18 JUNI 2010. - Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van het totale aantal subsidiabele uren gezinszorg voor de diensten voor gezinszorg en aanvullende thuiszorg, en van het bedrag voor de maatregel vervoer voor het jaar 2010

De Vlaamse Regering, Gelet op het Woonzorgdecreet van 13 maart 2009, artikel 60;

Gelet op het decreet van 18 december 2009 houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2010, begrotingsartikel GE0 GD329 3432;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers, bijlage I, artikel 8, tweede lid, en artikel 15, eerste lid;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 19 mei 2010;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat voor een optimaal gebruik van de beschikbare middelen en de optimale terbeschikkingstelling aan de burger van het vastgestelde aanbod aan thuiszorg de urencontingenten gezinszorg voor het jaar 2010 zo snel mogelijk moeten worden vastgelegd;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Ter uitvoering van artikel 8, tweede lid, van bijlage I bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers wordt het totale aantal subsidiabele uren gezinszorg voor de diensten voor gezinszorg en aanvullende thuiszorg voor het jaar 2010 vastgesteld op 16.346.530 uren.

Art. 2.Het bedrag voor de maatregel vervoer, vermeld in artikel 15, § 1, van bijlage I bij hetzelfde besluit, wordt voor het werkjaar 2010 bepaald op 2.647.140,45 euro.

Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2010.

Art. 4.De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 18 juni 2010.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, J. VANDEURZEN