Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 29 mei 2009
gepubliceerd op 10 september 2009

Besluit van de Vlaamse Regering houdende de specifieke regeling van de rechtspositie van het personeel van de strategische adviesraad Vlaamse Onderwijsraad

bron
vlaamse overheid
numac
2009035835
pub.
10/09/2009
prom.
29/05/2009
ELI
eli/besluit/2009/05/29/2009035835/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

29 MEI 2009. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende de specifieke regeling van de rechtspositie van het personeel van de strategische adviesraad Vlaamse Onderwijsraad


De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 18 juli 2003 tot regeling van de strategische adviesraden, artikel 12, derde lid;

Gelet op het decreet van 2 april 2004 betreffende participatie op school en de Vlaamse Onderwijsraad, artikel 67, 90 en 92;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 13 januari 2006 houdende vaststelling van de rechtspositie van het personeel van de diensten van de Vlaamse overheid;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 18 maart 2005 houdende organisatie van het permanent secretariaat van de Vlaamse Onderwijsraad en de instellingsspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel;

Gelet op het advies van de directieraad van de Vlaamse Onderwijsraad, gegeven op 6 juli 2007;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor het algemeen beleid inzake personeel en organisatieontwikkeling, gegeven op 25 november 2008;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 20 maart 2009;

Gelet op het protocol nr. 273.895 van 20 april 2009 van het Sectorcomité XVIII Vlaamse Gemeenschap - Vlaams Gewest;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 23 april 2009, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming;

Na beraadslaging, Besluit : TITEL I. - Toepassingsgebied en algemene bepalingen HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Met behoud van de toepassing van de bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 januari 2006 houdende vaststelling van de rechtspositie van het personeel van de diensten van de Vlaamse overheid is dit besluit van toepassing op het permanent secretariaat van de Vlaamse Onderwijsraad en het personeel ervan.

Het doet geen afbreuk aan andere wettelijke, decretale of reglementaire bepalingen die op specifieke categorieën van dit personeel van toepassing zijn. HOOFDSTUK II. - Algemene bepalingen

Art. 2.In aanvulling op artikel I 2 van het Vlaams personeelsstatuut, wordt voor de toepassing van dit besluit verstaan onder : 1° het Vlaams personeelstatuut : het besluit van de Vlaamse Regering van 13 januari 2006 houdende vaststelling van de rechtspositie van het personeel van de diensten van de Vlaamse overheid;2° de benoemende overheid : de Algemene Raad voor de personeelsleden van niveau A2;3° de leidend ambtenaar : het hoofd van het secretariaatspersoneel van de strategische adviesraad.

Art. 3.De Vlaamse Onderwijsraad kan binnen zijn dotatie personen die blijk hebben gegeven van hun bijzondere deskundigheid, voor de duur van een specifieke opdracht bij overeenkomst aanstellen. HOOFDSTUK III. - Statutaire organen en beroepscommissie

Art. 4.In afwijking van Art. VIII, 8, van het Vlaams personeelsstatuut is het Vast Bureau bevoegd voor de uitspraak van ontslag van ambtswege of afzetting als de leidend ambtenaar in eerste aanleg uitspraak heeft gedaan, voor de personeelsleden van niveau A2 is dit de Algemene Raad. HOOFDSTUK IV. - Overgangsbepalingen

Art. 5.De contractuele personeelsleden die uiterlijk op 1 juni 1994 in dienst zijn bij de Vlaamse Onderwijsraad en een gunstige beoordeling hebben gekregen, worden voor onbepaalde duur en ambtshalve in dienst gehouden op voorwaarde dat het aantal betrekkingen dat is vastgelegd in het personeelsplan niet wordt overschreden.

Art. 6.Het personeelslid dat als autobestuurder - mecanicien op basis van een ministerieel besluit houdende toekenning van een verlof wegens opdracht met ingang van 1 september 1991 ter beschikking werd gesteld bij het permanent secretariaat van de Vlaamse Onderwijsraad, wordt verder ambtshalve in dienst gehouden.

TITEL II. - De evaluatie in de loopbaan

Art. 7.In afwijking van artikel IV, 9, van het Vlaams personeelsstatuut is het Vast Bureau bevoegd voor de definitieve beslissing over de evaluatie van een ambtenaar van rang A2 en een ambtenaar van rang A1 en lager die de leidend ambtenaar als eerste evaluator hebben.

TITEL III. - De administratieve loopbaan

Art. 8.Het Vast Bureau beslist voor 1 juli van het jaar na het evaluatiejaar welke ambtenaren van rang A2 een loopbaanvertraging krijgen toegewezen.

TITEL IV. - De verloning HOOFDSTUK I. - Toelagen

Art. 9.§ 1. De ambtenaar die de functie van autobestuurder van de leidend ambtenaar uitoefent, heeft recht op een forfaitaire toelage voor extra prestaties van 3.050 euro (100 %) op jaarbasis. Dat bedrag volgt de ontwikkeling van het gezondheidsindexcijfer overeenkomstig artikel VII, 9, van het Vlaams personeelsstatuut, zoals tot op heden gewijzigd. § 2. De toelage, vermeld in § 1, wordt maandelijks uitbetaald nadat de termijn vervallen is. § 3. Die toelage voor extra prestaties is niet cumuleerbaar met andere toelagen voor het presteren van overuren en zaterdag-, zondag- en nachtwerk.

Art. 10.De managementtoelage voor de leidend ambtenaar wordt toegekend door het Vast Bureau na advies van de voorzitter.

Art. 11.In afwijking van Artikel VII, 38, van het Vlaams personeelsstatuut is het Vast Bureau bevoegd voor de toekenning van de functioneringstoelage voor de personeelsleden van niveau A2. HOOFDSTUK II. - Verhoogde rente bij arbeidsongeval en ongeval op de weg naar en van het werk

Art. 12.Voor de toepassing van de wet van 3 juli 1967 betreffende de preventie van of de schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg naar en van het werk en voor beroepsziekten in de overheidssector wordt de rente bij blijvende invaliditeit en bij overlijden, toegekend ingevolge een arbeidsongeval of een ongeval op de weg naar en van het werk, berekend op basis van de jaarlijkse bezoldiging van het personeelslid, beperkt tot 123.946,76 euro per jaar en per persoon. HOOFDSTUK III. - Overgangsbepaling

Art. 13.De ervaring die de leidend ambtenaar en de directeurs hebben opgedaan in de privé sector en die nuttig is voor hun taakuitoefening bij het permanent secretariaat, worden in aanmerking genomen bij de berekening van hun geldelijke anciënniteit na instemming van de Algemene Raad. Deze bepaling geldt alleen voor de betrokken personeelsleden die al in dienst waren voor 1 januari 1995.

TITEL V. - Tuchtregeling

Art. 14.In afwijking van Artikel VIII, 7, en artikel VIII, 8, van het Vlaams personeelsstatuut wordt de tuchtstraf voor een ambtenaar van rang A2 door de leidend ambtenaar voorgesteld en door het Vast Bureau uitgesproken. De tuchtstraf voor een ambtenaar van rang A2 wordt na advies van de raad van beroep definitief uitgesproken door de Algemene Raad. De tuchtstraf voor een ambtenaar van rang A1 en lager wordt na advies van de raad van beroep definitief uitgesproken door het Vast Bureau.

TITEL VII. - Slotbepalingen

Art. 15.Het besluit van de Vlaamse Regering van 18 maart 2005 houdende organisatie van het permanent secretariaat van de Vlaamse Onderwijsraad en de instellingsspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel wordt opgeheven.

Art. 16.De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 29 mei 2009.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming, F. VANDENBROUCKE

^