24 JANUARI 2003. - Besluit van de Vlaamse regering betreffende de procedure tot verkiezing van een voorzitter van de Raad van het Gemeenschapsonderwijs

De Vlaamse regering, Gelet op het bijzonder decreet van 14 juli 1998 betreffende het Gemeenschapsonderwijs, inzonderheid artikel 37, § 2;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 5 december 2002;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat de Raad van het Gemeenschapsonderwijs in toepassing van artikel 73 van het bijzonder decreet van 14 juli 1998 betreffende het Gemeenschapsonderwijs op 1 januari 2003 zijn bevoegdheden opneemt;

Gelet op advies nr. 34.612/3 van de Raad van State, gegeven op 24 december 2002 met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2o van de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.De Raad van het Gemeenschapsonderwijs kiest op de eerste vergadering na iedere verkiezing, zoals bedoeld in artikel 31 van het bijzonder decreet van 14 juli 1998 betreffende het Gemeenschapsonderwijs, een voorzitter. De vergadering over deze verkiezing wordt voorgezeten door het jongste lid.

Art. 2.De voorzitter legt aan de leden van de Raad een stembrief voor waarop alle namen van de leden bedoeld in artikel 31, § 1, 1o, 3o en 4o van het bijzonder decreet van 14 juli 1998 betreffende het Gemeenschapsonderwijs in alfabetische volgorde staan opgesomd, met naast elke naam een vakje zodat de leden hun keuze kunnen aankruisen.

Art. 3.De leden kunnen niet meer dan één naam aankruisen. De dichtgevouwen stembrieven worden ter zitting verzameld en door de voorzitter ter plaatse geteld.

Art. 4.Het lid dat de volstrekte meerderheid van de stemmen heeft, is voorzitter.

Indien deze meerderheid niet wordt verkregen, wordt overgegaan tot een tweede stemronde. De stemming verloopt schriftelijk, waarbij gebruik wordt gemaakt van de in artikel 2 bedoelde stembrieven. Tot voorzitter is verkozen, het lid dat de volstrekte meerderheid van stemmen behaalt.

Indien na de tweede stemronde niemand deze volstrekte meerderheid van stemmen behaalt, moet tot een derde stemronde worden overgegaan, waarbij wordt herstemd over de twee kandidaten die de meeste stemmen hebben behaald. De stemming verloopt schriftelijk, waarbij gebruik wordt gemaakt van de in artikel 2 bedoelde stembrieven. Het lid met het hoogste aantal stemmen is voorzitter.

Indien bij de derde stemronde de stemmen staken, dan is de oudste in jaren verkozen.

Art. 5.Indien de voorzitter van de Raad zijn mandaat als lid van de Raad voortijdig beëindigt, wordt op de eerstvolgende vergadering van de in toepassing van artikel 31, § 5, van het bijzonder decreet van 14 juli 1998 betreffende het Gemeenschapsonderwijs anders samengestelde Raad overgegaan tot de verkiezing van een nieuwe voorzitter, conform de bepalingen van dit besluit.

Art. 6.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2003.

Art. 7.De Vlaams minister, bevoegd voor het Onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 24 januari 2003.

De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming, M. VANDERPOORTEN