gepubliceerd op 29 januari 2025
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2018 tot uitvoering van afdeling 6 - toekenning van betaald educatief verlof in het kader van voortdurende vorming van de werknemers - van hoofdstuk IV van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen en tot wijziging van artikel 4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 mei 2013 betreffende de loopbaanbegeleiding, wat betreft de optimalisatie van het operationele proces
17 JANUARI 2025. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2018Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 21/12/2018 pub. 04/03/2019 numac 2019010609 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van afdeling 6 - toekenning van betaald educatief verlof in het kader van voortdurende vorming van de werknemers - van hoofdstuk IV van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen en tot wijziging van artikel 4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 mei 2013 betreffende de loopbaanbegeleiding sluiten tot uitvoering van afdeling 6 - toekenning van betaald educatief verlof in het kader van voortdurende vorming van de werknemers - van hoofdstuk IV van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen en tot wijziging van artikel 4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 mei 2013 betreffende de loopbaanbegeleiding, wat betreft de optimalisatie van het operationele proces
Rechtsgronden Dit besluit is gebaseerd op: - de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen, artikel 109, § 4, tweede lid, vervangen bij het decreet van 12 oktober 2018, artikel 116, § 1, vervangen bij het decreet van 12 oktober 2018, artikel 120, vervangen bij het decreet van 23 december 2016, en artikel 137bis, § 1, ingevoegd bij de wet van 22 december 1989 en vervangen bij het decreet van 12 oktober 2018.
Vormvereisten De volgende vormvereisten zijn vervuld: - De Vlaamse Minister, bevoegd voor de begroting, heeft zijn akkoord gegeven op 29 april 2024. - De SERV heeft advies gegeven op 17 juni 2024. - De Raad van State heeft advies 77.284/1 gegeven op 27 december 2024, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.
Initiatiefnemer Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Onderwijs, Justitie en Werk.
Na beraadslaging, DE VLAAMSE REGERING BESLUIT:
Artikel 1.In artikel 4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2018Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 21/12/2018 pub. 04/03/2019 numac 2019010609 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van afdeling 6 - toekenning van betaald educatief verlof in het kader van voortdurende vorming van de werknemers - van hoofdstuk IV van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen en tot wijziging van artikel 4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 mei 2013 betreffende de loopbaanbegeleiding sluiten tot uitvoering van afdeling 6 - toekenning van betaald educatief verlof in het kader van voortdurende vorming van de werknemers - van hoofdstuk IV van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen en tot wijziging van artikel 4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 mei 2013 betreffende de loopbaanbegeleiding, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het tweede lid wordt opgeheven;2° het vierde lid wordt vervangen door wat volgt: "In geval van een onvolledige aanmelding ter registratie vraagt het departement de ontbrekende gegevens en documenten bij de opleidingsverstrekker op.Als het departement binnen een termijn van dertig dagen vanaf de datum van het opvragen van de ontbrekende informatie niet over de ontbrekende informatie beschikt, verklaart het departement de aanmelding ter registratie onontvankelijk. De aanvrager wordt daarvan op de hoogte gebracht.".
Art. 2.In artikel 6 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid wordt de zinsnede ", ten minste drie maanden voor de start van de opleiding" opgeheven;2° in het tweede lid wordt het woord "opleidingendatabank" vervangen door het woord "opleidingsdatabank".
Art. 3.Aan artikel 12, vierde lid, van hetzelfde besluit worden de volgende zinnen toegevoegd: "Als de opleidingsverstrekker die gegevens niet bezorgd heeft binnen een maand na de aangetekende aanmaning, wordt de opleiding uit de opleidingsdatabank verwijderd. De opleidingsverstrekker wordt daarvan op de hoogte gebracht. De opleidingsverstrekker verwittigt onverwijld de voor de opleiding ingeschreven werknemers, die op het ogenblik dat de opleiding uit de opleidingsdatabank verwijderd wordt nog niet met de opleiding gestart zijn, dat de opleiding geen recht meer geeft op Vlaams opleidingsverlof. De werknemer informeert de werkgever hierover.".
Art. 4.In artikel 14, § 2, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 8 september 2023Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 08/09/2023 pub. 19/10/2023 numac 2023046015 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2018 tot uitvoering van afdeling 6 - toekenning van betaald educatief verlof in het kader van voortdurende vorming van de werknemers - van hoofdstuk IV van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen en tot wijziging van artikel 4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 mei 2013 betreffende de loopbaanbegeleiding, wat betreft de optimalisatie van het operationele proces sluiten, worden de volgende wijzingen aangebracht: 1° het eerste en het tweede lid opgeheven;2° aan het derde lid worden de volgende zinnen toegevoegd: "De opleidingsverstrekker verwittigt onverwijld de voor de opleiding ingeschreven werknemers, die op het ogenblik dat de opleiding uit de opleidingsdatabank verwijderd wordt nog niet met de opleiding gestart zijn, dat de opleiding geen recht meer geeft op Vlaams opleidingsverlof.De werknemer informeert de werkgever hierover.".
Art. 5.In artikel 29 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2021, wordt paragraaf 4 vervangen door wat volgt: " § 4. De verstrekker van een opleiding die regelmatige aanwezigheid vereist, houdt een dagelijkse aanwezigheidslijst ter beschikking van het departement en de Vlaamse Sociale Inspectie voor evaluatie en toezicht.".
Art. 6.Artikel 31 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt: "
Art. 31.De opleidingsverstrekker die de verplichtingen inzake attestering en registratie, vermeld in deze afdeling, niet nakomt, ontvangt een aangetekende aanmaning. Als de opleidingsverstrekker daaraan geen gevolg geeft binnen een periode van dertig dagen, kan het departement bij zwaarwichtige of herhaaldelijk vastgestelde inbreuken op de naleving van voormelde verplichtingen, de registratie van zijn geregistreerde opleidingen ambtshalve intrekken.".
Art. 7.In hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 8 september 2023Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 08/09/2023 pub. 19/10/2023 numac 2023046015 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2018 tot uitvoering van afdeling 6 - toekenning van betaald educatief verlof in het kader van voortdurende vorming van de werknemers - van hoofdstuk IV van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen en tot wijziging van artikel 4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 mei 2013 betreffende de loopbaanbegeleiding, wat betreft de optimalisatie van het operationele proces sluiten, wordt hoofdstuk 5, dat bestaat uit artikel 32 tot en met 38, vervangen door wat volgt: "Hoofdstuk 5. Terugbetaling aan de werkgever Afdeling 1. Aanvraagprocedure
Art. 32.De werkgever dient een aanvraag tot terugbetaling in door de opleiding van de werknemer aan te melden in het digitale platform Vlaamse opleidingsincentives binnen een termijn van drie maanden na de start van de opleiding. De minister bepaalt de verdere modaliteiten van de aanvraag.
Als de werknemer een loopbaangerichte opleiding volgt, bezorgt de werknemer aan het departement een attest van de loopbaanbegeleider met zijn persoonlijke ontwikkelingsplan waarin de noodzakelijke behoefte aan die opleiding is opgenomen, samen met het inschrijvingsbewijs.
Art. 33.De werkgever verstrekt op verzoek van het departement de inlichtingen die noodzakelijk zijn om zijn aanvraag tot terugbetaling goed te keuren of te berekenen.
Als de werkgever nalaat de inlichtingen te verstrekken binnen dertig dagen vanaf de dag waarop de werkgever het verzoek om aanvullende informatie heeft ontvangen, vervalt zijn aanvraag tot terugbetaling.
Art. 34.Nadat het departement de aanvraag onderzocht heeft en vastgesteld heeft dat de terugbetalingsaanvraag voldoet aan de voorwaarden van het Vlaams opleidingsverlof, brengt het departement de werkgever en de werknemer daarvan schriftelijk op de hoogte.
Als het departement vaststelt dat de terugbetalingsaanvraag niet voldoet aan de voorwaarden van het Vlaams opleidingsverlof, brengt het departement de werkgever en de werknemer hiervan schriftelijk op de hoogte met vermelding van de motivering voor de weigering van de terugbetaling. Afdeling 2. Registratie van opgenomen Vlaams opleidingsverlof
Art. 35.Per kwartaal registreert de werkgever in de DmfA het aantal uren Vlaams opleidingsverlof dat de werknemer heeft opgenomen. Afdeling 3. Berekening van het aantal uren terugbetaling van het
Vlaams opleidingsverlof
Art. 36.Het departement berekent per werknemer en per werkgever per schooljaar het bedrag van de terugbetaling op basis van: 1° de attestering en de registraties, vermeld in hoofdstuk 4, van de opleidingsverstrekker;2° de registratie door de werkgever van het Vlaams opleidingsverlof in de DmfA;3° het maximum aantal uren Vlaams opleidingsverlof waarop de werknemer recht heeft;4° alle terugbetalingsaanvragen voor de werknemer. De terugbetaling van het Vlaams opleidingsverlof wordt toegekend voor de uren waarop de werknemer recht heeft, zoals bepaald in artikel 23, op voorwaarde dat de opleiding nauwgezet wordt gevolgd, zoals bepaald in artikel 27.
De terugbetaalde uren zijn beperkt tot het maximum aantal uren Vlaams opleidingsverlof van de werknemer voor dat opleidingsjaar. De terugbetaling aan de werkgever is altijd op voorwaarde dat de werknemer ermee akkoord gaat om de opleiding te volgen onder het stelsel van het Vlaams opleidingsverlof.
Voor de terugbetaling van de uren Vlaams opleidingsverlof die opgenomen zijn door een werknemer die halftijds en met een vast uurrooster werkt, geldt als bijkomende voorwaarde dat de uren Vlaams opleidingsverlof samenvallen met de arbeidsuren van de werknemer volgens zijn dienstrooster.
Voor de terugbetaling van de uren Vlaams opleidingsverlof voor een opleiding met werkplekleren bij een andere werkgever, geldt als bijkomende voorwaarde dat noch de werknemer, noch de eigen werkgever worden vergoed voor de gepresteerde arbeid.
Voor de terugbetaling van de uren Vlaams opleidingsverlof voor een opleiding waarbij de eigen werkgever ook de opleidingsverstrekker is, geldt als bijkomende voorwaarde dat de werknemer dankzij de opleiding in staat is een andere dan de huidige functie of een onder invloed van een grondig gewijzigde omgeving sterk veranderende functie, uit te oefenen.
Na de berekening bezorgt het departement de werkgever de elementen waarop de berekening gebaseerd is, en, in geval van terugbetaling, het tijdstip van de betaling. Afdeling 4. Forfaitair bedrag
Art. 37.De terugbetaling aan de werkgever wordt beperkt tot een forfaitair bedrag per uur Vlaams opleidingsverlof waarvoor aan de terugbetalingsvoorwaarden is voldaan.
Art. 38.Vanaf het schooljaar 2014-2015 bedraagt het forfaitaire bedrag per uur Vlaams opleidingsverlof voor de terugbetaling aan de werkgevers 21,30 euro.".
Art. 8.Dit besluit treedt in werking op 1 april 2025.
Art. 9.De Vlaamse minister, bevoegd voor werk, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 17 januari 2025.
De minister-president van de Vlaamse Regering, M. DIEPENDAELE De Vlaamse minister van Onderwijs, Justitie en Werk, Z. DEMIR