gepubliceerd op 27 maart 2023
Besluit van de Vlaamse Regering tot toekenning van een subsidie aan sociale huisvestingsmaatschappijen en aanpassing van het prijsplafond voor de bouw en renovatie van sociale huurwoningen in het kader van de realisatie van innovatieve sociale woonprojecten
16 DECEMBER 2022. - Besluit van de Vlaamse Regering tot toekenning van een subsidie aan sociale huisvestingsmaatschappijen en aanpassing van het prijsplafond voor de bouw en renovatie van sociale huurwoningen in het kader van de realisatie van innovatieve sociale woonprojecten
Rechtsgronden Dit besluit is gebaseerd op: - De Vlaamse Codex Wonen van 2021, artikel 5.20.
Vormvereiste(n) De volgende vormvereiste(n) is/zijn vervuld: - De kwaliteitskamer heeft advies gegeven op 23 november 2022; - De Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, heeft zijn akkoord gegeven op 12 december 2022.
Initiatiefnemer Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Wonen en Onroerend Erfgoed.
Na beraadslaging, DE VLAAMSE REGERING BESLUIT:
Artikel 1.Aan de sociale huisvestingsmaatschappijen, vermeld in de lijst, die als bijlage bij dit besluit gevoegd is, wordt voor de bouw en renovatie van sociale huurwoningen in het kader van de realisatie van innovatieve sociale woonprojecten een subsidie toegekend van in totaal 9.969.082 euro. De Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen, hierna VMSW te noemen, zorgt voor de uitbetaling van de subsidie aan de sociale huisvestingsmaatschappijen op de manier zoals bepaald in artikel 4, eerste lid.
Het bedrag van 9.969.082 euro wordt aangerekend op basisallocatie 1QD681 van het begrotingsartikel QF0-1QDG2QK-IS van de begroting 2022 van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, en wordt onmiddellijk na de inwerkingtreding van dit besluit aan de VMSW overgemaakt.
Art. 2.De subsidie, vermeld in artikel 1, wordt berekend door op elk aandeel van de innovatieve werken binnen het sociaal woonproject een forfait per woning toe te passen volgens het aantal toegepaste pijlers. Voor de berekening van de subsidie wordt gebruik gemaakt van de volgende referentietabel:
WONINGGEBONDEN PIJLERS: (1) CIRCULAIR BOUWEN, (2) INNOVATIEVE BOUWMETHODEN, (3) INNOVATIE TECHNIEKEN/ENERGIECONCEPTEN
Omschrijving
1 pijler
2 pijlers
Vanaf 3 pijlers
Meeteenheid
Afbraak
400
500
600
per woning
Fundering
1.800
2.400
2.900
per woning
Riolering en hemelwater
600
800
1.000
per woning
Ruwbouw
5.000
6.700
8.500
per woning
Gevel + isolatie
3.200
4.200
5.300
per woning
Dak + isolatie
1.500
2.000
2.500
per woning
Buitenschrijnwerk
1.800
2.400
3.000
per woning
Binnenafwerking
1.800
2.400
3.000
per woning
Vloeren
1.200
1.600
2.000
per woning
Keuken
800
1.200
1.500
per woning
Sanitair
1.200
1.600
2.000
per woning
Verwarming
1.500
2.000
2.500
per woning
Ventilatie
800
1.000
1.200
per woning
Elektriciteit + PV
1.600
2.100
2.600
per woning
Buitenaanleg
800
1.100
1.400
per woning
ANDERE PIJLERS: GROEN BLAUWE INGREPEN, DUURZAME MOBILITEIT, PLANMATIGE CONCEPTEN
Omschrijving
1 pijler
2 pijlers
3 pijlers
Meeteenheid
Groen/blauwe ingrepen - buitenruimte
350
450
550
per woning
Groen/blauwe ingrepen - watergebruik
750
1.000
1.250
per woning
Mobiliteit
1.900
2.500
3.150
per niet gerealiseerde parkeerplaats
Planmatige concepten
200
250
300
per m2 (vanaf 5 m2 én beperkt tot 25 m2 per woning)
De berekende subsidiebedragen vormen het maximum van het mogelijk te ontvangen bedrag per deelwerk voor een woning. Om aanspraak te maken op de volwaardige subsidiebedragen, moeten de werkelijke investeringskosten minstens het dubbele van het aangegeven subsidiebedrag bedragen. Als de werkelijke investeringskosten van de deelwerken lager liggen dan deze minimumgrens, dan wordt de subsidie afgetopt op 50% van de aangegeven investeringskosten.
Art. 3.Om in aanmerking te komen voor de subsidie, vermeld in artikel 1, moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan: 1° het innovatief sociaal woonproject zoals omschreven door de projectaanvrager in het ingediende projectvoorstel wordt binnen de drie jaar gerealiseerd, te rekenen vanaf de eerste dag van de maand die volgt op de goedkeuring van dit besluit;2° de projectaanvrager maakt ten laatste zes maanden na de oplevering van de werken een eindverslag over aan de VMSW dat minstens de volgende zaken bevat: a) een toelichting in verband met de principes van het innovatief concept en de opgedane ervaring rond de ontwikkeling;b) de technische uitvoering;c) de financiële haalbaarheid;d) het verder gebruik tijdens de verhuring en het draagvlak bij de bewoners;3° de projectaanvrager voorziet in voldoende activiteiten tot kennisdeling zoals opgenomen in het ingediende projectvoorstel;4° de projectaanvrager werkt mee aan de evaluatie van de projectoproep. De projectaanvrager die de voorwaarden, vermeld in het eerste lid, niet naleeft, betaalt een vergoeding. Die vergoeding is gelijk aan het resterende gedeelte van de uitbetaalde subsidie, vermeld in artikel 1, als die subsidie gedurende drieëndertig jaar elk jaar lineair wordt afgeschreven.
De projectaanvrager die het innovatief sociaal woonproject niet binnen de termijn, vermeld in eerste lid, 1°, kan realiseren, dient bij het agentschap Wonen in Vlaanderen een aanvraag tot verlenging in waarbij een stand van zaken wordt gegeven van het project en een verantwoording voor de termijnverlenging. Een termijnverlenging wordt enkel toegestaan als de vertraging het gevolg is van overmacht.
Art. 4.De VMSW betaalt 80% van de toegekende subsidie, vermeld in artikel 1, uit aan de projectaanvrager uitbetaald bij bestelling van de werken en na het bezorgen van de bestelbrief aan de VMSW. De VMSW maakt het saldo van de subsidie over na de voorlopige oplevering van de werken.
Indien substantiële delen van de projectaanvraag niet werden uitgevoerd, wordt het corresponderende aandeel van de subsidie teruggevorderd.
Art. 5.Het bedrag van de lening, vermeld in artikel 5.44, van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021, voor de financiering van het innovatief sociaal woonproject mag niet hoger zijn dan de som van het prijsplafond, zoals vastgesteld in uitvoering van artikel 5.40 of artikel 5.41, van het voormelde besluit, en het subsidiebedrag, vermeld in de lijst, gevoegd als bijlage bij dit besluit.
Bij de vaststelling van het maximale bedrag van de lening wordt het subsidiebedrag, vermeld in het eerste lid, geïndexeerd naar de laatste gepubliceerde ABEX-index, waarbij als basis de ABEX-index van juli 2022 wordt gebruikt.
Art. 6.Het besluit van de Commissie van 20 december 2011 betreffende de toepassing van artikel 106, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op staatsteun in de vorm van compensatie voor de openbare dienst, verleend aan bepaalde met het beheer van diensten van algemeen economisch belang belaste ondernemingen is van toepassing op de subsidie, vermeld in artikel 1.
Art. 7.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 16 december 2022.
Art. 8.De Vlaamse minister, bevoegd voor het woonbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 16 december 2022.
De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Wonen en Onroerend Erfgoed, M. DIEPENDAELE
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld