gepubliceerd op 11 februari 1999
Besluit van de Vlaamse regering tot subsidiëring van tijdelijke leergangen en tot toekenning van forfaitaire weddetoelagen
18 DECEMBER 1998. - Besluit van de Vlaamse regering tot subsidiëring van tijdelijke leergangen en tot toekenning van forfaitaire weddetoelagen
De Vlaamse regering, Gelet op de wetten betreffende het technisch onderwijs, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 30 april 1957;
Gelet op de wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving, zoals gewijzigd bij decreet van 28 april 1993, inzonderheid artikel 36, § 3;
Gelet op het koninklijk besluit van 31 december 1960 tot regeling van de inrichting der tijdelijke scholen en leergangen van het technisch onderwijs;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister bevoegd voor begroting, gegeven op 14 december 1998;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.De tijdelijke leergangen ingericht door : 1° de "Praktische School voor Gezins- en Huishoudopleiding", Poststraat 111, te 1210 Brussel, verder vermeld als de leergangen van de KAV;2° het "Katholiek Vormingswerk voor Landelijke Vrouwen", Minderbroedersstraat 8, te 3000 Leuven, verder vermeld als de leergangen van de KVLV;3° de "Huishoudelijke en Familiale Beroepsleergangen van de Socialistische Vooruitziende Vrouwen", Sint- Jansstraat 32, te 1000 Brussel, verder vermeld als de leergangen van de SVV;4° de "Brailleliga - Nationale Instelling voor het Blindenwelzijn", Engelandstraat 57, te 1060 Brussel, verder vermeld als de leergangen van de Brailleliga; worden gesubsidieerd voor het tijdperk van 1 september 1996 tot en met 31 augustus 1997. De leergangen vermeld onder 1°, 2° en 3° worden administratief ingedeeld in de categorie "lagere secundaire beroepsleergangen". De leergangen vermeld onder 4° worden administratief ingedeeld in de categorie "buitengewoon lager secundair beroepsonderwijs".
Art. 2.Het bedrag van de forfaitaire weddetoelage die zal toegekend worden, wordt vastgesteld op 966 fr. (negenhonderd zesenzestig frank) per werkelijk gegeven lesuur. Nochtans mag het aantal gesubsidieerde lesuren niet meer bedragen dan respektievelijk : 1° 24 072 uren voor de leergangen van de KAV;2° 23 538 uren voor de leergangen van de KVLV;3° 80 uren voor de leergangen van de SVV;4° 5 883 uren voor de leergangen van de Brailleliga.
Art. 3.Voor het tijdperk van 1 september 1996 tot en met 31 augustus 1997 worden de bedragen, die aan de inrichtende macht van de betrokken tijdelijke leergangen zullen uitgekeerd worden, berekend op grond van het in artikel 2 bepaalde forfait. Zij bedragen : 1° 23 253 552 fr.voor de leergangen van de KAV; 2° 22 737 708 fr.voor de leergangen van de KVLV; 3° 77 280 fr.voor de leergangen van de SVV; 4° 5 682 978 fr.voor de leergangen van de Brailleliga.
Art. 4.De forfaitaire weddetoelagen zoals berekend in artikel 3 zijn aan te rekenen ten laste van basisallocatie 4461 van de organisatieafdeling 34.20, van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het dienstjaar 1998
Art. 5.Het bedrag van de forfaitaire weddetoelagen zoals berekend in artikel 3 wordt op verzoek van de betrokken inrichtende macht gestort op volgende financiële rekening : 1° 000-0329642-36 van de "Praktische School voor Gezins- en Huishoudopleiding" te Brussel;2° 730-0044069-27 van het "Katholiek Vormingswerk voor Landelijke Vrouwen" te Leuven; 3° 870-0405260-57 van de "Socialistische Vooruitziende Vrouwen - C.H.F.B." te Mechelen; 4° 000-0077868-74 van de "Brailleliga - Nationale Instelling voor het welzijn van de blinden" te Brussel.
Art. 6.De Vlaamse minister, bevoegd voor onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 18 december 1998.
De minister-president van de Vlaamse regering, L. VAN DEN BRANDE De Vlaamse minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken, E. BALDEWIJNS