gepubliceerd op 06 november 1998
Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1992 betreffende de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie, de wedertewerkstelling en de toekenning van een wachtgeld of wachtgeldtoelage
22 SEPTEMBER 1998. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1992 betreffende de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie, de wedertewerkstelling en de toekenning van een wachtgeld of wachtgeldtoelage
De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van bepaalde personeelsleden van het Gemeenschapsonderwijs, inzonderheid op artikel 82, gewijzigd bij het decreet van 15 juli 1997, en op artikel 84, gewijzigd bij het decreet van 28 april 1993;
Gelet op het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde psycho-medisch-sociale centra, inzonderheid op artikel 56, gewijzigd bij het decreet van 15 juli 1997, en op artikel 58, gewijzigd bij het decreet van 28 april 1993;
Gelet op het decreet van 9 april 1992 betreffende het onderwijs III, inzonderheid op titel II, hoofdstuk II;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1992 betreffende de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie, de wedertewerkstelling en de toekenning van een wachtgeld of wachtgeldtoelage, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 7 december 1994, 9 juli 1996 en 25 maart 1997;
Gelet op het protocol nr. 275 van 23 september 1997 houdende de conclusies van de onderhandelingen gevoerd in de gemeenschappelijke vergadering van Sectorcomité X en de onderafdeling « Vlaamse Gemeenschap » van afdeling 2 van het comité voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten;
Gelet op het protocol nr. 57 van 23 september 1997 houdende de conclusies van de onderhandelingen die gevoerd werden in het overkoepelend onderhandelingscomité van het gesubsidieerd vrij onderwijs;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 19 juni 1997;
Gelet op het advies van de Raad van State;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.In artikel 2 van het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1992 betreffende de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie, de wedertewerkstelling en de toekenning van een wachtgeld of wachtgeldtoelage worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 2, 5° wordt de tekst van het eerste gedachtestreepje na de woorden « - ten minste 720 dagen dienstanciënniteit verworven heeft in hoofdambt op : », vervangen door wat volgt : « - 31 augustus van het voorafgaande jaar voor de leden van het technisch personeel van de psycho-medisch-sociale centra, het administratief personeel, het personeel van de semi-internaten en van de opvangcentra »;2° in § 2, 5° worden in de tekst van het eerste gedachtestreepje na de tekst « - uiterlijk op 31 december van het betrokken school-, academie- of dienstjaar de hiernavermelde leeftijd bereikt heeft » tussen de woorden « het paramedisch personeel » en « het administratief personeel », de woorden « het sociaal personeel » ingevoegd;3° in § 2, 5° worden aan de tekst van het vierde gedachtestreepje, na de tekst « - uiterlijk op 31 december van het betrokken school-, academie- of dienstjaar de hiernavermelde leeftijd bereikt heeft », de volgende woorden toegevoegd : « het medisch personeel en het orthopedagogisch personeel ».4° in § 7 worden de woorden « kleuter-, lager en » geschrapt.5° aan § 7 wordt een tweede lid toegevoegd, luidend als volgt : « Voor de toepassing van dit besluit moet in het buitengewoon basisonderwijs bij de vermindering van het urenpakket van de leden van het paramedisch, medisch, sociaal, psychologisch en orthopedagogisch personeel, de daling van het aantal uren evenredig verdeeld worden over de afzonderlijke ambten van logopedist, kinesitherapeut, ergotherapeut, verpleger, kinderverzorger, maatschappelijk werker, arts, psycholoog en orthopedagoog ».
Art. 2.In artikel 6, § 1 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in 1.wordt het eerste lid vervangen door wat volgt : « Het ambt zoals het opgenomen is in de reglementering tot rangschikking en indeling van de ambten van het bestuurs- en onderwijzend personeel, het opvoedend hulppersoneel, het psychologisch personeel, het paramedisch personeel, het medisch personeel, het sociaal personeel, het orthopedagogisch personeel en het administratief personeel in het buitengewoon basisonderwijs ». 2° in 3.wordt tussen de woorden « het paramedisch » en de woorden « en het psychologisch personeel », de woorden « personeel, medisch personeel, orthopedagogisch personeel, sociaal personeel » ingevoegd.
Art. 3.In artikel 11, § 2 van hetzelfde besluit wordt de tabel, opgenomen na het tweede lid vervangen door wat volgt : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 4.In artikel 13, § 6, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden « tot de veertiende september » vervangen door : « tot het beëindigen van de werkzaamheden ». Na de eerste zin van deze alinea wordt volgende zin ingevoegd : « Voor het basisonderwijs coördineert de secretaris de werkzaamheden vanaf 1 augustus tot het einde van de werkzaamheden ».
Art. 5.In artikel 23, § 1 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° punt 1.wordt vervangen door wat volgt : « 1. In het basisonderwijs : 1 september »; 2° de punten 2.tot en met 4. worden opgeheven.
Art. 6.In artikel 25 van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, eerste lid worden de woorden « die ter beschikking gesteld zijn wegens ontstentenis van betrekking », vervangen door de woorden : « die wegens ontstentenis van betrekking ter beschikking gesteld zijn of worden »;2° in § 1 worden na het vijfde gedachtestreepje tussen het woord « is » en het woord « met » de woorden « of wordt » ingevoegd;3° in § 2 wordt punt 1.vervangen door wat volgt : « 1. Het basisonderwijs : vanaf 1 juli en vóór 15 augustus. In afwijking hiervan op de vijfde werkdag van oktober voor de scholen die de laatste schooldag van september als teldag hebben »; 4° in § 2 worden de punten 2.tot en met 4. opgeheven.
Art. 7.In artikel 26 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 worden tussen de woorden « over hun ter beschikking gestelde personeelsleden » en de woorden « aan de zonale reaffectatiecommissie » de volgende woorden ingevoegd : « en over de personeelsleden die ze op 1 september zullen ter beschikking stellen »;2° in § 2 worden tussen de woorden « die uitgeoefend worden » en de woorden « door tijdelijke personeelsleden », de woorden « of die vanaf 1 september uitgeoefend zullen worden » ingevoegd;3° aan § 2 wordt een tweede lid toegevoegd dat luidt als volgt : « Indien op de uiterste datum van indienen van de voormelde gegevens er vacatures zijn waarvoor nog geen tijdelijk personeelslid is aangesteld, dan moeten de gegevens betreffende deze vacatures meegedeeld worden »;4° aan § 2 wordt een derde lid toegevoegd dat luidt als volgt : « De schoolbesturen delen ook de vacatures mee die toegewezen zullen worden in instellingen voor basisonderwijs, aan tijdelijke personeelsleden die een betrekking bekleden die vrij is voor reaffectatie.Indien deze tijdelijke personeelsleden niet in bedoelde vacature in dienst treden of ontslag nemen voor 1 oktober moet dit gemeld worden aan de zonale reaffectatiecommissie voor de vijfde werkdag van oktober ». 5° in § 3 wordt punt 1.vervangen door wat volgt : « 1. Het basisonderwijs : in de periode vanaf 1 juli en uiterlijk voor 15 augustus. Voor de scholen die de laatste schooldag van september als teldag hebben : voor de vijfde werkdag van oktober »; 6° in § 3 worden de punten 2.tot en met 4. opgeheven.
Art. 8.In artikel 27 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° punt 1.wordt vervangen door wat volgt : « 1. Het basisonderwijs : op 1 september. Voor de scholen die de laatste schooldag van september als teldag hebben : op de eerste werkdag na 15 oktober »; 2° de punten 2.tot en met 4. worden opgeheven.
Art. 9.In artikel 28 van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° punt 1.wordt vervangen door wat volgt : « 1. Het basisonderwijs : op 1 november; 2° de punten 2.tot en met 4. worden opgeheven.
Art. 10.In artikel 34 van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1.2. wordt een tweede lid toegevoegd luidend als volgt : « De verplichting vervat in het voorgaande lid geldt niet wanneer een tijdelijk vacante betrekking aangeboden moet worden aan een wegens ontstentenis van betrekking ter beschikking gesteld directeur die met toepassing van artikel 129 van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 belast is met de functie van adjunct-directeur, uitgezonderd wanneer de tijdelijk vacante betrekking van directeur zich voordoet in de school waar het personeelslid de functie van adjunct-directeur waarneemt ». 2° in § 1 wordt een punt 2bis ingevoegd, dat luidt als volgt : « 2bis. Verplicht om en naar keuze, bij het toewijzen van een functie van adjunct-directeur, bedoeld bij artikel 129 van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, één van de directeurs in dienst te nemen die ten gevolge van de vrijwillige fusie ter beschikking zijn gesteld wegens ontstentenis van betrekking »; 3° in § 2 eerste lid worden de woorden « op voorwaarde dat de betrekking bij aangetekend schrijven aangegeven is aan de zonale reaffectatiecommissie, overeenkomstig de voorgeschreven procedure », vervangen door de woorden : « op voorwaarde dat de formaliteiten vervat in artikel 26, §§ 2, 3 en 6 vervuld zijn ».
Art. 11.In artikel 35 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1.1. wordt een lid toegevoegd luidend als volgt : « De verplichting vervat in het voorgaande lid geldt niet wanneer een tijdelijk vacante betrekking aangeboden moet worden aan een wegens ontstentenis van betrekking ter beschikking gesteld directeur die met toepassing van artikel 129 van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 belast is met de functie van adjunct-directeur, uitgezonderd wanneer de tijdelijk vacante betrekking van directeur zich voordoet in de school waar het personeelslid de functie van adjunct-directeur waarneemt ». 2° in § 1 wordt een punt 1bis ingevoegd, dat luidt als volgt : « 1bis. Verplicht om en naar keuze, bij het toewijzen van een betrekking van adjunct-directeur, bedoeld bij artikel 129 van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, één van de directeurs in dienst te nemen die ten gevolge van de vrijwillige fusie ter beschikking zijn gesteld wegens ontstentenis van betrekking »; 3° in § 2 worden de woorden « op voorwaarde dat de betrekking bij aangetekend schrijven aangegeven is aan de zonale reaffectatiecommissie, overeenkomstig de voorgeschreven procedure », vervangen door : « op voorwaarde dat de formaliteiten vervat in artikel 26, §§ 2, 3 en 6 vervuld zijn ».
Art. 12.Aan artikel 41 van hetzelfde besluit wordt een § 3 toegevoegd, die luidt als volgt : « § 3. Aan een waarneming van de functie van adjunct-directeur met toepassing van artikel 129 van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, wordt slechts een einde gesteld wanneer : - de directeur die de functie waarneemt van adjunct-directeur gereaffecteerd wordt in een vacante betrekking van directeur, opnieuw vast benoemd titularis wordt van een betrekking van directeur, of wanneer hij in deze hoedanigheid opnieuw aangewezen of geaffecteerd wordt, of wanneer hij definitief uit dienst treedt; - de directeur van de school waar de waaneming van de functie van adjunct-directeur is gebeurd, definitief uit dienst treedt.
Een waarneming van de functie van adjunct-directeur met toepassing van artikel 129 van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, wordt opgeschort gedurende : - de tijdelijke afwezigheid, om welke reden ook, van de directeur van de school waar de functie van adjunct-directeur wordt uitgeoefend; - de periode van reaffectatie in een tijdelijke vacante betrekking van directeur; - de periode waarin degene die belast is met de functie van adjunct-directeur, van een reglementaire afwezigheid, van verlof of terbeschikkingstelling geniet ».
Art. 13.Aan artikel 45 van hetzelfde besluit wordt een 8° en 9° toegevoegd, die luiden als volgt : « 8° wanneer ten gevolge van vrijwillige fusie met toepassing van artikel 129 van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 aan een ter beschikking gesteld directeur de betrekking van adjunct-directeur wordt aangeboden; 9° wanneer aan een ter beschikking gesteld directeur, die ten gevolge van vrijwillige fusie met toepassing van artikel 129 van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 belast is met de functie van adjunct-directeur, buiten de school waar hij deze functie waarneemt, een tijdelijk vacante betrekking van directeur wordt aangeboden ».
Art. 14.Artikel 52 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : 1° § 1 wordt aangevuld met een tweede lid, luidend als volgt : « Het vorige lid is eveneens van toepassing op de instellingen van het gefinancierd basisonderwijs waarop artikel 192, § 2 van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 toegepast is, of beschikkende over een vast benoemd titularis in het ambt van rekenplichtig correspondent, die om welke reden ook tijdelijk zijn opdracht niet waarneemt en geen beroep kunnen doen op een financierbare vervanger. De redenen van afwezigheid, verlof of terbeschikkingstelling die aanleiding geven tot een financierbare vervanging zijn de volgende : - afwezigheid van lange duur gewettigd door familiale redenen; - afwezigheid voor verminderde prestaties wegens persoonlijke aangelegenheid; - borstvoedingsverlof; - loopbaanonderbreking; - non-activiteit wegens militaire prestaties; - terbeschikkingstelling wegens bijzondere opdracht zonder wachtgeld; - terbeschikkingstelling wegens bijzondere opdracht met terugbetaling van het wachtgeld; - terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden; - verlof om een ambt uit te oefenen bij het kabinet van een minister van de federale regering; - verlof om een kandidatuur voor de wetgevende of provinciale verkiezingen voor te dragen; - verlof om een stage in een andere betrekking van de Staat, de provincies, de gemeenten, een daarmee gelijkgestelde openbare instelling, een officiële of een gesubsidieerde vrije school te vervullen; - verlof ten behoeve van een erkende politieke groep; - verlof voor het vervullen van een andere opdracht in het onderwijs; - verlof voor uitoefening van een politiek mandaat; - verlof voor opdracht bij een reaffectatiecommissie; - verlof voor vakbondsopdrachten; - verlof voor verminderde prestaties gewettigd door sociale of familiale redenen; - verlof uit hoofde van dwingende redenen van familiaal belang; - verlof wegens opdracht binnen de 0,10 % voorzien in artikel 90, § 1, van het decreet van 17 juli 1991 betreffende inspectie en pedagogische begeleidingsdiensten; - verlof wegens opdracht op basis van artikel 90, § 2, 6°, 10° tot en met 13° en artikel 91 van het decreet van 17 juli 1991 betreffende inspectie en pedagogische begeleidingsdiensten; - verlof wegens opdracht bij een jeugdorganisatie; - verlof wegens opdracht met terugbetaling van de loonkost; 2° § 2 wordt vervangen door volgende bepaling : « § 2.voor de toepassing van § 1 zijn de volgende normen van toepassing : a) voor het gewoon basisonderwijs : - voor minder dan 32 leerlingen : 6 uren per week; - voor 32 tot 99 leerlingen : 12 uren per week; - voor 100 tot 199 leerlingen : 20 uren per week; - voor 200 tot 299 leerlingen : 28 uren per week; - voor 300 leerlingen en meer : 38 uren per week. b) voor het buitengewoon basisonderwijs - voor minder dan 100 leerlingen : 15 uren per week; - voor 100 leerlingen en meer : 38 uren per week. 3° aan § 3 wordt een alinea toegevoegd luidend als volgt : « De inrichtende machten moeten de personeelsleden die overeenkomstig § 2 geen volledige opdracht bekomen eerst aanvullen tot een volledige opdracht in hun scholen gelegen in dezelfde of een aangrenzende gemeente, vooraleer tot bijkomende wedertewerkstellingen overeenkomstig dit artikel over te gaan ».
Art. 15.De verplichtingen van de inrichtende machten vervat in de artikelen 34 en 35 van het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1992 betreffende de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie, de wedertewerkstelling en de toekenning van een wachtgeld of wachtgeldtoelage, ten aanzien van de ter beschikking gestelde directeur die ten gevolge van een vrijwillige fusie in het gewoon basisonderwijs de betrekking van adjunct-directeur heeft aanvaard, worden opgeschort.
De verplichtingen inzake reaffectatie of wedertewerkstelling vervat in artikel 43, § 1, van hetzelfde besluit ten aanzien van de ter beschikking gestelde directeur die ten gevolge van vrijwillige fusie de betrekking van adjunct-directeur heeft aanvaard, wordt opgeschort.
Art. 16.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 1997, met uitzondering van de artikelen 4, 6 en 7 die in werking treden op 1 juli 1997 en artikel 15 dat uitwerking heeft met ingang van 1 september 1995 en ophoudt van kracht te zijn op 31 augustus 1997.
Art. 17.De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 22 september 1998.
De minister-president van de Vlaamse regering, L. VAN DEN BRANDE De Vlaamse minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken, L. VAN DEN BOSSCHE