gepubliceerd op 10 mei 2023
Besluit van de Vlaamse Regering houdende opheffing van de Watering De Oostelijke Mark
20 JANUARI 2023. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende opheffing van de Watering De Oostelijke Mark
Rechtsgrond(en) Dit besluit is gebaseerd op: - de wet van 5 juli 1956 betreffende de wateringen, artikel 2, 6, en 7; - de
wet van 28 december 1967Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
28/12/1967
pub.
17/08/2007
numac
2007000737
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Wet betreffende de onbevaarbare waterlopen
sluiten betreffende de onbevaarbare waterlopen, artikel 2 en 7, gewijzigd bij het decreet van 26 april 2019; - het koninklijk besluit van 23 januari 1958 houdende bepaling van de datum waarop de wet betreffende de wateringen en de wet betreffende de polders in werking treden, en houdende afbakening van de polderzones.
Vormvereisten De volgende vormvereisten zijn vervuld: - Tijdens het openbaar onderzoek dat werd georganiseerd van 12 augustus 2022 tot en met 10 september 2022 in de gemeente Merksplas werd 1 bezwaarschrift ingediend. - Tijdens het openbaar onderzoek dat werd georganiseerd van 18 juli 2022 tot en met 18 augustus 2022 in de stad Turnhout werden geen opmerkingen of bezwaren ingediend. - Tijdens het openbaar onderzoek dat werd georganiseerd van 9 augustus 2022 tot en met 9 september 2022 in de gemeente Baarle-Hertog werden geen opmerkingen of bezwaren ingediend. - De deputatie van de provincie Antwerpen heeft gunstig advies gegeven op 20 oktober 2022. - De Watering De Oostelijke Mark heeft gunstig advies gegeven op 5 november 2021.
Motivering Dit besluit is gebaseerd op de volgende motieven: - De opheffing van kleine en geïsoleerde polders en wateringen draagt bij tot een efficiëntere aanpak van het waterbeheer, een administratieve vereenvoudiging en tot een betere dienstverlening voor de burgers. - Het uitblijven van een beslissing omtrent een eventuele fusie met Watering De Beneden Mark noopt het bestuur tot opheffing van de Watering De Oostelijke Mark mede gelet op het gebrek aan bestuursleden waardoor de mandaten niet ingevuld raken. - Het beheer van de onbevaarbare waterlopen 3de categorie en 2de categorie is in de praktijk sinds eind 2021 reeds overgenomen door respectievelijk het gemeentebestuur Merksplas en de provincie Antwerpen. - Grachten van groot belang voor de detailwaterhuishouding zullen geklasseerd worden als onbevaarbare waterloop of aangeduid worden als publieke gracht in beheer van een gemeente. - Het enige bezwaar ingediend tijdens het openbaar onderzoek in de gemeente Merksplas, strikt genomen pas ontvangen na sluiting van het openbaar onderzoek, handelt over het gebrek aan onderhoud van een gracht en gaat niet over de opheffing van de watering, maar over de eventuele klassering van een gracht als onbevaarbare waterloop. De procedure tot het klasseren van grachten tot onbevaarbare waterlopen staat evenwel los van de opheffingprocedure. - De Inspectie van Financiën heeft positief advies gegeven op 04/01/2023.
Juridisch kader Dit besluit sluit aan bij de volgende regelgeving: - Decreet van 18 juli 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/07/2003 pub. 14/11/2003 numac 2003201696 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het integraal waterbeleid sluiten betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018.
Initiatiefnemer Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme.
Na beraadslaging, DE VLAAMSE REGERING BESLUIT:
Artikel 1.De Watering De Oostelijke Mark wordt opgeheven.
Art. 2.Na opheffing van de Watering De Oostelijke Mark worden de waterlopen beheerd zoals bepaald in de wet van 28 december 1967Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/12/1967 pub. 17/08/2007 numac 2007000737 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de onbevaarbare waterlopen sluiten betreffende de onbevaarbare waterlopen.
Art. 3.Het saldo van het vermogen van de watering zal verdeeld worden tussen de gemeenten en de provincie naar rato van het aantal kilometer te beheren waterlopen en zal aangewend worden voor werken in het kader van de waterhuishouding in het gebied. De roerende goederen (nihil) en het archief worden overgedragen aan het provinciebestuur.
Art. 4.De Vlaamse minister, bevoegd voor het leefmilieu en het waterbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 20 januari 2023.
De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme, Z.DEMIR