gepubliceerd op 17 oktober 2014
Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het prestatiestelsel van opstellers in het deeltijds kunstonderwijs
18 JULI 2014. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het prestatiestelsel van opstellers in het deeltijds kunstonderwijs
De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 31 juli 1990 betreffende het onderwijs-II, artikel 98, vervangen bij het decreet van 22 juni 2007;
Gelet op het decreet rechtspositie personeelsleden gemeenschapsonderwijs van 27 maart 1991, artikel 3, 12°, gewijzigd bij de decreten van 15 juni 2007 en 30 april 2009, en artikel 77, eerste lid;
Gelet op het decreet rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs van 27 maart 1991, artikel 5, 13°, gewijzigd bij de decreten van 15 juni 2007, 30 april 2009 en 8 mei 2009, en artikel 51, eerste lid;
Gelet op het decreet van 13 juli 2001Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/07/2001 pub. 27/11/2001 numac 2001036320 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het onderwijs-XIII-Mozaïek sluiten betreffende het onderwijs XIII-Mozaïek, artikel IX.3;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 21 september 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 21/09/2007 pub. 29/10/2007 numac 2007036835 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de administratieve omkadering in het deeltijds kunstonderwijs en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1992 betreffende de verdeling van betrekkingen, de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie, de wedertewerkstelling en de toekenning van een wachtgeld of wachtgeldtoelage sluiten betreffende de administratieve omkadering in het deeltijds kunstonderwijs en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1992 betreffende de verdeling van betrekkingen, de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie, de wedertewerkstelling en de toekenning van een wachtgeld of wachtgeldtoelage;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 15 januari 2014;
Gelet op protocol nr. 806 houdende de conclusies van de onderhandelingen die gevoerd werden in de gemeenschappelijke vergaderingen van Sectorcomité X en van onderafdeling "Vlaamse Gemeenschap" van afdeling 2 van het Comité voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten op 18 februari en 27 mei 2014;
Gelet op protocol nr. 574 houdende de conclusies van de onderhandelingen die gevoerd werden in de vergaderingen van het overkoepelend onderhandelingscomité vrij gesubsidieerd onderwijs op 18 februari en 27 mei 2014;
Gelet op advies 56.478/1 van de Raad van State, gegeven op 14 juli 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de personeelsleden die vastbenoemd of tijdelijk aangesteld zijn in het wervingsambt van opsteller of het selectieambt van eerste opsteller in de personeelscategorie van het administratief personeel in de instellingen voor deeltijds kunstonderwijs, gefinancierd of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap, waarop een van de volgende decreten van toepassing is: 1° het decreet rechtspositie personeelsleden gemeenschapsonderwijs van 27 maart 1991;2° het decreet rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs van 27 maart 1991.
Art. 2.§ 1. Voor de personeelsleden, vermeld in artikel 1, wordt een onderscheid gemaakt tussen de administratieve opdracht en de effectieve prestaties. § 2. Administratief bedraagt het aantal wekelijkse prestatie-eenheden voor een ambt met volledige prestaties: 38.
Een ambt met onvolledige prestaties wordt administratief altijd uitgedrukt in een geheel aantal van de prestatie-eenheden, vermeld in het eerste lid. § 3. De effectieve wekelijkse prestaties voor een ambt met volledige prestaties bedragen 36 klokuren.
De effectieve wekelijkse prestaties in een ambt met onvolledige prestaties bedragen hoogstens het evenredige deel van het in het eerste lid vermelde aantal klokuren. Voor het bepalen van dat evenredige deel wordt de omrekeningstabel gebruikt, die als bijlage 1 bij dit besluit gevoegd is.
Art. 3.Voor de toepassing van artikel 28 van het koninklijk besluit van 1 december 1970 houdende bezoldigingsregeling van het administratief personeel, het meesters-, vak- en dienstpersoneel van de rijksinrichtingen voor kleuteronderwijs, voor lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs, is de deler voor een ambt met onvolledige prestaties, gelijk aan 38.
Art. 4.Voor een ambt met volledige prestaties worden uit de administratieve omkadering, vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 21 september 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 21/09/2007 pub. 29/10/2007 numac 2007036835 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de administratieve omkadering in het deeltijds kunstonderwijs en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1992 betreffende de verdeling van betrekkingen, de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie, de wedertewerkstelling en de toekenning van een wachtgeld of wachtgeldtoelage sluiten betreffende de administratieve omkadering in het deeltijds kunstonderwijs en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1992 betreffende de verdeling van betrekkingen, de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie, de wedertewerkstelling en de toekenning van een wachtgeld of wachtgeldtoelage, 38 omkaderingseenheden geput.
Voor een ambt met onvolledige prestaties is het aantal omkaderingseenheden die uit de administratieve omkadering geput worden gelijk aan het aantal prestatie-eenheden als vermeld in artikel 2, paragraaf 2, tweede lid.
Art. 5.Het personeelslid dat zitting heeft in een lokaal inspraakorgaan dat opgericht is door of krachtens een wet of een decreet, krijgt dienstvrijstelling om de vergaderingen van dat inspraakorgaan bij te wonen. De dienstvrijstelling wordt gelijkgesteld met een periode van dienstactiviteit.
Art. 6.In artikel 3, eerste lid, en artikel 4, § 1, eerste lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 september 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 21/09/2007 pub. 29/10/2007 numac 2007036835 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de administratieve omkadering in het deeltijds kunstonderwijs en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1992 betreffende de verdeling van betrekkingen, de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie, de wedertewerkstelling en de toekenning van een wachtgeld of wachtgeldtoelage sluiten betreffende de administratieve omkadering in het deeltijds kunstonderwijs en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1992 betreffende de verdeling van betrekkingen, de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie, de wedertewerkstelling en de toekenning van een wachtgeld of wachtgeldtoelage, worden de woorden "het aantal uren van een voltijdse betrekking opsteller" telkens vervangen door de woorden "het aantal omkaderingseenheden voor een voltijdse betrekking opsteller".
Art. 7.Dit besluit treedt in werking op 1 september 2014.
Art. 8.De Vlaamse minister bevoegd voor het onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 18 juli 2014.
De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel, P. SMET
Bijlage 1. Omrekeningstabel prestatieregeling voor opstellers in het deeltijds kunstonderwijs vanaf 1 september 2014
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 juli 2014 betreffende het prestatiestelsel van opstellers in het deeltijds kunstonderwijs.