29 APRIL 2005. - Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van de aanstelling van de bedienaars der erediensten en moreel consulenten bij sommige diensten van de Vlaamse Overheid

De Vlaamse Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 87, § 1, vervangen door de wet van 8 augustus 1988;

Gelet op het advies nr. 37.413/3 van de Raad van State, gegeven op 12 juli 2004, met toepassing van artikel 84, § 1, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media en Toerisme;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de bedienaars der erediensten en de moreel consulenten die worden aangesteld bij de volgende diensten van de Vlaamse overheid : - de departementen; - de intern verzelfstandigde agentschappen zonder rechtspersoonlijkheid.

Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit wordt begrepen onder : 1° "bedienaar der erediensten" : een vertegenwoordiger van één van de in België erkende erediensten;2° "moreel consulent" : een vertegenwoordiger van de centrale raad der niet-confessionele levensbeschouwelijke gemeenschappen van België.

Art. 3.§ 1. De bedienaar der erediensten wordt voor permanente of occasionele bijstandverlening aangesteld door het representatief orgaan van de betrokken eredienst, op vraag van en in akkoord met de betrokken dienst van de Vlaamse overheid. § 2. De moreel consulent wordt voor permanente of occasionele bijstandverlening aangesteld door de centrale raad der niet-confessionele levensbeschouwelijke gemeenschappen van België, op vraag van en in akkoord met de betrokken dienst van de Vlaamse overheid.

Art. 4.§ 1. De aanstelling van de bedienaar der erediensten wordt beëindigd door het representatief orgaan van de betrokken eredienst, op eigen initiatief of op vraag van de betrokken dienst van de Vlaamse overheid. § 2. De aanstelling van de moreel consulent wordt beëindigd door de centrale raad der niet-confessionele levensbeschouwelijke gemeenschappen van België, op eigen initiatief of op vraag van de betrokken dienst van de Vlaamse overheid.

Art. 5.§ 1. De aanstelling van een bedienaar der eredienst of een moreel consulent bij een in artikel 1 vermelde dienst wordt ten laste genomen door de Vlaamse Gemeenschap, op voorwaarde dat de Vlaamse minister, bevoegd voor het algemeen beleid inzake personeel en organisatieontwikkeling, zijn voorafgaand akkoord met deze tenlasteneming heeft verleend. § 2. De tenlasteneming door de Vlaamse Gemeenschap, bedoeld in § l, omvat : 1° wat de bedienaar der eredienst of de moreel consulent betreft, die is aangesteld voor permanente bijstandverlening : a) een financiële tegemoetkoming, die gedurende de eerste 8 jaren van aanstelling bij een in artikel 1 bedoelde dienst, op jaarbasis overeenstemt met 18.900 euro (100 %), en vanaf het 9de jaar van aanstelling bij een in artikel 1 bedoelde dienst, op jaarbasis gelijk is aan 22.100 euro (100 %); b) de bedragen die overeenkomstig de volgende regelingen van het Vlaams personeelsstatuut zouden moeten worden uitbetaald, indien de bedienaar der eredienst of de moreel consulent als ambtenaar zou ressorteren onder dit statuut : 1° eindejaarstoelage;2° vakantiegeld;3° reis- en maaltijdvergoedingen;4° vergoeding voor woon-werkverkeer;5° vergoeding voor begrafeniskosten; De berekening van het bedrag dat overeenstemt met de eindejaarstoelage, gebeurt overeenkomstig het percentage dat geldt voor de ambtenaar met salarisschaal Alll; c) een hospitalisatieverzekering, overeenkomstig de regeling die geldt voor de ambtenaren die ressorteren onder het Vlaams personeelsstatuut. 2° wat de bedienaar der eredienst of de moreel consulent betreft, die is aangesteld voor occasionele bijstandverlening : a) een financiële tegemoetkoming, die per uur effectieve bijstand overeenstemt met 1/1976 van 18.900 euro (100 %); b) de kosten van de verplaatsingen tussen de woonplaats en de plaats waar de bijstand wordt verleend, en de maaltijdkosten, overeenkomstig de regeling inzake reis- en maaltijdvergoedingen die geldt voor de ambtenaren die ressorteren onder het Vlaams personeelsstatuut.Voor de toepassing van deze regeling geldt als standplaats de woonplaats van de bedienaar der eredienst of de moreel consulent. § 3. De financiële tegemoetkomingen, vermeld in § 2, 1°, a) en § 2, 2°, a) zijn onderworpen aan dezelfde indexering en procentuele verhogingen als het salaris van de ambtenaren die ressorteren onder het Vlaams personeelsstatuut. § 4. Indien de bedienaar der eredienst of de moreel consulent gedurende hetzelfde kalenderjaar meer dan 50 dagen onbeschikbaar is, worden de financiële tegemoetkoming, bedoeld in § 2, 1°, a) en de bedragen bedoeld in § 2,1°, b), 1° en 2°, verminderd, in evenredigheid met het aantal dagen onbeschikbaarheid dat de 50 overschrijdt.

Onbeschikbaarheden wegens ziekte of ongeval worden niet meegerekend. § 5. Bij deeltijdse aanstelling worden de financiële tegemoetkoming, bedoeld in § 2,1°, a) en de bedragen, bedoeld in § 2,1°, b), 1° en 2°, in evenredige mate verminderd, evenals het aantal onbeschikbaarheidsdagen, bedoeld in § 4. § 6. De financiële tegemoetkoming en de op basis van voorgaande paragrafen eveneens verschuldigde bedragen worden door de Vlaamse Gemeenschap rechtstreeks uitbetaald aan de bedienaar der eredienst of moreel consulent, via tussenkomst van de dienst waarbij zij zijn aangesteld.

Art. 6.De Vlaamse Gemeenschap sluit voor de bedienaars der erediensten en de moreel consulenten die werden aangesteld overeenkomstig dit besluit, een verzekering af. Deze verzekering dekt de lichamelijke en materiële schade, en de kosten inzake geneeskundige verzorging, die het gevolg zijn van een ongeval tijdens de bijstandverlening zelf, of op de weg naar en van de plaats waar de bijstand wordt verleend, voor zover deze niet door de arbeidsongevallenverzekering ten laste worden genomen, die geldt voor de ambtenaren van de dienst waarbij de bedienaar der eredienst of de moreel consulent is aangesteld.

Art. 7.§ 1. Wat het artikel 5, § 2, a) betreft, wordt de duur van de aanstelling als bedienaar der eredienst of als moreel consulent berekend, met inbegrip van de periodes die voor een ambtenaar in aanmerking zouden komen voor de berekening van de geldelijke anciënniteit. § 2. Voor de bedienaars der erediensten en de moreel consulenten die vóór de datum van inwerkingtreding van dit besluit een financiële tegemoetkoming genoten waarvan het bedrag (100 %) hoger is dan de financiële tegemoetkoming (100 %) op basis van het artikel 5, is de financiële tegemoetkoming gelijk aan dit hoger bedrag, zolang de financiële tegemoetkoming op basis van het artikel 5 lager is dan dit hoger bedrag. Op dit hoger bedrag is alleen de indexering overeenkomstig artikel 5, § 3, van toepassing.

Art. 8.De Vlaamse Regering bepaalt de datum waarop dit besluit in werking treedt.

Art. 9.De leden van de Vlaamse Regering, zijn ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 29 april 2005.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media en Toerisme, G. BOURGEOIS