17 OKTOBER 2003. - Besluit van de Vlaamse regering houdende toekenning van een forfaitaire onkostenvergoeding aan de leden van de Inspectie van Financiën ter beschikking gesteld van de Vlaamse regering

De Vlaamse regering, Gelet op de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten, inzonderheid artikel 51;

Gelet op het koninklijk besluit van 1 april 2003 tot vaststelling van het statuut van de leden van het interfederaal Korps van de Inspectie van Financiën en tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 april 1998 tot organisatie van het interfederaal Korps van de Inspectie van Financiën, inzonderheid artikel 51;

Gelet op het koninklijk besluit van 26 maart 1965 houdende de algemene regeling van de vergoedingen en toelagen van alle aard toegekend aan het personeel van de ministeries;

Gelet op het koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende de algemene regeling inzake reiskosten;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op art. 3, § 1, gewijzigd bij de wet van 9 augustus 1980;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid een gelijkwaardige onkostenregeling uit te werken voor de Inspecteurs van Financiën van het interfederale korps van de Inspectie van Financiën;

Overwegende dat de bijzondere positie van de Inspectie van Financiën ten opzichte van de Diensten van de Vlaamse Gemeenschap een forfaitarisering van hun onkostenvergoeding verrechtvaardigt;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Ruimtelijke Ordening, Wetenschappen en Technologische Innovatie, Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Aan de leden van de Inspectie van Financiën die geaccrediteerd of gedetacheerd zijn bij de Vlaamse regering wordt een forfaitaire terugbetaling van hun werkelijke gedragen uitgaven, eigen aan de uitoefening van hun functie, toegekend. Deze vergoeding is vastgesteld op 2.520 EUR per jaar.

Deze vergoeding is gekoppeld aan de spilindex 105,20.

Art. 2.De Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Ruimtelijke Ordening, Wetenschappen en Technologische Innovatie wordt ertoe gemachtigd een vergoeding voor reis- en verblijfkosten toe te kennen aan de bij de Vlaamse regering geaccrediteerde leden van de Inspectie van Financiën, conform de bepalingen van het koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemene regeling van de reiskosten.

Art. 3.Dit besluit treedt in werking op 1 november 2003.

Het besluit van de Vlaamse Executieve van 19 december 1990 houdende toekenning van een forfaitaire onkostenvergoeding aan de leden van de Inspectie van Financiën wordt opgeheven met ingang van 1 november 2003.

Art. 4.De Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Ruimtelijke Ordening, Wetenschappen en Technologische Innovatie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 17 oktober 2003.

De minister-president van de Vlaamse regering, B. SOMERS De Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Ruimtelijke Ordening, Wetenschappen en Technologische Innovatie, D. VAN MECHELEN