Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 16 juni 2006
gepubliceerd op 08 september 2006

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2005 tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen

bron
vlaamse overheid
numac
2006036357
pub.
08/09/2006
prom.
16/06/2006
ELI
eli/besluit/2006/06/16/2006036357/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

16 JUNI 2006. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2005 tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen


De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 7 mei 2004 houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat voor gebouwen en tot invoering van een energieprestatiecertificaat, inzonderheid op artikel 4, § 1, en op artikelen 19 en 20;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2005 tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen, inzonderheid op artikelen 25, 26, 29, 30 en 31;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor Begroting, gegeven op 22 februari 2006;

Gelet op het advies van de Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen, gegeven op 30 maart 2006;

Gelet op het advies van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen, gegeven op 12 april 2006;

Gelet op het advies 40.451/3 van de Raad van State, gegeven op 7 juni 2006, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Artikel 25 van het besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2005 tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 25.De minister bepaalt de nadere regels tot vaststelling van de vorm en inhoud van de EPB-aangifte en de startverklaring. »

Art. 2.Artikelen 26 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 26.De minister bepaalt welke gegevens van de aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning en van de stedenbouwkundige vergunning door de gemeente in de energieprestatiedatabank moeten worden opgenomen en bepaalt de minimale voorwaarden waaraan de energieprestatiedatabank moet voldoen. »

Art. 3.In artikel 29, 30 en 31 van hetzelfde besluit worden de woorden « zes maanden » telkens vervangen door de woorden « twaalf maanden ».

Art. 4.In hetzelfde besluit wordt bijlage III vervangen door de bijlage, gevoegd bij dit besluit.

Art. 5.Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Art. 6.De Vlaamse minister, bevoegd voor het Energiebeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 16 juni 2006.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, K. PEETERS

Bijlage III Maximaal toelaatbare U-waarden of minimaal te realiseren R-waarden

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld (1) Voor de evaluatie van Umax dient de oppervlaktegewogen gemiddelde waarde beschouwd te worden van alle transparante scheidingsconstructies waarop de eis van toepassing is.(2) Ug is de centrale U-waarde van de beglazing voor de gegeven inbouwpositie.Elk glaspaneel op zich dient aan de centrale Ug,max waarde te voldoen. (3) Totale R-waarde berekend van het binnenoppervlak tot het contactoppervlak met de volle grond, de kruipruimte of de onverwarmde kelder.(4) U-waarde berekend volgens EN ISO 13370.Voor ingegraven (kelder)vloeren geldt Umax (of Rmin) enkel voor de U-waarde van de vloer (Ub,f berekend volgens EN ISO 13370). (5) Deze eisen worden slechts van kracht een jaar na de inwerkingtreding van dit besluit.(6) In het kader van dit besluit mag men er steeds van uitgaan dat alle ruimten in gebouwen op een aangrenzend perceel verwarmde ruimten zijn.(7) Met uitzondering van dat deel van een reeds bestaande gemeenschappelijke scheidingsconstructie waartegen een nieuw gebouw wordt opgetrokken, indien ter hoogte van de betreffende scheidingsconstructie de kleinste afstand tot de tegenoverliggende perceelsgrens minder dan 6 meter bedraagt.(8) Bij de berekening van de U-waarde voor tussengelegen vloeren wordt de warmteflux van onder naar boven beschouwd. Beschouw de totale oppervlakte van alle scheidingsconstructies waaraan eisen gesteld worden in vak 1. Voor ten hoogste 2 % van deze oppervlakte moet niet voldaan worden aan de eisen gesteld in vak 1.

Het beschermd volume is gedefinieerd in NBN B62-301.

De warmtedoorgangscoëfficiënten U of warmteweerstanden R worden berekend volgens de norm of volgens de nadere specificaties van de Vlaamse overheid die van toepassing is op het type constructiedeel.

Hoofdstuk 1 van bijlage I bij dit besluit (Bepalingsmethode van het peil van primair energieverbruik van woongebouwen) geeft een opsomming van deze normen.

Indien de scheidingsconstructie het beschermd volume afscheidt van een aangrenzende onverwarmde ruimte, is het het product van de reductiefactor b met warmtedoorgangscoëfficiënt U dat aan de Umax eis moet voldoen. De reductiefactor b van de aangrenzende onverwarmde ruimte wordt bepaald volgens 1 van de 2 mogelijkheden voorzien in bijlage A van bijlage I bij dit besluit (Bepalingsmethode van het peil van primair energieverbruik van woongebouwen).

Indien een scheidingsconstructie niet aan een minimaal te realiseren R-waarde voldoet, wordt bij de berekening van de administratieve geldboete de te beschouwen U-waarde bij conventie gelijk gesteld aan het inverse van de R-waarde, en dit zowel voor de gerealiseerde waarde (Uaangifte = 1/Raangifte) als voor de eis (Ueis = 1/Rmin).

Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2005 tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen.

Brussel, 16 juni 2006.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, K. PEETERS

^