gepubliceerd op 08 april 2022
Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de ruilverkaveling Rijkevorsel-Wortel en tot oprichting van het ruilverkavelingscomité Rijkevorsel-Wortel
18 FEBRUARI 2022. - Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de ruilverkaveling Rijkevorsel-Wortel en tot oprichting van het ruilverkavelingscomité Rijkevorsel-Wortel
Rechtsgrond Dit besluit is gebaseerd op: - de wet van 22 juli 1970 op de ruilverkaveling van landeigendommen uit kracht van de wet, artikel 65, ingevoegd bij de wet van 11 augustus 1978, gewijzigd bij het decreet van 20 april 2012; - de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, artikel 4.4.5, tweede en derde lid, ingevoegd bij het
decreet van 26 april 2019Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
26/04/2019
pub.
19/06/2019
numac
2019013160
bron
vlaamse overheid
Decreet houdende diverse bepalingen inzake omgeving, natuur en landbouw
sluiten.
Vormvereisten De volgende vormvereisten zijn vervuld: - De ruilverkaveling van een geheel van goederen gelegen op het grondgebied van de gemeenten Hoogstraten, 1e afdeling (Hoogstraten), secties C en D, en 5e afdeling (Wortel), secties A, B, C en D, Merksplas, enige afdeling(Merksplas), secties G en K en Rijkevorsel, 1e afdeling (Rijkevorsel), secties A, B en H en 2e afdeling (Rijkevorsel), sectie C is nuttig verklaard, het kavelplan van de ruilverkaveling Rijkevorsel-Wortel is vastgesteld en het ruilverkavelingsplan van de ruilverkaveling Rijkevorsel-Wortel is goedgekeurd met het ministerieel besluit van 16 augustus 2019 houdende beslissing inzake het nut van de ruilverkaveling Rijkevorsel-Wortel. - Het Departement Landbouw en Visserij heeft voordrachten gedaan op 7 oktober 2019. - De Vlaamse minister, bevoegd voor het budgettair beleid heeft, op voorstel van de federale minister van Financiën gedaan op 18 november 2019, voordrachten gedaan op 19 oktober 2021. - Het Departement Omgeving heeft voordrachten gedaan op 10 november 2020. - Het Agentschap Onroerend Erfgoed heeft voordrachten gedaan op 20 januari 2020. - Het Agentschap voor Natuur en Bos heeft voordrachten gedaan op 13 februari 2020. - De deputatie van de provincie Antwerpen heeft voorstellen gedaan op 17 oktober 2019 en 9 september 2020. - De provinciale landbouwkamer van Antwerpen heeft voorstellen gedaan op 13 juli 2020. - De Inspectie van Financiën heeft advies gegeven op 9 november 2020. - De Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, heeft zijn akkoord gegeven op 15 december 2021.
Motivering Dit besluit is gebaseerd op de volgende motieven: - De Vlaamse minister, bevoegd voor de omgeving en de natuur, heeft met zijn besluit van 16 augustus 2019 de ruilverkaveling Rijkevorsel-Wortel nuttig verklaard. Het ruilverkavelingscomité Rijkevorsel-Wortel zal instaan voor de uitvoering van deze ruilverkaveling. - Een aantal van de in de ruilverkaveling Rijkevorsel-Wortel voorziene natuur- en landschaps-werken zijn gesitueerd in gebieden die ruimtelijk niet zijn bestemd als natuurgebied of een daarmee vergelijkbare bestemming. De handelingen die met toepassing van de afwijkingsmogelijkheid van stedenbouwkundige voorschriften voor medegebruik inzake natuurschoon desgevallend zullen worden vergund en gerealiseerd, dienen vervolgens via een passende herbestemming te worden gevrijwaard.
Juridisch kader Dit besluit sluit aan bij de volgende regelgeving: - het ministerieel besluit van 16 augustus 2019 houdende beslissing inzake het nut van de ruilverkaveling Rijkevorsel-Wortel.
Initiatiefnemer Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme.
Na beraadslaging, DE VLAAMSE REGERING BESLUIT:
Artikel 1.Er zal worden overgegaan tot de ruilverkaveling van de goederen, aangeduid op het kavelplan, vermeld in artikel 2 van het ministerieel besluit van 16 augustus 2019 houdende beslissing inzake het nut van de ruilverkaveling Rijkevorsel-Wortel.
Art. 2.Er wordt een ruilverkavelingscomité Rijkevorsel-Wortel opgericht voor de uitvoering van de ruilverkaveling Rijkevorsel-Wortel. Dat comité is als volgt samengesteld: 1° voorzitter, op voordracht van de Vlaamse minister, bevoegd voor de omgeving en de natuur: de heer Jan Vermang, Departement Omgeving;2° effectief lid, op voordracht van de Vlaamse minister, bevoegd voor de landbouw en de zeevisserij: de heer Yves Marcipont, Departement Landbouw en Visserij, afdeling Beleidscoördinatie en Omgeving;3° effectief lid, op voordracht van de Vlaamse minister, bevoegd voor het budgettair beleid, op voorstel van de federale minister van Financiën: mevrouw Elfrieda Janssens, FOD Financiën, Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie, Administratie Opmetingen en Waarderingen, Dienst Plan Antwerpen;4° effectief lid, op voordracht van de Vlaamse minister, bevoegd voor de omgeving en de natuur: mevrouw Rita Heyvaert, Departement Omgeving;5° effectief lid, op voordracht van de Vlaamse minister, bevoegd voor het onroerend erfgoed: mevrouw Jasmine Michielsen, Agentschap Onroerend Erfgoed, afdeling Beheer, regio Oost;6° effectief lid, op voordracht van de Vlaamse minister, bevoegd voor de omgeving en de natuur: de heer Daniël Josten, Agentschap voor Natuur en Bos, team gebiedsgerichte werking;7° effectief lid, op voordracht van de Vlaamse minister, bevoegd voor de omgeving en de natuur, op voorstel van de deputatie van de provincie Antwerpen: de heer Maarten Vandervelpen, provincie Antwerpen, dienst Integraal Waterbeleid;8° effectieve leden, op voordracht van de Vlaamse minister, bevoegd voor de omgeving en de natuur, op voorstel van de provinciale landbouwkamer van Antwerpen: a) mevrouw Lieve Cornelis, De Donken 10, 2450 Meerhout;b) mevrouw Rianne Van Tilburg, Brasschaatbaan 10, 2960 Brecht;c) de heer Jos Matthé, Lage Rooy 4a, 2328 Meerle;d) de heer Luc Huybrechts, Lage Mierdse weg 43, 2360 Oud-Turnhout;9° plaatsvervangend voorzitter, op voordracht van de Vlaamse minister, bevoegd voor de omgeving en de natuur: mevrouw Sarah Sinan Op De Beeck, Departement Omgeving;10° plaatsvervangend lid, op voordracht van de Vlaamse minister, bevoegd voor de landbouw en de zeevisserij: de heer Marc Candries, Departement Landbouw en Visserij, afdeling Beleidscoördinatie en Omgeving;11° plaatsvervangend lid, op voordracht van de Vlaamse minister, bevoegd voor het budgettair beleid, op voorstel van de federale minister van Financiën: mevrouw Katelijne Michels, FOD Financiën, Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie, Administratie Opmetingen en Waarderingen, Centrum Antwerpen;12° plaatsvervangend lid, op voordracht van de Vlaamse minister, bevoegd voor de omgeving en de natuur: de heer Bram Van Ballaer, Departement Omgeving;13° plaatsvervangend lid, op voordracht van de Vlaamse minister, bevoegd voor het onroerend erfgoed: mevrouw Sofie Debruyne, Agentschap Onroerend Erfgoed, afdeling Beheer, regio Oost;14° plaatsvervangend lid, op voordracht van de Vlaamse minister, bevoegd voor de omgeving en de natuur: mevrouw Els Wouters, Agentschap voor Natuur en Bos, team adviezen en vergunningen;15° plaatsvervangend lid, op voordracht van de Vlaamse minister, bevoegd voor de omgeving en de natuur, op voorstel van de deputatie van de provincie Antwerpen: mevrouw Marlies Caeyers, provincie Antwerpen, dienst Landbouw en Plattelandsbeleid;16° plaatsvervangende leden, op voordracht van de Vlaamse minister, bevoegd voor de omgeving en de natuur, op voorstel van de provinciale landbouwkamer van Antwerpen: a) mevrouw Karolien Adriaensen, Duinberg 11, 2470 Retie;b) de heer Marc De Schutter, Cauwenberglei 80, 2243 Putte;c) de heer Jan Jansens, Strikkeweg 18, 2330 Merksplas;d) de heer Alfons Gios, Oosterhoven 18, 2270 Herenthout.
Art. 3.Als een van de effectieve leden, vermeld in artikel 2, 1° tot en met 8° sterft, wordt het mandaat van het overleden lid uitgeoefend door het plaatsvervangende lid, vermeld in artikel 2, 9° tot en met 16°, tot een nieuw effectief lid benoemd wordt.
Art. 4.In alle bestemmingsgebieden, gelegen binnen het kavelplan van de ruilverkaveling Rijkevorsel-Wortel, vermeld in artikel 2 van het ministerieel besluit van 16 augustus 2019 houdende beslissing inzake het nut van de ruilverkaveling Rijkevorsel-Wortel, kunnen, naast handelingen die gericht zijn op de verwezenlijking van de bestemming, ook handelingen worden vergund die gericht zijn op de instandhouding, de ontwikkeling en het herstel van de natuur en het natuurlijk milieu en van landschapswaarden.
Art. 5.De bevoegde overheid moet voor het geheel of een gedeelte van de ruilverkaveling Rijkevorsel-Wortel binnen de drie jaar na het verlijden van de ruilverkavelingsakte zoals bedoeld in artikel 37 van de wet van 22 juli 1970 op de ruilverkaveling van landeigendommen uit kracht van de wet, een ontwerp van ruimtelijk uitvoeringsplan voorlopig vaststellen.
Art. 6.De Vlaamse minister, bevoegd voor de omgeving en de natuur, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 18 februari 2022.
De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme, Z. DEMIR