gepubliceerd op 02 juli 2002
Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 1999 houdende de procedureregels inzake de infrastructuur voor persoonsgebonden aangelegenheden
19 APRIL 2002. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 1999 houdende de procedureregels inzake de infrastructuur voor persoonsgebonden aangelegenheden
De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 23 februari 1994 inzake de infrastructuur voor persoonsgebonden aangelegenheden, gewijzigd bij de decreten van 20 december 1996 en 16 maart 1999;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 1999 houdende de procedureregels inzake de infrastructuur voor persoonsgebonden aangelegenheden, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 9 maart 2001;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Begroting, gegeven op 21 augustus 2001;
Gelet op de beraadslaging van de Vlaamse regering, op 14 september 2001, betreffende de aanvraag om advies bij de Raad van State binnen een maand;
Gelet op het advies van de Raad van State nr. 32.433/3, gegeven op 19 februari 2002, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 1999 houdende de procedureregels inzake de infrastructuur voor persoonsgebonden aangelegenheden, wordt een 28°bis ingevoegd, die luidt als volgt : « 28°bis voorzieningen van de bijzondere jeugdbijstand : de begeleidingstehuizen, de gezinstehuizen, de onthaal-, oriëntatie- en observatiecentra, de dagcentra, de thuisbegeleidingsdiensten, de diensten voor begeleid zelfstandig wonen en de diensten voor pleegzorg. »
Art. 2.In artikel 4 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° In § 1, 1°, worden de woorden « 2° tot en met 4° » vervangen door de woorden « 2° tot en met 5° »;2° aan § 1 wordt een 5° toegevoegd, die luidt als volgt : « 5° voor de voorzieningen van de bijzondere jeugdbijstand : a) de ondertekende notulen van de vergadering van de bevoegde organen van de initiatiefnemer met de beslissing om een investeringssubsidie en eventueel een investeringswaarborg aan te vragen;b) de nodige bescheiden, statuten of documenten waaruit blijkt dat de initiatiefnemer een rechtspersoon is die geen materiële winst nastreeft;c) de aanvraag tot goedkeuring van het zorgstrategische plan.»; 3° in § 2 worden de woorden « 2° tot en met 4° » vervangen door de woorden « 2° tot en met 5° ».
Art. 3.In hetzelfde besluit wordt het opschrift van onderafdeling A van afdeling 2 van hoofdstuk II vervangen door wat volgt : « Onderafdeling A. - Specifieke procedure voor de algemene ziekenhuizen, de voorzieningen voor bejaarden, de voorzieningen in de thuiszorg en de voorzieningen van de bijzondere jeugdbijstand. »
Art. 4.In artikel 5 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden « de voorzieningen voor bejaarden en de voorzieningen in de thuiszorg » vervangen door de woorden « de voorzieningen voor bejaarden, de voorzieningen in de thuiszorg en de voorzieningen van de bijzondere jeugdbijstand »; 2° in het laatste lid wordt het bedrag « 20 miljoen Belgische frank » vervangen door het bedrag « 500.000 EUR ».
Art. 5.In artikel 7, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden « voor een voorziening voor bejaarden of voor een voorziening in de huiszorg » vervangen door de woorden « voor een voorziening voor bejaarden, voor een voorziening in de thuiszorg of voor een voorziening van de bijzondere jeugdbijstand ».
Art. 6.In artikel 8 van hetzelfde besluit worden de woorden « hetzij aan de Commissie Zorgstrategie voor de algemene ziekenhuizen, hetzij aan de Commissie Zorgstrategie voor de voorzieningen voor bejaarden en voorzieningen in de thuiszorg » vervangen door de woorden « hetzij aan de Commissie Zorgstrategie voor de algemene ziekenhuizen, hetzij aan de Commissie Zorgstrategie voor de voorzieningen voor bejaarden en voorzieningen in de thuiszorg, hetzij aan de Commissie Zorgstrategie voor de voorzieningen van de bijzondere jeugdbijstand ».
Art. 7.In artikel 9 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid wordt het woord « beide » geschrapt;2° tussen het vierde en het vijfde lid wordt een nieuw lid ingevoegd, dat luidt als volgt : « Bij de Commissie Zorgstrategie voor de voorzieningen van de bijzondere jeugdbijstand worden de drie externe leden aangesteld wegens hun deskundigheid inzake de bijzondere jeugdbijstand.»; 3° in het vijfde lid wordt het woord « beide » geschrapt.
Art. 8.In artikel 15, 2°, van hetzelfde besluit worden de woorden « de algemene ziekenhuizen, de voorzieningen voor bejaarden en de voorzieningen in de thuiszorg » vervangen door de woorden « de algemene ziekenhuizen, de voorzieningen voor bejaarden, de voorzieningen in de thuiszorg en de voorzieningen van de bijzondere jeugdbijstand ».
Art. 9.In artikel 16 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid, 2°, worden de woorden « voor de algemene ziekenhuizen, de voorzieningen voor bejaarden en de voorzieningen in de thuiszorg » vervangen door de woorden « voor de algemene ziekenhuizen, de voorzieningen voor bejaarden, de voorzieningen in de thuiszorg en de voorzieningen van de bijzondere jeugdbijstand »;2° in het laatste lid worden de woorden « inzake de algemene ziekenhuizen, de voorzieningen voor bejaarden en de voorzieningen in de thuiszorg » vervangen door de woorden « inzake de algemene ziekenhuizen, de voorzieningen voor bejaarden, de voorzieningen in de thuiszorg en de voorzieningen van de bijzondere jeugdbijstand ».
Art. 10.In artikel 19 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 worden de woorden « de algemene ziekenhuizen, de voorzieningen voor bejaarden en de voorzieningen in de thuiszorg » vervangen door de woorden « de algemene ziekenhuizen, de voorzieningen voor bejaarden, de voorzieningen in de thuiszorg en de voorzieningen van de bijzondere jeugdbijstand »;2° in § 2, eerste lid, inleidende zin, worden de woorden « de algemene ziekenhuizen, de voorzieningen voor bejaarden en de voorzieningen in de thuiszorg » vervangen door de woorden « de algemene ziekenhuizen, de voorzieningen voor bejaarden, de voorzieningen in de thuiszorg en de voorzieningen van de bijzondere jeugdbijstand »;3° in § 2, eerste lid, 1°, worden de woorden « de algemene ziekenhuizen, de voorzieningen voor bejaarden en de voorzieningen in de thuiszorg » vervangen door de woorden « de algemene ziekenhuizen, de voorzieningen voor bejaarden, de voorzieningen in de thuiszorg en de voorzieningen van de bijzondere jeugdbijstand ».
Art. 11.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2002.
Art. 12.De Vlaamse minister, bevoegd voor de Investeringen voor verzorgingsinstellingen, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 19 april 2002.
De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, M. VOGELS