16 MAART 1999. - Besluit van de Vlaamse regering tot oprichting van een adviescommissie voor de toepassing van het besluit van de Vlaamse regering van 21 mei 1997 betreffende een geïntegreerde economische boekhouding en budgettaire rapportering voor de Vlaamse openbare instellingen

De Vlaamse regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, gewijzigd bij de wet van 8 augustus 1988 en de bijzondere wetten van 12 januari 1989, 16 januari 1989, 5 mei 1993, 16 juli 1993, 28 december 1994, 5 april 1995, 25 maart 1996, het bijzonder decreet van 24 juli 1996 en de bijzondere wet van 4 december 1996;

Gelet op het decreet van 8 juli 1996 houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 1996, inzonderheid op de artikelen 5 en 6;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 21 mei 1997 betreffende een geïntegreerde economische boekhouding en budgettaire rapportering voor de Vlaamse openbare instellingen;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister van Financiën, Begroting en Gezondheidsbeleid, gegeven op 8 maart 1999;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Financiën, Begroting en Gezondheidsbeleid;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Er wordt een adviescommissie opgericht.

Zij heeft tot taak : 1° het verstrekken van adviezen en aanbevelingen aan de Vlaamse regering over de toepassing van het besluit van de Vlaamse regering van 21 mei 1997 betreffende een geïntegreerde economische boekhouding en budgettaire rapportering voor de Vlaamse openbare instellingen, hetzij op verzoek van de Vlaamse minister bevoegd voor Financiën en Begroting, hetzij op eigen initiatief;2° het verstrekken van adviezen aan de Vlaamse regering, op verzoek van de minister van Financiën en Begroting of op eigen initiatief, over aanpassingen van voormeld besluit van de Vlaamse regering van 21 mei 1997 aan internationale, federale of Vlaamse regelgeving;3° het verstrekken van het verplicht door de Vlaamse regering in te winnen advies bij wijzigingen van voormeld besluit van de Vlaamse regering van 21 mei 1997.

Art. 2.§ 1. De commissie wordt samengesteld als volgt : 1° Een voorzitter (en plaatsvervanger) aangeduid onder de leden van de adviescommissie door de Vlaamse minister bevoegd voor Financiën en Begroting;2° Een lid (en plaatsvervanger) aangeduid onder de leden van het Interfederaal korps van de Inspectie Financiën toegewezen aan de Vlaamse regering;3° Twee leden (en plaatsvervangers) aangeduid onder de ambtenaren van de administratie Budgettering, Accounting en Financieel Management - respectievelijk de afdeling Budgettering en Accounting;4° Een lid (en plaatsvervanger) op voordracht van het Instituut der Accountants - IDAC;5° Een lid (en plaatsvervanger) op voordracht van het Instituut der Bedrijfsrevisoren - IBR;6° Twee onafhankelijke experten (en plaatsvervangers) met een respectievelijke expertise op bedrijfseconomisch en op budgettair vlak;7° Een lid (en plaatsvervanger) op voordracht van het Netwerk voor Management in de Openbare Vlaamse Instellingen - MOVI; § 2. De commissie kan het advies van experten vragen, die op verzoek van de voorzitter kunnen deelnemen aan de vergaderingen.

Art. 3.Het secretariaat van deze commissie zal worden waargenomen door de afdeling Budgettering van de administratie Budgettering, Accounting en Financieel Management.

Art. 4.De leden van de commissie worden benoemd door de Vlaamse minister bevoegd voor Financiën en Begroting, op voorstel van de in artikel 2 vermelde instellingen en organismen, voor een termijn van zes jaar. Hun mandaat is hernieuwbaar.

Art. 5.§ 1. De commissie stelt haar huishoudelijk reglement op en legt dit ter goedkeuring voor aan de Vlaamse minister bevoegd voor Financiën en Begroting. § 2. De wijze van stemmen gebeurt bij eenvoudige meerderheid met een minimum aanwezigheidsquorum van 5 stemgerechtigde leden. Leden van het secretariaat en ad hoc experten waarvan sprake in artikel 2, § 2, zijn niet stemgerechtigd.

Art. 6.§ 1. Het presentiegeld voor de in artikel 2, § 1, 4° tot 6° en § 2 bedoelde leden en experten, bedraagt 4 000 BEF per zitting per expert of lid en mag op jaarbasis niet hoger liggen dan 40 000 BEF per expert of lid, verplaatsingsonkosten niet inbegrepen. Voormelde bedragen worden gekoppeld aan het indexcijfer der consumptieprijzen.

De terugbetaling van de verplaatsingsonkosten wordt geregeld overeenkomstig het besluit van de Vlaamse regering van 14 december 1983 houdende sommige maatregelen tot harmonisatie van de werking en van de presentiegelden en vergoedingen van adviesorganen. § 2. Voor het overheidspersoneel is het besluit van de Vlaamse regering van 14 december 1983 houdende sommige maatregelen tot harmonisatie van de werking en van de presentiegelden en vergoedingen van adviesorganen, van toepassing.

Art. 7.Dit besluit treedt onmiddellijk in werking.

Art. 8.De Vlaamse minister bevoegd voor Financiën en Begroting, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 16 maart 1999.

De minister-president van de Vlaamse regering, L. VAN DEN BRANDE De Vlaamse minister van Financiën, Begroting en Gezondheidsbeleid, W. DEMEESTER-DE MEYER