gepubliceerd op 14 januari 2011
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 juli 2008 betreffende de professionele integratie van personen met een arbeidshandicap
17 SEPTEMBER 2010. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 juli 2008Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 18/07/2008 pub. 03/10/2008 numac 2008036199 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de professionele integratie van personen met een arbeidshandicap sluiten betreffende de professionele integratie van personen met een arbeidshandicap
De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding, artikel 5, § 1, 5°, a);
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 18 juli 2008Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 18/07/2008 pub. 03/10/2008 numac 2008036199 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de professionele integratie van personen met een arbeidshandicap sluiten betreffende de professionele integratie van personen met een arbeidshandicap;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 15 juli 2010;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 22 juli 2010;
Gelet op het advies 48.595/1/V van de Raad van State, gegeven op 24 augustus 2010;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.In artikel 28 van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 juli 2008Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 18/07/2008 pub. 03/10/2008 numac 2008036199 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de professionele integratie van personen met een arbeidshandicap sluiten betreffende professionele integratie van personen met een arbeidshandicap, wordt het tweede lid vervangen door wat volgt : "Voor de toepassing van artikelen 30, 32, 33, 63 en 64 kan dit referteloon niet hoger zijn dan het dubbele van het gemiddeld gewaarborgd minimum maandinkomen, vermeld in artikel 3, eerste lid van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 43 gesloten op 2 mei 1988 in de Nationale Arbeidsraad houdende wijziging en coördinatie van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 21 van 15 mei 1975 en nr. 23 van 25 juli 1975 betreffende de waarborg van een gemiddeld minimummaandinkomen."
Art. 2.Artikel 30 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : "
Art. 30.Het bedrag van de VOP is gelijk aan : 1° tijdens periode 1, die gelijk is aan het kwartaal van de eerste aanwerving en de vier daaropvolgende kwartalen van de tewerkstelling bij eenzelfde werkgever : 40 % van het referteloon;2° tijdens periode 2, die gelijk is aan het vijfde kwartaal na het kwartaal van de eerste aanwerving tot en met het achtste kwartaal na het kwartaal van eerste aanwerving bij eenzelfde werkgever : 30 % van het referteloon;3° tijdens periode 3, die aanvangt in het negende kwartaal na het kwartaal van de eerste aanwerving bij eenzelfde werkgever : 20 % van het referteloon. Tijdens het negentiende kwartaal na aanvraag van de VOP stelt de VDAB de werkgever in kennis van het einde van de betalingen van de VOP en van de mogelijkheid om bij de VDAB een gemotiveerde aanvraag in te dienen tot behoud van het bedrag, vermeld in het eerste lid, 3°.
Vanaf het negentiende kwartaal na aanvraag van de VOP kan de werkgever een gemotiveerde aanvraag indienen bij de VDAB tot behoud van het bedrag, vermeld in het eerste lid, 3°. De VDAB beslist op basis van een evaluatie of het bedrag, vermeld in het eerste lid, 3°, verder toegekend wordt gedurende twintig kwartalen.
Aanvullende verlengingen kunnen om de twintig kwartalen aangevraagd worden door een gemotiveerde aanvraag in te dienen bij de VDAB. De VDAB beslist op basis van een evaluatie of het bedrag, vermeld in het eerste lid, 3°, verder toegekend wordt gedurende twintig kwartalen.
De VDAB betaalt de VOP vanaf het kwartaal van de aanvraag en de negentien daaropvolgende kwartalen."
Art. 3.In artikel 32 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid vervangen door wat volgt : "Het bedrag van de VOP is bij een tewerkstelling in het kader van uitzendarbeid gelijk aan : 1° 40 % gedurende het eerste kwartaal van de eerste aanvraag en de vier daaropvolgende kwartalen van tewerkstelling bij hetzelfde uitzendkantoor; 2° 20 % gedurende de daaropvolgende kwartalen van tewerkstelling in het kader van uitzendarbeid bij hetzelfde uitzendkantoor."
Art. 4.Aan artikel 33 van hetzelfde besluit wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als volgt : "De hogere tegemoetkoming wordt toegekend voor een periode van maximaal twintig kwartalen.
Tijdens het laatste kwartaal dat de hogere tegemoetkoming wordt toegekend stelt de VDAB de werkgever in kennis van het einde van de betalingen van de hogere tegemoetkoming en van de mogelijkheid om bij de VDAB een gemotiveerde aanvraag in te dienen tot behoud van de hogere tegemoetkoming.
Na die periode kan de werkgever een gemotiveerde aanvraag indienen bij de VDAB om die hogere tegemoetkoming te behouden. De VDAB beslist op basis van een evaluatie of de hogere tegemoetkoming verder toegekend wordt gedurende maximaal twintig kwartalen.
Aanvullende verlengingen kunnen aangevraagd worden door een gemotiveerde aanvraag in te dienen bij de VDAB. De VDAB beslist op basis van een evaluatie of de hogere tegemoetkoming verder toegekend wordt gedurende maximaal twintig kwartalen."
Art. 5.Artikel 35 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : "
Art. 35.De toekenning van een VOP aan de persoon, vermeld in artikel 34, wordt afhankelijk gesteld van een positieve beoordeling van de zelfstandige activiteit door een door de raad van bestuur erkende organisatie.
De door de raad van bestuur erkende organisatie kan alleen een positieve beoordeling geven, als ze oordeelt dat in het kwartaal van de aanvraag en in de vier volgende kwartalen het belastbare nettobedrijfsinkomen van de zelfstandige activiteit hoger zal zijn dan het gemiddelde gewaarborgde minimummaandinkomen.
De beoordeling, vermeld in het eerste lid, is niet vereist voor de persoon, vermeld in artikel 34, die met betrekking tot de zelfstandige activiteit in het bezit is van het meeste recente beschikbare fiscaal aanslagbiljet."
Art. 6.Artikel 36 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : "
Art. 36.§ 1. Voor de berekening van de VOP wordt het gemiddelde gewaarborgde minimummaandinkomen als basis genomen. § 2. Het bedrag van de VOP voor zelfstandigen, vermeld in artikel 35, eerste lid, is gelijk aan : 1° 40 % gedurende het kwartaal van de aanvraag en de vier daaropvolgende kwartalen;2° 20 % gedurende het daaropvolgende kwartaal tot en met het negentiende kwartaal na het kwartaal van de aanvraag, op voorwaarde dat voldoende bedrijfsactiviteit kan worden aangetoond. Tijdens het negentiende kwartaal na de aanvraag van de VOP stelt de VDAB de zelfstandige in kennis van het einde van de betalingen van de VOP en van de mogelijkheid om bij de VDAB een gemotiveerde aanvraag in te dienen tot behoud van het bedrag, vermeld in het eerste lid, 2°.
Vanaf het negentiende kwartaal kan de zelfstandige een gemotiveerde aanvraag indienen bij de VDAB tot behoud van het bedrag, vermeld in het eerste lid, 2°. De VDAB beslist op basis van een evaluatie of het bedrag, vermeld in het eerste lid, 2°, verder toegekend wordt gedurende twintig kwartalen.
Aanvullende verlengingen kunnen om de twintig kwartalen aangevraagd worden door een gemotiveerde aanvraag in te dienen bij de VDAB. De VDAB beslist op basis van een evaluatie of het bedrag, vermeld in het eerste lid, 2°, verder toegekend wordt gedurende twintig kwartalen. § 3. Het bedrag van de VOP voor zelfstandigen, vermeld in artikel 35, derde lid, is, op voorwaarde dat voldoende bedrijfsactiviteit kan worden aangetoond, gelijk aan : 1° 40 % gedurende het kwartaal van de aanvraag en de vier daaropvolgende kwartalen;2° 20 % gedurende het daaropvolgende kwartaal tot en met het negentiende kwartaal na het kwartaal van de aanvraag. Tijdens het negentiende kwartaal na de aanvraag van de VOP stelt de VDAB de zelfstandige in kennis van het einde van de betalingen van de VOP en van de mogelijkheid om bij de VDAB een gemotiveerde aanvraag in te dienen tot behoud van het bedrag, vermeld in het eerste lid, 2°.
Vanaf het negentiende kwartaal kan de zelfstandige een gemotiveerde aanvraag indienen bij de VDAB tot behoud van het bedrag, vermeld in het eerste lid, 2°. De VDAB beslist op basis van een evaluatie of het bedrag, vermeld in het eerste lid, 2°, verder toegekend wordt gedurende twintig kwartalen.
Aanvullende verlengingen kunnen om de twintig kwartalen aangevraagd worden door een gemotiveerde aanvraag in te dienen bij de VDAB. De VDAB beslist op basis van een evaluatie of het bedrag, vermeld in het eerste lid, 2°, verder toegekend wordt gedurende twintig kwartalen. § 4. Er is voldoende bedrijfsactiviteit zolang het belastbare nettobedrijfsinkomen hoger is dan het gemiddelde gewaarborgde minimummaandinkomen. Dat wordt aangetoond met een fiscaal aanslagbiljet."
Art. 7.Artikel 63 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : "
Art. 63.De werknemers die op 1 oktober 2008 recht geven op een premie en voor wie effectief een premie wordt betaald, overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 1998Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 18/12/1998 pub. 16/02/1999 numac 1999035164 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering tot vaststelling van de voorwaarden en modaliteiten volgens dewelke het Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap een inschakelingspremie toekent aan de werkgevers die personen met een handicap tewerkstellen onder gewone arbeidsvoorwaarden sluiten tot vaststelling van de voorwaarden en modaliteiten volgens dewelke de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding een inschakelingspremie toekent aan de werkgevers die personen met een handicap tewerkstellen onder gewone arbeidsvoorwaarden, geven op 1 oktober 2008 recht op een premie die gelijk is aan : 1° voor periode 1, die loopt van 1 oktober 2008 tot en met 30 september 2012 : het bedrag, vermeld in artikel 30, 2°;2° voor periode 2, die loopt van 1 oktober 2012 tot en met 30 september 2013 : het bedrag, vermeld in artikel 30, 3°. Tijdens het derde kwartaal van 2013 stelt de VDAB de werkgever in kennis van het einde van de betalingen van de premie en van de mogelijkheid om bij de VDAB een gemotiveerde aanvraag in te dienen tot behoud van het bedrag, vermeld in het eerste lid, 2°.
Na 30 september 2013 kan de werkgever om de twintig kwartalen een gemotiveerde aanvraag indienen bij de VDAB tot behoud van het bedrag, vermeld in het eerste lid, 2°. De VDAB beslist op basis van een evaluatie of het bedrag, vermeld in het eerste lid, 2°, verder toegekend wordt gedurende twintig kwartalen.
Bij de berekening van de premie wordt rekening gehouden met het referteloon, vermeld in artikel 28, tweede lid."
Art. 8.Artikel 64 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : "
Art. 64.§ 1. De werknemers die op 1 oktober 2008, overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 5 april 1995 tot vaststelling van de voorwaarden waarop de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding een loonsubsidie toekent aan de werkgevers die personen met een handicap tewerkstellen onder gewone arbeidsvoorwaarden, recht geven op een premie en voor wie effectief een premie wordt betaald die hoger is dan het bedrag, vermeld in artikel 30, 2°, behouden het recht op die hogere premie tijdens de periode van 1 oktober 2008 tot en met 30 september 2012. Bij de berekening van de premie wordt rekening gehouden met het referteloon, vermeld in artikel 28, tweede lid.
Van 1 oktober 2012 tot en met 30 september 2013 geven die werknemers recht op een premie die gelijk is aan het bedrag, vermeld in artikel 30, 3°.
Tijdens het derde kwartaal van 2013 stelt de VDAB de werkgever in kennis van het einde van de betalingen van de premie en van de mogelijkheid om bij de VDAB een gemotiveerde aanvraag in te dienen tot behoud van het bedrag, vermeld in het vorige lid.
Na 30 september 2013 kan de werkgever om de twintig kwartalen een gemotiveerde aanvraag indienen bij de VDAB tot behoud van het bedrag, vermeld in het tweede lid. De VDAB beslist op basis van een evaluatie of het bedrag, vermeld in het tweede lid, verder toegekend wordt gedurende twintig kwartalen. § 2. De werknemers die op 1 oktober 2008, overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 5 april 1995 tot vaststelling van de voorwaarden waarop de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding een loonsubsidie toekent aan de werkgevers die personen met een handicap tewerkstellen onder gewone arbeidsvoorwaarden, recht geven op een premie en voor wie effectief een premie wordt betaald die lager is dan het bedrag, vermeld in artikel 30, 2°, geven op 1 oktober 2008 recht op een premie die gelijk is aan : 1° voor periode 1, die loopt van 1 oktober 2008 tot en met 30 september 2012 : het bedrag, vermeld in artikel 30, 2°;2° voor periode 2, die loopt van 1 oktober 2012 tot en met 30 september 2013 : het bedrag, vermeld in artikel 30, 3°. Tijdens het derde kwartaal van 2013 stelt de VDAB de werkgever in kennis van het einde van de betalingen van de premie en van de mogelijkheid om bij de VDAB een gemotiveerde aanvraag in te dienen tot behoud van het bedrag, vermeld in het eerste lid, 2°.
Na 30 september 2013 kan de werkgever om de twintig kwartalen een gemotiveerde aanvraag indienen bij de VDAB tot behoud van het bedrag, vermeld in het eerste lid, 2°. De VDAB beslist op basis van een evaluatie of het bedrag, vermeld in het eerste lid, 2°, verder toegekend wordt gedurende twintig kwartalen.
In afwijking van het eerste lid geven de werknemers die op 1 oktober 2008, overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 5 april 1995 tot vaststelling van de voorwaarden waarop de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding een loonsubsidie toekent aan de werkgevers die personen met een handicap tewerkstellen onder gewone arbeidsvoorwaarden, recht geven op een premie en voor wie effectief een premie wordt betaald die lager is dan het bedrag, vermeld in artikel 30, 3°, op 1 oktober 2008, voor de periode die loopt van 1 oktober 2010 tot en met 30 september 2013, recht op een bedrag als vermeld in artikel 30, 3°.
Tijdens het derde kwartaal van 2013 stelt de VDAB de werkgever in kennis van het einde van de betalingen van de premie en van de mogelijkheid om bij de VDAB een gemotiveerde aanvraag in te dienen tot behoud van het bedrag, vermeld in het vorige lid.
Na 30 september 2013 kan de werkgever om de twintig kwartalen een gemotiveerde aanvraag indienen bij de VDAB tot behoud van dat bedrag.
De VDAB beslist op basis van een evaluatie of het bedrag verder toegekend wordt gedurende twintig kwartalen."
Art. 9.Dit besluit treedt in werking op 1 oktober 2010.
Art. 10.De Vlaamse minister, bevoegd voor het tewerkstellingsbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 17 september 2010.
De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport, Ph. MUYTERS