gepubliceerd op 15 april 2000
Besluit van de Vlaamse regering tot vaststelling van regelen inzake ambtenarenzaken en individueel personeelsbeheer in de diensten van de Vlaamse regering en in de Vlaamse openbare instellingen
22 OKTOBER 1999. - Besluit van de Vlaamse regering tot vaststelling van regelen inzake ambtenarenzaken en individueel personeelsbeheer in de diensten van de Vlaamse regering en in de Vlaamse openbare instellingen
De Vlaamse regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 68, eerste lid, en op artikel 87, gewijzigd bij de wet van 8 augustus 1988 en de bijzondere wet van 16 juli 1993;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 13 juli 1999 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse regering;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 25 augustus 1999;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat regelen inzake ambtenarenzaken en individueel personeelsbeheer in de diensten van de Vlaamse regering en in de Vlaamse openbare instellingen ten spoedigste dienen vastgesteld in het belang van de continuïteit van de dienst en van de efficiënte uitoefening van de aan de leden van de Vlaamse regering toevertrouwde bevoegdheden;
Op voorstel van de minister-president van de Vlaamse regering en Vlaams minister van Financiën, Begroting, Buitenlands beleid en Europese Aangelegenheden, en van de Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Ambtenarenzaken en Sport;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° ambtenarenzaken : alles wat betrekking heeft op : a) het administratief en geldelijk statuut van het personeel;b) de personeelsformaties;c) de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel;d) het ontwerpen en vaststellen van aanvullende bepalingen of gedragslijnen, algemene systemen en procedures inzake personeelsaangelegenheden, die gelden voor de diensten van de Vlaamse regering en/of de Vlaamse openbare instellingen, evenals het toezicht op de toepassing ervan;e) de organisatie en het functioneren met betrekking tot de personeelsaangelegenheden;f) het voeren van een beleid inzake human resources management;g) de coördinatie van de uitvoeringsmaatregelen betreffende het individueel personeelsbeheer;h) de aanwerving, de ontvangst en de vorming van het personeel;i) de sociale dienst;2° individueel personeelsbeheer : de toepassing van het beleid en van de bepalingen inzake ambtenarenzaken op het individuele personeelslid;3° de Vlaamse minister, bevoegd voor het individueel personeelsbeheer : het lid van de Vlaamse regering dat, onverminderd afwijkende decretale en reglementaire bepalingen, bevoegd is inzake individueel personeelsbeheer, overeenkomstig de indeling gevoegd als bijlage bij dit besluit;4° diensten van de Vlaamse regering : het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse wetenschappelijke instellingen.
Art. 2.Voor de diensten van de Vlaamse regering en de Vlaamse openbare instellingen worden de aangelegenheden inzake ambtenarenzaken behartigd door de Vlaamse minister, bevoegd voor de ambtenarenzaken, overeenkomstig de bepalingen van dit besluit en onverminderd de ter zake geldende wets-, decreets- en reglementsbepalingen.
Art. 3.Met betrekking tot de diensten van de Vlaamse regering, wordt voor alle aangelegenheden inzake ambtenarenzaken het initiatief genomen door de Vlaamse minister, bevoegd voor de ambtenarenzaken.
Elke Vlaamse minister kan, binnen de grenzen van zijn bevoegdheid, zijn voorstellen doen kennen aan de Vlaamse minister, bevoegd voor de ambtenarenzaken.
Art. 4.§ 1. Met betrekking tot een Vlaamse openbare instelling wordt, wat ambtenarenzaken betreft, het initiatief genomen door de Vlaamse minister, die belast is met het bestuur van of het toezicht op de instelling.
Deze aangelegenheden dienen, samen met het advies van de administratie Ambtenarenzaken van het departement Algemene Zaken en Financiën, voor akkoord te worden voorgelegd aan de Vlaamse minister, bevoegd voor de ambtenarenzaken.
De administratie Ambtenarenzaken brengt uiterlijk binnen de 15 werkdagen na ontvangst van het verzoek, advies uit. Bij ontstentenis van advies binnen de gestelde termijn wordt het advies geacht gegeven te zijn. § 2. Met betrekking tot aangelegenheden inzake ambtenarenzaken die meerdere openbare instellingen aanbelangen, kan de Vlaamse minister, bevoegd voor de ambtenarenzaken, in het kader van zijn coördinerende opdracht, eveneens het initiatief nemen. Hij brengt de Vlaamse minister, die belast is met het bestuur van of het toezicht op de instelling, van de genomen initiatieven op de hoogte.
Art. 5.Wanneer de aangelegenheden inzake ambtenarenzaken met betrekking tot een Vlaamse openbare instelling een financiële weerslag hebben, dienen zij, samen met het advies van de Inspectie van Financiën en/of van de gemachtigde van Financiën, voor akkoord te worden voorgelegd aan de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting.
Art. 6.Voor wat betreft de diensten van de Vlaamse regering wordt het individueel personeelsbeheer behartigd door de Vlaamse minister(s), bevoegd voor het individueel personeelsbeheer, overeenkomstig de indeling gevoegd als bijlage bij dit besluit.
Art. 7.Het besluit van de Vlaamse regering van 29 november 1995 tot vaststelling van regelen inzake organisatie en werking van de diensten van de Vlaamse regering en van de Vlaamse openbare instellingen, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 13 juni 1996, wordt opgeheven.
Art. 8.Het koninklijk besluit van 5 oktober 1961 tot regeling van de administratieve en begrotingscontrole, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 7 mei 1968 en 24 mei 1976 en gedeeltelijk opgeheven bij besluit van de Vlaamse regering van 16 november 1994 tot regeling van de begrotingscontrole, wat betreft de begrotingscontrole, wordt opgeheven.
Art. 9.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 13 juli 1999.
Art. 10.De leden van de Vlaamse regering zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 22 oktober 1999.
De minister-president van de Vlaamse regering en Vlaams minister van Financiën, Begroting, Buitenlands Beleid en Europese Aangelegenheden, P. DEWAEL De minister vice-president van de Vlaamse regering en Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, S. STEVAERT De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, Mevr. M. VOGELS De Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Stedelijk Beleid, Huisvesting en Brusselse Aangelegenheden, B. ANCIAUX De Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming, Mevr. M. VANDERPOORTEN De Vlaamse minister van Werkgelegenheid en Toerisme, R. LANDUYT De Vlaamse minister van Leefmilieu en Landbouw, Mevr. V. DUA De Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Ambtenarenzaken en Sport, J. SAUWENS De Vlaamse minister van Economie, Ruimtelijke Ordening en Media, D. VAN MECHELEN
Bijlage Indeling van de diensten van de Vlaamse regering per Vlaamse minister, wat betreft het individueel personeelsbeheer 1. De minister-president van de Vlaamse regering en de Vlaamse minister bevoegd voor de ambtenarenzaken zijn, wat het individueel personeelsbeheer betreft, bevoegd voor : - bij elk departement : O secretaris-generaal en secretariaat-generaal - departement Coördinatie : O afdeling Interdepartementale Beleidsondersteuning O staf Centrale Coördinatie O afdeling Algemene Administratieve Diensten O Interne dienst voor Preventie en Bescherming op het werk - departement Algemene Zaken en Financiën : O afdeling Algemene Administratieve Diensten O afdeling Interdepartementale Managementinformatiesystemen - departement Wetenschap, Innovatie en Media : O afdeling Algemene Administratieve Diensten - departement Onderwijs : O afdeling Beleidscoördinatie Onderwijs O afdeling Begroting en Gegevensbeheer Onderwijs O afdeling Personeel, Logistiek en Boekhouding Onderwijs van de administratie Ondersteuning - departement Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur : O afdeling Coördinatie en Beleidsvoorbereiding WVC O afdeling Personeel, Logistiek en Patrimoniumbeheer WVC O afdeling Begroting, Boekhouding en Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden WVC O afdeling Juridische Aangelegenheden, Gegevensbeheer en Informatica - departement Economie, Werkgelegenheid, Binnenlandse Aangelegenheden en Landbouw : O afdeling Coördinatie en Beleidsvoorbereiding EWBL O afdeling Algemene Administratieve Diensten EWBL O directoraat-generaal van de administratie Economie - departement Leefmilieu en Infrastructuur : O afdeling Beleid O afdeling Organisatie O administratie Algemene Administratieve Diensten O administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschappen : 1° directoraat-generaal 2° de buitenafdelingen in de provincies 2.De minister-president van de Vlaamse regering en Vlaams minister van Financiën, Begroting, Buitenlands Beleid en Europese Aangelegenheden, is, wat het individueel personeelsbeheer betreft, bevoegd voor : - departement Coördinatie : O administratie Kanselarij en Voorlichting, met uitzondering van de personeelsleden die uitsluitend taken vervullen in verband met Brusselse aangelegenheden O administratie Buitenlands Beleid O voorlichtingsambtenaar - departement Algemene Zaken en Financiën : O administratie Budgettering, Accounting en Financieel Management 3. De minister vice-president van de Vlaamse regering, en Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, is, wat het individueel personeelsbeheer betreft, bevoegd voor : - departement Algemene Zaken en Financiën : O administratie Planning en Statistiek - departement Leefmilieu en Infrastructuur : O Mobiliteitscel O administratie Wegen en Verkeer O administratie Waterwegen en Zeewezen O administratie Ondersteunende Studies en Opdrachten 4.De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen is, wat het individueel personeelsbeheer betreft, bevoegd voor : - departement Coördinatie : O de personeelsleden die uitsluitend taken vervullen in verband met gelijke kansen - departement Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur : O administratie Gezondheidszorg, met uitzondering van de afdeling Preventieve en Sociale Gezondheidszorg O administratie Gezin en Maatschappelijk Welzijn - Centrum voor Bevolkings- en Gezinsstudiën 5. De Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Stedelijk Beleid, Huisvesting en Brusselse Aangelegenheden is, wat het individueel personeelsbeheer betreft, bevoegd voor : - departement Coördinatie : O de personeelsleden die uitsluitend taken vervullen in verband met Brusselse Aangelegenheden - departement Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur : O administratie Cultuur : 1° directoraat-generaal 2° afdeling Volksontwikkeling en Bibliotheekwerk 3° afdeling Beeldende Kunst en Musea 4° afdeling Muziek, Letteren en Podiumkunsten - departement Leefmilieu en Infrastructuur : O administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschappen : 1° afdeling Woonbeleid 2° afdeling Financiering Huisvestingsbeleid - Koninklijk Museum voor Schone Kunsten te Antwerpen 6.De Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming is, wat het individueel personeelsbeheer betreft, bevoegd voor : - departement Onderwijs : O administratie Ondersteuning, met uitzondering van de afdeling Personeel, Logistiek en Boekhouding Onderwijs O administratie Basisonderwijs O administratie Secundair Onderwijs O administratie Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek O administratie Permanente Vorming 7. De Vlaamse minister van Werkgelegenheid en Toerisme is, wat het individueel personeelsbeheer betreft, bevoegd voor : - departement Economie, Werkgelegenheid, Binnenlandse Aangelegenheden en Landbouw : O administratie Werkgelegenheid O afdeling Toerisme van de administratie Economie 8.De Vlaamse minister van Leefmilieu en Landbouw is, wat het individueel personeelsbeheer betreft, bevoegd voor : - departement Leefmilieu en Infrastructuur : O administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer - departement Economie, Werkgelegenheid, Binnenlandse Aangelegenheden en Landbouw : O administratie Land- en Tuinbouw - Instituut voor Natuurbehoud - Instituut voor Bosbouw en Wildbeheer 9. De Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Ambtenarenzaken en Sport is, wat het individueel personeelsbeheer betreft, bevoegd voor : - entiteit Sturing en Controle Informatica - departement Algemene Zaken en Financiën : O administratie Ambtenarenzaken O administratie Personeelsontwikkeling O administratie Logistiek Management O administratie Overheidsopdrachten, Gebouwen en Gesubsidieerde Infrastructuur O Vlaamse bouwmeester O arbeidsgeneeskundige dienst O VZW sociale dienst O dienst emancipatiezaken - departement Economie, Werkgelegenheid, Binnenlandse Aangelegenheden en Landbouw : O administratie Binnenlandse Aangelegenheden - departement Leefmilieu en Infrastructuur : O afdeling Monumenten en Landschappen van de administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschappen - Instituut voor het Archeologisch Patrimonium 10.De Vlaamse minister van Economie, Ruimtelijke Ordening en Media is, wat het individueel personeelsbeheer betreft, bevoegd voor : - departement Wetenschap, Innovatie en Media : O administratie Media O administratie Wetenschap en Innovatie O secretariaat van de Vlaamse Raad voor Wetenschapsbeleid - departement Economie, Werkgelegenheid, Binnenlandse Aangelegenheden en Landbouw : O administratie Economie : 1° afdeling Economisch Ondersteuningsbeleid 2° afdeling Europa Economie 3° afdeling Inspectie Economie O Commissie Preventief Bedrijfsbeleid O Dienst Investeren in Vlaanderen - departement Leefmilieu en Infrastructuur : O administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschappen : 1° afdeling Ruimtelijke Planning 2° afdeling Stedenbouwkundige Vergunningen 3° afdeling Bouwinspectie 11.De minister vice-president van de Vlaamse regering en Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, en de Vlaamse minister van Economie, Ruimtelijke Ordening en Media zijn, wat het individueel personeelsbeheer betreft, bevoegd voor : - departement Economie, Werkgelegenheid, Binnenlandse Aangelegenheden en Landbouw : O afdeling Natuurlijke Rijkdommen en Energie van de administratie Economie 12. De Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Ambtenarenzaken en Sport en de Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Stedelijk Beleid, Huisvesting en Brusselse Aangelegenheden zijn, wat het individueel personeelsbeheer betreft, bevoegd voor : - departement Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur : O afdeling Jeugd en Sport van de administratie Cultuur 13.De Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Ambtenarenzaken en Sport en de Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen zijn, wat het individueel personeelsbeheer betreft, bevoegd voor : - departement Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur : O afdeling Preventieve en Sociale Gezondheidszorg Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse regering van 22 oktober 1999 tot vaststelling van regelen inzake ambtenarenzaken en individueel personeelsbeheer in de diensten van de Vlaamse regering en in de Vlaamse openbare instellingen.
Brussel, 22 oktober 1999.
De minister-president van de Vlaamse regering en Vlaams minister van Financiën, Begroting, Buitenlands Beleid en Europese Aangelegenheden, P. DEWAEL De minister vice-president van de Vlaamse regering en Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, S. STEVAERT De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, Mevr. M. VOGELS De Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Stedelijk Beleid, Huisvesting en Brusselse Aangelegenheden, B. ANCIAUX De Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming, Mevr. M. VANDERPOORTEN De Vlaamse minister van Werkgelegenheid en Toerisme, R. LANDUYT De Vlaamse minister van Leefmilieu en Landbouw, Mevr. V. DUA De Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Ambtenarenzaken en Sport, J. SAUWENS De Vlaamse minister van Economie, Ruimtelijke Ordening en Media, D. VAN MECHELEN