gepubliceerd op 23 augustus 2005
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 1988 houdende de organisatie van de arbeidsbemiddeling en de beroepsopleiding
22 JULI 2005. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 1988 houdende de organisatie van de arbeidsbemiddeling en de beroepsopleiding
De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 20 maart 1984 houdende uitbreiding van de bevoegdheden van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling, inzonderheid op artikel 4, gewijzigd bij het decreet van 27 juni 2003;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 1988 houdende de organisatie van de arbeidsbemiddeling en de beroepsopleiding, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 29 oktober 2004;
Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding, gegeven op 6 juli 2005;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 7 juli 2005;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 18 juli 2005;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat dringend uitvoering gegeven moet worden aan het Vlaams Werkgelegenheidsakkoord 2005-2006 om via die maatregelen tienduizend werkzoekenden duurzaam tewerk te stellen; dat de maatregel zo spoedig mogelijk moet worden geïmplementeerd om binnen de tweejarige termijn van het Vlaams Werkgelegenheidsakkoord concrete resultaten te boeken; dat die maatregel voor diegenen die hun studie beëindigd hebben in het schooljaar 2004-2005 zo vlug mogelijk van toepassing moet zijn zodat de werkloosheidsduur zo kort mogelijk wordt gehouden omdat anders de kansen op tewerkstelling significant zullen dalen;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Titel III, hoofdstuk IV (of : Artikel 133bis tot 133 sexies ) van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 1988 houdende de organisatie van de arbeidsbemiddeling en de beroepsopleiding wordt (worden) opgeheven.
Art. 2.In titel III, hoofdstuk III van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 18 november 1997, 6 juli 1999, 14 april 2000, 6 december 2002 en 29 oktober 2004, wordt een opschrift ingevoegd, dat luidt als volgt : « Afdeling I. Algemeen stelsel ».
In titel III, hoofdstuk III van hetzelfde besluit wordt het opschrift « Afdeling 1. - In een onderneming » vervangen door het opschrift « Onderafdeling I. - In een onderneming » en wordt het opschrift « Afdeling 2. - In een onderwijsinrichting » vervangen door «
Onderafdeling II. - In een onderwijsinrichting ».
Art. 3.In titel III van hetzelfde besluit wordt onder hoofdstuk III een afdeling II ingevoegd, die luidt als volgt : « Afdeling II. Bijzonder stelsel : de instapopleiding
Art. 133bis.§ 1. Onder instapopleiding wordt verstaan de individuele beroepsopleiding zoals bepaald in artikel 120, die verstrekt wordt aan een van de volgende personen : 1° een werkzoekende na het volgen van een volledige beroepsopleiding;2° een kortgeschoolde schoolverlater die is ingeschreven als werkzoekende. § 2. De volledige beroepsopleiding is een VDAB-opleiding of een door de VDAB erkende beroepsopleiding van minstens vierhonderd uren die een werkzoekende in trajectbegeleiding heeft gevolgd binnen negen maanden voor de instapopleiding.
De werkzoekende moet met de instapopleiding starten binnen vier maanden na het beëindigen van de volledige beroepsopleiding. § 3. De kortgeschoolde schoolverlater is een persoon die na het einde of stopzetten van de studie ingeschreven is als werkzoekende en die ten hoogste een van de volgende diploma's of studiebewijzen heeft : 1° algemeen secundair onderwijs van de eerste graad;2° technisch secundair, beroepssecundair of kunstsecundair onderwijs van de tweede graad;3° middenstandsopleiding;4° deeltijds beroepssecundair onderwijs;5° buitengewoon secundair onderwijs;6° alternerend beroepsonderwijs. De kortgeschoolde schoolverlater moet met de instapopleiding starten binnen vier maanden na inschrijving als werkzoekende. De kortgeschoolde schoolverlater, ingeschreven als werkzoekende in het schooljaar 2004-2005, die in de loop van dit schooljaar uit de studie is gestapt of de studie heeft beëindigd, moet met de instapopleiding starten binnen vier maanden na de inwerkingtreding van dit besluit. § 4. De Dienst beslist of de in § 1 vermelde werkzoekenden een instapopleiding kunnen genieten. Die werkzoekenden behoren tot een van de volgende categorieën : 1° volledig uitkeringsgerechtigde werklozen;2° gerechtigden op leefloon;3° werkzoekenden die door de RVA worden erkend in het kader van het jongerenactiva opleidingsplan.
Art. 133ter.De opleidingsduurtijd van de instapopleiding bedraagt twee maanden.
Art. 133quater.De cursist die een instapopleiding volgt in een onderneming, vzw of een administratieve overheid verkrijgt een premie die met elke productieve arbeid overeenkomt. Het bedrag van de productiviteitspremie wordt uitgedrukt als het verschil tussen het normale loon van het beroep en het inkomen waarop de cursist recht heeft op grond van werkloosheid of leefloon.
De Dienst zorgt maandelijks voor de betaling van de productiviteitspremie aan de cursist en voor een verklaring met melding van de productiviteitspremie die hem/haar werd uitbetaald. Het model van verklaring wordt door het Beheerscomité bepaald.
De onderneming, vzw of administratieve overheid is aan de Dienst maandelijks een bedrag verschuldigd dat overeenstemt met het verschil tussen het normale loon van het beroep en de gemiddelde werkloosheidsuitkering. De gemiddelde werkloosheidsuitkering wordt door het Beheerscomité vastgelegd.
Art. 133quinquies.Artikel 125 tot 129 zijn van toepassing op de instapopleiding. »
Art. 4.Dit besluit treedt in werking op de datum van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
Art. 5.De Vlaamse minister, bevoegd voor Werk, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 22 juli 2005.
De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming, F. VANDENBROUCKE