20 JUNI 2003. - Besluit van de Vlaamse regering tot vaststelling van het statuut van de regeringscommissarissen bij de naamloze vennootschap van publiek recht Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel

De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 13 december 2002 houdende de oprichting van de naamloze vennootschap van publiek recht Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel (BAM), inzonderheid op artikel 23;

Gelet op het begrotingsakkoord van de Vlaamse minister bevoegd voor de Begroting, gegeven op 24 maart 2003;

Gelet op de beslissing van de Vlaamse regering over het verzoek aan de Raad van State om advies te geven binnen een termijn van een maand;

Gelet op het advies nr. 35.207/3 van de Raad van State, gegeven op 13 mei 2003, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister bevoegd voor Openbare Werken en Mobiliteit en de Vlaamse minister bevoegd voor Financiën;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.De commissarissen van de Vlaamse regering bij BAM worden aangesteld totdat de projecten van het Masterplan Antwerpen, zoals goedgekeurd door de Vlaamse regering op 15 december 2000, gerealiseerd zijn.

De aanstellingen kunnen voor een periode van telkens zes jaar verlengd worden indien de vennootschap niet ontbonden wordt na de realisatie van het Masterplan Antwerpen.

Op eenvoudig verzoek van een commissaris van de Vlaamse regering kan zijn aanstelling voortijdig beëindigd worden. De aanstellingen nemen steeds een einde bij ontbinding van de vennootschap.

Art. 2.Behoudens toepassing van andere wettelijke of decretale bepalingen, is het mandaat van commissaris van de Vlaamse regering bij BAM onverenigbaar met dat van : 1° lid van een regering, zowel op federaal niveau als op niveau van de gewesten en gemeenschappen;2° lid van een wetgevende vergadering, zowel op federaal niveau als op niveau van de gewesten en gemeenschappen;3° lid van het Europees Parlement en van de Europese Commissie;4° provinciegouverneur, lid van de bestendige deputatie van een provincieraad, lid van een provincieraad en provinciegriffier;5° arrondissementscommissaris of adjunct-arrondissementscommissaris, 6° burgemeester;7° lid van de rechterlijke macht;staatsraad of assessor in de Raad van State of lid van het auditoriaat van de Raad van State, rechter of referendaris van het Arbitragehof; 8° personeelslid of bestuurder van BAM.

Art. 3.De commissarissen van de Vlaamse regering bij BAM mogen geen andere beroepsactiviteiten of andere bezoldigde activiteiten uitoefenen dan met toestemming van de Minister op wiens voordracht ze werden benoemd.

Art. 4.§ 1. In geval van tijdelijke afwezigheid of verhindering van een commissaris van de Vlaamse regering bij BAM, kan de minister op wiens voordracht deze commissaris werd aangeduid, voor de duur van de afwezigheid van de titularis een plaatsvervanger aanstellen die voldoet aan de voorwaarden zoals bepaald in dit besluit.

De plaatsvervanger geniet dezelfde bezoldigingsregeling als de regeringscommissaris. § 2. In geval van voortijdige beëindiging van het mandaat van commissaris van de Vlaamse regering wordt tot vervanging overgegaan overeenkomstig artikel 23 van het decreet houdende de oprichting van de naamloze vennootschap van publiek recht BAM.

Art. 5.De commissarissen van de Vlaamse regering bij BAM rapporteren elk afzonderlijk aan de Minister op wiens voordracht de betrokken commissaris van de Vlaamse regering werd aangeduid en volgens de instructies die zij hierover ontvangen.

Art. 6.De commissarissen van de Vlaamse regering bij BAM zijn verplicht zowel gedurende hun aanstelling als na de beëindiging ervan, zich ervan te onthouden ruchtbaarheid te geven aan de inlichtingen of feiten waarvan zij uit hoofde van hun functie kennis hebben gekregen.

Art. 7.§ 1. De commissarissen van de Vlaamse regering bij BAM worden bezoldigd overeenkomstig de salarisschaal A 311 van toepassing op het personeel van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.

Aan de commissarissen van de Vlaamse regering wordt een forfaitaire onkostenvergoeding eigen aan de uitoefening van hun functie toegekend.

Dit bedrag wordt vastgesteld op EUR 5.500 per jaar en is gekoppeld aan de schommelingen van het prijsindexcijfer bedoeld in artikel 2 van het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van 's Lands concurrentievermogen.

Zij genieten het officieel verlof, de jaarlijkse vakantie, de kinderbijslag, de geboortepremie, de haard- en standplaatstoelage, het vakantiegeld, de eindejaarstoelage en gelijk welke andere toelage tegen het bedrag en onder de voorwaarden bepaald voor het personeel van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.

De regeling inzake ziekteverlof, arbeidsongevallen en beroepsziekten van toepassing op het personeel van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap is van overeenkomstige toepassing op de commissarissen van de Vlaamse regering bij BAM. § 2. De bezoldigingen en vergoedingen voorzien in dit besluit vallen ten laste van de begroting van het Vlaamse Gewest.

Art. 8.De Vlaamse regering stelt personeel ter beschikking van de commissarissen van de Vlaamse regering bij BAM ter ondersteuning van hun controletaak.

Het Vlaamse Gewest draagt de loonlast van de eigen personeelsleden en van personeelsleden die met toestemming van de Vlaamse Regering van andere rechtspersonen die afhangen van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest worden gedetacheerd om een functie te vervullen bij een commissaris van de Vlaamse regering bij BAM.

Art. 9.Indien een ambtenaar die valt onder toepassing van het besluit van de Vlaamse regering van 15 juli 2002 houdende de organisatie van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en de regeling van de rechtspositie van het personeel, wordt aangewezen als commissaris van de Vlaamse regering bij BAM of wordt gedetacheerd om een functie te vervullen bij een commissaris van de Vlaamse regering bij BAM, wordt hem ambtshalve verlof verleend voor de uitoefening van een opdracht voor algemeen belang.

Art. 10.De administratieve standplaats van de commissarissen van de Vlaamse regering is gevestigd bij de maatschappelijke zetel van BAM.

Art. 11.De Vlaamse minister bevoegd voor Openbare Werken en Mobiliteit en de Vlaamse minister bevoegd voor Financiën zijn belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 20 juni 2003.

De minister-president van de Vlaamse regering, B. SOMERS De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, G. BOSSUYT De Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Ruimtelijke Ordening, Wetenschappen en Technologische Innovatie, D. VAN MECHELEN