gepubliceerd op 29 september 2014
Besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 oktober 2012 houdende uitvoering van het decreet van 25 mei 2012 betreffende de preventie en bestrijding van doping in de sport, wat betreft het biologisch paspoort
20 JUNI 2014. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 oktober 2012Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 19/10/2012 pub. 07/11/2012 numac 2012036157 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende uitvoering van het decreet van 25 mei 2012 betreffende de preventie en bestrijding van doping in de sport sluiten houdende uitvoering van het decreet van 25 mei 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/05/2012 pub. 12/07/2012 numac 2012035749 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de preventie en bestrijding van doping in de sport sluiten betreffende de preventie en bestrijding van doping in de sport, wat betreft het biologisch paspoort
De Vlaamse Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20;
Gelet op het Antidoping decreet van 25 mei 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/05/2012 pub. 12/07/2012 numac 2012035749 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de preventie en bestrijding van doping in de sport sluiten, artikelen 15, § 3, 28, § 1, vijfde lid en 29 § 1, vijfde lid;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 19 oktober 2012Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 19/10/2012 pub. 07/11/2012 numac 2012036157 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende uitvoering van het decreet van 25 mei 2012 betreffende de preventie en bestrijding van doping in de sport sluiten houdende uitvoering van het decreet van 25 mei 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/05/2012 pub. 12/07/2012 numac 2012035749 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de preventie en bestrijding van doping in de sport sluiten betreffende de preventie en bestrijding van doping in de sport;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 17 februari 2014;
Gelet op het advies van de Raad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media, gegeven op 24 maart 2014;
Gelet op advies nr. 56.274/3 van de Raad van State, gegeven op 28 mei 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.In artikel 25 van hetzelfde besluit wordt het woord "experts" vervangen door het woord "experten".
Art. 2.Aan artikel 44, 6°, van hetzelfde besluit wordt de volgende zinsnede toegevoegd: ", zorgt ervoor dat de flesjes voldoende gevuld zijn en, nadat de bloedtoevoer in de flesjes stopt, keert de buisjes zachtjes drie keer om".
Art. 3.Het tweede lid van artikel 52 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.".
Art. 4.In artikel 53, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt tussen het woord "met" en het woord "de" wordt de zinsnede "de expert, vermeld in artikel 54, en" ingevoegd.
Art. 5.Artikel 54 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt: "
Art. 54.De APME geeft aan de hand van het adaptieve model na elke monstername een score aan het profiel van de elitesporter. Het profiel van een elitesporter is atypisch als het adaptieve model een score van 99 of hoger aangeeft.
In geval van een atypisch steroïden- of bloedprofiel deelt de APME dat mee aan de NADO die een expert aanwijst die voor de module relevant is, om het desbetreffende geanonimiseerde biologisch paspoort te onderzoeken en te beoordelen.
Als het bloedprofiel gebaseerd is op een unieke bloedwaarde, en deze bloedwaarde wordt als atypisch beschouwd door het adaptieve model, kan de NADO bijkomende monsternames doen voor ze het atypische profiel doorstuurt naar de expert, vermeld in het tweede lid. De APME zal het meest geschikte tijdstip voor de bijkomende monstername suggereren.
Als het steroïdenprofiel gebaseerd is op een unieke steroïdenwaarde, en deze steroïdenwaarde wordt als atypisch beschouwd door het adaptieve model gezien de T:E waarde groter is dan 4:1, zal een bijkomende IRMS-analyse uitgevoerd worden op het monster. Als die analyse negatief is, zal de NADO bijkomende monsters verzamelen om een longitudinaal profiel te verkrijgen dat verwerkt kan worden door de APME aan de hand van het adaptieve model.
Als de betrokken expert van oordeel is dat het profiel normaal is, wordt geen verder gevolg gegeven aan het atypische profiel.
Als de betrokken expert van oordeel is dat het profiel verdacht is, deelt de expert dat mee aan de APME die de NADO gericht testen zal aanbevelen of andere aanbevelingen zal doen.
Als de betrokken expert van oordeel is dat het profiel op een pathologische toestand wijst, brengt expert de NADO daarvan op de hoogte via de APME en brengt de NADO vervolgens de elitesporter daarvan op de hoogte.
Als de betrokken expert van oordeel is dat het zeer onwaarschijnlijk is dat het profiel het resultaat is van een normale fysiologische of pathologische toestand, en waarschijnlijk het resultaat is van het gebruik van een verboden stof of methode, wordt het biologisch paspoort door de APME bezorgd aan twee bijkomende experten die relevant zijn voor de module, die de APME aanwijst en die samen met de eerste expert de commissie van experten vormen.
De commissie van experten werkt in onderling overleg. Ze werkt samen met de APME en kan via de APME aan de NADO bijkomende gegevens vragen, zoals aanvullende medische gegevens, gegevens over sportpraktijken of trainingsgegevens van de elitesporter. Ze kan ook deskundigen raadplegen en bijkomende informatie opvragen bij ADO of bij laboratoria over elk monster in het profiel.
De identiteit van de elitesporter is in deze stand van de procedure niet bekend bij de commissie van experten.
Als de commissie van experten unaniem van oordeel is dat er sprake kan zijn van een afwijkend paspoortresultaat, worden de bepalingen, vermeld in artikel 55 tot en met 58, toegepast. In de overige gevallen kan de commissie van experten aan de APME bijkomende informatie of expertise vragen of aan de NADO aanvullende dopingcontroles aanbevelen.".
Art. 6.Artikel 55 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt: "
Art. 55.Als de commissie van experten unaniem van oordeel is dat er sprake kan zijn van een afwijkend paspoortresultaat, stelt de APME, in voorkomend geval in overleg met de commissie van experten, het ABPDP samen dat minstens de volgende gegevens bevat: 1° het geslacht en de leeftijd van de elitesporter, de sport en de discipline;2° de biologische data en het verkregen resultaat op basis van het adaptieve model;3° de aard van de monstername, het nummer van het monster en het interne laboratoriumnummer;4° eventuele wedstrijdinformatie;5° de documenten die melding maken van de personen die verantwoordelijk zijn voor de relevante monsters vanaf het moment van de monsterneming tot het moment waarop het monster ter analyse wordt ontvangen;6° informatie van de dopingcontroleformulieren voor elk monster dat afgenomen is gedurende de periode, bepaald door de APME en de experten. Voor de bloedmodule is de volgende bijkomende informatie vereist: 1° informatie over eventuele hoogteverblijven van de elitesporter binnen de periode, bepaald door het commissie van experten;2° de temperatuuromstandigheden bij het transport van de monsters in kwestie;3° de relevante laboratoriumdocumentatie, met inbegrip van de bloedresultaten, de grafieken van het adaptieve model en de interne en externe kwaliteitscontroles;4° informatie over eventuele bloedtransfusies of significant bloedverlies van de elitesporter in de voorafgaande drie maanden. Voor de steroïdenmodule is de volgende bijkomende informatie vereist: 1° de pH;2° de soortelijke dichtheid;3° de laboratoriumdocumentatie, met inbegrip van de screening en van bevestigde waarden van steroïdenconcentraties en ratio's, als dat van toepassing is;4° de IRMS-resultaten, als dat van toepassing is;5° de indicaties van ethanolgebruik: concentraties van ethanol en ethanolmetabolieten in de urine;6° de indicaties van bacteriële activiteiten; 7° de indicaties van genomen medicatie, verklaard of gedetecteerd, die het steroïdenprofiel kan beïnvloeden.".
Art. 7.Artikel 57 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt: "
Art. 57.De commissie van experten beoordeelt, in overleg met de NADO en de APME, de verklaring en informatie die ze in voorkomend geval heeft ontvangen van de elitesporter, en stelt een definitieve gemotiveerde beoordeling op. Het onderzoek blijft anoniem, hoewel de opgevraagde specifieke informatie mogelijks kan leiden tot de identificatie van de sporter. Dit zal de geldigheid van de procedure niet beïnvloeden.
Als de commissie van experten unaniem van oordeel blijft, op basis van dezelfde gegevens in het biologisch paspoort, dat ze tot dezelfde conclusie komt als de eerste expert, namelijk dat het zeer onwaarschijnlijk is dat het profiel het resultaat is van een normale fysiologische of pathologische toestand, en waarschijnlijk het resultaat is van het gebruik van een verboden stof of methode, brengt de APME de NADO ervan op de hoogte dat er sprake is van een afwijkend paspoortresultaat. De NADO brengt vervolgens de elitesporter en de bevoegde disciplinaire organen op de hoogte van de definitieve gemotiveerde beslissing.
Als de commissie van experten niet tot een unaniem oordeel kan komen op basis van de beschikbare informatie, kan ze bijkomend onderzoek of controles aanbevelen.".
Art. 8.In artikel 58, eerste lid van hetzelfde besluit worden de woorden "om de anonimiteit te garanderen van potentiële toekomstige paspoortprocedures" toegevoegd;
Art. 9.In artikel 59 van hetzelfde besluit wordt voor het eerste lid een lid ingevoegd, dat luidt als volgt: "De bloedmodule van het biologisch paspoort kan door de NADO worden opgesteld voor de elitesporters die een sportdiscipline beoefenen waarvoor de bevoegde internationale federatie de bloedmodule van het biologisch paspoort hanteert.".
Art. 10.Artikel 61 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt: "
Art. 61.Het dopingcontroleformulier bevat bij een monsterneming voor de bloedmodule van het biologisch paspoort ook de volgende elementen: 1° de bevestiging dat de monstername niet binnen twee uur na een training of wedstrijd plaatsvond;2° de informatie of de sporter al dan niet bloedverlies of bloedtransfusies heeft ondergaan, en het geschatte volume ervan, in een periode van drie maanden voorafgaand aan de monsterneming;3° de informatie of de sporter enige vorm van hoogtesimulatie heeft gebruikt in de twee weken voorafgaand aan de monsterneming en zo ja, zo veel mogelijk informatie over het type toestel en de manier waarop het werd gebruikt; 4° de informatie of de sporter op een hoogte van meer dan duizend meter is verbleven in de twee weken voorafgaand aan de monsterneming en zo ja, of bij twijfel, de naam en de locatie van de verblijfplaats en de duur van het verblijf, alsook de geschatte hoogte.".
Art. 11.In artikel 62, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt het woord "zesendertig" vervangen door het getal "48".
Art. 12.In hoofdstuk 7 van hetzelfde besluit wordt afdeling 3, die bestaat uit artikel 63, vervangen door wat volgt: "Afdeling 3. Steroïdenmodule van het biologisch paspoort
Art. 63.De steroïdenmodule van het biologisch paspoort kan door de NADO worden opgesteld voor de elitesporters die een sportdiscipline beoefenen waarvoor de bevoegde internationale federatie de steroïdenmodule van het biologisch paspoort hanteert.
De monsterneming voor de steroïdenmodule van het biologisch paspoort wordt uitgevoerd conform artikel 43 en 45.".
Art. 13.In artikel 88 van hetzelfde besluit wordt het woord "experts" vervangen door het woord "experten".
Art. 14.De Vlaamse minister, bevoegd voor de medisch verantwoorde sportbeoefening, en de Vlaamse minister, bevoegd voor de lichamelijke opvoeding, de sport en het openluchtleven, zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 20 juni 2014.
De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport, Ph. MUYTERS