gepubliceerd op 06 mei 2009
Besluit van de Vlaamse Regering betreffende bepaalde procedurele aspecten van de waarborgregeling voor kleine en middelgrote ondernemingen met betrekking tot de leasingmaatschappijen
27 MAART 2009. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende bepaalde procedurele aspecten van de waarborgregeling voor kleine en middelgrote ondernemingen met betrekking tot de leasingmaatschappijen
De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 6 februari 2004 betreffende een waarborgregeling voor kleine, middelgrote en grote ondernemingen, artikelen 5, § 2, tot en met § 5, 6, § 1, 8, § 1 en 2, 11 en 12, 2, gewijzigd bij het decreet van 20 februari 2009 en de artikelen 13, § 2, 15, 16, 17 en 18, § 1, en artikel 20 van de Bijzondere Wet op de Hervorming van de Instellingen;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 11 december 2008;
Gelet op het advies van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen, gegeven op 21 januari 2009;
Gelet op advies 46.058/1 van de Raad van State, gegeven op 12 maart 2009, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Economie, Ondernemen, Wetenschap, Innovatie en Buitenlandse Handel;
Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied en algemene bepalingen
Artikel 1.§ 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° de-minimisverordening : verordening (EG) nr.1998/2006 van de Commissie van 15 december 2006, gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie op 28 december 2006 in L379/5, betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op de-minimissteun, de latere wijzigingen ervan en elke latere akte die de verordening vervangt; 2° Waarborgdecreet : het decreet van 6 februari 2004 betreffende een waarborgregeling voor kleine, middelgrote en grote ondernemingen, met inbegrip van alle latere wijzigingen;3° minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor het economisch beleid;4° premie : een premie als vermeld in artikel 6, § 1, van het Waarborgdecreet;5° raamovereenkomst : bilaterale overeenkomst tussen de waarborghouder en Waarborgbeheer NV waarin, rekening houdend met de bepalingen van het Waarborgdecreet en de uitvoeringsmaatregelen ervan, nadere voorwaarden voor de waarborgen worden geregeld; 6° onder toepassing van een waarborg brengen : de mededeling door een waarborghouder aan Waarborgbeheer NV dat, wat hem betreft, een leasingovereenkomst voldoet aan de voorwaarden, vermeld in het Waarborgdecreet en de uitvoeringsmaatregelen ervan, zodat, op het ogenblik dat de K.M.O. in gebreke blijft om de uit die leasingovereenkomst voortvloeiende verbintenissen aan de waarborghouder te betalen, op grond van de waarborg, de betaling vanwege het Vlaamse Gewest van de verbintenissen van de K.M.O. kan worden gevorderd, gevolgd door de registratie van die mededeling en de premiebetaling in overeenstemming met de bepalingen van dit besluit; 7° een afroep van een waarborg : het, onder toepassing van een waarborg, formeel vorderen van de betaling vanwege het Vlaamse Gewest van verbintenissen die voortvloeien uit een leasingovereenkomst als vermeld in dit besluit;8° wet van 16 januari 2003 : wet van 16 januari 2003 tot oprichting van een Kruispuntbank van Ondernemingen, tot modernisering van het handelsregister, tot oprichting van erkende ondernemingsloketten en houdende diverse bepalingen; 9° de totale verbintenissen van de K.M.O. : het geheel van de verbintenissen van de K.M.O. die voortvloeien uit een leasingovereenkomst; 10° verbintenissen van de K.M.O. : het gedeelte van de totale verbintenissen van de K.M.O. dat overeenstemt met het percentage dat de waarborghouder met toepassing van dit besluit meedeelt aan Waarborgbeheer NV; 11° K.M.O. : kleine of middelgrote onderneming; 12° leasingovereenkomst : elke leasingovereenkomst, gesloten tussen een leasinggever en een kredietnemer, met uitzondering van overeenkomsten betreffende personenauto's, waarbij de leasinggever het bedrijfsmiddel verwerft om het te verhuren aan de kredietnemer;13° leasinggever : een leasingmaatschappij, als vermeld in artikel 2, 10°, van het Waarborgdecreet, die ter uitvoering van een leasingovereenkomst een bedrijfsmiddel aankoopt, speciaal met het oog op de huur aan een kredietnemer en voortgaande op de gespecificeerde aanwijzingen van die kredietnemer;14° huurprijs : de vergoeding, exclusief BTW, die de kredietnemer per huurperiode verschuldigd is aan de leasinggever voor het gebruik van het gehuurde bedrijfsmiddel voor de overeenstemmende periode;15° personenauto : elke auto waarvan de binnenruimte uitsluitend is ontworpen en gebouwd voor het vervoer van personen en die, bij gebruik voor het bezoldigd vervoer van personen, ten hoogste acht plaatsen mag bevatten zonder die van de bestuurder;16° sale-en-lease-backverrichting : verrichting waarbij een onderneming een of meer bedrijfsmiddelen waarvan ze eigenaar is, aan een leasinggever verkoopt en die daarna onmiddellijk opnieuw huurt in de vorm van een leasingovereenkomst;17° kapitaalsgedeelte van de restwaarde : het verschil tussen de nominale waarde waarvoor de leasingovereenkomst wordt gesloten, en de som van de verschillende kapitaalsaflossingen;18° kapitaalsgedeelte van de aankoopoptie : het verschil tussen de nominale waarde waarvoor de leasingovereenkomst wordt gesloten, en de som van de verschillende kapitaalsaflossingen. § 2. De definities, vermeld in artikel 1, punt 2, van de de-minimisverordening en in artikel 2 van het Waarborgdecreet, zijn eveneens van toepassing in dit besluit. HOOFDSTUK II. - Voorwaarden en procedure van toekenning van waarborgen
Art. 2.Minstens een keer en hoogstens vier keer per jaar lanceert de minister, namens de Vlaamse Regering, de oproep, vermeld in artikel 8, § 1, van het Waarborgdecreet.
De oproep, vermeld in het eerste lid, wordt gepubliceerd in ten minste een Nederlandstalig financieel-economisch dagblad en in ten minste een Nederlandstalig vakblad dat zich richt tot de rechtspersonen die in aanmerking komen om, naar aanleiding van de oproep, de hoedanigheid van waarborghouder te verwerven. De minister kan beslissen om naast de voormelde oproepkanalen tevens gebruik te maken van andere kanalen om ruchtbaarheid aan de oproep te geven.
Art. 3.§ 1. De minister vult de gegevens, vermeld in artikel 8, § 2, van het Waarborgdecreet, nader in en maakt die gegevens bekend, tegelijkertijd met de bekendmaking van de oproep, vermeld in artikel 2. § 2. Het maximumbedrag, vermeld in artikel 8, § 2, 1°, van het Waarborgdecreet, kan niet hoger zijn dan het maximale bedrag, vermeld in artikel 3, tweede lid van het Waarborgdecreet, dat op het moment van de oproep van toepassing is. § 3. De sleutel van verdeling, vermeld in artikel 8, § 2, 3°, van het Waarborgdecreet, wordt vastgelegd op basis van : 1° het gebruikt waarborgbedrag zoals nader te bepalen door de minister;2° het gebruikt waarborgbedrag, zoals vermeld in 1°, ten opzichte van het toegekend waarborgbedrag, zoals nader te bepalen door de minister;3° een benchmark, waarvan de parameters nader te bepalen zijn door de minister;4° andere criteria, die de minister nader kan bepalen. § 4. De geldingsduur van de toe te kennen waarborgen bedraagt ten hoogste twintig jaar. § 5. De termijn, vermeld in artikel 8, § 2, 8°, van het Waarborgdecreet, bedraagt minstens tien werkdagen. § 6. De datum, vermeld in artikel 8, § 2, 9°, van het Waarborgdecreet, wordt vastgelegd hoogstens twee maanden na het verstrijken van de termijn, vermeld in § 5.
Art. 4.De minister kan nadere regels uitvaardigen over de voorwaarden van de kenbaarmaking bij Waarborgbeheer NV van de rechtspersonen die waarborghouder willen worden.
Art. 5.Na kennisname van een advies daarover van Waarborgbeheer NV, kent de minister op de datum, vermeld in artikel 3, § 6, namens de Vlaamse Regering, aan elke kandidaat-waarborghouder die aan de voorwaarden voldoet, een waarborg toe voor een deel van het totaalbedrag aan waarborgen dat op dat ogenblik kan worden toegekend.
De minister beslist of en op welke wijze bij de toekenning van een waarborg aan een kandidaat-waarborghouder waaraan al in het kader van een eerdere oproep een waarborg is toegekend, de voorwaarden van de eerder toegekende waarborg herbepaald worden.
Art. 6.De minister deelt aan de waarborghouder mee voor welk bedrag, onder welke voorwaarden en volgens welke procedure, hem in voorkomend geval een waarborg toegekend wordt.
In voorkomend geval deelt de minister aan kandidaat-waarborghouders waaraan geen waarborg verleend wordt, de beslissing van weigering mee met vermelding van de motivering van die weigering.
De minister maakt de wijze van verdeling van het totaalbedrag dat per oproep wordt toegewezen, bekend in het Belgisch Staatsblad.
De minister brengt de beslissingen, vermeld in het eerste lid, ter kennis van Waarborgbeheer NV. HOOFDSTUK III. - Categorieën van leasingovereenkomsten waarvan verbintenissen van de K.M.O. onder toepassing van een waarborg kunnen worden gebracht en de criteria waaraan ze moeten voldoen
Art. 7.Met behoud van de toepassing van de bepalingen van het Waarborgdecreet kunnen de verbintenissen van de K.M.O. die voortvloeien uit leasingovereenkomsten met uitzondering van overeenkomsten betreffende sale-en-lease-backverrichtingen, onder toepassing van een waarborg worden gebracht, als die leasingovereenkomsten voldoen aan de voorwaarden vermeld in het Waarborgdecreet en de uitvoeringsmaatregelen ervan.
Art. 8.§ 1. De verbintenissen van de K.M.O. kunnen alleen onder toepassing van een waarborg worden gebracht als ze voortvloeien uit leasingovereenkomsten die voldoen aan de volgende, aanvullende voorwaarden : 1° de leasingovereenkomst heeft geen betrekking op een sale-en-lease-backverrichting; 2° tot zekerheid van de totale verbintenissen van de K.M.O., moet de K.M.O., of een derde, persoonlijke zekerheden hebben gesteld in overeenstemming met de bepalingen van het tweede en derde lid, tenzij voor de verbintenissen waarvoor een tegengarantie van het Europees Investeringsfonds toegekend wordt; 3° als de medecontractant of wederpartij van de leasingovereenkomst activiteiten verricht die aan BTW onderworpen zijn, dan moet hij een BTW-inschrijvingsnummer hebben verkregen; 4° met behoud van de toepassing van § 3 moet de K.M.O., als dat wettelijk verplicht is, ingeschreven zijn in de Kruispuntbank van Ondernemingen, vermeld in artikel 5 van de wet van 16 januari 2003, en moet ze daarenboven over de vereiste milieu-, beroeps- en exploitatievergunningen beschikken.
Een of meer natuurlijke personen die samen de controle uitoefenen over ten minste de helft plus één aandeel van het kapitaal van de rechtspersoon, of de zaakvoerder van die rechtspersoon, die een leasingovereenkomst aangaat, moet zich tegenover de waarborghouder persoonlijk, hoofdelijk en ondeelbaar hebben verbonden tot betaling van ten minste 25 % van de verbintenissen van de K.M.O. De controlebevoegdheid wordt vastgesteld overeenkomstig artikel 7 van het Wetboek van Vennootschappen en de term 'gezamenlijke controle' wordt geïnterpreteerd in de zin van artikel 9 van het Wetboek van Vennootschappen. De verplichting tot persoonlijke borgstelling vervalt als de K.M.O. een eigen inbreng doet, als aflossing van het kapitaalsgedeelte van de eerste verhoogde huurprijs, van minstens 25 % in de totale investering, waarvoor de leasingovereenkomst wordt aangegaan en waarvan een deel onder toepassing van de waarborg wordt gebracht. De minister kan voor de toepassing van deze bepaling onder- of bovengrenzen bepalen.
Voor elke leasingovereenkomst : 1° moet, als de K.M.O. wordt geleid door een natuurlijke persoon, die natuurlijke persoon een loonafstand hebben toegestaan; 2° moeten een of meer natuurlijke personen die gezamenlijk de controle uitoefenen over ten minste de helft plus één aandeel van het kapitaal van de rechtspersoon, of de zaakvoerder van die rechtspersoon, die een overeenkomst aangaat, een loonafstand hebben toegestaan als zij zich tegenover de waarborghouder persoonlijk, hoofdelijk en ondeelbaar hebben verbonden tot betaling van ten minste 25 % van de verbintenissen van de K.M.O. De controlebevoegdheid wordt vastgesteld overeenkomstig artikel 7 van het Wetboek van Vennootschappen en de term 'gezamenlijke controle' wordt geïnterpreteerd in de zin van artikel 9 van het Wetboek van Vennootschappen.
De minister kan de bepalingen van het tweede en het derde lid nader preciseren. § 2. De leasingovereenkomst moet minstens de volgende clausules bevatten en bovendien moet elk van die clausules haar uitwerking behouden zolang, enerzijds, de aan de waarborghouder verleende waarborg van kracht is en, anderzijds, het individuele dossier dat over de voormelde leasingovereenkomst door Waarborgbeheer NV is geopend, niet definitief is afgesloten : 1° een beding op grond waarvan zowel de minister of zijn bijzondere lasthebber, de waarborghouder, als Waarborgbeheer NV gerechtigd zijn om inzage te nemen in de boekhouding, alsmede in alle stukken en documenten van de K.M.O., die de medecontractant of wederpartij is van de leasingovereenkomst; 2° een beding op grond waarvan de K.M.O. die de medecontractant of wederpartij is van de leasingovereenkomst, zich ertoe verbindt om een regelmatige boekhouding te voeren; 3° een beding op grond waarvan de waarborghouder gerechtigd is om, met behoud van de toepassing van andere bepalingen in de leasingovereenkomst, die op te zeggen en over te gaan tot de onmiddellijke opeisbaarstelling van de uit de betreffende overeenkomst voortvloeiende verbintenissen, als er onjuistheden of onvolledigheden blijken inzake een of meer gegevens die op grond van het Waarborgdecreet en de uitvoeringsmaatregelen ervan aan Waarborgbeheer nv moeten worden meegedeeld, dan wel als aan de door de waarborghouder verstrekte middelen een andere bestemming wordt gegeven dan die welke met toepassing van de bepalingen in het Waarborgdecreet en de uitvoeringsmaatregelen ervan aan Waarborgbeheer NV is meegedeeld;4° een beding waarin uitdrukkelijk gestipuleerd wordt dat de steun, toegekend op basis van het Waarborgdecreet of de uitvoeringsmaatregelen ervan, de-minimissteun betreft, toegekend op basis van de de-minimisverordening;5° een beding op grond waarvan Waarborgbeheer NV gerechtigd is, bij overschrijding van de plafonds, vermeld in de de-minimisverordening, de betaling van de kredietnemer te vorderen van de onrechtmatig verleende steun, zijnde het brutosubsidie-equivalent van de steun, toegekend op basis van het Waarborgdecreet en de uitvoeringsmaatregelen ervan. § 3. De voorwaarden, vermeld in § 1 en § 2, moeten vervuld zijn op het ogenblik dat de leasingovereenkomst wordt gesloten, tenzij, wat de inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen en de milieu-, beroeps- en exploitatievergunningen betreft, een dergelijke overeenkomst precies wordt aangegaan met het oog op de financiering van investeringen die nodig zijn om een dergelijke inschrijving of dergelijke vergunningen te verkrijgen. § 4. Waarborgbeheer NV kan op gemotiveerde aanvraag van een waarborghouder algemene of bijzondere afwijkingen toestaan van een of meer van de voorwaarden, vermeld in § 1 of § 2.
Een afwijking als vermeld in het eerste lid, moet nader worden gemotiveerd in het belang van de K.M.O. en kan alleen worden toegestaan voor zover de afwijking geen risico op niet-betaling van de verbintenissen van de K.M.O. tegenover de waarborghouder inhoudt of doet ontstaan en mits als gevolg van de afwijking geen concurrentieverstorend effect optreedt.
De minister kan specifieke doelgroepen definiëren op basis van sector of ontwikkelingsfase, op basis van doel of aard van investering, of op basis van een combinatie van voorgaande elementen en voor elk van die doelgroepen een algemene of bijzondere afwijking toestaan van één of meer voorwaarden vermeld in § 1 of § 2. § 5. Met behoud van de toepassing van de bepalingen van artikel 21 mag de som van de lopende verbintenissen van de K.M.O., die onder de toepassing van een waarborg zijn gebracht, in hoofdsom niet meer bedragen dan 500.000 euro. § 6. Het feit dat een andere waarborghouder al eerder verbintenissen van de K.M.O. onder toepassing van zijn waarborg heeft gebracht, vormt geen beletsel voor een waarborghouder om eveneens verbintenissen van de K.M.O. onder toepassing van de waarborg te brengen, met dien verstande dat aan het bepaalde in § 5 voldaan moet zijn. § 7. Een waarborghouder is gerechtigd om bij Waarborgbeheer NV te informeren of er niet reeds verbintenissen van de K.M.O. onder toepassing van de waarborg van een andere waarborghouder zijn gebracht.
Een verzoek om informatie als vermeld in het eerste lid, wordt geformuleerd op de wijze, vastgelegd in de raamovereenkomsten, en Waarborgbeheer NV is ertoe gebonden om de gevraagde informatie binnen twee werkdagen te verlenen. HOOFDSTUK IV. - Regels voor de aanmelding van dossiers bij Waarborgbeheer NV Afdeling I. - Wijze van aanmelding van een leasingovereenkomst waarvan
verbintenissen van de K.M.O. onder toepassing van een waarborg worden gebracht
Art. 9.De minister stelt een modelformulier vast voor de aanmelding bij Waarborgbeheer NV van de leasingovereenkomsten waarvan verbintenissen van de K.M.O. onder toepassing van een waarborg kunnen worden gebracht.
Het modelformulier, vermeld in het eerste lid, moet ervoor zorgen dat over een aangemelde leasingovereenkomst, alsmede over de K.M.O. die er de medecontractant of wederpartij van is, de gegevens die nodig zijn voor de vlotte afhandeling van het dossier, kunnen worden opgevraagd.
Art. 10.Om verbintenissen van de K.M.O. onder de toepassing van zijn waarborg te brengen, meldt de waarborghouder de leasingovereenkomst aan binnen een termijn van drie maanden na de ondertekening van de authentieke akte en, bij ontstentenis daarvan, van de onderhandse akte of de andere documenten waarin ze zijn vervat. De leasingovereenkomst wordt aangemeld bij Waarborgbeheer NV door middel van een correct ingevuld formulier als vermeld in artikel 9.
De minister bepaalt de praktische wijze van indiening van het formulier, vermeld in artikel 9.
Art. 11.Met behoud van de toepassing van de bepalingen van het Waarborgdecreet en de uitvoeringsmaatregelen ervan vermeldt het ingediende formulier ten minste de volgende gegevens : 1° de identificatie van de waarborg van de waarborghouder, onder toepassing waarvan verbintenissen van de K.M.O. worden gebracht; 2° het bedrag, in hoofdsom, van de totale verbintenissen van de K.M.O.; 3° het door de waarborghouder gekozen percentage op basis waarvan de verbintenissen van de K.M.O., in hoofdsom, die onder toepassing van de waarborg zullen worden gebracht, berekend worden; 4° het bedrag van de verbintenissen van de K.M.O., in hoofdsom, dat, rekening houdend met de voorgaande elementen, volgens de berekening van de waarborghouder, onder toepassing van de waarborg zal worden gebracht; 5° de duurtijd waarvoor verbintenissen van de K.M.O. onder toepassing van de waarborg worden gebracht en die in geen geval langer kan zijn dan de resterende geldingsduur van de waarborg van de waarborghouder; 6° het totale bedrag van de verbintenissen van de K.M.O. dat, rekening houdend met de voorgaande elementen, volgens de berekening van de waarborghouder, onder toepassing van de waarborg zal worden gebracht; 7° de duurtijd van de leasingovereenkomst;8° het aflossingsprogramma, gehanteerd in het kader van de leasingovereenkomst;9° het kapitaalsgedeelte van de aankoopoptie, of bij gebrek daaraan, het kapitaalsgedeelte van de restwaarde. Het percentage, vermeld in het eerste lid, 3°, bedraagt ten hoogste 75 %. Afdeling II. - Administratieve verwerking van de aangemelde dossiers
door Waarborgbeheer NV
Art. 12.Waarborgbeheer NV gaat na of het formulier, vermeld in artikel 9, vanuit formeel oogpunt volledig en correct is ingevuld.
Daarnaast onderzoekt Waarborgbeheer NV of de registratie van de leasingovereenkomst of andere verrichting niet tot gevolg heeft dat het maximumbedrag, vermeld in artikel 8, § 5, overschreden wordt. In voorkomend geval wordt de registratie geweigerd en wordt de reden daarvan meegedeeld aan de waarborghouder. Hij kan vervolgens de leasingovereenkomst opnieuw aanmelden, op voorwaarde dat door de registratie van die nieuwe melding het voormelde maximumbedrag niet overschreden wordt.
Art. 13.Waarborgbeheer NV beschikt over een periode van tien werkdagen, te rekenen vanaf de ontvangst van het formulier, vermeld in artikel 9, om een van de beslissingen, vermeld in artikel 12, te nemen en die, op de wijze die de minister bepaalt, aan de waarborghouder mee te delen.
Art. 14.Nadat is beslist dat een met toepassing van artikel 10 aangemelde leasingovereenkomst of andere verrichting wordt geregistreerd, opent Waarborgbeheer NV een dossier over die leasingovereenkomst of andere verrichting.
Aan elk dossier als vermeld in het eerste lid, wordt een apart volgnummer toegekend. Afdeling III. - Premies voor de geregistreerde dossiers
Onderafdeling I. - Berekening van de premie
Art. 15.Voor elke geregistreerde leasingovereenkomst als vermeld in artikel 14 is de waarborghouder een premie verschuldigd.
Art. 16.§ 1. De minister legt de premie, vermeld in artikel 15, vast per soort van leasingovereenkomst en, in voorkomend geval, per specifieke doelgroep. § 2. De premie mag minimaal 0,25 % en maximaal 0,75 % van het resultaat van de volgende formule bedragen : X x Y, waarbij : 1° X = het bedrag, vermeld in artikel 11, 4°;2° Y = de duurtijd in jaren, vermeld in artikel 11, 5°. Als de duurtijd in jaren, vermeld in artikel 11, 5°, meer bedraagt dan tien, wordt in de voormelde formule slechts tien jaar in rekening gebracht.
Onderafdeling II. - Voorwaarden voor de betaling van de premie
Art. 17.De minister bepaalt de nadere voorwaarden voor de betaling van de premie, vermeld in artikel 15.
Onderafdeling III. - Juridische draagwijdte van de betaalplicht van de premie
Art. 18.§ 1. Indien een K.M.O. in gebreke is gebleven om haar verbintenissen, die onder toepassing van een waarborg werden gebracht, na te komen, is de waarborghouder in kwestie pas gerechtigd om de waarborg af te roepen, mits hij binnen een maand na de registratie van de leasingovereenkomst in kwestie de premie voor die leasingovereenkomst heeft betaald.
De waarborghouder kan binnen de termijn van een maand, vermeld in het eerste lid, op gemotiveerde wijze, bij Waarborgbeheer NV om een eenmalige verlenging van die termijn verzoeken.
Waarborgbeheer NV bepaalt zelf de duurtijd van de verlenging, vermeld in het tweede lid, die evenwel niet meer dan zes maanden mag bedragen.
Met behoud van de toepassing van de bepalingen in § 2, tweede lid, wordt, als de verlenging wordt geweigerd, bij het verstrijken van de termijn, vermeld in het eerste lid, de neerlegging van het formulier, vermeld in artikel 9, zonder voorwerp. § 2. Als Waarborgbeheer NV de premie niet heeft ontvangen binnen de termijn, vermeld in § 1, eerste lid, rekening houdend met een eventuele verlenging ervan, en de waarborghouder evenmin tijdig om de verlenging van de termijn heeft verzocht, wordt de indiening van het formulier, vermeld in artikel 9, zonder voorwerp.
In het geval, vermeld in het eerste lid, kan de waarborghouder de verbintenissen van de K.M.O. alleen onder toepassing van zijn waarborg brengen door een nieuw ingevuld formulier in te dienen volgens de procedure, bepaald in dit besluit. Afdeling IV. - Rechtsgevolgen van een geregistreerde
leasingovereenkomst na betaling van de premie
Art. 19.De verbintenissen van een K.M.O. worden beschouwd als zijnde onder de toepassing van de waarborg van een waarborghouder zodra de waarborghouder bij Waarborgbeheer NV een volledig ingevuld formulier heeft ingediend als vermeld in artikel 9, Waarborgbeheer NV tot de registratie daarvan heeft beslist en het Vlaamse Gewest de betaling van de toepasselijke premie, vermeld in artikel 15, heeft ontvangen. Afdeling V. - Schrappen van een registratie
Art. 20.Als voor de afsluiting van het aangemelde dossier blijkt dat, na de datum van de registratie, vermeld in artikel 12, een of meer van de op het ingediende formulier ingevulde gegevens niet overeenstemmen met de werkelijkheid, of als blijkt dat de leasingovereenkomst niet voldoet aan de voorwaarden van het Waarborgdecreet en de uitvoeringsmaatregelen ervan, dan kan Waarborgbeheer NV ertoe beslissen om de registratie van de overeenkomst te schrappen.
Een schrapping van een registratie als vermeld in het eerste lid, heeft tot gevolg dat de waarborghouder, voor de verbintenissen van de K.M.O. die voortvloeien uit de leasingovereenkomst waarvan de registratie is geschrapt, geen afroep van de waarborg kan verrichten. Afdeling VI. - Bijzondere regeling inzake dossiers voor grote sommen
Art. 21.De minister kan, in een van de gevallen, vermeld in het tweede lid, een waarborghouder de toestemming verlenen om, op verzoek van die waarborghouder, voor een gegeven K.M.O., verbintenissen van de K.M.O. onder toepassing van de waarborg te brengen met als gevolg dat het maximumbedrag, vermeld in artikel 8, § 5, wordt overschreden.
De gevallen, vermeld in het eerste lid zijn : 1° de verbintenissen die onder toepassing van de waarborg worden gebracht en die tot gevolg hebben dat het maximumbedrag, vermeld in artikel 8, § 5, wordt overschreden, zijn het gevolg van aanvullende investeringen die worden verricht om een eerder verrichte investering beter te laten renderen;2° de verbintenissen die onder toepassing van de waarborg worden gebracht en die tot gevolg hebben dat het maximumbedrag, vermeld in artikel 8, § 5, wordt overschreden, vloeien voort uit een project met een hoge toegevoegde waarde op een of meer van de volgende vlakken : technologische vooruitgang, tewerkstelling, economische ontwikkeling of het bieden van een oplossing voor specifieke sociale problemen;3° de verbintenissen die onder toepassing van de waarborg worden gebracht en die tot gevolg hebben dat het maximumbedrag, vermeld in artikel 8, § 5, wordt overschreden, vloeien voort uit investeringen binnen sectoren waarbinnen geen of onvoldoende toereikende alternatieve financieringsbronnen voorhanden zijn;4° de verbintenissen die onder toepassing van de waarborg worden gebracht en die tot gevolg hebben dat het maximumbedrag, vermeld in artikel 8, § 5, wordt overschreden, vloeien voort uit een project dat is opgezet in cofinanciering door, in samenwerking met, of anderszins met de steun van een overheid.
Art. 22.De waarborghouder richt het verzoek, vermeld in artikel 21, eerste lid, tot Waarborgbeheer NV.
Art. 23.Na de ontvangst van een verzoek als vermeld in artikel 21, eerste lid, onderzoekt Waarborgbeheer NV de aanvraag. Binnen een maand na de ontvangst van het verzoek brengt zij advies uit aan de minister.
Art. 24.De minister neemt zijn beslissing over het verzoek, vermeld in artikel 21, eerste lid, binnen een termijn van een maand nadat hij het advies van Waarborgbeheer NV heeft ontvangen.
De beslissing van de minister, vermeld in artikel 21, heeft alleen gevolg als de leasingovereenkomst op regelmatige wijze werd geregistreerd. HOOFDSTUK V. - Regels voor de afroep van een waarborg Afdeling I. - Bedrag van de onder de toepassing van een waarborg
gebrachte verbintenissen van de K.M.O. dat kan worden gevorderd
Art. 25.Het maximumbedrag van de verbintenissen van de K.M.O. waarvoor de waarborghouder de hem toegekende waarborg kan afroepen, wordt als volgt bepaald : 1° een waarborghouder kan, per individuele K.M.O., de verbintenissen van de K.M.O., in hoofdsom, die onder toepassing van zijn waarborg werden gebracht, afroepen voor ten hoogste het bedrag, vermeld in artikel 11, eerste lid, 4°, rekening houdend met een eventuele aanpassing ervan op grond van de bepalingen van artikel 21, eerste lid; 2° de waarborghouder kan daarenboven, voor een individuele leasingovereenkomst of andere verrichting waarvan verbintenissen van de K.M.O. onder de toepassing van zijn waarborg werden gebracht, ten hoogste het door de waarborghouder zelf voorgestelde percentage, vermeld in artikel 11, eerste lid, 3°, van de verbintenissen van de K.M.O. waarvoor hij in gebreke gebleven is, onder die waarborg afroepen.
Art. 26.Voor de toepassing van dit besluit en de uitvoeringsmaatregelen ervan gelden als onder toepassing van de waarborg gebrachte verbintenissen van de K.M.O. waarvoor de waarborghouder de hem toegekende waarborg kan afroepen : 1° de verbintenis tot afbetaling van het nog openstaande kapitaal, inclusief het kapitaalsgedeelte van de aankoopoptie of de restwaarde, in hoofdsom, op de datum van de opzegging;2° de verbintenis tot de betaling van achterstallige interesten, berekend op de verbintenis, vermeld in punt 1°, over een periode van ten hoogste het laatste jaar dat voorafgaat aan de datum van de opzegging van de aangemelde overeenkomst;3° de door de minister nader te bepalen kosten van inning van de voormelde verbintenissen. Afdeling II. - Regels voor de afroep
Art. 27.§ 1. Een waarborghouder kan een hem verleende waarborg een of meer keren afroepen ten belope van, elk van die keren, het met toepassing van dit besluit en de uitvoeringsmaatregelen ervan berekende bedrag van de onder de toepassing van de waarborg gebrachte verbintenissen van de K.M.O., of een fractie daarvan, zolang de hem verleende waarborg, als gevolg van eerdere dergelijke afroepen, niet integraal werd uitbetaald. § 2. Als een waarborghouder, conform § 1, een hem verleende waarborg wil afroepen, moet hij dat telkens doen binnen een periode van drie maanden na de datum waarop de waarborghouder de onder toepassing van de waarborg gebrachte verbintenissen van de K.M.O. opeisbaar heeft gesteld. § 3. Voor de toepassing van § 2 gelden de onder toepassing van de waarborg gebrachte verbintenissen van de K.M.O. als opeisbaar gesteld op het ogenblik dat de waarborghouder, enerzijds, de leasingovereenkomst waaruit ze voortvloeien, formeel heeft opgezegd en, anderzijds, de K.M.O. op formele wijze in gebreke heeft gesteld om de op dat ogenblik niet betaalde verbintenissen die voortvloeien uit die overeenkomst, te betalen. § 4. De termijn, vermeld in § 2, is een vervaltermijn.
Art. 28.§ 1. Bij elke afroep van een waarborg deelt de waarborghouder het bedrag van de afroep mee en voegt hij daarbij een nota die de berekeningswijze van het bedrag van de afroep uiteenzet. § 2. De afroep van een waarborg vindt plaats op de wijze, bepaald door de minister, waarbij de datum van de afroep onbetwistbaar wordt vastgesteld. § 3. Uiterlijk op het ogenblik van de afroep moet de waarborghouder de relevante stukken en documenten van de leasingovereenkomst waarop de afroep betrekking heeft, aan Waarborgbeheer NV hebben bezorgd.
De minister bepaalt de lijst van de stukken en documenten, vermeld in het eerste lid, die de waarborghouder op het ogenblik van de afroep in elk geval aan Waarborgbeheer NV moet hebben bezorgd. § 4. De minister kan de vormvereisten voor de afroep van een waarborg nader regelen. Afdeling III. - Onderzoek naar de conformiteit van een afroep van een
waarborg met de bepalingen van het Waarborgdecreet en de uitvoeringsmaatregelen ervan
Art. 29.Na de ontvangst van een afroep als vermeld in artikel 27, § 1, onderzoekt Waarborgbeheer NV of die afroep voldoet aan de bepalingen van artikel 28 en de uitvoeringsmaatregelen ervan.
Waarborgbeheer NV verifieert tevens of de berekeningwijze, vermeld in artikel 28, § 1, juist is en of het bedrag van de afroep gerechtvaardigd is.
Waarborgbeheer NV beschikt voor de verificaties, vermeld in het eerste lid, over een periode van drie maanden, te rekenen vanaf de datum van de afroep van de waarborg.
Als er aanwijzingen zijn dat het bedrag van de afroep niet voorlopig betaalbaar kan worden gesteld, kan Waarborgbeheer NV de termijn van drie maanden, vermeld in het tweede lid, eenmalig met drie maanden verlengen, om het dossier grondig te onderzoeken. De waarborghouder wordt daarvan met een brief voorafgaandelijk op de hoogte gebracht. Afdeling IV. - Beslissing over de voorlopige al dan niet
betaalbaarstelling van een afroep
Art. 30.Binnen de termijn, vermeld in artikel 29, tweede lid, beslist Waarborgbeheer NV om al dan niet over te gaan tot een voorlopige betaalbaarstelling van het bedrag van de afroep.
Waarborgbeheer NV kan, naar aanleiding van haar onderzoek van het dossier, tevens beslissen om het bedrag van de afroep slechts ten dele voorlopig betaalbaar te stellen.
De waarborghouder wordt, met een aangetekende brief, onverwijld op de hoogte gebracht van een beslissing als vermeld in het eerste lid.
De betaalbaarstelling van een waarborg en elke betaling die daarop volgt, stellen de K.M.O. niet vrij van haar verbintenissen tegenover de waarborghouder, die voortvloeien uit de leasingovereenkomst in kwestie.
Art. 31.Als Waarborgbeheer NV beslist om de afroep van de waarborg in zijn geheel voorlopig betaalbaar te stellen, gaat het Vlaamse Gewest binnen tien werkdagen na de datum waarop die beslissing is genomen, voorlopig over tot de betaling ervan. Als Waarborgbeheer NV beslist om de afroep van de waarborg slechts ten dele voorlopig betaalbaar te stellen, gaat het Vlaamse Gewest binnen tien werkdagen na de datum waarop die beslissing is genomen, voorlopig over tot de betaling van het betaalbaar gestelde deel van de afroep.
De beslissing van Waarborgbeheer NV om niet over te gaan tot de gehele of gedeeltelijke betaalbaarstelling van het bedrag van de afroep kan worden genomen als : 1° niet is voldaan aan de voorwaarden voor het onder de waarborg brengen van de verbintenis, voortvloeiend uit een leasingovereenkomst;2° de waarborghouder onjuiste verklaringen heeft afgelegd;3° de waarborghouder zonder toestemming van Waarborgbeheer NV de oorspronkelijke voorwaarden of procedure van de leasingovereenkomst zodanig wijzigt dat de initiële voorwaarden niet meer vervuld zijn of het risico voor het Vlaamse Gewest substantieel is verzwaard;4° de waarborghouder in gebreke is gebleven om de verschuldigde premie te betalen. Afdeling V. - Hoger beroep tegen een geheel of ten dele ongunstige
beslissing over een afroep
Art. 32.§ 1. Een beslissing als vermeld in artikel 30, waarin de voorlopige betaalbaarstelling van de afroep van de waarborg wordt geweigerd, dan wel de beslissing waarin de voorlopige betaalbaarstelling van de afroep van de waarborg slechts gedeeltelijk wordt toegekend, wordt nader gemotiveerd en vermeldt in elk geval de redenen waarom niet tot de gehele voorlopige betaling van de afroep zal worden overgegaan, dan wel waarom slechts tot een gedeeltelijke voorlopige betaling van de afroep zal worden overgegaan. § 2. De waarborghouder heeft, te rekenen vanaf de datum waarop hij op de hoogte werd gebracht van de beslissing, vermeld in artikel 30 eerste lid, een maand de tijd om hoger beroep tegen die beslissing aan te tekenen bij de Vlaamse Regering.
Een hoger beroep als vermeld in het eerste lid, wordt ingesteld met een aangetekende brief, gericht aan de minister. De aangetekende brief vermeldt de grieven en nadere argumenten van de waarborghouder. § 3. Het hoger beroep tegen een beslissing als vermeld in artikel 30, tweede lid schorst de tenuitvoerlegging van de gedeeltelijke voorlopige betaalbaarstelling waartoe is beslist, niet op. § 4. Na de ontvangst van een aangetekende brief, als vermeld in § 2, tweede lid, verzoekt de minister, namens de Vlaamse Regering, onverwijld aan Waarborgbeheer NV haar opmerkingen over de grieven en argumenten van de waarborghouder mee te delen.
Het verzoek, vermeld in het eerste lid, wordt aan Waarborgbeheer NV bezorgd met een aangetekende brief.
Waarborgbeheer NV beschikt over een termijn van zes weken, te rekenen vanaf de datum van ontvangst van de aangetekende brief van de minister, vermeld in het tweede lid, om de gevraagde opmerkingen aan de minister mee te delen. § 5. De Vlaamse Regering heeft, te rekenen vanaf de datum, vermeld op de poststempel van de aangetekende brief, vermeld in § 2, tweede lid, vier maanden de tijd om uitspraak te doen over het hoger beroep.
Bij ontstentenis van een uitspraak binnen de termijn, vermeld in het eerste lid, wordt het hoger beroep geacht te zijn ingewilligd en wordt er tot de gehele voorlopige betaling van de afroep overgegaan. § 6. De minister deelt de uitspraak van de Vlaamse Regering over het hoger beroep in een aangetekende brief mee aan de waarborghouder en aan Waarborgbeheer NV. § 7. Als het hoger beroep wordt ingewilligd, beschikt het Vlaamse Gewest, te rekenen vanaf de datum van de uitspraak of, in het geval, vermeld in § 5, tweede lid, vanaf het verstrijken van de termijn om een uitspraak te doen, over een termijn van tien werkdagen om het bedrag van de afroep, dan wel het nog verschuldigde saldo daarvan, voorlopig aan de waarborghouder uit te betalen. Afdeling VI. - Betaling van recuperaties en kosten na de datum van de
voorlopige betaling
Art. 33.§ 1. De voorlopige betalingen, vermeld in artikel 30 en in artikel 32, § 7, worden uitgevoerd onder voorbehoud van een eventuele herroeping die Waarborgbeheer NV kan verrichten met toepassing van § 5, eerste lid. § 2. Een betaling als vermeld in § 1, laat de verplichting van de waarborghouder onverlet om, mede in het belang van het Vlaamse Gewest en om aan de verbintenissen tot terugbetaling aan het Vlaamse Gewest te kunnen voldoen, het nodige te doen om de betaling van de vordering op de K.M.O. te verkrijgen. § 3. De waarborghouder moet de betalingen van de verbintenissen die voortvloeien uit de leasingovereenkomst in kwestie die hij nog na de datum van de afroep, vermeld in artikel 27, § 1, uit handen van de K.M.O. of van een derde persoon, het Vlaamse Gewest uitgezonderd, ontvangt, meedelen aan Waarborgbeheer NV. De mededeling, vermeld in het eerste lid, omvat tevens de kosten van inning, vermeld in artikel 26, 3°.
De betalingen, vermeld in het eerste lid, betreffen zowel de betalingen waartoe de K.M.O., of de derde, op vrijwillige basis overgaat, als die welke in rechte worden afgedwongen. De wijze waarop de mededeling gebeurt, en de periodiciteit ervan, worden vastgelegd in de raamovereenkomst. § 4. De waarborghouder is er, volgens nadere voorwaarden die vastgelegd worden in de raamovereenkomst, toe gebonden om aan het Vlaamse Gewest een evenredig deel van het bedrag van de betalingen die hij van de K.M.O. of een derde persoon ontvangen heeft, door te storten.
Het Vlaamse Gewest is er, volgens nadere voorwaarden die vastgelegd worden in de raamovereenkomst, toe gebonden om aan de waarborghouder een evenredig deel van het bedrag van de kosten van inning, vermeld in artikel 26, 3°, door te storten.
Het evenredige deel van het bedrag van de door de waarborghouder ontvangen betalingen en gemaakte kosten van inning, als vermeld in het eerste en tweede lid, is gelijk aan het percentage vermeld in artikel 11, eerste lid, 3°, van die bedragen. § 5. Waarborgbeheer NV beschikt over een termijn van twee jaar, te rekenen vanaf de datum van de voorlopige betaling, vermeld in § 1, om eventueel de voorlopige betaling geheel of gedeeltelijk te herroepen omdat een voorwaarde van het Waarborgdecreet of de uitvoeringsmaatregelen ervan niet vervuld is. In voorkomend geval is de waarborghouder ertoe gebonden om, volgens de voorwaarden die de minister bepaalt, de ontvangen voorlopige betaling geheel of gedeeltelijk terug te betalen aan het Vlaamse Gewest. § 6. Waarborgbeheer NV kan, eventueel op verzoek van de waarborghouder, in de gevallen dat ze er redelijkerwijze van kan uitgaan dat er, hetzij op vrijwillige basis, hetzij op gerechtelijk afgedwongen basis, uit handen van de K.M.O. geen verdere betalingen als vermeld in § 2, te verwachten zijn, beslissen om een dossier voortijdig af te sluiten.
Waarborgbeheer NV deelt haar eventuele beslissing tot voortijdige afsluiting van een dossier binnen tien werkdagen nadat die beslissing is genomen, mee aan de waarborghouder. Vanaf het tijdstip van een voortijdige afsluiting van een dossier zijn de waarborghouder en het Vlaamse Gewest niet langer onderworpen aan de verplichtingen, vermeld in § 4. § 7. De minister kan nadere regels voor de bepalingen van dit artikel uitwerken. Afdeling VII. - Onderzoekstaken van Waarborgbeheer NV
Art. 34.De minister kan nader bepalen op welke wijze Waarborgbeheer NV onderzoekt of een afroep van een waarborg voldoet aan de voorwaarden, vermeld in het Waarborgdecreet en de uitvoeringsmaatregelen ervan. HOOFDSTUK VI. - Algemene onderzoeksbevoegdheid van Waarborgbeheer NV
Art. 35.§ 1. Om na te gaan of de informatie, vermeld in artikel 11, zoals die wordt ingevuld op het formulier, vermeld in artikel 9, correct is, alsmede om na te gaan of een leasingovereenkomst voldoet aan de voorwaarden, vermeld in § 3 en in artikel 7 en 8, is de waarborghouder ertoe gehouden om, op verzoek van Waarborgbeheer NV, de boeken open te leggen voor de onderdelen die betrekking hebben op de K.M.O. waarvoor binnen Waarborgbeheer NV een dossier is geopend. § 2. Voor de doelstellingen, vermeld in § 1, kan Waarborgbeheer NV op elk moment inzage nemen in de leasingovereenkomsten die de waarborghouder heeft gesloten met de K.M.O. waarvan verbintenissen onder de toepassing van een waarborg van de waarborghouder werden gebracht.
Voor de doelstellingen, vermeld in § 1, kan Waarborgbeheer NV kopieën maken en bijhouden van alle stukken en documenten die zich bevinden in het leasingdossier of in een ander dossier dat de waarborghouder over de leasingovereenkomsten, vermeld in het eerste lid, heeft aangelegd. § 3. De waarborghouder waakt erover dat de leasingovereenkomsten ten gunste van de K.M.O. het bepaalde in dit artikel vermelden, wat een voorwaarde is om ze onder toepassing van de waarborg te kunnen brengen. § 4. In de raamovereenkomst wordt vastgelegd op welke wijze Waarborgbeheer NV kan nagaan of de mededelingen, vermeld in artikel 33, § 3, op correcte wijze gebeurd zijn. HOOFDSTUK VII. - Algemene bepalingen over de raamovereenkomsten
Art. 36.§ 1. Een instelling als vermeld in artikel 4 van het Waarborgdecreet, kan pas waarborghouder worden nadat een raamovereenkomst is gesloten.
In de raamovereenkomst, vermeld in het eerste lid, wordt nader uitgewerkt op welke wijze de waarborghouder en Waarborgbeheer NV uitvoering geven aan de bepalingen van het Waarborgdecreet en de uitvoeringsmaatregelen ervan.
De raamovereenkomst, vermeld in het eerste lid, regelt in elk geval de volgende punten : 1° de wijze waarop en de vorm waarin de waarborghouder rapporteert over het gebruik van de toegekende waarborgen;2° de inhoudelijke en vormelijke afspraken over de informatievoorziening door Waarborgbeheer NV aan de waarborghouder en de dienstverlening die de waarborghouder van Waarborgbeheer NV mag verwachten, inzonderheid, maar niet beperkt tot, een omschrijving van de helpdeskfunctie en de bereikbaarheid van Waarborgbeheer NV;3° procedures voor het afsluiten van leasingovereenkomsten en andere verbintenissen waarvan het de bedoeling is die onder de waarborg te brengen; 4° regels en criteria op het vlak van de beoordeling van de kredietwaardigheid en de solvabiliteit van de K.M.O. en op het vlak van de waardering van de gestelde zekerheden, als vermeld in artikel 8, § 1, eerste lid, 2°; 5° de inhoudelijke en vormelijke procedures die gelden voor de neerlegging van een formulier als vermeld in hoofdstuk IV, afdeling I, en voor de berekening en de betaling van de verschuldigde premie;6° de door de waarborghouder te hanteren procedures voor het beheer van de aangemelde dossiers voor de opzegging;7° de door de waarborghouder te hanteren procedures voor de opzegging en opeisbaarstelling van een onder de waarborg gebrachte verbintenis;8° procedures voor de afroep van de waarborg, alsmede voor de berekening en de aanvraag van de provisie;9° procedures voor de behandeling van de provisieaanvraag en de uitbetaling daarvan;10° regels voor de uitwinning van waarborgen en voor het toerekenen van recuperaties en kosten na de opzegging;11° procedures voor de aanvraag tot afsluiting van een dossier en voor de afsluiting van een dossier;12° regels voor de beschikbaarheid en de toegankelijkheid van dossiers en relevante gegevens om Waarborgbeheer nv toe te laten relevante gegevens te verifiëren en de naleving te toetsen aan de bepalingen van het Waarborgdecreet, de uitvoeringsbesluiten ervan en de raamovereenkomst zelf;13° regels voor het melden, door de waarborghouder, van afwijkingen van de bepalingen van het Waarborgdecreet, de uitvoeringsmaatregelen ervan en het raamakkoord waarvoor een meldingsplicht geldt;14° regels voor de voorafgaande aanvraag van de goedkeuring voor voorgenomen afwijkingen aan de bevoegde instantie;15° regels voor een eventuele herziening of wijziging van de raamovereenkomst. HOOFDSTUK VIII. - Diverse bepalingen
Art. 37.De minister bepaalt de inhoud, de nadere voorwaarden en de periodiciteit van de informatieverstrekking, vermeld artikel 13, § 2, van het Waarborgdecreet. HOOFDSTUK IX. - Bijzondere regeling voor de waarborgen van de grote ondernemingen
Art. 38.De bepalingen van de hoofdstukken I tot en met VIII zijn van overeenkomstige toepassing voor de waarborgen voor de verbintenissen van grote ondernemingen die voortvloeien uit leasingovereenkomsten en dit tot op de dag waarop het besluit van de Vlaamse Regering van 7 november 2008 betreffende erkenning van een financiële crisis en tot afwijking van de waarborgregeling voor kleine en middelgrote ondernemingen, overeenkomstig artikel 7 van voornoemd besluit, buiten werking treedt. HOOFDSTUK X. - Slotbepalingen
Art. 39.Dit besluit wordt aangehaald als het Vierde Waarborgbesluit.
Art. 40.Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
Art. 41.De Vlaamse minister, bevoegd voor het economisch beleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 27 maart 2009.
De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Economie, Ondernemen, Wetenschap, Innovatie en Buitenlandse Handel, Mevr. P. CEYSENS