Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 16 oktober 2009
gepubliceerd op 21 december 2009

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende bepaalde procedurele aspecten van de waarborgregeling voor kleine, middelgrote en grote ondernemingen met betrekking tot overbruggingsfinanciering

bron
vlaamse overheid
numac
2009036140
pub.
21/12/2009
prom.
16/10/2009
ELI
eli/besluit/2009/10/16/2009036140/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

16 OKTOBER 2009. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende bepaalde procedurele aspecten van de waarborgregeling voor kleine, middelgrote en grote ondernemingen met betrekking tot overbruggingsfinanciering


De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 6 februari 2004 betreffende een waarborgregeling voor kleine, middelgrote en grote ondernemingen, artikel 5, § 2, artikel 6, § 1, artikel 8, § 1 en § 2, artikel 12, gewijzigd bij het decreet van 20 februari 2009, en artikel 15 tot 17, en 18, § 1;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 15 oktober 2009;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, § 1;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de Vlaamse Regering snel uitvoering moet geven aan de uitbreiding van de bestaande waarborgregeling met betrekking tot overbruggingsfinanciering. Een waarborgregeling is immers een snel, eenvoudig en relatief goedkoop instrument om ondernemingen te ondersteunen en de toegang tot financiering van hun activiteiten en investeringen te verruimen. Naar aanleiding van de huidige economische en financiële crisis kampen de kmo's en de grote ondernemingen met een acute verminderde toegang tot kredietverlening met betrekking tot overbruggingsfinanciering. Het Vlaamse Gewest voorziet midden oktober 2009 een nieuwe oproep naar de financiële instellingen waarbij de modaliteiten van de overbruggingsfinanciering dienen opgenomen te worden zoniet kunnen deze maar opgenomen worden in een volgende oproep (vermoedelijk mei 2010). Een vertraging in de aanneming en de bekendmaking van dit besluit doet afbreuk aan de doeltreffendheid en het doel ervan, namelijk het faciliteren van de verwerving van voldoende financieringsmiddelen door ondernemingen via het verstrekken van een overheidswaarborg in een periode van economische en financiële crisis;

Overwegende dat de financiële crisis, die ontstaan is in oktober 2008, een negatieve invloed kan hebben op de kredietverlening aan de ondernemingen, wil de Vlaamse Regering het bestaande instrument van de waarborgregeling uitbreiden om een positieve stimulans te geven aan de kredietverlening in Vlaanderen;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Toepassingsgebied en algemene bepalingen

Artikel 1.§ 1. In dit besluit wordt verstaan onder : 1° Waarborgdecreet : het decreet van 6 februari 2004 betreffende een waarborgregeling voor kleine, middelgrote en grote ondernemingen, met inbegrip van alle latere wijzigingen;2° tweede Waarborgbesluit : het besluit van de Vlaamse Regering van 18 februari 2005 betreffende bepaalde procedurele aspecten van de waarborgregeling voor kleine en middelgrote ondernemingen, met inbegrip van alle latere wijzigingen;3° ministerieel besluit van 22 februari 2005 : het ministerieel besluit van 22 februari 2005 tot uitvoering van bepaalde bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 februari 2005 betreffende bepaalde procedurele aspecten van de waarborgregeling voor kleine en middelgrote ondernemingen, met inbegrip van alle latere wijzigingen;4° minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor de economie;5° premie : een premie als vermeld in artikel 6, § 1, van het Waarborgdecreet;6° raamovereenkomst : bilaterale overeenkomst tussen de waarborghouder en Waarborgbeheer NV waarin, rekening houdend met de bepalingen van het Waarborgdecreet en de uitvoeringsmaatregelen ervan, nadere voorwaarden voor de waarborgen worden geregeld;7° onder toepassing van een waarborg brengen : de mededeling door een waarborghouder aan Waarborgbeheer NV dat, wat hem betreft, een financieringsovereenkomst of andere verrichting voldoet aan de voorwaarden bepaald in het Waarborgdecreet en de uitvoeringsmaatregelen ervan, zodat, op het ogenblik dat de onderneming in gebreke blijft om de uit die financieringsovereenkomst of andere verrichting voortvloeiende verbintenissen aan de waarborghouder te betalen, op grond van de waarborg, de betaling vanwege het Vlaamse Gewest van de verbintenissen van de onderneming kan worden gevorderd, gevolgd door de registratie van die mededeling en de premiebetaling in overeenstemming met de bepalingen van dit besluit;8° een afroep van een waarborg : het onder toepassing van een waarborg, formeel vorderen van de betaling vanwege het Vlaamse Gewest van verbintenissen die voortvloeien uit een financieringsovereenkomst, als vermeld in artikel 3, § 1;9° wet van 16 januari 2003 : wet van 16 januari 2003 tot oprichting van een Kruispuntbank van Ondernemingen, tot modernisering van het handelsregister, tot oprichting van erkende ondernemingsloketten en houdende diverse bepalingen;10° de totale verbintenissen van de onderneming : het geheel van de verbintenissen van de onderneming die voortvloeien uit een financieringsovereenkomst, als vermeld in artikel 3, § 1;11° verbintenissen van de onderneming : het gedeelte van de totale verbintenissen van de onderneming dat overeenstemt met het percentage dat de waarborghouder met toepassing van dit besluit meedeelt aan Waarborgbeheer NV;12° onderneming : kleine en middelgrote of grote onderneming;13° graceperiode : de periode waarin een onderneming geen of slechts een gedeelte van het kapitaal zoals voorzien in het aflossingsschema van een reeds toegekende financieringsovereenkomst dient af te lossen; § 2. De definities, vermeld in artikel 1, punt 2, van de de-minimisverordening en in artikel 2 van het Waarborgdecreet, zijn eveneens van toepassing in dit besluit. HOOFDSTUK 2. - Modaliteiten en procedure van toekenning van waarborgen

Art. 2.De waarborgen voor verbintenissen die voortvloeien uit de financieringsovereenkomsten, vermeld in dit besluit, worden toegekend aan waarborghouders aan wie een waarborg werd toegekend overeenkomstig de modaliteiten en procedure vermeld in hoofdstuk II afdeling 2 van het Waarborgdecreet en hoofdstuk II van het tweede Waarborgbesluit van 18 februari 2005.

Hoofstuk 3. Categorieën van financieringsovereenkomsten waarvan verbintenissen van de onderneming onder toepassing van een waarborg kunnen worden gebracht en de criteria waaraan ze moeten voldoen

Art. 3.§ 1. Onverminderd de bepalingen van het Waarborgdecreet kunnen de verbintenissen van de ondernemingen die voortvloeien uit de onderstaande categorieën van financieringsovereenkomsten, die voldoen aan de voorwaarden bepaald in het Waarborgdecreet en de uitvoeringsmaatregelen ervan, onder toepassing van een waarborg worden gebracht : 1° financieringsovereenkomsten die zijn toegestaan met het oog op het herstel of de wedersamenstelling van het bedrijfskapitaal;2° financieringsovereenkomsten die betrekking hebben op bedrijfskapitaal en die zijn toegestaan, hetzij als een verhoging van een reeds bestaande financieringsovereenkomst, hetzij als een verlenging van een bestaande financieringsovereenkomst vanaf het verstrijken van de duurtijd ervan;3° financieringsovereenkomsten inzake uitstel van nog niet vervallen kapitaalaflossingen op bestaande financieringsovereenkomsten die initieel niet onder de waarborg gebracht werden, waarbij de graceperiode maximaal twee jaar bedraagt;4° financieringsovereenkomsten of andere verrichtingen waarvoor reeds een waarborg werd toegekend in toepassing van hoofdstuk 2 van het Waarborgdecreet en die worden vervangen door een nieuwe overeenkomst, waarbij de oorspronkelijke risicoverdeling, de duurtijd van de oorspronkelijke waarborg en het waarborgbedrag gelijk blijft;5° financieringsovereenkomsten die strekken tot de verlenging van een financieringsovereenkomst waarvoor reeds een waarborg werd toegekend in toepassing van hoofdstuk 2 van het Waarborgdecreet en die niet kunnen ondergebracht worden onder artikel 3, § 1, 2°;6° financieringsovereenkomsten inzake de overname van een niet-opgezegd krediet van een andere financiële instelling. § 2. Opdat de verbintenissen van een onderneming die voortvloeien uit de financieringsovereenkomsten, vermeld in paragraaf 1, onder de toepassing van een waarborg zouden kunnen worden gebracht, dient de waarborghouder een bijkomend financieel risico, zoals nader bepaald in de raamovereenkomst op de onderneming, te nemen. § 3. Opdat de verbintenissen van een onderneming die voortvloeien uit de financieringsovereenkomsten, vermeld in paragraaf 1, onder de toepassing van een waarborg zouden kunnen worden gebracht, bestaan op datum van 1 juli 2008 met betrekking tot alle verbintenissen van de onderneming ten aanzien van de waarborghouder geen achterstanden van meer dan één maand met betrekking tot de terugbetaling van de verschuldigde bedragen in hoofdsom.

Voor de financieringsovereenkomsten, vermeld in paragraaf 1, verklaart de waarborghouder dat is voldaan aan de voorwaarden, vermeld in het eerste lid. § 4. Opdat de verbintenissen van een onderneming die voortvloeien uit de financieringsovereenkomsten, vermeld in paragraaf 1, 2° tot en met 5°, onder de toepassing van een waarborg zouden kunnen worden gebracht, dienen alle gevestigde waarborgen uit de oorspronkelijke overeenkomst behouden te blijven, tenzij er een voorafgaandelijk akkoord is van Waarborgbeheer NV.

Art. 4.§ 1. De verbintenissen van de onderneming kunnen slechts onder toepassing van een waarborg worden gebracht, indien ze voortvloeien uit financieringsovereenkomsten, vermeld in artikel 3, § 1, die voldoen aan de volgende voorwaarden : 1° als de medecontractant of wederpartij van de overeenkomst, vermeld in artikel 3, § 1, activiteiten verricht die aan BTW onderworpen zijn, dan moet hij een BTW-inschrijvingsnummer hebben verkregen; 2°met behoud van toepassing van paragraaf 4, moet de onderneming, voor zover dat wettelijk verplicht is, ingeschreven zijn in de Kruispuntbank van Ondernemingen als vermeld in artikel 5 van de wet van 16 januari 2003, en moet ze daarenboven over de vereiste milieu-, beroeps- en exploitatievergunningen beschikken. § 2. De overeenkomst, vermeld in artikel 3, § 1, moet minstens de volgende clausules bevatten en bovendien moet elk van die clausules zijn uitwerking behouden zolang, enerzijds, de aan de waarborghouder verleende waarborg van kracht is en, anderzijds, het individuele dossier dat over de voormelde overeenkomst door Waarborgbeheer NV is geopend, niet definitief is afgesloten : 1° een beding op grond waarvan zowel de minister of diens bijzonder lasthebber, de waarborghouder, als Waarborgbeheer NV gerechtigd zijn om inzage te hebben in de boekhouding, alsmede in alle stukken en documenten van de onderneming die de medecontractant of wederpartij is van de overeenkomst;2° een beding op grond waarvan de onderneming die de medecontractant of wederpartij is van de overeenkomst zich ertoe verbindt om een regelmatige boekhouding te voeren;3° een beding op grond waarvan de waarborghouder gerechtigd is om, onverminderd andere bepalingen in de overeenkomst, die op te zeggen en over te gaan tot de onmiddellijke opeisbaarstelling van de uit de betreffende overeenkomst voortvloeiende verbintenissen, ingeval er onjuistheden of onvolledigheden blijken inzake een of meer gegevens die op grond van het Waarborgdecreet en de uitvoeringsmaatregelen ervan aan Waarborgbeheer NV moeten worden meegedeeld, dan wel ingeval aan de door de waarborghouder verstrekte middelen een andere bestemming wordt gegeven dan die welke met toepassing van de bepalingen in het Waarborgdecreet en de uitvoeringsmaatregelen ervan aan Waarborgbeheer NV is meegedeeld.4° een beding waarin uitdrukkelijk gestipuleerd wordt dat de steun, toegekend op basis van het Waarborgdecreet of de uitvoeringsmaatregelen ervan, de-minimissteun betreft, toegekend op basis van de de-minimisverordening;5° een beding op grond waarvan Waarborgbeheer NV gerechtigd is, bij overschrijding van de plafonds, vermeld in de de-minimisverordening, de betaling van de kredietnemer te vorderen van de onrechtmatig verleende steun, zijnde het brutosubsidie-equivalent van de steun, toegekend op basis van het Waarborgdecreet en de uitvoeringsmaatregelen ervan. § 3. De voorwaarden, vermeld in paragraaf 1 en 2, moeten vervuld zijn op het ogenblik dat de overeenkomst wordt gesloten. § 4. Waarborgbeheer NV kan op gemotiveerde aanvraag van een waarborghouder algemene of bijzondere afwijkingen toestaan van een of meer van de in de eerste of tweede paragraaf gestelde voorwaarden.

Een afwijking als vermeld in het eerste lid moet nader worden gemotiveerd in het belang van de onderneming en kan slechts worden toegestaan in zoverre de afwijking geen risico op niet-betaling van de verbintenissen van de onderneming tegenover de waarborghouder inhoudt of doet ontstaan en op voorwaarde dat er als gevolg van de afwijking geen concurrentieverstorend effect optreedt.

De minister kan specifieke doelgroepen definiëren op basis van de sector of ontwikkelingsfase, op basis van het doel of de aard van de investering, of op basis van een combinatie van voorgaande elementen, en voor elk van die doelgroepen een algemene of bijzondere afwijking toestaan van een of meer voorwaarden als vermeld in paragraaf 1 of 2. § 5. Behoudens de bepalingen van artikel 18 mag de som van de lopende verbintenissen van de onderneming, die onder de toepassing van een waarborg zijn gebracht, in hoofdsom het bedrag van 750.000 euro niet overschrijden. § 6. Het feit dat een andere waarborghouder al eerder verbintenissen van de onderneming onder toepassing van zijn waarborg heeft gebracht, vormt geen beletsel voor een waarborghouder om eveneens verbintenissen van de onderneming onder toepassing van de waarborg te brengen, met dien verstande dat de voorwaarde, vermeld in paragraaf 5 voldaan moet zijn. § 7. Een waarborghouder is gerechtigd om bij Waarborgbeheer NV te informeren of er niet reeds verbintenissen van de onderneming onder toepassing van de waarborg van een andere waarborghouder zijn gebracht.

Een verzoek om informatie als vermeld in het eerste lid, wordt geformuleerd op de wijze vastgelegd in de raamovereenkomsten en Waarborgbeheer NV is ertoe gebonden om de gevraagde informatie binnen twee werkdagen te verlenen.

Art. 5.De waarborg voor de verbintenissen van een onderneming die voortvloeien uit financieringsovereenkomsten, als vermeld in artikel 3, § 1, 2° en 5°, wordt toegestaan voor de periode waarvoor de verlenging of verhoging wordt toegestaan. Deze periode kan maximaal vijf jaar bedragen.

De waarborg voor de verbintenissen van een onderneming die voortvloeien uit financieringsovereenkomsten, als vermeld in artikel 3, § 1,1°, 3°, 4° en 6°, wordt toegestaan voor de duur van de toegestane financiering.

De waarborg eindigt in ieder geval vijf jaar nadat de verbintenissen uit de overeenkomst, vermeld in artikel 3, § 1, 1°, 2° en 3°, onder toepassing van de waarborg werden gebracht. HOOFDSTUK 4. - Regels inzake de aanmelding van dossiers bij Waarborgbeheer NV Afdeling 1. - Wijze van aanmelding van een overeenkomst, als vermeld

in artikel 3, § 1, waarvan verbintenissen van de onderneming onder toepassing van een waarborg worden gebracht

Art. 6.De aanmelding van de financieringsovereenkomsten, vermeld in artikel 3, § 1, waarvan de verbintenissen van de onderneming onder toepassing van een waarborg kunnen worden gebracht bij Waarborgbeheer NV, gebeurt op basis van een correct ingevuld formulier B, als vermeld in bijlage II bij het ministerieel besluit van 22 februari 2005 en/of op basis van een gewijzigd delgingsprogramma, indien de overeenkomst reeds onder toepassing van de waarborg is gebracht en het overmaken van de nodige documenten ter staving van de voorwaarde, vermeld in artikel 3, § 3.

Art. 7.Om verbintenissen van de onderneming onder de toepassing van zijn waarborg te brengen, meldt de waarborghouder de overeenkomst, vermeld in artikel 3, § 1, aan binnen een termijn van drie maanden na de ondertekening van de authentieke akte en, bij ontstentenis daarvan, van de onderhandse akte of de andere documenten waarin ze zijn vervat.

Het formulier B, vermeld in artikel 6, wordt ingediend overeenkomstig de bepalingen van artikel 8 van het ministerieel besluit van 22 februari 2005. Het gewijzigd delgingsprogramma dient elektronisch, met behulp van een digitaal certificaat, te worden overgemaakt aan Waarborgbeheer NV.

Art. 8.§ 1. Onverminderd het bepaalde in het Waarborgdecreet en de uitvoeringsmaatregelen ervan vermeldt het ingediende formulier ten minste de volgende gegevens : 1° de identificatie van de waarborg van de waarborghouder, onder toepassing waarvan verbintenissen van de onderneming worden gebracht;2° het bedrag, in hoofdsom, van de totale verbintenissen van de onderneming;3° het door de waarborghouder gekozen percentage op basis waarvan de verbintenissen van de onderneming, in hoofdsom, die onder toepassing van de waarborg zullen worden gebracht, berekend worden;4° het bedrag van de verbintenissen van de onderneming in hoofdsom, dat, rekening houdend met de voorgaande elementen, volgens de berekening van de waarborghouder, onder toepassing van de waarborg zal worden gebracht;5° de duurtijd waarvoor verbintenissen van de onderneming onder toepassing van de waarborg worden gebracht en die in geen geval langer kan zijn dan de resterende geldingsduur van de waarborg van de waarborghouder;6° het totale bedrag van de verbintenissen van de onderneming dat, rekening houdend met de voorgaande elementen, volgens de berekening van de waarborghouder, onder toepassing van de waarborg zal worden gebracht;7° de duurtijd van de overeenkomst, vermeld in artikel 3, § 1;8° het delgingsprogramma, gehanteerd in het kader van de overeenkomst, vermeld in artikel 3, § 1; § 2. Het percentage, vermeld in paragraaf 1, 3°, bedraagt ten hoogste 75 %. Afdeling 2. - Administratieve verwerking van de aangemelde dossiers

door Waarborgbeheer NV

Art. 9.Waarborgbeheer NV onderzoekt of het formulier B, vermeld in artikel 6 en/of het gewijzigde delgingsprogramma en de bijhorende stavingsdocumenten vanuit formeel oogpunt volledig en correct zijn ingevuld.

Waarborgbeheer NV onderzoekt of de registratie van de financieringsovereenkomst, vermeld in artikel 3, § 1, niet tot gevolg zou hebben dat het maximumbedrag, vermeld in artikel 4, § 5, overschreden wordt. In voorkomend geval wordt de registratie geweigerd en wordt de reden daarvan meegedeeld aan de waarborghouder. Hij kan vervolgens de overeenkomst, vermeld in artikel 3, § 1, opnieuw aanmelden, op voorwaarde dat door de registratie van die nieuwe melding het voormelde maximumbedrag niet overschreden wordt.

Art. 10.Waarborgbeheer NV beschikt over een periode van vijftien werkdagen, te rekenen vanaf de ontvangst van het formulier B, vermeld in artikel 6, en/of het gewijzigde delgingsprogramma en de bijhorende stavingsdocumenten, om een van de beslissingen vermeld in artikel 9 te nemen, en die, op de wijze vermeld in artikel 9 van het ministerieel besluit van 22 februari 2005 aan de waarborghouder mee te delen.

Art. 11.Nadat is beslist dat een met toepassing van artikel 7 aangemelde overeenkomst wordt geregistreerd, opent Waarborgbeheer NV een dossier over die overeenkomst.

Aan elk dossier als vermeld in het eerste lid, wordt een apart volgnummer toegekend, behalve indien de aanmelding enkel gebeurde op basis van een gewijzigd delgingsprogramma. Het volgnummer van de financieringsovereenkomsten die reeds onder toepassing van de waarborg vallen wordt in deze gevallen behouden. Afdeling 3. - Premies inzake de geregistreerde dossiers

Onderafdeling 1. - Berekening van de premie

Art. 12.Voor elke geregistreerde financieringsovereenkomst, als vermeld in artikel 11, behoudens voor de financieringsovereenkomsten, vermeld in artikel 3, § 1, 4°, is de waarborghouder een premie verschuldigd.

Art. 13.§ 1. De minister legt de premie, vermeld in artikel 12, vast in de oproep. In voorkomend geval wordt de premie per specifieke doelgroep vastgelegd. § 2. De premie mag minimaal 0,25 % en maximaal 0,75 % bedragen van het bedrag van de verbintenissen van de onderneming in hoofdsom dat volgens de berekening van de waarborghouder onder toepassing van de waarborg zal worden gebracht, vermenigvuldigd met de duurtijd in jaren waarvoor verbintenissen van de onderneming onder toepassing van de waarborg worden gebracht, die in geen geval langer kan zijn dan de resterende geldingsduur van de waarborg van de waarborghouder.

Beide elementen zullen worden bepaald op basis van het ingediende formulier B, vermeld in artikel 6, en/of het gewijzigde delgingsprogramma en de bijhorende stavingsdocumenten.

Onderafdeling 2. - Voorwaarden van betaling van de premie

Art. 14.De minister bepaalt de nadere voorwaarden van de betaling van de premie, vermeld in artikel 12.

Onderafdeling 3. - Juridische draagwijdte van de betaalplicht van de premie

Art. 15.§ 1. Indien een onderneming in gebreke is gebleven om haar verbintenissen die onder toepassing van een waarborg werden gebracht, na te komen, is de waarborghouder in kwestie pas gerechtigd om de waarborg af te roepen, als hij binnen een maand na de registratie van de financieringsovereenkomst in kwestie de premie met betrekking tot die financieringsovereenkomst heeft betaald.

De waarborghouder kan binnen de termijn van een maand, vermeld in het eerste lid, op gemotiveerde wijze om een eenmalige verlenging van die termijn verzoeken bij Waarborgbeheer NV. Waarborgbeheer NV bepaalt zelf de duurtijd van de verlenging, vermeld in het tweede lid, die evenwel niet meer dan zes maanden mag bedragen.

Met behoud van toepassing van paragraaf 2, tweede lid, wordt in geval de verlenging wordt geweigerd bij het verstrijken van de termijn, bedoeld in het eerste lid, de indiening van het formulier B en/of de indiening van het gewijzigde delgingsprogramma, zonder voorwerp. § 2. Indien Waarborgbeheer NV de betaling van de premie niet heeft ontvangen binnen de termijn, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, rekening houdend met een eventuele verlenging ervan, en de waarborghouder evenmin tijdig om de verlenging van de termijn heeft verzocht, wordt de indiening van het formulier B, vermeld in artikel 6, en/of de indiening van het gewijzigde delgingsprogramma zonder voorwerp.

In een dergelijk geval kan de waarborghouder de verbintenissen van de onderneming slechts onder toepassing van zijn waarborg brengen door de indiening van een nieuw ingevuld formulier B als vermeld in artikel 6, en/of het gewijzigde delgingsprogramma volgens de procedure bepaald in dit besluit. Afdeling 4. Rechtsgevolgen van een geregistreerde

financieringsovereenkomst na betaling van de premie

Art. 16.De verbintenissen van een onderneming worden beschouwd als zijnde onder de toepassing van de waarborg van een waarborghouder zodra de waarborghouder bij Waarborgbeheer NV een volledig ingevuld formulier B, vermeld in artikel 6, en/of een gewijzigd delgingsprogramma heeft ingediend, Waarborgbeheer NV tot de registratie daarvan heeft beslist en het Vlaamse Gewest de betaling van de toepasselijke premie, vermeld in artikel 12, heeft ontvangen. Afdeling 5. - Schrappen van een registratie

Art. 17.Wanneer vóór de afsluiting van het aangemelde dossier blijkt dat, na de datum van de registratie, vermeld in artikel 9, tweede lid, een of meer van de op het ingediende formulier of gewijzigde delgingsprogramma of bijhorende stavingsdocumenten ingevulde gegevens niet overeenstemmen met de werkelijkheid, of als blijkt dat de financieringsovereenkomst niet voldoet aan de voorwaarden van het Waarborgdecreet en de uitvoeringsmaatregelen ervan, dan kan Waarborgbeheer NV ertoe beslissen om de registratie van de financieringsovereenkomst te schrappen.

Een schrapping van een registratie als vermeld in het eerste lid, heeft tot gevolg dat de waarborghouder, voor wat betreft de verbintenissen van de onderneming die voortvloeien uit de financieringsovereenkomst waarvan de registratie is geschrapt, geen afroep van de waarborg kan verrichten. Afdeling 6. - Bijzondere regeling inzake dossiers voor grote sommen

Art. 18.De minister kan een waarborghouder de toestemming verlenen om, op diens verzoek, met betrekking tot een gegeven onderneming, verbintenissen van de onderneming, die voortvloeien uit de financieringsovereenkomsten, vermeld in artikel 3, § 1, onder toepassing van de waarborg te brengen met als gevolg dat het maximumbedrag, vermeld in artikel 4, § 5, wordt overschreden.

Art. 19.De waarborghouder richt het verzoek, vermeld in artikel 18, tot Waarborgbeheer NV.

Art. 20.Na de ontvangst van een verzoek, vermeld in artikel 18, onderzoekt Waarborgbeheer NV de aanvraag en brengt binnen een maand na ontvangst advies uit aan de minister.

Art. 21.De minister neemt zijn beslissing over het verzoek, vermeld in artikel 18 binnen een termijn van een maand nadat het advies van Waarborgbeheer NV is ontvangen.

De beslissing van de minister, vermeld in artikel 18, heeft alleen gevolg als de financieringsovereenkomst op regelmatige wijze werd geregistreerd. HOOFDSTUK 5. - Regels inzake de afroep van een waarborg Afdeling 1. - Bedrag van de onder toepassing van een waarborg

gebrachte verbintenissen van de onderneming dat kan worden gevorderd

Art. 22.§ 1. Het maximumbedrag van de verbintenissen van de onderneming, voortvloeiend uit de financieringsovereenkomsten, vermeld in artikel 3, § 1, ten belope waarvan de waarborghouder de hem toegekende waarborg kan afroepen, wordt als volgt bepaald : 1° een waarborghouder kan, per individuele onderneming, de verbintenissen van de onderneming, in hoofdsom, die onder toepassing van zijn waarborg werden gebracht, afroepen ten belope van ten hoogste het bedrag van de verbintenissen van de onderneming in hoofdsom dat volgens de berekening van de waarborghouder onder toepassing van de waarborg werd gebracht, zoals bepaald in het formulier B, vermeld in artikel 6, of in het gewijzigde delgingsprogramma, rekening houdend met een eventuele aanpassing ervan op grond van de bepalingen van artikel 18;2° de waarborghouder kan daarenboven, wat betreft een individuele financieringsovereenkomst waarvan verbintenissen van de onderneming onder de toepassing van zijn waarborg werden gebracht, ten hoogste het door de waarborghouder zelf voorgestelde percentage van de verbintenissen van de onderneming waarvoor hij in gebreke gebleven is, onder die waarborg afroepen. § 2. Voor de verbintenissen, voortvloeiend uit de financieringsovereenkomsten, vermeld in artikel 3, § 1, 1°, 3°, 4°, 5° en 6°, geldt bovendien dat het maximumbedrag, ten belope waarvan zij door de waarborghouder worden afgeroepen, niet hoger kan zijn dan : 1° de verbintenis tot terugbetaling, in hoofdsom, op de datum van opzegging, van de gelden die de waarborghouder hetzij aan de onderneming zelf, hetzij aan een derde, heeft uitbetaald op grond van de financieringsovereenkomst;2° de verbintenis tot de betaling van achterstallige interesten berekend op de verbintenis, vermeld in punt 1°, over een periode van ten hoogste het laatste jaar dat voorafgaat aan de datum van opzegging van de aangemelde financieringsovereenkomst;3° de kosten van inning van de voormelde verbintenissen, volgens de bepalingen van artikel 12 van het ministerieel besluit van 22 februari 2005. § 3. Wat de waarborg betreft, die werd verleend voor de verbintenissen van de ondernemingen die voortvloeien uit de financieringsovereenkomsten, vermeld in artikel 3, § 1, 2°, kan de waarborghouder de waarborg slechts afroepen, pondspondsgewijs, ten belope van het gedeelte van de financieringsovereenkomst dat onder de waarborg werd gebracht. Afdeling 2. - Regels voor de afroep

Art. 23.§ 1. Een waarborghouder kan een hem verleende waarborg een of meer keren afroepen ten belope van, elk van die keren, het met toepassing van artikel 22 berekende bedrag van de onder de toepassing van de waarborg gebrachte verbintenissen van de onderneming, of een fractie daarvan, zolang de haar verleende waarborg, als gevolg van eerdere dergelijke afroepen, niet integraal werd uitbetaald. § 2. Indien een waarborghouder, conform paragraaf 1, een hem verleende waarborg wenst af te roepen, moet hij dat telkens doen binnen een periode van drie maanden na de datum waarop de waarborghouder de onder toepassing van de waarborg gebrachte verbintenissen van de onderneming opeisbaar heeft gesteld. § 3. Voor de toepassing van paragraaf 2 gelden de onder toepassing van de waarborg gebrachte verbintenissen van de onderneming als opeisbaar gesteld op het ogenblik dat de waarborghouder, enerzijds, de financieringsovereenkomst waaruit zij voortvloeien, formeel heeft opgezegd én, anderzijds, de onderneming op formele wijze in gebreke heeft gesteld om de op dat ogenblik niet betaalde verbintenissen die voortvloeien uit die financieringsovereenkomst te betalen. § 4. De termijn, vermeld in paragraaf 2, is een vervaltermijn.

Art. 24.§ 1. Bij elke afroep van een waarborg deelt de waarborghouder het bedrag van de afroep mee en voegt hij daarbij een nota die de wijze van berekening van het bedrag van de afroep uiteenzet. § 2. De afroep van een waarborg vindt plaats op de wijze, vermeld in artikel 10 van het ministerieel besluit van 22 februari 2005 waarbij de datum van de afroep onbetwistbaar vast komt te staan. § 3. Uiterlijk op het ogenblik van de afroep moet de waarborghouder de relevante stukken en documenten, vermeld in artikel 10 van het ministerieel besluit van 22 februari 2005 die de financieringsovereenkomst betreffen waarop de afroep betrekking heeft, aan Waarborgbeheer NV hebben bezorgd. § 4. De afroep van een waarborg gebeurt door middel van een correct ingevuld formulier C, als vermeld in bijlage II bij het ministerieel besluit van 22 februari 2005. Afdeling 3. - Onderzoek naar de conformiteit van een afroep van een

waarborg aan de bepalingen van het Waarborgdecreet en de uitvoeringsmaatregelen ervan

Art. 25.§ 1. Na de ontvangst van een afroep als vermeld in artikel 23, § 1, onderzoekt Waarborgbeheer NV of die afroep voldoet aan de bepalingen van artikel 24 en de uitvoeringsmaatregelen ervan.

Waarborgbeheer NV verifieert tevens of de berekeningwijze vermeld in artikel 24, § 1, juist is en of het bedrag van de afroep gerechtvaardigd is. § 2. Waarborgbeheer NV beschikt voor de verificaties, vermeld in paragraaf 1, over een periode van drie maanden te rekenen vanaf de datum van de afroep van de waarborg. § 3. Als er aanwijzingen zijn dat het bedrag van de afroep niet voorlopig betaalbaar kan worden gesteld, kan Waarborgbeheer NV de termijn van drie maanden, vermeld in paragraaf 2, eenmalig met drie maanden verlengen, om het dossier grondig te onderzoeken. De waarborghouder wordt daarvan met een brief voorafgaandelijk op de hoogte gebracht. Afdeling 4. - Beslissing over het al dan niet betaalbaar stellen, ten

provisionele titel, van een afroep

Art. 26.§ 1. Binnen de termijn, vermeld in artikel 25, § 2, beslist Waarborgbeheer NV om al dan niet over te gaan tot het voorlopig betaalbaar stellen van het bedrag van de afroep.

Waarborgbeheer NV kan, naar aanleiding van haar onderzoek van het dossier, er tevens toe beslissen om het bedrag van de afroep slechts ten dele voorlopig betaalbaar te stellen. § 2. De waarborghouder wordt, door middel van een aangetekende brief, onverwijld op de hoogte gebracht van een beslissing als vermeld in paragraaf 1. § 3. Het betaalbaar stellen van een waarborg en elke betaling die daarop volgt, bevrijden de onderneming niet van haar verbintenissen tegenover de waarborghouder, die voortvloeien uit de financieringsovereenkomst in kwestie.

Art. 27.§ 1. Als Waarborgbeheer NV beslist om de afroep van de waarborg in zijn geheel voorlopig betaalbaar te stellen, gaat het Vlaamse Gewest binnen tien werkdagen na de datum waarop die beslissing is genomen, ten provisionele titel, over tot de betaling ervan.

Als Waarborgbeheer NV beslist om de afroep van de waarborg slechts ten dele voorlopig betaalbaar te stellen, gaat het Vlaamse Gewest, binnen tien werkdagen na de datum waarop die beslissing is genomen, ten provisionele titel, over tot de betaling van het betaalbaar gestelde deel van de afroep. § 2. De beslissing van Waarborgbeheer NV om niet over te gaan tot de gehele of gedeeltelijke betaalbaarstelling van het bedrag van de afroep kan worden genomen wanneer : 1° aan de voorwaarden voor het onder de waarborg brengen van de verbintenis voortvloeiend uit een financieringsovereenkomst niet is voldaan;2° de waarborghouder onjuiste verklaringen heeft afgelegd;3° de waarborghouder zonder toestemming van Waarborgbeheer NV de oorspronkelijke voorwaarden of modaliteiten van de financieringsovereenkomst of een andere verrichting zodanig wijzigt dat de initiële voorwaarden niet meer vervuld zijn of het risico voor het Vlaamse Gewest substantieel is verzwaard;4° de waarborghouder in gebreke is gebleven om de verschuldigde premie te betalen. Afdeling 5. - Hoger beroep tegen een geheel of ten dele ongunstige

beslissing over een afroep

Art. 28.§ 1. Een beslissing als vermeld in artikel 26, waarin het voorlopig betaalbaar stellen van de afroep van de waarborg wordt geweigerd, dan wel de beslissing waarin het voorlopig betaalbaar stellen van de afroep van de waarborg slechts gedeeltelijk wordt toegekend, wordt nader gemotiveerd en vermeldt in elk geval de redenen waarom niet tot de gehele voorlopige betaling van de afroep zal worden overgegaan, dan wel waarom slechts tot een gedeeltelijke voorlopige betaling van de afroep zal worden overgegaan. § 2. De waarborghouder heeft, te rekenen vanaf de datum waarop hij op de hoogte werd gebracht van de beslissing, vermeld in artikel 26, § 1, een maand de tijd om hoger beroep tegen die beslissing aan te tekenen bij de Vlaamse Regering.

Een hoger beroep als bedoeld in het eerste lid, wordt ingesteld door middel van een aangetekende brief, gericht aan de minister.

De aangetekende brief, bedoeld in het vorige lid, vermeldt de grieven en nadere argumenten van de waarborghouder. § 3. Het hoger beroep tegen een beslissing, als vermeld in artikel 26, § 1, tweede lid, schorst de tenuitvoerlegging van het gedeeltelijk voorlopig betaalbaar stellen waartoe is beslist, niet. § 4. Na de ontvangst van een aangetekende brief, als vermeld in paragraaf 2, tweede lid, verzoekt de minister, namens de Vlaamse Regering, onverwijld aan Waarborgbeheer NV haar opmerkingen aangaande de grieven en argumenten van de waarborghouder mee te delen.

Het verzoek, vermeld in het eerste lid, wordt aan Waarborgbeheer NV bezorgd door middel van een aangetekende brief.

Waarborgbeheer NV beschikt over een termijn van zes weken, te rekenen vanaf de datum van ontvangst van de aangetekende brief van de minister, bedoeld in het tweede lid, om de gevraagde opmerkingen aan de minister mee te delen. § 5. De Vlaamse Regering heeft, te rekenen vanaf de datum vermeld op de poststempel van de aangetekende brief, vermeld in paragraaf 2, tweede lid, vier maanden de tijd om uitspraak te doen over het hoger beroep.

Bij ontstentenis van een uitspraak binnen de termijn, bedoeld in het eerste lid, wordt het hoger beroep geacht te zijn ingewilligd en wordt er tot de gehele voorlopige betaling van de afroep overgegaan. § 6. De minister deelt de uitspraak van de Vlaamse Regering over het hoger beroep in een aangetekende brief mee aan de waarborghouder en aan Waarborgbeheer NV. § 7. Als het hoger beroep wordt ingewilligd, beschikt het Vlaamse Gewest, te rekenen vanaf de datum van de uitspraak of, in het geval, vermeld in paragraaf 5, tweede lid, vanaf het verstrijken van de termijn om een uitspraak te doen, over een termijn van tien werkdagen om het bedrag van de afroep, dan wel het nog verschuldigd saldo daarvan, ten provisionele titel, aan de waarborghouder uit te betalen. Afdeling 6. - Betaling van recuperaties en kosten na datum van de

betaling ten provisionele titel

Art. 29.§ 1. De betalingen ten provisionele titel, vermeld in artikel 26, artikel 27 en artikel 28, § 7, geschieden onder voorbehoud van een eventuele herroeping als vermeld in paragraaf 5, eerste lid. § 2. Een betaling als vermeld in paragraaf 1 laat de verplichting van de waarborghouder onverlet om, mede in het belang van het Vlaamse Gewest en om aan de verbintenissen tot terugbetaling aan het Vlaamse Gewest te kunnen voldoen, het nodige te doen teneinde de betaling van de vordering op de onderneming te verkrijgen. § 3. De waarborghouder moet de betalingen van de verbintenissen die voortvloeien uit de financieringsovereenkomst in kwestie die hij nog na de datum van de afroep, vermeld in artikel 23, § 1, uit handen van de onderneming of van een derde persoon, het Vlaamse Gewest uitgezonderd, ontvangt, meedelen aan Waarborgbeheer NV. De mededeling, vermeld in het eerste lid, omvat tevens de kosten van inning, vermeld in artikel 22, § 2, 3°.

De betalingen, vermeld in het eerste lid, betreffen zowel de betalingen waartoe de onderneming, of de derde, op vrijwillige basis overgaat, als die welke in rechte worden afgedwongen.

De wijze waarop de mededeling gebeurt, en de periodiciteit ervan, worden vastgelegd in de raamovereenkomst. § 4. De waarborghouder is er, volgens nadere voorwaarden die vastgelegd worden in de raamovereenkomst, toe gebonden om aan het Vlaamse Gewest een evenredig deel van het bedrag van de betalingen die hij van de onderneming of een derde persoon ontvangen heeft, door te storten.

Het Vlaamse Gewest is er, volgens nadere voorwaarden die vastgelegd worden in de raamovereenkomst, toe gebonden om aan de waarborghouder een evenredig deel van het bedrag van de kosten van inning, vermeld in artikel 22, § 2, 3°, door te storten.

Het evenredige deel van het bedrag van de door de waarborghouder ontvangen betalingen en gemaakte kosten van inning, als bedoeld in het eerste en tweede lid, is gelijk aan het door de waarborghouder gekozen percentage, vastgesteld op basis van het formulier B, vermeld in artikel 6, of van het gewijzigde delgingsprogramma, op basis waarvan de verbintenissen van de onderneming, in hoofdsom, die onder toepassing van de waarborg zijn gebracht, berekend werden. § 5. Waarborgbeheer NV beschikt over een termijn van twee jaar, te rekenen vanaf de datum van de betaling ten provisionele titel, vermeld in paragraaf 1, om eventueel de provisionele betaling geheel of gedeeltelijk te herroepen, omdat een voorwaarde van het Waarborgdecreet of de uitvoeringsmaatregelen ervan niet vervuld is.

In voorkomend geval is de waarborghouder ertoe gebonden om, volgens de voorwaarden die de minister bepaalt, de ontvangen provisionele betaling geheel of gedeeltelijk terug te betalen aan het Vlaamse Gewest. § 6. Waarborgbeheer NV kan er, eventueel op verzoek van de waarborghouder, in de gevallen dat zij er redelijkerwijze kan van uitgaan dat er, hetzij op vrijwillige basis, hetzij op gerechtelijk afgedwongen basis, uit handen van de onderneming, geen verdere betalingen als vermeld in paragraaf 2, te verwachten zijn, toe beslissen om een dossier voortijdig af te sluiten.

Waarborgbeheer NV deelt haar eventuele beslissing tot voortijdige afsluiting van een dossier binnen tien werkdagen nadat die beslissing is genomen, mee aan de waarborghouder.

Vanaf het tijdstip van een voortijdige afsluiting van een dossier zijn de waarborghouder en het Vlaamse Gewest niet langer onderworpen aan de verplichtingen, vermeld in paragraaf 4. § 7. Het vroegtijdig afsluiten van een dossier is tevens onderworpen aan de bepalingen van artikel 14 van het ministerieel besluit van 22 februari 2005. Afdeling 8. - Onderzoekstaken van Waarborgbeheer NV

Art. 30.Het onderzoek of een afroep dat voldoet aan de voorwaarden, vermeld in het Waarborgdecreet en de uitvoeringsmaatregelen ervan, verloopt volgens wat is bepaald in artikel 11 van het ministerieel besluit van 22 februari 2005. HOOFDSTUK 6. - Algemene onderzoeksbevoegdheid van Waarborgbeheer NV

Art. 31.§ 1. Om na te gaan of de informatie, vermeld in artikel 8, zoals die wordt ingevuld op het formulier B, vermeld in artikel 6, en de informatie, vermeld in het gewijzigde delgingsprogramma en de bijbehorende stavingsdocumenten, correct is, alsmede om na te gaan of een financieringsovereenkomst voldoet aan de voorwaarden, vermeld in paragraaf 3 en de voorwaarden, vermeld in artikel 3 en 4, is de waarborghouder ertoe gehouden om, op verzoek van Waarborgbeheer NV, de boeken open te leggen voor de onderdelen die betrekking hebben op de onderneming waarvoor binnen Waarborgbeheer NV een dossier is geopend. § 2. Voor de doelstellingen vermeld in paragraaf 1 kan Waarborgbeheer NV te allen tijde inzage hebben in de financieringsovereenkomsten die de waarborghouder heeft gesloten met de onderneming, waarvan verbintenissen onder de toepassing van een waarborg van de waarborghouder werden gebracht.

Voor de doelstellingen, vermeld in paragraaf 1, kan Waarborgbeheer NV kopieën maken en bijhouden van alle stukken en documenten die zich bevinden in het kredietdossier of een ander dossier dat de waarborghouder aangaande de krediet- of andere financieringsovereenkomsten als vermeld in het eerste lid, heeft aangelegd. § 3. De waarborghouder waakt erover dat de financieringsovereenkomsten ten gunste van de onderneming gewag maken van het bepaalde in dit artikel, wat een voorwaarde is om ze onder toepassing van de waarborg te kunnen brengen. § 4. In de raamovereenkomst wordt vastgelegd op welke wijze Waarborgbeheer NV kan nagaan of de mededelingen, vermeld in artikel 29, § 3, op correcte wijze gebeurd zijn. HOOFDSTUK 7. - Algemene bepalingen aangaande de raamovereenkomsten

Art. 32.Een instelling als vermeld in artikel 4, § 1, van het Waarborgdecreet kan slechts waarborghouder worden na de sluiting van een raamovereenkomst.

In de in het eerste lid bedoelde raamovereenkomst wordt nader uitgewerkt op welke wijze de waarborghouder en Waarborgbeheer NV uitvoering geven aan de bepalingen van het Waarborgdecreet en de uitvoeringsmaatregelen ervan.

De raamovereenkomst regelt in elk geval de volgende punten : 1° de wijze waarop en de vorm waarin de waarborghouder rapporteert over het gebruik van de toegekende waarborgen;2° de inhoudelijke en vormelijke afspraken over de informatievoorziening door Waarborgbeheer NV aan de waarborghouder en de dienstverlening die de waarborghouder van Waarborgbeheer NV mag verwachten, met name, zij het niet beperkt tot, een omschrijving van de helpdeskfunctie en de bereikbaarheid van Waarborgbeheer NV;3° procedures inzake het afsluiten van financieringsovereenkomsten waarvan het de bedoeling is deze onder de waarborg te brengen;4° regels en criteria op het vlak van de beoordeling van de kredietwaardigheid en solvabiliteit van de onderneming;5° de inhoudelijke en vormelijke procedures die gelden inzake de indiening van een formulier B, vermeld in artikel 6, en/of een gewijzigd delgingsprogramma en de bijbehorende stavingsdocumenten, en inzake de berekening en de betaling van de verschuldigde premie;6° de door de waarborghouder te hanteren procedures inzake het beheer van de aangemelde dossiers vóór opzegging;7° de door de waarborghouder te hanteren procedures inzake de opzegging en het opeisbaar stellen van een onder de waarborg gebrachte verbintenis;8° procedures inzake de afroep van de waarborg, alsmede inzake het berekenen van en het aanvragen van de provisie;9° procedures inzake het behandelen van de provisieaanvraag en de uitbetaling daarvan;10° regels inzake de uitwinning van waarborgen en inzake het toerekenen van recuperaties en kosten na opzegging;11° procedures inzake het aanvragen van de afsluiting van een dossier en inzake de afsluiting van een dossier;12° regels inzake de beschikbaarheid en de toegankelijkheid van dossiers en relevante gegevens teneinde Waarborgbeheer NV toe te laten relevante gegevens te verifiëren en de naleving te toetsen aan de bepalingen van het Waarborgdecreet, de uitvoeringsbesluiten en de raamovereenkomst zelf;13° regels inzake het melden, door de waarborghouder, van afwijkingen op de bepalingen van het Waarborgdecreet, de uitvoeringsmaatregelen en het raamakkoord waarvoor een meldingsplicht geldt;14° regels inzake het vooraf aanvragen van de goedkeuring voor voorgenomen afwijkingen aan de bevoegde instantie;15° regels inzake een eventuele herziening of wijziging van de raamovereenkomst;16° het moment waarop het oorspronkelijke en het bijkomende financieel risico voor de waarborghouder worden berekend;17° de bijkomende stukken die de aanvraag moeten vergezellen. HOOFDSTUK 8. - Diverse bepalingen

Art. 33.De minister bepaalt de inhoud, de nadere voorwaarden en de periodiciteit van de informatieverstrekking, vermeld in artikel 13, § 2, van het Waarborgdecreet. HOOFDSTUK 9. - Slotbepalingen

Art. 34.Dit besluit wordt aangehaald als : het urgentiebesluit ter van 16 oktober 2009.

Art. 35.Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad en houdt op van kracht te zijn op de dag waarop het besluit van de Vlaamse Regering van 7 november 2008 betreffende erkenning van een financiële crisis en tot afwijking van de waarborgregeling voor kleine en middelgrote ondernemingen, overeenkomstig artikel 7 van het voormelde besluit, ophoudt van kracht te zijn.

Art. 36.De Vlaamse minister, bevoegd voor de economie, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 16 oktober 2009.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid, K. PEETERS

^