeenschappelijke vergadering van Sectorcomité X en van onderafdeling Vlaamse Gemeenschap van afdeling 2 van het Comité voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten;

Gelet op protocol nr. 456 van 20 maart 2009 houdende de conclusies van de onderhandelingen gevoerd in het overkoepelend onderhandelingscomité, vermeld in het decreet van 5 april 1995 tot oprichting van onderhandelingscomités in het vrij gesubsidieerd onderwijs;

Gelet op advies 46.465/1 van de Raad van State, gegeven op 30 april 2009 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1° van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In artikel 16, § 1, van het koninklijk besluit van 15 april 1958 houdende bezoldigingsregeling van het onderwijzend, wetenschappelijk en daarmee gelijkgesteld personeel van het Ministerie van Openbaar Onderwijs, laatstelijk gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 29 oktober 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° aan A, a), wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt : « De bepalingen van het eerste lid zijn onder dezelfde voorwaarden van toepassing op de werkelijke diensten verstrekt aan : 1° het internaat, toegevoegd aan een onderwijsinstelling;2° het autonome internaat, elke vorm van tehuis, het semi-internaat en het opvangcentrum.Deze bepaling geldt niet voor de vaststelling van de geldelijke anciënniteit van de personeelsleden, vermeld in het decreet van 13 juli 1994 betreffende de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap. »; 2° aan A, c), wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt : « De bepalingen van het eerste lid zijn onder dezelfde voorwaarden van toepassing op de werkelijke diensten verstrekt aan : 1° het internaat, toegevoegd aan een onderwijsinstelling;2° het autonome internaat, elke vorm van tehuis, het semi-internaat en het opvangcentrum.Deze bepaling geldt niet voor de vaststelling van de geldelijke anciënniteit van de personeelsleden, vermeld in het decreet van 13 juli 1994 betreffende de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap. »; 3° in A, h), worden de woorden « of een psycho-medisch-sociaal centrum » vervangen door de woorden « , een psycho-medisch-sociaal centrum of een centrum voor leerlingenbegeleiding »;4° aan A wordt een punt v) toegevoegd, dat luidt als volgt : « v) voor een ander personeelslid van een centrum voor leerlingenbegeleiding dan een personeelslid als vermeld in r), de werkelijke diensten die het personeelslid als titularis van een bezoldigd ambt met volledige prestaties vóór 1 september 2000 heeft verstrekt in een gesubsidieerde equipe voor medisch schooltoezicht, als vermeld in de wet van 21 maart 1964 op het medisch schooltoezicht, met uitzondering van diensten die als zelfstandige zijn gepresteerd. »; 5° aan B, a), wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt : « De bepalingen van het eerste lid zijn onder dezelfde voorwaarden van toepassing op de werkelijke diensten verstrekt aan : 1° het internaat, toegevoegd aan een onderwijsinstelling;2° het autonome internaat, elke vorm van tehuis, het semi-internaat en het opvangcentrum.»; 6° in B, e), worden de woorden ",van studiemeester-opvoeder of" vervangen door de woorden ",van studiemeester-opvoeder, opvoeder of";7° in B, e), worden de woorden "voor de berekening van de anciënniteit" vervangen door de woorden "alleen voor de berekening op een tijdstip vóór 1 september 2006 van de geldelijke anciënniteit";8° in B, f), worden de woorden "of een psycho-medisch-sociaal centrum" vervangen door de woorden ", een psycho-medisch-sociaal centrum of een centrum voor leerlingenbegeleiding";9° aan B wordt een punt l) toegevoegd, dat luidt als volgt : « l) voor een ander personeelslid van een centrum voor leerlingenbegeleiding dan een personeelslid als vermeld in A, r), de werkelijke diensten die het personeelslid als titularis van een bezoldigd ambt met onvolledige prestaties vóór 1 september 2000 heeft verstrekt in een gesubsidieerde equipe voor medisch schooltoezicht, als vermeld in de wet van 21 maart 1964 op het medisch schooltoezicht, met uitzondering van diensten die als zelfstandige zijn gepresteerd. »; 10° in C, eerste lid, worden de woorden "en in litt.B, a), b), e), f) " vervangen door de woorden "en in litt. B, a), b), e), f) en k) ".

Art. 2.In artikel 17, § 2, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 oktober 1997, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in punt 3° worden de woorden "in het onderwijs voor sociale promotie" vervangen door de woorden "in het onderwijs voor sociale promotie of in een centrum voor volwassenenonderwijs";2° in de punten 4°, 5° en 6° worden de woorden "onderdirecteur", "werkplaatsleider" en "werkmeester" telkens vervangen door respectievelijk de woorden "onderdirecteur of adjunct-directeur", "werkplaatsleider of technisch adviseur-coördinator" en "werkmeester of technisch adviseur".

Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 2007, met uitzondering van : 1° artikel 1, 6°, en artikel 2, 2° die uitwerking hebben met ingang van 1 september 1998;2° artikel 1, 3° en 8°, die uitwerking hebben met ingang van 1 september 2000;3° artikel 1, 10°, dat uitwerking heeft met ingang van 1 september 2004;4° artikel 1, 1°, 2°, 5° en 7°, die uitwerking hebben met ingang van 1 september 2006.

Art. 4.De Vlaamse minister, bevoegd voor het Onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 29 mei 2009.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming, F. VANDENBROUCKE

^