gepubliceerd op 18 augustus 2016
Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de wijziging van de ligging van de installaties voor het vervoer van gasvormige ethyleen en propyleen door middel van leidingen, verleend aan de naamloze vennootschap Nationale Maatschappij der Pijpleidingen, gelegen in het openbaar domein, beheerd door nv De Scheepvaart, op de linkeroever van het Albertkanaal voor, onder en achter brug nummer 47
24 JUNI 2016. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de wijziging van de ligging van de installaties voor het vervoer van gasvormige ethyleen en propyleen door middel van leidingen, verleend aan de naamloze vennootschap Nationale Maatschappij der Pijpleidingen, gelegen in het openbaar domein, beheerd door nv De Scheepvaart, op de linkeroever van het Albertkanaal voor, onder en achter brug nummer 47
De Vlaamse Regering, Gelet op de
wet van 12 april 1965Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
12/04/1965
pub.
08/03/2007
numac
2007000126
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Wet betreffende de bescherming van het loon der werknemers
sluiten betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen, artikel 9, tweede en derde lid, en artikel 12;
Gelet op het koninklijk besluit van 15 maart 1966 tot wijziging van de ligging of het tracé van een gasvervoerinstallatie ter uitvoering van de wet van 12 april 1965Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/04/1965 pub. 08/03/2007 numac 2007000126 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van het loon der werknemers sluiten betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen, artikel 2, 3, 4 en 5;
Gelet op het ministerieel besluit van 16 maart 1990 (kenmerk A323-2082) waarbij een toelating voor het vervoer van gasvormige ethyleen door middel van leidingen wordt verleend aan de naamloze vennootschap Nationale Maatschappij der Pijpleidingen voor een ethyleenleiding tussen Antwerpen en Tessenderlo;
Gelet op het ministerieel besluit van 29 maart 1990 (kenmerk A323-2084) waarbij een toelating voor vervoer van gasvormige propyleen door middel van leidingen wordt verleend aan de naamloze vennootschap Nationale Maatschappij der Pijpleidingen voor een propyleenleiding tussen Antwerpen en Geel;
Gelet op het ministerieel besluit van 29 maart 1990 (kenmerk A323-2085) waarbij een toelating voor vervoer van gasvormige propyleen door middel van leidingen wordt verleend aan de naamloze vennootschap Nationale Maatschappij der Pijpleidingen voor een propyleenleiding tussen Antwerpen en Beringen;
Overwegende dat de leidingen, vermeld in de bovenstaande alinea's, gelegen zijn in het openbaar domein, beheerd door de naamloze vennootschap De Scheepvaart;
Overwegende dat het Albertkanaal ingedeeld is bij de klasse VIb waterwegen, waarvan de Europese Conferentie van Ministers van Transport in resolutie nr. 92/2 de kenmerken heeft gedefinieerd;
Overwegende dat ook de Vlaamse Regering in haar regeerakkoord van 23 juli 2014 investeringen in een betrouwbaar, efficiënt en slim waterwegennetwerk als prioriteit naar voren heeft geschoven, meer bepaald door te werken aan de verdere uitbouw van het Albertkanaal en de graduele verhoging van de bruggen over het Albertkanaal vanuit Antwerpen richting Luik;
Overwegende dat de Vlaamse minister van Mobiliteit en Openbare Werken het oplossen van capaciteitsbeperkende knelpunten heeft ingeschreven in de beleidsnota 2014-2019, om een capaciteitsverhoging van het Albertkanaal te realiseren in overeenstemming met de normen van resolutie nr. 92/2;
Overwegende dat daarvoor de operationele doelstelling "Waterwegen gebruiken als economisch weefsel en schakels in de logistieke netwerken" is opgenomen die voorziet in de uitbouw van het Vlaamse waterwegennetwerk waarbij capaciteitsbeperkende knelpunt op korte of lange termijn worden weggewerkt;
Overwegende dat de operationele doelstelling niet alleen in brugverhogingen voorziet, maar ook in aanpassingen van het kanaalprofiel teneinde de transportcapaciteit te verhogen en de veiligheid te verbeteren;
Overwegende dat deze doelstelling ook opgenomen is in het ondernemingsplan van de naamloze vennootschap De Scheepvaart;
Overwegende dat de verplaatsing moet worden uitgevoerd in het belang van de waterweg, teneinde de lokale vernauwing van de waterweg weg te nemen en de veiligheid van het varen op de waterweg te verhogen;
Overwegende dat krachtens artikel 9, derde lid, van de wet van 12 april 1965Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/04/1965 pub. 08/03/2007 numac 2007000126 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van het loon der werknemers sluiten die wijzigingen uitgevoerd worden op kosten van degenen die de gasvervoerinstallaties exploiteren;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 21 april 2016;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken, Vlaamse Rand, Toerisme en Dierenwelzijn;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.De naamloze vennootschap Nationale Maatschappij der Pijpleidingen, Bischoffsheimlaan 1, in 1000 Brussel, houder van de toelating voor het vervoer van gasvormige ethyleen door een leiding tussen Antwerpen en Tessenderlo, verleend door het ministerieel besluit van 16 maart 1990 (kenmerk A323-2082), van de toelating voor het vervoer van gasvormige propyleen door een leiding tussen Antwerpen en Geel, verleend door het ministerieel besluit van 29 maart 1990 (kenmerk A323-2084), en van de toelating voor het vervoer van gasvormige propyleen door een leiding tussen Antwerpen en Beringen, verleend door het ministerieel besluit van 29 maart 1990 (kenmerk A323-2085), is ertoe gehouden op eigen kosten het gedeelte van die leiding, gelegen in de onderbouw van brug nummer 47, te Massenhoven, te verwijderen om de verhoging van de bruggen mogelijk te maken. Die verplaatsing moet uiterlijk op 1 juni 2019 zijn uitgevoerd.
Art. 2.Een eensluidend verklaard afschrift van dit besluit zal aan naamloze vennootschap Nationale Maatschappij der Pijpleidingen en aan de federale minister, bevoegd voor het energiebeleid, betekend worden.
Art. 3.De Vlaamse minister, bevoegd voor het mobiliteitsbeleid, de openbare werken en het vervoer, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 24 juni 2016.
De minister-president van de Vlaamse Regering, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken, Vlaamse Rand, Toerisme en Dierenwelzijn, B. WEYTS