gepubliceerd op 13 oktober 2009
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 1 december 1970 houdende bezoldigingsregeling van het administratief personeel, het meesters-, vak- en dienstpersoneel van de rijksinrichtingen voor kleuteronderwijs, voor lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs
24 JULI 2009. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 1 december 1970 houdende bezoldigingsregeling van het administratief personeel, het meesters-, vak- en dienstpersoneel van de rijksinrichtingen voor kleuteronderwijs, voor lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs
De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 13 juli 1994 betreffende de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap, artikel 155;
Gelet op het decreet van 13 juli 2001 betreffende het onderwijs-XIII-Mozaïek, artikel IX.9, tweede lid;
Gelet op het koninklijk besluit van 1 december 1970 houdende bezoldigingsregeling van het administratief personeel, het meesters-, vak- en dienstpersoneel van de rijksinrichtingen voor kleuteronderwijs, voor lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 16 februari 2009;
Gelet op protocol nr. 691 van 20 maart 2009 houdende de conclusies van de onderhandelingen, gevoerd in de gemeenschappelijke vergadering van Sectorcomité X en van onderafdeling Vlaamse Gemeenschap van afdeling 2 van het Comité voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten;
Gelet op protocol nr. 457 van 20 maart 2009 houdende de conclusies van de onderhandelingen gevoerd in het overkoepelend onderhandelingscomité, vermeld in het decreet van 5 april 1995 tot oprichting van onderhandelingscomités in het vrij gesubsidieerd onderwijs;
Gelet op advies 46.868/1 van de Raad van State, gegeven op 1 juli 2009, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1° van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.In artikel 14 van het koninklijk besluit van 1 december 1970 houdende bezoldigingsregeling van het administratief personeel, het meesters-, vak- en dienstpersoneel van de rijksinrichtingen voor kleuteronderwijs, voor lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 5 november 1971 en 28 januari 1975 en bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 23 februari 1994, 15 oktober 2004 en 29 oktober 2004 worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « psycho-medisch-sociale centra » worden telkens vervangen door de woorden « psycho-medisch-sociale centra of centra voor leerlingenbegeleiding »;2° er wordt een punt 10° toegevoegd, dat luidt als volgt : « 10° voor een personeelslid van een centrum voor leerlingenbegeleiding, de diensten die het personeelslid vóór 1 september 2000 als burgerlijk of geestelijk titularis van een bezoldigd ambt met volledige of onvolledige prestaties heeft verstrekt in een gesubsidieerde equipe voor medisch schooltoezicht, als vermeld in de wet van 21 maart 1964 op het medisch schooltoezicht, met uitzondering van diensten die als zelfstandige zijn gepresteerd.»
Art. 2.In artikel 15 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 28 januari 1975 en 9 juli 1976, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het woord « bepaling » wordt vervangen door het woord « bepalingen »;2° er wordt een punt 4.toegevoegd, dat luidt als volgt : « 4. komen, onder de in deze bepalingen vermelde voorwaarden, eveneens in aanmerking de werkelijke diensten verstrekt aan : 1° het internaat, toegevoegd aan een onderwijsinstelling;2° het autonome internaat, elke vorm van tehuis, het semi-internaat en het opvangcentrum.Deze bepaling geldt niet voor de vaststelling van de geldelijke anciënniteit van de personeelsleden, als vermeld in het decreet van 13 juli 1994 betreffende de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap. »
Art. 3.Artikel 25 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 2007, met uitzondering van : 1° artikel 1, 1°, dat uitwerking heeft met ingang van 1 september 2000;2° artikel 2, 2°, dat uitwerking heeft met ingang van 1 september 2006.
Art. 5.De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 24 juli 2009.
De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel, P. SMET