gepubliceerd op 06 december 2024
Besluit van de Vlaamse Regering tot weigering van een opsporingsvergunning voor aardwarmte in de regio Lommel aan de vennootschap GEO@Lommel nv
22 NOVEMBER 2024. - Besluit van de Vlaamse Regering tot weigering van een opsporingsvergunning voor aardwarmte in de regio Lommel aan de vennootschap GEO@Lommel nv
Rechtsgrond Dit besluit is gebaseerd op: - het
decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
08/05/2009
pub.
06/07/2009
numac
2009202546
bron
vlaamse overheid
Decreet betreffende de diepe ondergrond
sluiten betreffende de diepe ondergrond (DDO), artikel 63/1, § 1, ingevoegd bij het decreet van 25 maart 2016, artikel 63/6, ingevoegd bij het decreet van 25 maart 2016.
Vormvereisten De volgende vormvereiste(n) is/zijn vervuld: - de uitnodiging om aanvragen in te dienen voor een soortgelijke vergunning voor het opsporen van aardwarmte voor hetzelfde volumegebied werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 2 mei 2024. - de inspectie van Financiën heeft advies gegeven op 18 november 2024.
Motivering Dit besluit is gebaseerd op de volgende motieven: Op 8 december 2023 diende HITA nv, voor rekening van de vennootschap in oprichting GEO@Lommel nv, hierna "de aanvrager" genoemd, een aanvraag in voor een opsporingsvergunning voor aardwarmte in de regio Lommel, volledig bevonden op 7 maart 2024.
Overeenkomstig artikel 63/2 van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond sluiten betreffende de diepe ondergrond, werd op 2 mei 2024 een oproep voor het indienen van aanvragen voor een opsporingsvergunning voor aardwarmte voor het betreffende volumegebied door andere belangstellenden gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.
Binnen de mededingingstermijn van negentig dagen na publicatie van de oproep tot mededinging werden geen andere vergunningsaanvragen ingediend.
Uit de beoordeling van de vergunningscriteria conform artikel 63/6 van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond sluiten betreffende de diepe ondergrond (DDO) blijkt dat de aanvrager onvoldoende aangetoond heeft hoe hij de nodige financiële middelen zal kunnen verwerven om de activiteiten, zoals deze zijn omschreven in de projectfasering, binnen de vergunningstermijn uit te voeren (art. 63/6, 1° DDO en verder gespecificeerd in artikel 14/34, § 2 van het BVR). Uit de stukken die ter staving van dit vergunningscriterium werden bijgebracht, blijkt immers dat er nog geen eigen financiële middelen voorhanden zijn, noch kan verwezen worden naar een projectovereenkomst waaruit met voldoende zekerheid blijkt dat voldoende financiële middelen ter beschikking staan of zullen staan van de aanvrager. Er werd uitsluitend een intentieovereenkomst gesloten met één partij en een letter of support voorgelegd van een andere. Er wordt echter niet aannemelijk gemaakt dat deze partijen zich zullen verbinden tot effectieve projectovereenkomsten.
Uit de beoordeling van de vergunningscriteria conform artikel 63/6 van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond sluiten betreffende de diepe ondergrond (DDO) blijkt dat de aanvrager onvoldoende aangetoond heeft hoe de manier waarop hij zich voorneemt de opsporingsactiviteiten te verrichten, beantwoordt aan een verantwoorde en efficiënte opsporing (art. 63/6, 2° DDO).Geologisch-technisch is het dossier weliswaar gedetailleerd uitgewerkt en degelijk onderbouwd rekening houdend met de huidige kennis en inzicht in een nog grotendeels onverkend terrein, maar de grootste onzekerheid situeert zich op vlak van de voorgestelde projectfasering en de oprichting van de vennootschap die houder zou zijn van de vergunning. Doordat nog een uitgebreid traject van voorbereidingswerkzaamheden en financieel-juridische beslissingen doorlopen zal moet worden voordat de opsporingsactiviteiten die voorwerp uitmaken van de opsporingsvergunning zouden kunnen worden uitgevoerd, wordt niet aannemelijk gemaakt dat de voorgestelde projectfasering gehaald zal kunnen worden binnen de vergunningstermijn van vijf jaar.
Het aangevraagde project bevindt zich nog in een premature fase door de onzekerheden rond de projectvennootschap in oprichting. Dat brengt bovendien andere risico's inzake vergunningverlening met zich mee. Zo is het niet duidelijk wie de vergunninghouder zal zijn en wie bijgevolg verantwoordelijk zal zijn voor de uitvoering van de vergunde activiteiten. Het blijkt ook niet duidelijk uit de aanvraag welke partij de eigendomsrechten heeft over de gronden in het volumegebied waarvoor de opsporingsvergunning wordt aangevraagd. De boringen zijn voorlopig voorzien op het perceel van een onderneming die zich nog niet aan de vennootschap heeft gebonden.
Als conclusie kan gesteld worden dat op basis van artikel 63/6, 1° en 2° van het DDO onvoldoende aannemelijk werd gemaakt dat de aanvrager tijdig de financiële middelen voor de activiteiten waarvoor de vergunning wordt aangevraagd zal kunnen verwerven en vervolgens de voorgestelde projectfasering als voorstel van de manier waarop wordt voorgenomen de activiteiten waarvoor de vergunning wordt aangevraagd uit te voeren, zal kunnen naleven. Initiatiefnemer Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Omgeving en Landbouw.
Gelet op bovenstaande beoordeling wordt de gevraagde vergunning niet verleend.
Na beraadslaging, DE VLAAMSE REGERING BESLUIT:
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder aanvrager: GEO@Lommel nv.
Art. 2.De aanvrager wordt geen opsporingsvergunning voor aardwarmte verleend.
Art. 3.De beslissing wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Een afschrift van de beslissing wordt door de Vlaamse minister, bevoegd voor de omgeving en de natuur, per beveiligde zending verstuurd aan de aanvrager.
Art. 4.De Vlaamse minister, bevoegd voor de omgeving en de natuur, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 22 november 2024.
De minister-president van de Vlaamse Regering, M. DIEPENDAELE De Vlaamse minister van Omgeving en Landbouw, J. BROUNS