Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 24 februari 2017
gepubliceerd op 06 april 2017

Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de nadere regels voor de schuldovername in het kader van de vrijwillige samenvoeging van gemeenten

bron
vlaamse overheid
numac
2017011448
pub.
06/04/2017
prom.
24/02/2017
ELI
eli/besluit/2017/02/24/2017011448/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

24 FEBRUARI 2017. - Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de nadere regels voor de schuldovername in het kader van de vrijwillige samenvoeging van gemeenten


DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet Vrijwillige Samenvoeging van Gemeenten van 24 juni 2016, artikel 60;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 10 januari 2016;

Gelet op advies 60.885/3 van de Raad van State, gegeven op 14 februari 2017, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Begroting, Financiën en Energie en de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.§ 1. Bij de schuldovername wordt voorrang gegeven aan klassieke leningen. Dat zijn leningen met een vaste of variabele of herzienbare rentevoet, waarbij de herziening gebeurt op basis van een referentierentevoet, die onafhankelijk van een financiële instelling wordt bepaald. § 2. Bij de schuldovername wordt geen voorrang gegeven aan gestructureerde leningen. Dat zijn leningen waaraan een gestructureerd product verbonden is. Onder gestructureerde producten worden onder andere verstaan: swaps, opties, inflatiegebonden producten en andere.

Art. 2.Leningen die de gemeenten aangaan na hun principiële beslissing tot vrijwillige samenvoeging en na de inwerkingtreding van dit besluit, komen alleen voor schuldovername in aanmerking als er geen structuren aan verbonden zijn en de looptijd niet meer dan drie jaar bedraagt.

Art. 3.De Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën en de begrotingen, en de Vlaamse minister, bevoegd voor de binnenlandse aangelegenheden, zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 24 februari 2017.

De minister-president van de Vlaamse Regering, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Begroting, Financiën en Energie, B. TOMMELEIN De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding, L. HOMANS

^