Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 23 februari 1999
gepubliceerd op 31 maart 1999

Besluit van de Vlaamse regering houdende het verlenen van de gewestwaarborg aan sommige activa van een door de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij en één of meer door haar erkende sociale kredietvennootschappen opgerichte vennootschap voor belegging in schuldvorderingen

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
1999035387
pub.
31/03/1999
prom.
23/02/1999
ELI
eli/besluit/1999/02/23/1999035387/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

23 FEBRUARI 1999. - Besluit van de Vlaamse regering houdende het verlenen van de gewestwaarborg aan sommige activa van een door de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij en één of meer door haar erkende sociale kredietvennootschappen opgerichte vennootschap voor belegging in schuldvorderingen


De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, inzonderheid op artikel 78;

Gelet op het decreet van 16 december 1997 houdende bepalingen inzake kas-, schuld- en waarborgbeheer van de Vlaamse Gemeenschap, inzonderheid op artikel 6;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 11 december 1998;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Gelet op het feit dat de recente en te verwachten evoluties op de financiële markten een volledige herstructurering van de financiering van de sector van de sociale-kredietvennootschappen noodzakelijk maken;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Financiën, Begroting en Gezondheidsbeleid en de Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Stedelijk Beleid en Huisvesting;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Onder de in dit besluit gestelde voorwaarden kan het Vlaamse Gewest een waarborg verlenen aan de activa die verworven worden door een vennootschap voor belegging in schuldvorderingen, zoals bedoeld in artikel 119bis van de wet van 4 december 1990 op de financiële transacties en de financiële markten, ingevoegd bij artikel 4 van de wet van 5 augustus 1992.

De in het eerste lid bedoelde vennootschap wordt opgericht door de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij enerzijds en één of meer door haar erkende vennootschappen anderzijds.

Art. 2.De in artikel 1 bedoelde activa kunnen uitsluitend leningen voor het bouwen, kopen, verbouwen of behouden van een woning zijn, welke toegestaan zijn door de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij of een door haar erkende sociale-kredietvennootschap, en die bij het toestaan ervan voldeden aan de voorwaarden voor een door het Vlaamse Gewest te verlenen waarborg overeenkomstig hetzij het koninklijk besluit van 10 augustus 1967, hetzij het koninklijk besluit van 24 februari 1981 betreffende het verlenen van de Gewestwaarborg voor goede afloop op de terugbetaling van hypothecaire leningen, toegestaan voor het bouwen of kopen van volkswoningen, kleine landeigendommen of daarmee gelijkgestelde woningen in het Vlaamse Gewest, zoals gewijzigd bij besluiten van de Vlaamse regering van 28 april 1982, 22 juni 1983 en 16 december 1987, hetzij de besluiten van de Vlaamse regering van respectievelijk 20 maart 1991 en 11 januari 1995 houdende de voorwaarden betreffende sociale leningen met gewestwaarborg voor het bouwen, kopen of verbouwen van woningen, of enige regeling die deze bepalingen geheel of gedeeltelijk zouden vervangen.

Art. 3.§ 1. De in artikel 1 bedoelde waarborg bedraagt maximaal 30% van het totaal uitstaande bedrag in hoofdsom van de activa die samen het onderpand uitmaken van een emissie van schuldinstrumenten of andere effecten die uitgegeven worden door de in artikel 1 bedoelde de vennootschap.

Voor de in artikel 2 bedoelde activa die door de vennootschap voor belegging in schuldvorderingen worden verworven, doch niet het onderpand uitmaken van een emissie van schuldinstrumenten of andere effecten bedraagt de waarborg voor iedere lening afzonderlijk maximaal 30 % van het uitstaand bedrag in hoofdsom. § 2. De in § 1, eerste lid bedoelde waarborg treedt in werking op de dag van de in hetzelfde lid bedoelde emissie van schuldinstrumenten of andere effecten, doch ten vroegste na voorafgaande kennisgeving aan en goedkeuring van de emissie en bevestiging van de waarborg door de Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën en de begroting. Deze minister kan aan voornoemde goedkeuring een minimumnorm inzake door de socialekredietvennootschappen bij de emissie te leveren kredietverbetering verbinden.

De in § 1, tweede lid bedoelde waarborg treedt in werking na voorafgaande kennisgeving, overeenkomstig het model vastgelegd door de Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën en de begroting. § 3. De in § 1, eerste lid bedoelde waarborg vervalt vanaf de dag dat de gewaarborgde activa niet langer als onderpand voor een emissie van schuldinstrumenten of andere effecten door de in artikel 1 bedoelde vennootschap dienen.

De in § 1, tweede lid bedoelde waarborg vervalt vanaf de dag dat de in het eerste lid bedoelde waarborg in werking treedt.

Vanaf de dag dat de in § 1, hetzij eerste lid, hetzij tweede lid bedoelde waarborg in werking treedt, vervalt in voorkomend geval de waarborg, bedoeld in artikel 2 van dit besluit.

Art. 4.§ 1. De in artikel 3, § 1, eerste lid bedoelde waarborg dekt, na uitwinning van alle zakelijke zekerheden en de door de cedent van de leningen geleverde en per uitgifte van schuldinstrumenten of andere effecten geaggregeerde kredietverbetering, de hoofdsom en de contractuele interesten van toepassing op het ogenblik van de beëindiging van het contract.

De in artikel 3, § 1, tweede lid bedoelde waarborg dekt, na uitwinning van alle zakelijke en persoonlijke zekerheden en de in voorkomend geval door de cedent van de lening geleverde kredietverbetering, de hoofdsom en de contractuele interesten van toepassing op het ogenblik van de beëindiging van het contract. § 2. Binnen de 30 dagen nadat een ontlener drie maandelijkse betalingen achterstand heeft en de lening vervroegd opeisbaar wordt gesteld, licht de in artikel 1 van dit besluit bedoelde vennootschap de Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën en de begroting, in over de identiteit van de ontlener(s), de kadastrale gegevens van het goed, de datum van de leningsakte(s) en uitstaand saldo van de lening(en).

Gedurende de volledige procedure van gedwongen tenuitvoerlegging licht de in artikel 1 van dit besluit bedoelde vennootschap of, in voorkomend geval de in artikel 3, § 4, van dit besluit bedoelde oorspronkelijke cedent, de Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën en de begroting, onverwijld in over elke overeenkomst met de ontlener(s) ter volledige aanzuivering van hun vervallen schulden, elke rechterlijke uitspraak, de aanstelling van de notaris en de datum, uur, plaats en voorwaarden van de verkoop van het goed. § 3. Indien de in artikel 1 van dit besluit bedoelde vennootschap of, in voorkomend geval, de in artikel 3, § 4, van dit besluit bedoelde oorspronkelijke cedent een beroep wenst te doen op de waarborg, verstrekt hij of zij aan de Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën en de begroting een gedetailleerde afrekening van de lening, een bewijs dat de afkoopwaarde van de schuldsaldoverzekering werd bekomen, een afschrift van het proces-verbaal van de openbare verkoop en een afschrift van de akte rangregeling.

De Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën en de begroting geeft binnen de 30 dagen na ontvangst van de in het eerste lid bedoelde bescheiden de door het Vlaamse Gewest aangeduide financiële instelling de opdracht tot storting van de tussenkomst op de financiële rekening van de in artikel 1 van dit besluit bedoelde vennootschap of, in voorkomend geval de in artikel 3, § 4, van dit besluit bedoelde oorspronkelijke cedent. § 4. De Administratie Budgettering, Accounting en Financieël Management wordt belast met de invordering van de sommen die door het Vlaamse Gewest werden betaald ter uitvoering van zijn waarborg als bedoeld in artikel 3.

Art. 5.§ 1. Onverminderd artikel 3 van dit besluit, gaat, in voorkomend geval, bij overdracht van een in artikel 2 bedoelde sociale lening aan de in artikel 1 bedoelde vennootschap, het voordeel van de in artikel 2 bedoelde waarborg van rechtswege over op voornoemde vennootschap of, naargelang het geval, de pandhouder of gesubrogeerde van de gewaarborgde lening. § 2. Bij verlies van de erkenning van een in artikel 78 van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode bepaalde instellingen of van een in artikel 11 van het besluit van de Vlaamse regering van 11 januari 1995 houdende de voorwaarden betreffende sociale leningen voor het bouwen, kopen of verbouwen van woningen bedoelde kredietinstelling, blijft het voordeel van de in artikel 2 of artikel 3 van dit besluit bedoelde waarborg behouden in hoofde van de in artikel 1 bedoelde vennootschap, de pandhouder of gesubrogeerde van de gewaarborgde lening.

Art. 6.§ 1. Voor de verstrekking van de waarborg zoals bedoeld in artikel 3, § 1, eerste of tweede lid van dit besluit is een bijdrage verschuldigd van 0,10 % op het in de leningsakte vermelde leningsbedrag. Deze bijdrage wordt geïnd ten laste van de ontleners en wordt door de aanvrager van de waarborg gestort op een financiële rekening, aangeduid door de Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën en de begroting. § 2. Indien voor een lening of een groep van activa die samen het onderpand uitmaken van een emissie van schuldinstrumenten of andere effecten door de in artikel 1 van dit besluit bedoelde vennootschap een waarborg wordt gevraagd, en hiervoor overeenkomstig § 1 of de in artikel 2 van dit besluit vermelde reglementering reeds een bijdrage werd betaald, is geen nieuwe bijdrage verschuldigd.

Art. 7.Dit besluit treedt in werking op 23 februari 1999.

Art. 8.De Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën en de begroting, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 23 februari 1999.

De minister-president van de Vlaamse regering, L. VAN DEN BRANDE De Vlaamse minister van Financiën, Begroting en Gezondheidsbeleid, Mevr. W. DEMEESTER-DE MEYER De Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Stedelijk Beleid en Huisvesting, L. PEETERS

^