gepubliceerd op 15 november 1997
Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1990 houdende de vaststelling van de erkenningsvoorwaarden, de werkings- en subsidiëringsmodaliteiten voor diensten voor zelfstandig wonen van gehandicapte personen, zoals bedoeld in artikel 3, § 1bis van het koninklijk besluit nr. 81 van 10 november 1967 tot instelling van een Fonds voor medische, sociale en pedagogische zorg voor gehandicapten
24 JULI 1997. Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1990 houdende de vaststelling van de erkenningsvoorwaarden, de werkings- en subsidiëringsmodaliteiten voor diensten voor zelfstandig wonen van gehandicapte personen, zoals bedoeld in artikel 3, § 1bis van het koninklijk besluit nr. 81 van 10 november 1967 tot instelling van een Fonds voor medische, sociale en pedagogische zorg voor gehandicapten
De Vlaamse regering, Gelet op het koninklijk besluit nr. 81 van 10 november 1967 tot instelling van een Fonds voor medische, sociale en pedagogische zorg voor gehandicapten, gewijzigd bij het decreet van 20 december 1989 en bij het besluit van de Vlaamse regering van 24 juli 1991;
Gelet op het decreet van 27 juni 1990 houdende de oprichting van een Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap, inzonderheid op hoofdstuk VI en op de artikelen 52, 2° en 53;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1990 houdende de vaststelling van de erkenningsvoorwaarden, de werkings- en subsidiëringsmodaliteiten voor diensten voor zelfstandig wonen van gehandicapte personen, zoals bedoeld in artikel 3, §1bis van het koninklijk besluit nr. 81 van 10 november 1967 tot instelling van een Fonds voor medische, sociale en pedagogische zorg voor gehandicapten;
Gelet op het advies van de raad van bestuur van het Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap, gegeven op 24 juni 1997;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor begroting, gegeven op 22 juli 1997;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de regelgeving voor de diensten zelfstandig wonen dient te worden aangepast, om de personeelsformatie af te stemmen op de werkelijke behoeften van de ingeschreven cliënten;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Cultuur, Gezin en Welzijn;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Aan artikel 12 van het besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1990 houdende de vaststelling van de erkenningsvoorwaarden, de werkings- en subsidiëringsmodaliteiten voor diensten voor zelfstandig wonen van gehandicapte personen, zoals bedoeld in artikel 3, §1bis van het koninklijk besluit nr. 81 van 10 november 1967 tot instelling van een Fonds voor medische, sociale en pedagogische zorg voor gehandicapten wordt een derde lid toegevoegd,dat luidt als volgt : « De dienst houdt een continue registratie bij van de ADL-verrichtingen, meer bepaald van het aantal oproepen, de wachttijden, en de duur van de oproepen, en dit per gebruiker. ».
Art. 2.Artikel 19 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « art. 19. § 1. Voor een dienst komen voor subsidiëring in aanmerking : 1° tien A.D.L.-assistenten met voltijdse betrekking met de kwalificatievereisten en volgens de salarisschalen van begeleidend en verzorgend personeel klasse II-B of klasse III, zoals bepaald in de uitvoeringsbesluiten van het koninklijk besluit nr. 81 van 10 november 1967 tot instelling van een Fonds voor medische, sociale en pedagogische zorg voor gehandicapten; 2° één coördinator met voltijdse betrekking met de kwalificatievereisten en volgens de salarisschaal van verantwoordelijke zoals bepaald in de uitvoeringsbesluiten van het koninklijk besluit nr.81 van 10 november 1967 tot instelling van een Fonds voor medische, sociale en pedagogische zorg voor gehandicapten. § 2. Per volle eenheid dat de gemiddelde bezetting lager ligt dan twaalf gehandicapten wordt een halftijdse betrekking ADL-assistent in mindering gebracht. De berekening van de gemiddelde bezetting wordt afgerond naar de hogere eenheid.
De personeelsformatie kan ook verminderd worden als de totale behoefte aan ADL-assistentie onvoldoende groot is. De minister bepaalt de criteria en de modaliteiten voor deze vermindering. § 3. Voor een dienst zoals bedoeld in artikel 6, § 2, komen voor subsidiëring in aanmerking negen ADL-assistenten en één halftijdse betrekking coördinator, volgens de voorwaarden bepaald in § 1 en § 2. § 4. Rekening houdend met de behoefte aan assistentie in de verschillende diensten, kan het Vlaams Fonds naast de formatie zoals bepaald in artikel 19, maximaal 2 voltijdse equivalenten extra ADL-assistenten verdelen over de erkende diensten. De minister bepaalt de modaliteiten voor deze verdeling. Deze verdeling dient jaarlijks door het Fonds geëvalueerd te worden. ».
Art. 3.Artikel 22 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «
Art. 22.Aan de erkende dienst wordt per kwartaal 24 procent uitgekeerd van de geraamde jaarlijkse tegemoetkomingen in de salaris- en werkingskosten, zoals bepaald in de artikelen 19, 20 en 21. De betaling vindt plaats in de eerste maand van het betrokken kwartaal.
Het saldo van de eindafrekening wordt betaald als de administratie de overgelegde stukken zoals bepaald in artikel 17 goedgekeurd heeft. ».
Art. 4.Dit besluit treedt in werking op 1 juli 1997, met uitzondering van artikel 3, dat in werking treedt na de bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad.
Art. 5.De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 24 juli 1997.
De minister-president van de Vlaamse regering, L. VAN DEN BRANDE De Vlaamse minister van Cultuur, Gezin en Welzijn, L. MARTENS