Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 18 juli 2003
gepubliceerd op 10 oktober 2003

Besluit van de Vlaamse regering betreffende de verzekering gewaarborgd wonen

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2003201194
pub.
10/10/2003
prom.
18/07/2003
ELI
eli/besluit/2003/07/18/2003201194/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

18 JULI 2003. - Besluit van de Vlaamse regering betreffende de verzekering gewaarborgd wonen


De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, inzonderheid op artikel 80, gewijzigd bij het decreet van 20 december 2002;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 12 mei 1998 betreffende de verzekering tegen inkomensverlies door onvrijwillige werkloosheid en arbeidsongeschiktheid bij hypothecaire leningen voor de bouw, de koop, de renovatie of de koop met renovatie van bepaalde woningen in het Vlaamse Gewest;

Gelet op het advies van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Begroting, verleend op 15 mei 2003;

Gelet op de beraadslaging van de Vlaamse regering, op 16 mei 2003, betreffende de aanvraag om advies bij de Raad van State binnen een maand;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 14 juli 2003, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1o, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Wonen, Media en Sport;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder : 1o minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor het Wonen; 2o administratie : de administratieve eenheid binnen de Vlaamse Gemeenschap die belast is met de uitvoering van het Vlaamse Woonbeleid; 3o verzekeraar : één private instelling aan wie het Vlaamse Gewest de in artikel 2 bedoelde verzekeringsopdracht heeft uitbesteed; 4o aanvrager : één of meer natuurlijke meerderjarige personen die een hypothecaire lening aangaan; 5o inkomen : het aan de personenbelasting onderworpen inkomen van de aanvrager; 6o gemiddeld maandelijks netto-inkomen : a) als de aanvrager een werknemer is, het brutobelastbaar maandloon verminderd met het van toepassing zijnde personenbelastingtarief. Het gemiddeld nettomaandloon van de werknemer is gelijk aan het voor hem meest gunstige gemiddeld nettomaandloon dat resulteert uit de toepassing van één van de hiernavolgende berekeningswijzen : - het gemiddelde nettomaandloon wordt berekend over de laatste zes maanden (voor seizoensarbeid kan men gaan tot de laatste twaalf maanden) die aan de werkloosheid of arbeidsongeschiktheid voorafgaan; - het gemiddelde nettomaandloon wordt berekend over de laatste zes maanden (voor seizoensarbeid kan men gaan tot de laatste twaalf maanden) die voorafgaan aan de datum waarop de verzekeringsdekking verworven werd; b) als de aanvrager een zelfstandige is, het twaalfde deel van het nettoresultaat van het laatst beschikbare aanslagjaar, verlaagd met de basisbelasting en verhoogd met de belastingvermindering op de belastingvrije sommen.Als bij de laatst beschikbare aanslag het huwelijksquotiënt werd toegepast, moet het nettoresultaat tevens verminderd worden met de basisbelasting voor de partner en verhoogd met de belastingvermindering op de belastingvrije som voor de partner; 7o nettovervangingsinkomen : het nettovervangingsinkomen is gelijk aan het brutovervangingsinkomen verminderd met hetzelfde personenbelastingtarief dat bij de berekening van het gemiddelde nettomaandloon van toepassing was; 8o persoon ten laste : a) het inwonende kind dat op de datum van de aanvraag tot verzekering geen 18 jaar is of voor wie op die datum aan de aanvrager kinderbijslag of wezenrente wordt uitbetaald of dat, na overlegging van bewijzen, door de minister wordt beschouwd als ten laste;b) de aanvrager of een familielid dat deel uitmaakt van zijn gezin en met hem de woning betrekt of zal betrekken, voorzover de aanvrager of het familielid als ernstig gehandicapt wordt beschouwd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse regering van 12 oktober 1988, tot bepaling van de attesten die in aanmerking genomen worden om een ernstige handicap vast te stellen; 9o datum van de aanvraag tot verzekering : de datum van het ontvangstbewijs dat de verzekeraar verstuurt zodra het dossier volledig is conform artikel 6, § 2; 10o arbeidsongeschiktheid : elke toestand die aanleiding geeft tot het verkrijgen van tegemoetkomingen in het kader van de verplichte verzekering tegen ziekte en invaliditeit en waarbij de persoon in kwestie geen andere belastbare beroepsinkomsten heeft, noch als werknemer, noch als zelfstandige. Arbeidsongeschiktheid ten gevolge van een arbeidsongeval of een beroepsziekte komt niet in aanmerking.

De aanvrager moet gedurende een periode van zes maanden, die aan de datum van de verzekeringsaanvraag voorafgaat, ononderbroken arbeidsprestaties geleverd hebben, met uitzondering van één of meer onderbrekingen die veroorzaakt zijn door infectieziekten of door het wettelijk zwangerschapsverlof; 11o onvrijwillige werkloosheid : elke toestand van onvrijwillige volledige werkloosheid die aanleiding geeft tot het verkrijgen van werkloosheidsuitkeringen door de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening en waarbij de persoon in kwestie geen andere belastbare beroepsinkomsten heeft, noch als werknemer, noch als zelfstandige.

Bruggepensioneerden worden niet als werklozen beschouwd; 12o kredietinstelling : een instelling die of ingeschreven is overeenkomstig het koninklijk besluit nr. 225 van 7 januari 1936 tot reglementering van de hypothecaire leningen en tot inrichting van de controle op de hypothecaire leningen of die vrijgesteld is van deze inschrijving ofwel ingeschreven of geregistreerd is overeenkomstig de wet van 4 augustus 1992 op het hypothecair krediet; 13o lening : een hypothecair krediet zoals bepaald in de wet van 4 augustus 1992 op het hypothecair krediet, gewaarborgd door een hypotheek of een voorrecht op de te kopen of te bouwen woning.

Art. 2.Afhankelijk van de stand van de kredieten die daartoe op de begroting van het Vlaamse Gewest worden ingeschreven, kan de minister, onder de hierna bepaalde voorwaarden voor de hierna bepaalde bedragen, de volgende risico's verzekeren : 1o het risico van de werknemer die voor de renovatie van een enige woning, de bouw, de koop of de koop met renovatie, verbetering, of aanpassing of renovatie van een enige woning een lening sluit, en die zijn contractuele verplichtingen niet kan nakomen ten gevolge van onvrijwillige werkloosheid of arbeidsongeschiktheid; 2o het risico van de zelfstandige die voor de renovatie van een enige woning, de bouw, de koop of de koop met renovatie, verbetering, of aanpassing of renovatie van een enige woning een lening sluit, en die zijn contractuele verplichtingen niet kan nakomen ten gevolge van arbeidsongeschiktheid.

De verzekering, bedoeld in het eerste lid, wordt uitbesteed aan één private instelling, waarbij een geregelde verslaggeving aan en de nodige controlemogelijkheden door de administratie worden vastgelegd. HOOFDSTUK II. - Voorwaarden voor een verzekering gewaarborgd wonen

Art. 3.§ 1. De aanvrager van een verzekering gewaarborgd wonen moet op het moment van zijn aanvraag voldoen aan de volgende voorwaarden : 1o een lening gesloten hebben voor één van de volgende verrichtingen : a) het kopen en/of het eventueel renoveren, verbeteren of aanpassen van een woning die voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 4, § 1;b) het bouwen, met inbegrip van vervangingsbouw, van een woning die voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 4, § 2; 2o in het derde jaar dat aan de aanvraag voorafgaat, een inkomen hebben gehad dat niet meer bedraagt dan : a) 32.850 euro als in de leningakte sprake is van één ontlener; b) 46.550 euro als in de leningakte sprake is van twee ontleners.

Die bedragen worden verhoogd met 2.670 euro per persoon ten laste.

De bedragen, vermeld in 2e, worden gekoppeld aan de index van de consumptieprijzen. Ze worden jaarlijks op 1 januari aangepast aan het indexcijfer van de maand december, voorafgaand aan de aanpassing en afgerond naar het dichtstbijzijnde eurotiental; 3o geen andere woning in volle eigendom hebben, tenzij het gaat om een ongeschikte woning; 4o een beroepsactiviteit uitoefenen : a) als de aanvrager een werknemer is, minstens in een deeltijdse betrekking tewerkgesteld zijn met een contract van onbepaalde duur waarvan de proefperiode al voltooid is, ofwel een tijdelijk contract voor zover de aanvrager, die niet tewerkgesteld is op basis van een interimcontract, kan bewijzen dat hij gedurende een gecumuleerde periode van drie jaar arbeidsprestaties heeft verricht waarvan minstens één jaar bij zijn laatste werkgever;b) als de aanvrager een zelfstandige is, zijn zelfstandige activiteit in hoofdberoep uitoefenen; 5o niet arbeidsongeschikt zijn. § 2. De volgende bedragen en personen komen niet in aanmerking : 1o leningen waarvan de eerste kapitaalopname plaatsvindt vóór 1 juni 2003; 2o het gedeelte van leningen dat gesloten werd ter vervanging van een andere hypothecaire lening; 3o a) leningen waarvan het geleende bedrag minder dan 50.000 euro bedraagt als het gaat over een lening : - voor het kopen van een woning die bestemd is als hoofdverblijfplaats van de aanvrager; - voor het kopen en renoveren van een woning die bestemd is als hoofdverblijfplaats van de aanvrager; - voor het bouwen van een woning die voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 4, § 2; b) leningen waarvan het geleende bedrag minder dan 23.300 euro bedraagt als het gaat over een lening voor het renoveren van een woning, die bestemd is als hoofdverblijfplaats van de aanvrager; 4o het gedeelte van een lening dat bestemd is voor het verwerven of het bouwen van een gebouw of een deel van een gebouw dat gebruikt wordt voor handels- of beroepsdoeleinden; 5o leningen die enkel bestemd zijn voor de financiering van de aankoop van een bouwgrond; 6o overbruggingskredieten; 7o personen die een verzekeringsdekking hebben genoten van OMOB op basis van het besluit van de Vlaamse regering van 12 mei 1998 betreffende de verzekering tegen inkomensverlies door onvrijwillige werkloosheid en arbeidsongeschiktheid bij hypothecaire leningen voor de bouw, de koop, de renovatie of de koop met renovatie van bepaalde woningen in het Vlaamse Gewest.

Art. 4.§ 1. De woning die de aanvrager renoveert, of die de aanvrager koopt en eventueel renoveert, verbetert of aanpast, moet bestemd zijn als hoofdverblijfplaats. § 2. De woning die de aanvrager bouwt, moet voldoen aan de volgende voorwaarden : 1o bestemd zijn om er zijn hoofdverblijfplaats te vestigen; 2o een oppervlakte hebben, voor de bewoonbare vertrekken van de woning waarvan de hoogte minstens 2,20 meter bedraagt, die voor huizen 210 m2 en voor appartementen 105 m2 niet overschrijdt, te verhogen met 25 m2 per extra persoon ten laste. Een kelder, een niet-ingerichte zolder, een garage en een berging zonder toevoer van buitenlicht worden niet beschouwd als een bewoonbaar vertrek. HOOFDSTUK III. - Nadere regelen Afdeling I. - De verzekering

Art. 5.De verzekeringsdekking vangt aan op de datum van de aanvraag tot verzekering. Wanneer de aanvraag bij de indiening niet volledig is, conform de bepalingen in artikel 6, § 2, geldt de verzekeringsdekking toch vanaf de indiening onder voorbehoud van vervollediging, zoals bepaald in artikel 6, § 3.

De looptijd van de verzekering wordt niet opgeschort. De verzekeringsdekking loopt af 10 jaar na de aanvang van de verzekeringsdekking.

Art. 6.§ 1. De aanvraagformulieren met betrekking tot de verzekering worden opgevraagd bij de administratie. De administratie deelt de aanvraagprocedure aan de aanvrager mee. § 2. De aanvraag moet de volgende stukken bevatten : 1o een door de aanvrager ondertekend en gedateerd document waarin hij verklaart dat : a) de aanvraag betrekking heeft op de bouw, de koop en/of de koop met renovatie, verbetering of aanpassing van zijn enige woning in volle eigendom alsook de renovatie van zijn enige woning in volle eigendom, ongeschikte woningen buiten beschouwing gelaten.De aanvrager verklaart eveneens dat hij de woning, waarop de verzekeringsaanvraag betrekking heeft, gedurende de volledige looptijd van de verzekeringsdekking als hoofdverblijfplaats betrekt; b) hij op de aanvraagdatum tot verzekering volledig arbeidsgeschikt is en in goede gezondheid verkeert.Indien de aanvrager een bestendige invaliditeit heeft van minstens 20 %, dient de aanvrager de verzekeringsaanvraag aan te vullen met een medisch verslag waarin de aard en de graad van de bestendige invaliditeit wordt uiteengezet. Op basis van het medisch verslag kan de adviserend geneesheer van de verzekeraar oordelen of het permanent karakter van de arbeidsongeschiktheid behouden blijft; 2o een door de burgemeester of de kredietinstelling eensluidend verklaard afschrift van het originele aanslagbiljet betreffende het inkomen van het derde jaar dat de aanvraag tot verzekering voorafgaat; 3o een bewijs dat de aanvrager een beroepsactiviteit uitoefent, meer bepaald : a) als hij een werknemer is, een attest van zijn werkgever waarin die bevestigt dat de aanvrager op het ogenblik van de aanvraag tot verzekering minstens deeltijds in zijn bedrijf werkzaam was met een contract van onbepaalde duur, waarvan de proefperiode al was verstreken, of met een tijdelijk contract waarbij de aanvrager al gedurende een gecumuleerde periode van drie jaar arbeidsprestaties heeft verricht waarvan minstens één jaar bij de laatste werkgever.De werkgever bevestigt de datum waarop de aanvrager in dienst is getreden; b) als hij een zelfstandige is, een attest van het sociaal verzekeringsfonds voor zelfstandigen waarin die instelling bevestigt dat de aanvrager op het ogenblik van de aanvraag tot verzekering zijn zelfstandige activiteit in hoofdberoep uitoefent; 4o een door de kredietinstelling opgemaakte tabel van de maandelijkse lasten van de lening en een document van de kredietinstelling met het refertenummer van de betreffende hypothecaire lening. Bij leningen met variabele interestvoet wordt gerekend met de interestvoet die van toepassing was op het ogenblik dat de lening gesloten werd; 5o een verklaring van de kredietinstelling dat ze op de hoogte is van het bestaan van de verzekering en dat ze de hypothecaire schuldenaars zal ontlasten van alle betalingen die ze ter uitvoering van de verzekering in de toekomst zal ontvangen. § 3. De verzekeraar controleert of aan de voorwaarden voldaan is. Is het verzekeringsvoorstel onvolledig, dan moet de aanvrager zijn verzekeringsvoorstel vervolledigen binnen een termijn van drie maanden nadat hij hierover schriftelijk in kennis werd gesteld door de verzekeraar.

Blijft de aanvrager hierop in gebreke, dan zal de verzekeraar naar de aanvrager een schrijven sturen met de melding dat aan zijn verzekeringsvoorstel « wegens het uitblijven van reactie » definitief geen gevolg zal worden gegeven tenzij de aanvrager alsnog binnen een maand na deze kennisgeving zijn verzekeringsvoorstel vervolledigt.

Als na vervollediging door de aanvrager een verzekeringsvoorstel nog steeds niet volledig is, dan stuurt de verzekeraar naar de aanvrager een laatste bericht met het verzoek dat de laatstgenoemde zijn verzekeringsvoorstel nog binnen een maand na de kennisgeving moet vervolledigen, zo niet wordt aan zijn verzekeringsvoorstel definitief geen gevolg gegeven. Als blijkt dat het verzekeringsvoorstel na deze vervollediging nog steeds onvolledig is, dan zal de verzekeraar aan het dossier definitief geen gevolg geven. Hij kan later geen nieuw verzekeringsvoorstel meer indienen.

Op voorwaarde dat de aanvrager aan alle gestelde voorwaarden voldoet en de door de aanvrager verstrekte inlichtingen niet frauduleus zijn, aanvaardt de verzekeraar onherroepelijk de verzekering van de kandidaat-verzekerde op zich te nemen. Afdeling 2. - Tegemoetkomingen

Art. 7.§ 1. De verzekeraar komt tegemoet in de aflossing van de hypothecaire lasten van de verzekerde nadat een wachttijd van drie maanden ononderbroken onvrijwillige werkloosheid en/of arbeidsongeschiktheid voltooid is.

Bij werkloosheid vangt de wachttijd aan op de dag dat de werkloze werkloosheidsvergoedingen geniet en bij arbeidsongeschiktheid op de datum waarop de verzekerde werkelijk inkomensverlies lijdt.

Als bij een voorgaande periode van onvrijwillige werkloosheid of arbeidsongeschiktheid de wachttijd voltooid werd, wordt ze bij een nieuwe periode van onvrijwillige werkloosheid of arbeidsongeschiktheid niet meer in aanmerking genomen.

Als bij een voorgaande periode van onvrijwillige werkloosheid of arbeidsongeschiktheid de wachttijd niet voltooid werd, wordt bij een nieuwe periode van onvrijwillige werkloosheid of arbeidsongeschiktheid de oude periode ook niet in aanmerking genomen. § 2. Onder voorbehoud van de toepassing van het tweede lid, eindigt de periode van tegemoetkomingen op het ogenblik dat de verzekerde niet meer onvrijwillig werkloos of arbeidsongeschikt is. Als de periode van onvrijwillige werkloosheid of arbeidsongeschiktheid eindigt tijdens de eerste 15 kalenderdagen van een kalendermaand, dan wordt voor die maand geen tegemoetkoming verleend. In het andere geval wordt een tegemoetkoming voor de gehele maand gegeven.

De verzekeraar komt in de aflossing van de hypothecaire lasten tegemoet gedurende maximaal 36 maanden.

De periode van tegemoetkomingen kan langer zijn dan de periode van de verzekering.

Art. 8.De tegemoetkomingen worden maandelijks uitgekeerd. De begunstigde is de kredietinstelling waarbij de verzekerde zijn lening heeft gesloten.

Art. 9.§ 1. Het bedrag van de tegemoetkoming is afhankelijk van de hypothecaire lasten van de verzekerde, het gemiddeld maandelijks netto-inkomen vóór de periode van onvrijwillige werkloosheid of arbeidsongeschiktheid en het nettovervangingsinkomen tijdens de periode van onvrijwillige werkloosheid of arbeidsongeschiktheid.

Het bedrag van de maandelijkse tegemoetkoming is gelijk aan de mensualiteit verminderd met 30 %. De franchise wordt dus bepaald op 30 % van de mensualiteit.

De mensualiteit is één twaalfde deel van het geheel van de financiële verplichtingen die de verzekerde in de loop van één jaar verschuldigd is. Bij een lening met schuldsaldo verzekering omvat dit de interestlasten, de aflossingen van het kapitaal en de premie voor de schuldsaldo verzekering. Bij een lening met een gemengde levensverzekering bestaat het basisbedrag uit de interesten en de premie voor de gemengde levensverzekering.

Het bedrag van de tegemoetkoming is niet groter dan het werkelijk geleden inkomensverlies. Het werkelijk geleden inkomensverlies van de verzekerde is gelijk aan het verschil van het gemiddeld nettomaandloon vóór de onvrijwillige werkloosheid of arbeidsongeschiktheid en het maandelijks nettovervangingsinkomen tijdens de onvrijwillige werkloosheid of arbeidsongeschiktheid.

Het bedrag van de maandelijkse tegemoetkoming bedraagt maximaal 500 euro. § 2. Het bedrag van de maandelijkse tegemoetkoming van de verzekering is bovendien afhankelijk van de duur van de ononderbroken periode van onvrijwillige werkloosheid en/of arbeidsongeschiktheid.

Voor de eerste twaalf maanden van de periode van onvrijwillige werkloosheid of arbeidsongeschiktheid, te rekenen vanaf de voltooiing van de wachttijd, wordt de maandelijkse tegemoetkoming berekend zoals vermeld in artikel 9, § 1.

Voor de volgende twaalf maanden van de periode wordt de tegemoetkoming beperkt tot 80 % van 70 % van de mensualiteit. De tegemoetkoming bedraagt niet meer dan het actuele inkomensverlies en is maximaal 500 euro per maand.

Voor de daaropvolgende twaalf maanden wordt de tegemoetkoming beperkt tot 60 % van 70 % van de mensualiteit. De tegemoetkoming bedraagt niet meer dan het actuele inkomensverlies en is maximaal 500 euro per maand.

Voor de toepassing van de voormelde verminderingen van de tegemoetkomingen wordt een periode als onderbroken beschouwd bij een tussentijdse tewerkstelling van minstens drie opeenvolgende maanden.

Bij een nieuwe periode van onvrijwillige werkloosheid of arbeidsongeschiktheid, die werd voorafgegaan door een periode waarin minstens drie opeenvolgende maanden werd gewerkt, is de maandelijkse tegemoetkoming opnieuw gelijk aan de basistegemoetkoming voor de eerste twaalf maanden van de nieuwe periode en worden nadien de voormelde verminderingen toegepast. § 3. De uitbetaling wordt in elk geval stopgezet met ingang van de maand die volgt op de volledige terugbetaling van de lening. De aanvrager of de kredietinstelling stelt de verzekeraar hiervan onmiddellijk in kennis. De kredietinstelling stort de eventueel te veel betaalde bedragen terug.

Art. 10.§ 1. De aanvraag tot tegemoetkoming wordt met een aangetekende brief of tegen ontvangstbewijs ingediend bij de verzekeraar. Wanneer de aanvraag tot tegemoetkomingen méér dan 12 maanden na het verlopen van de wachttijd van drie maanden wordt ingediend, dan vervalt het recht op een tegemoetkoming voor de periode die overeenstemt met de periode dat hij zijn aanvraag te laat ingediend heeft. § 2. Bij de aanvraag worden de volgende stukken gevoegd : 1° als de verzekerde werknemer is en onvrijwillig werkloos : a) kopies van de loonfiches met betrekking tot de laatste zes maanden (voor seizoenarbeiders de laatste twaalf maanden) die de datum van de aanvraag tot verzekering voorafgaan alsook kopies van de loonfiches die aan de laatste zes maanden (voor seizoenarbeiders de laatste twaalf maanden) van de onvrijwillige werkloosheid of arbeidsongeschiktheid voorafgaan;b) een attest van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling of van de instelling die de werkloosheidsvergoedingen uitbetaalt, dat de datum vermeldt waarop de werkloosheidsvergoedingen een aanvang genomen hebben alsook een kopie van het werkloosheidsbewijs - arbeidsbewijs formulier C4 van de RVA en de opzegbrief van de werkgever van de aanvrager;c) een maandelijks bewijs van de betalingen van werkloosheidsuitkeringen zolang de werkloosheid aanhoudt; 2o als de verzekerde werknemer is en arbeidsongeschikt : a) kopies van de loonfiches met betrekking tot de laatste zes maanden (voor seizoenarbeiders de laatste twaalf maanden) die de aanvraagdatum tot verzekering voorafgaan alsook kopies van de loonfiches die de laatste zes maanden (voor seizoenarbeiders de laatste twaalf maanden) van de onvrijwillige werkloosheid of arbeidsongeschiktheid voorafgaan;b) een medisch attest met vermelding van de aanvangsdatum en de aard van de arbeidsongeschiktheid;c) een bewijs van de periodieke betalingen door het ziekenfonds zolang de arbeidsongeschiktheid aanhoudt; 3o als de verzekerde zelfstandig is en arbeidsongeschikt : a) een afschrift van het laatste beschikbare aanslagbiljet van de directe belastingen;b) een medisch attest met vermelding van de aanvang en de aard van de arbeidsongeschiktheid;c) een bewijs van de periodieke betalingen door het ziekenfonds zolang de arbeidsongeschiktheid aanhoudt. HOOFDSTUK IV. - Overgangs-, opheffings- en slotbepalingen

Art. 11.Het besluit van de Vlaamse regering van 12 mei 1998 betreffende de verzekering tegen inkomensverlies door onvrijwillige werkloosheid en arbeidsongeschiktheid bij hypothecaire leningen voor de bouw, koop, de renovatie of de koop met renovatie van bepaalde woningen in het Vlaamse Gewest wordt opgeheven.

Art. 12.Dit besluit treedt in werking op 1 juni 2003.

Art. 13.De Vlaamse minister, bevoegd voor het Wonen, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 18 juli 2003.

De minister-president van de Vlaamse regering, B. SOMERS De Vlaamse minister van Wonen, Media en Sport, M. KEULEN

^