Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 29 maart 2019
gepubliceerd op 04 april 2019

Besluit van de Vlaamse Regering houdende bepaling van het aantal particuliere landelijke, regionale, netwerk- en lokale radio-omroeporganisaties dat kan worden erkend en houdende de opstelling van het frequentieplan en de vaststelling van de frequentiepakketten die ter beschikking worden gesteld van de particuliere landelijke, regionale, netwerk- en lokale radio-omroeporganisaties

bron
vlaamse overheid
numac
2019011540
pub.
04/04/2019
prom.
29/03/2019
ELI
eli/besluit/2019/03/29/2019011540/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

29 MAART 2019. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende bepaling van het aantal particuliere landelijke, regionale, netwerk- en lokale radio-omroeporganisaties dat kan worden erkend en houdende de opstelling van het frequentieplan en de vaststelling van de frequentiepakketten die ter beschikking worden gesteld van de particuliere landelijke, regionale, netwerk- en lokale radio-omroeporganisaties


DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 27 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/03/2009 pub. 30/04/2009 numac 2009035356 bron vlaamse overheid Decreet betreffende radio-omroep en televisie sluiten betreffende radio-omroep en televisie, artikel 133, § 2, eerste lid;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 1 september 2006Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 01/09/2006 pub. 26/10/2006 numac 2006036544 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de bepaling van het aantal particuliere landelijke, regionale en lokale radio-omroepen dat kan worden erkend en houdende de opstelling van het frequentieplan en de vaststelling van de frequentiepakketten en de frequenties die ter beschikking worden gesteld van de particuliere landelijke, regionale en lokale radio-omroepen sluiten houdende de bepaling van het aantal particuliere landelijke, regionale en lokale radio-omroepen dat kan worden erkend en houdende de opstelling van het frequentieplan en de vaststelling van de frequentiepakketten en de frequenties die ter beschikking worden gesteld van de particuliere landelijke, regionale en lokale radio-omroepen;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2012Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 21/12/2012 pub. 04/01/2013 numac 2012036314 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de opstelling van een frequentieplan en de vaststelling van frequenties die ter beschikking worden gesteld van de particuliere landelijke en lokale radio-omroepen sluiten houdende de opstelling van een frequentieplan en de vaststelling van frequenties die ter beschikking worden gesteld van de particuliere landelijke en lokale radio-omroepen;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 19 januari 2018Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 19/01/2018 pub. 26/01/2018 numac 2018010290 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de opstelling van een frequentieplan en de vaststelling van frequenties die ter beschikking worden gesteld van de particuliere regionale en landelijke radio-omroeporganisaties sluiten houdende de opstelling van een frequentieplan en de vaststelling van frequenties die ter beschikking worden gesteld van de particuliere regionale en landelijke radio-omroeporganisaties;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 5 november 2018;

Gelet op het advies van de sectorraad Media van de Strategische Raad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media van 7 december 2018;

Gelet op advies nr. 65.083/3, van de Raad van State, gegeven op 4 februari 2019;

Gelet op de raadpleging over dit besluit, gehouden door het Departement Cultuur, Jeugd en Media van de Vlaamse Overheid tussen 12 november 2018 en 11 december 2018 en het desbetreffende rapport van deze raadpleging;

Gelet op de tweede raadpleging over dit besluit, gehouden door het Departement Cultuur, Jeugd en Media van de Vlaamse Overheid tussen 12 februari 2019 en 13 maart 2019 en het desbetreffende rapport van deze raadpleging;

Overwegende dat voorliggend besluit tot doel heeft alle frequenties te groeperen die toebedeeld kunnen worden aan Vlaamse private radio-omroeporganisaties;

Overwegende het besluit van de Vlaamse Regering van 21 april 2017Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 21/04/2017 pub. 09/05/2017 numac 2017011765 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende bepaling van het aantal particuliere landelijke, regionale, netwerk- en lokale radio-omroeporganisaties dat kan worden erkend en houdende de opstelling van het frequentieplan en de vaststelling van de frequentiepakketten die ter beschikking worden gesteld van de particuliere landelijke, regionale, netwerk- en lokale radio-omroeporganisaties sluiten houdende bepaling van het aantal particuliere landelijke, regionale, netwerk- en lokale radio-omroeporganisaties dat kan worden erkend en houdende de opstelling van het frequentieplan en de vaststelling van de frequentiepakketten die ter beschikking worden gesteld van de particuliere landelijke, regionale, netwerk- en lokale radio-omroeporganisaties;

Overwegende het besluit van de Vlaamse Regering van 19 januari 2018Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 19/01/2018 pub. 26/01/2018 numac 2018010290 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de opstelling van een frequentieplan en de vaststelling van frequenties die ter beschikking worden gesteld van de particuliere regionale en landelijke radio-omroeporganisaties sluiten houdende de opstelling van een frequentieplan en de vaststelling van frequenties die ter beschikking worden gesteld van de particuliere regionale en landelijke radio-omroeporganisaties; dat om redenen van samenhang en coherentie, de inhoud van dit besluit hernomen wordt in voorliggend besluit, ten einde alle frequenties voor private omroeporganisaties in voorliggend besluit te hernemen;

Overwegende het arrest van de Raad van State nr. 242.804 van 25 oktober 2018; overwegende dat dit arrest het besluit van de Vlaamse Regering van 21 april 2017Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 21/04/2017 pub. 09/05/2017 numac 2017011765 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende bepaling van het aantal particuliere landelijke, regionale, netwerk- en lokale radio-omroeporganisaties dat kan worden erkend en houdende de opstelling van het frequentieplan en de vaststelling van de frequentiepakketten die ter beschikking worden gesteld van de particuliere landelijke, regionale, netwerk- en lokale radio-omroeporganisaties sluiten houdende bepaling van het aantal particuliere landelijke, regionale, netwerk- en lokale radio-omroeporganisaties dat kan worden erkend en houdende de opstelling van het frequentieplan en de vaststelling van de frequentiepakketten die ter beschikking worden gesteld van de particuliere landelijke, regionale, netwerk- en lokale radio-omroeporganisaties op die datum heeft vernietigd;

Overwegende dat de vernietiging van het volledige frequentieplan volgt uit en als grondslag heeft het niet opnemen van een aantal frequenties die niet opgenomen werden in het frequentieplan; dat de Raad van State dienaangaande stelt : "Over de beschikbare frequenties die niet in het frequentieplan zijn opgenomen, wat een beperking uitmaakt van de gebruiksrechten voor radiofrequenties, werd evenwel niets meegedeeld. Dit laat de belanghebbende partijen in de zin van artikel 7, lid 1, b), machtigingsrichtlijn niet toe om zich over deze beperking uit te spreken. De belanghebbenden wisten niet welke frequenties wel beschikbaar waren, maar niet opgenomen waren in het frequentieplan en dus niet beschikbaar werden gesteld. Zij hebben hier bijgevolg geen of minstens geen onderbouwd standpunt over kunnen innemen.

Evenmin blijkt uit enig stuk in het administratief dossier een "opgave van redenen" waarom deze frequenties niet in het frequentieplan zijn opgenomen. Een achteraf en slechts in de laatste memorie ondernomen poging door de verwerende partij om post factum een verantwoording te geven, kan dit niet verhelpen. Een eveneens in de laatste memorie in het vooruitzicht gestelde mogelijkheid dat de beperking van gebruiksrechten herzien zou worden, verontschuldigt evenmin de miskenning van de voorgeschreven procedurewaarborgen." Overwegende dat de Raad van State op basis van die gronden overgaat tot de vernietiging van het frequentieplan;

Overwegende echter dat de Raad van State stelt;

Het valt de Raad van State als wettigheidsrechter niet toe om te oordelen of er voor deze niet beschikbaar gestelde frequenties gebruiksrechten kunnen worden verleend en ze opgenomen moeten worden in een frequentieplan. De Vlaamse overheid beschikt in dit verband over een discretionaire beoordelingsbevoegdheid. Het is niet uitgesloten dat het "efficiënt gebruik van radiofrequenties", als bedoeld in artikel 5, lid 5, machtigingsrichtlijn, zich verzet tegen opname in het frequentieplan. Deze beoordeling komt toe aan de verwerende partij en niet aan de Raad van State.

Overwegende dat uit bovenvermelde passages uit het arrest van de Raad van State blijkt dat de Vlaamse Overheid wel degelijk op basis van haar discretionaire bevoegdheid kan oordelen of bepaalde frequenties opgenomen moeten of kunnen worden in frequentieplanning op basis van `efficiënt gebruik van radiofrequenties' en mits motivering;

Overwegende dat met betrekking tot de frequenties die opgenomen werden in het besluit van 21 april 2017, de consultaties hebben plaatsgevonden en de juridisch vereiste stappen bij de totstandkoming van dit besluit (het advies van de sectorraad Media van de Raad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media en het advies van de Raad van State) hebben plaatsgevonden;

Overwegende de overige frequenties die neergelegd waren in de "documenten [...] waarbij technische analyses en berekeningen worden gemaakt over wederzijds storende FM frequenties van de beide gemeenschappen, ten einde deze storingen weg te werken of ze althans zo veel mogelijk te beperken", zoals het arrest van de Raad van State vermeldt; dat die technische analyses komen uit stukken die de verzoekende partij heeft ingebracht en dat dit verouderde gegevensbestanden betreffen;

Overwegende dat de meest recente technische gegevens met betrekking tot frequenties thans vervat zijn in het samenwerkingsakkoord van 31 augustus 2018 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de coördinatie van de radiofrequenties voor radio-omroep in de frequentieband 87,5-108 MHz overeenkomstig artikel 17 van de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie dat de Vlaamse Regering op 20 juli 2018 een eerste maal goedkeurde; dat de bijlagen bij die akkoorden frequenties bevatten die niet opgenomen zijn in het Vlaamse frequentieplan van 21 april 2017;

Overwegende dat deze frequenties de grondslag vormen voor de Raad van State om tot vernietiging van het frequentieplan van 21 april 2017 over te gaan;

Herhalend de tekst uit het arrest die luidt : Het valt de Raad van State als wettigheidsrechter niet toe om te oordelen of er voor deze niet beschikbaar gestelde frequenties gebruiksrechten kunnen worden verleend en ze opgenomen moeten worden in een frequentieplan. De Vlaamse overheid beschikt in dit verband over een discretionaire beoordelingsbevoegdheid. Het is niet uitgesloten dat het "efficiënt gebruik van radiofrequenties", als bedoeld in artikel 5, lid 5, machtigingsrichtlijn, zich verzet tegen opname in het frequentieplan. Deze beoordeling komt toe aan de verwerende partij en niet aan de Raad van State.

Overwegende dat in die zin een aantal frequenties die gebruikt worden voor tijdelijke zendvergunningen die niet opgenomen zijn in het samenwerkingsakkoord van 31 augustus 2018 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de coördinatie van de radiofrequenties voor radio-omroep in de frequentieband 87,5-108 MHz overeenkomstig artikel 17 van de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie dat de Vlaamse Regering op 20 juli 2018 een eerste maal goedkeurde, ook niet in dit plan kunnen worden opgenomen worden omwille van het maatschappelijk en economisch belang van evenementen en het toekennen tijdelijke zendvergunningen voor deze evenementen, gebaseerd ook op artikel 193 van het decreet van 27 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/03/2009 pub. 30/04/2009 numac 2009035356 bron vlaamse overheid Decreet betreffende radio-omroep en televisie sluiten betreffende radio-omroep en televisie die dergelijke tijdelijke zendvergunningen - uitgereikt door de VRM - voor evenementen voorziet en mogelijk maakt;

Overwegende de volgende 26 frequenties in acht genomen worden;

Everberg 101.7 MHz, Kleine Brogel (AFN) 106.2 MHz, Oudenaarde 87.9 MHz, Oudenaarde 96.9 MHz, Antwerpen 102.6 MHz, Kortrijk 103.2 MHz, Brussegem 95.2 MHz, Gent 87.6 MHz, Overijse 90.6 MHz, Veltem 94.4 MHz, Sint- Niklaas 94.7 MHz, Berlaar 95.3 MHz, Herentals 98.4 MHz, Tienen 98.9 MHz, Berlaar 99.6 MHz, Gent 102.5 MHz, Antwerpen 103.9 MHz, Zaventem 107.7 MHz, Brakel 88.8 MHz, Ninove 95.0 MHz, Tienen 96.5 MHz, Tienen 92.2 MHz, Maaseik 95.0 MHz, Roeselare 97.40 MHz, Mol 100.4 MHz, Sint-Niklaas 102.6 MHz;

Overwegende dat de frequentie Brussegem 95.2 MHz voorwerp is van het samenwerkingsakkoord van 21 december 2018 tussen de Vlaamse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap betreffende het gebruik van de FM frequentie Brussegem 95.2 MHz door de BRF en dan ook niet beschikbaar is voor Vlaamse particuliere radio-omroeporganisaties; dat deze dan ook niet in voorliggend besluit wordt opgenomen;

Overwegende dat de frequenties Everberg 101.7 MHz en Kleine Brogel (AFN) 106.2 MHz frequenties zijn die in dienst zijn voor buitenlandse mogendheden en bijgevolg niet beschikbaar zijn voor Vlaamse particuliere radio-omroeporganisaties; dat deze dan ook niet in voorliggend besluit worden opgenomen;

Overwegende dat de frequenties Oudenaarde 87.9 MHz, Oudenaarde 96.9 MHz, en Kortrijk 103.2 MHz niet aanvaard werden in internationale coördinaties en dat deze frequenties bijgevolg niet kunnen toegekend worden; dat deze - in afwachting van een nieuwe coördinatie door de andere nationale en internationale overheden - dan ook niet in voorliggend besluit worden opgenomen, zolang deze nieuwe coördinatie niet werd goedgekeurd;

Overwegende dat de frequentie Antwerpen 102.6 MHz internationaal gewijzigd werd naar Sint-Niklaas 102.6 MHz, zoals hieronder vermeld; dat deze frequentie bijgevolg niet kan worden toegekend ; dat deze dan ook niet in voorliggend besluit wordt opgenomen;

Overwegende dat uit inpasbaarheidsonderzoek blijkt dat de frequentie Gent 87.6 MHz onderhevig is aan vermogensbeperkingen uit het buitenland en een potentiële vrijgave van deze frequentie leidt tot vermogensbeperkingen om storing op andere frequenties te vermijden waardoor bij gebruik van een omnidirectionele antenne, er beschikt kan worden over een effectief uitgestraald vermogen van 0.5 Watt, met een zeer beperkt bereik tot gevolg en indien een dipoolantenne wordt gebruikt het maximaal effectief uitgestraald vermogen 2.8 Watt kan bedragen, met ook een zeer beperkt bereik tot gevolg; dat deze dan ook niet in voorliggend besluit wordt opgenomen;

Overwegende dat uit inpasbaarheidsonderzoek blijkt dat de frequentie Overijse 90.6 MHz bij een potentiële vrijgave van deze frequentie leidt tot vermogensbeperkingen om storing op andere frequenties te vermijden waardoor, bij gebruik van een omnidirectionele antenne, er beschikt kan worden over een effectief uitgestraald vermogen van 1.4 Watt, met een zeer beperkt bereik tot gevolg en indien een dipoolantenne wordt gebruikt het maximaal effectief uitgestraald vermogen 7 Watt kan bedragen, met ook een zeer beperkt bereik tot gevolg; dat deze dan ook niet in voorliggend besluit wordt opgenomen;

Overwegende dat uit inpasbaarheidsonderzoek blijkt dat de frequentie Veltem 94.4 MHz onderhevig is aan vermogensbeperkingen uit het buitenland en een potentiële vrijgave van deze frequentie leidt tot vermogensbeperkingen om storing op andere frequenties te vermijden waardoor, bij gebruik van een omnidirectionele antenne, er beschikt kan worden over een effectief uitgestraald vermogen van 0.5 Watt, met een zeer beperkt bereik tot gevolg en indien een dipoolantenne wordt gebruikt het maximaal effectief uitgestraald vermogen 2.5 Watt kan bedragen, met ook een zeer beperkt bereik tot gevolg; dat deze dan ook niet in voorliggend besluit wordt opgenomen;

Overwegende dat uit inpasbaarheidsonderzoek blijkt dat de frequentie Sint-Niklaas 94.7 MHz onderhevig is aan vermogensbeperkingen uit het buitenland en een potentiële vrijgave van deze frequentie leidt tot vermogensbeperkingen om storing op andere frequenties te vermijden waardoor, bij gebruik van een omnidirectionele antenne, er beschikt kan worden over een effectief uitgestraald vermogen van 0.8 Watt, met een zeer beperkt bereik tot gevolg en indien een dipoolantenne wordt gebruikt het maximaal effectief uitgestraald vermogen 4 Watt kan bedragen, met ook een zeer beperkt bereik tot gevolg; dat deze dan ook niet in voorliggend besluit wordt opgenomen;

Overwegende dat uit inpasbaarheidsonderzoek blijkt dat de frequentie Berlaar 95.3 bij een potentiële vrijgave van deze frequentie leidt tot vermogensbeperkingen om storing op andere frequenties te vermijden waardoor, bij gebruik van een omnidirectionele antenne, er beschikt kan worden over een effectief uitgestraald vermogen van 1.5 Watt, met een zeer beperkt bereik tot gevolg en indien een dipoolantenne wordt gebruikt het maximaal effectief uitgestraald vermogen 7.4 Watt kan bedragen, met ook een zeer beperkt bereik tot gevolg; dat deze dan ook niet in voorliggend besluit wordt opgenomen;

Overwegende dat uit inpasbaarheidsonderzoek blijkt dat de frequentie Herentals 98.4 MHz bij een potentiële vrijgave van deze frequentie leidt tot vermogensbeperkingen om storing op andere frequenties te vermijden waardoor, bij gebruik van een omnidirectionele antenne, er beschikt kan worden over een effectief uitgestraald vermogen van 0.16 Watt, met een zeer beperkt bereik tot gevolg en indien een dipoolantenne wordt gebruikt het maximaal effectief uitgestraald vermogen 0.79 Watt kan bedragen, met ook een zeer beperkt bereik tot gevolg; dat deze dan ook niet in voorliggend besluit wordt opgenomen;

Overwegende dat uit inpasbaarheidsonderzoek blijkt dat de frequentie Tienen 98.9 MHz bij een potentiële vrijgave van deze frequentie leidt tot vermogensbeperkingen om storing op andere frequenties te vermijden waardoor, bij gebruik van een omnidirectionele antenne, er beschikt kan worden over een effectief uitgestraald vermogen van 1.25 Watt, met een zeer beperkt bereik tot gevolg en indien een dipoolantenne wordt gebruikt het maximaal effectief uitgestraald vermogen 6.31 Watt kan bedragen, met ook een zeer beperkt bereik tot gevolg; dat deze dan ook niet in voorliggend besluit wordt opgenomen;

Overwegende dat uit inpasbaarheidsonderzoek blijkt dat de frequentie Berlaar 99.6 MHz bij een potentiële vrijgave van deze frequentie leidt tot vermogensbeperkingen om storing op andere frequenties te vermijden waardoor, bij gebruik van een omnidirectionele antenne, er beschikt kan worden over een effectief uitgestraald vermogen van 0.3 Watt, met een zeer beperkt bereik tot gevolg en indien een dipoolantenne wordt gebruikt het maximaal effectief uitgestraald vermogen 1.48 Watt kan bedragen, met ook een zeer beperkt bereik tot gevolg; dat deze dan ook niet in voorliggend besluit wordt opgenomen;

Overwegende dat uit inpasbaarheidsonderzoek blijkt dat de frequentie Gent 102.5 MHz bij een potentiële vrijgave van deze frequentie leidt tot vermogensbeperkingen om storing op andere frequenties te vermijden waardoor, bij gebruik van een omnidirectionele antenne, er beschikt kan worden over een effectief uitgestraald vermogen van 1.66 Watt, met een zeer beperkt bereik tot gevolg en indien een dipoolantenne wordt gebruikt het maximaal effectief uitgestraald vermogen 8.32 Watt kan bedragen, met ook een zeer beperkt bereik tot gevolg; dat deze dan ook niet in voorliggend besluit wordt opgenomen;

Overwegende dat uit inpasbaarheidsonderzoek blijkt dat de frequentie Antwerpen 103.9 MHz bij een potentiële vrijgave van deze frequentie leidt tot vermogensbeperkingen om storing op andere frequenties te vermijden waardoor, bij gebruik van een omnidirectionele antenne, er beschikt kan worden over een effectief uitgestraald vermogen van 1.34 Watt, met een zeer beperkt bereik tot gevolg en indien een dipoolantenne wordt gebruikt het maximaal effectief uitgestraald vermogen 6.7 Watt kan bedragen, met ook een zeer beperkt bereik tot gevolg; dat deze dan ook niet in voorliggend besluit wordt opgenomen;

Overwegende dat uit inpasbaarheidsonderzoek blijkt dat de frequentie Zaventem 107.7 MHz bij een potentiële vrijgave van deze frequentie leidt tot vermogensbeperkingen om storing op andere frequenties te vermijden waardoor, bij gebruik van een omnidirectionele antenne, er beschikt kan worden over een effectief uitgestraald vermogen van 1.18 Watt, met een zeer beperkt bereik tot gevolg en indien een dipoolantenne wordt gebruikt het maximaal effectief uitgestraald vermogen 5.89 Watt kan bedragen, met ook een zeer beperkt bereik tot gevolg; dat deze dan ook niet in voorliggend besluit wordt opgenomen;

Overwegende dat aldus de frequenties Gent 87.6 MHz, Overijse 90.6 MHz, Veltem 94.4 MHz, Sint-Niklaas 94.7 MHz, Berlaar 95.3 MHz, Herentals 98.4 MHz, Tienen 98.9 MHz, Berlaar 99.6 MHz, Gent 102.5 MHz, Antwerpen 103.9 MHz, Zaventem 107.7 MHz geen frequenties zijn die bruikbaar zijn voor permanent gebruik; dat het beleid rond het nieuwe radiolandschap uitgaat van de leefbaarheid van de (lokale) radio-omroeporganisaties op basis van frequenties die een zekere schaalgrootte bieden en in de meeste gevallen via frequentiepakketten die bestaan uit meerdere frequenties gegroepeerd worden in pakketten, precies om de economische leefbaarheid van de radio-omroeporganisaties toe te laten; dat het nu in de markt zetten van frequenties met zelfs minimale of zeer beperkte vermogens die in bepaalde gevallen zelfs hooguit een paar honderden meter ver zouden reiken, hier niet mee te rijmen valt; dat deze dan ook niet in voorliggend besluit worden opgenomen;

Overwegende dat uit inpasbaarheidsonderzoek blijkt dat de frequentie Brakel 88.8 MHz bij een potentiële vrijgave ingezet zou kunnen worden met een vermogen van 79 Watt bij gebruik van een omnidirectionele of dipoolantenne; dat deze frequentie aldus wel bruikbaar is voor particuliere ingebruikname en bijgevolg aan dit besluit wordt toegevoegd;

Overwegende dat uit inpasbaarheidsonderzoek blijkt dat de frequentie Ninove 95.0 MHz bij een potentiële vrijgave ingezet zou kunnen worden met een effectief uitgestraald vermogen van 2.5 Watt bij gebruik van een omnidirectionele antenne en met een maximaal effectief uitgestraald vermogen van 12.5 Watt bij gebruik van een dipoolantenne; dat deze frequentie aldus wel bruikbaar is voor particuliere ingebruikname en bijgevolg aan dit besluit wordt toegevoegd;

Overwegende dat uit inpasbaarheidsonderzoek blijkt dat de frequentie Tienen 96.5 MHz bij een potentiële vrijgave ingezet zou kunnen worden met een effectief uitgestraald vermogen van 20 Watt bij gebruik van een omnidirectionele antenne en met een maximaal effectief uitgestraald vermogen van 100 Watt bij gebruik van een dipoolantenne; dat deze frequentie aldus wel bruikbaar is voor particuliere ingebruikname en bijgevolg aan dit besluit wordt toegevoegd;

Overwegende dat uit inpasbaarheidsonderzoek blijkt dat de frequentie Tienen 92.2 MHz bij een potentiële vrijgave ingezet zou kunnen worden met een effectief uitgestraald vermogen van 5 Watt bij gebruik van een omnidirectionele antenne en met een maximaal effectief uitgestraald vermogen van 25 Watt bij gebruik van een dipoolantenne; dat deze frequentie aldus wel bruikbaar is voor particuliere ingebruikname en bijgevolg aan dit besluit wordt toegevoegd;

Overwegende dat uit inpasbaarheidsonderzoek blijkt dat de frequentie Maaseik 95.0 MHz bij een potentiële vrijgave ingezet zou kunnen worden met een effectief uitgestraald vermogen van 15 Watt bij gebruik van een omnidirectionele antenne en met een maximaal effectief uitgestraald vermogen van 63 Watt bij gebruik van een dipoolantenne; dat deze frequentie aldus wel bruikbaar is voor particuliere ingebruikname en bijgevolg aan dit besluit wordt toegevoegd;

Overwegende dat uit inpasbaarheidsonderzoek blijkt dat de frequentie Roeselare 97.4 MHz bij een potentiële vrijgave ingezet zou kunnen worden met een effectief uitgestraald vermogen van 39 Watt bij gebruik van een omnidirectionele antenne en met een maximaal effectief uitgestraald vermogen van 100 Watt bij gebruik van een dipoolantenne; dat deze frequentie aldus wel bruikbaar is voor particuliere ingebruikname en bijgevolg aan dit besluit wordt toegevoegd;

Overwegende dat uit inpasbaarheidsonderzoek blijkt dat de frequentie Mol 100.4 MHz bij een potentiële vrijgave ingezet zou kunnen worden met een effectief uitgestraald vermogen van 5 Watt bij gebruik van een omnidirectionele antenne en met een maximaal effectief uitgestraald vermogen van 25 Watt bij gebruik van een dipoolantenne; dat deze frequentie aldus wel bruikbaar is voor particuliere ingebruikname en bijgevolg aan dit besluit wordt toegevoegd;

Overwegende dat uit inpasbaarheidsonderzoek blijkt dat de frequentie Sint-Niklaas 102.6 bij een potentiële vrijgave ingezet zou kunnen worden met een effectief uitgestraald vermogen van 9.33 Watt bij gebruik van een omnidirectionele antenne en met een maximaal effectief uitgestraald vermogen van 47 Watt bij gebruik van een dipoolantenne; dat deze frequentie aldus wel bruikbaar is voor particuliere ingebruikname en bijgevolg aan dit besluit wordt toegevoegd;

Overwegende de resultaten van het inpasbaarheidsonderzoek, zoals beschikbaar via de site van het Departement Cultuur, Jeugd en Media van de Vlaamse Overheid;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Cultuur, Media, Jeugd en Brussel;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Voor de Vlaamse Gemeenschap kan per categorie het volgende aantal particuliere radio-omroeporganisaties worden erkend : 1° 2 landelijke radio-omroeporganisaties;2° 1 regionale radio-omroeporganisatie per provincie;3° 4 netwerkradio-omroeporganisaties;4° 132 lokale radio-omroeporganisaties.

Art. 2.Voor de particuliere landelijke, regionale, netwerk- en lokale radio-omroeporganisaties wordt het frequentieplan, vermeld in bijlage 1, die bij dit besluit is gevoegd, vastgesteld.

Art. 3.Aan elk van de landelijke radio-omroeporganisaties wordt een van de frequentiepakketten ter beschikking gesteld die zijn vermeld in de lijst, opgenomen in bijlage 2, die bij dit besluit is gevoegd.

Art. 4.Aan elk van de regionale radio-omroeporganisaties worden per provincie de frequenties ter beschikking gesteld die zijn vermeld in de lijst, opgenomen in bijlage 3, die bij dit besluit is gevoegd.

Art. 5.Aan elk van de netwerkradio-omroeporganisaties wordt een van de frequentiepakketten ter beschikking gesteld die zijn vermeld in de lijst, opgenomen in bijlage 4, die bij dit besluit is gevoegd.

Art. 6.Aan elk van de lokale radio-omroeporganisaties wordt een van de frequentiepakketten ter beschikking gesteld die zijn vermeld in de lijst, opgenomen in bijlage 5, die bij dit besluit is gevoegd.

Art. 7.De volgende regelingen worden opgeheven : 1° het besluit van de Vlaamse Regering van 1 september 2006Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 01/09/2006 pub. 26/10/2006 numac 2006036544 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de bepaling van het aantal particuliere landelijke, regionale en lokale radio-omroepen dat kan worden erkend en houdende de opstelling van het frequentieplan en de vaststelling van de frequentiepakketten en de frequenties die ter beschikking worden gesteld van de particuliere landelijke, regionale en lokale radio-omroepen sluiten houdende de bepaling van het aantal particuliere landelijke, regionale en lokale radio-omroepen dat kan worden erkend en houdende de opstelling van het frequentieplan en de vaststelling van de frequentiepakketten en de frequenties die ter beschikking worden gesteld van de particuliere landelijke, regionale en lokale radio-omroepen;2° het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2012Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 21/12/2012 pub. 04/01/2013 numac 2012036314 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de opstelling van een frequentieplan en de vaststelling van frequenties die ter beschikking worden gesteld van de particuliere landelijke en lokale radio-omroepen sluiten houdende de opstelling van een frequentieplan en de vaststelling van frequenties die ter beschikking worden gesteld van de particuliere landelijke en lokale radio-omroepen;3° het besluit van de Vlaamse Regering van 19 januari 2018Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 19/01/2018 pub. 26/01/2018 numac 2018010290 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de opstelling van een frequentieplan en de vaststelling van frequenties die ter beschikking worden gesteld van de particuliere regionale en landelijke radio-omroeporganisaties sluiten houdende de opstelling van een frequentieplan en de vaststelling van frequenties die ter beschikking worden gesteld van de particuliere regionale en landelijke radio-omroeporganisaties.

Art. 8.Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Art. 9.De Vlaamse minister, bevoegd voor het mediabeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 29 maart 2019.

De minister-president van de Vlaamse Regering, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Cultuur, Media, Jeugd en Brussel, S. GATZ


Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^