gepubliceerd op 04 december 1998
Besluit van de Vlaamse regering houdende het toestaan van afwijkingen voor bepaalde cultuurgronden in toepassing van artikel 17, § 7, 1° van het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen
15 SEPTEMBER 1998. - Besluit van de Vlaamse regering houdende het toestaan van afwijkingen voor bepaalde cultuurgronden in toepassing van artikel 17, § 7, 1° van het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen
De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen, inzonderheid op artikel 17, § 7, 1° gewijzigd bij het decreet van 20 december 1995;
Gelet op het advies van de Stuurgroep Vlaamse Mestproblematiek, gegeven op 16 september 1998;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wet van 4 juli 1989;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat, in toepassing van artikel 17, § 1, 1°, van het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen, in de periode van 21 september tot en met 21 januari, de opbrenging van dierlijke mest - behoudens voor enkele welbepaalde teeltcombinaties - verboden is, tenzij de Vlaamse regering, zich baserend op artikel 17, § 7, 1° een afwijking hierop toestaat;
Overwegende dat de uitzonderlijke weersomstandigheden sedert begin september het uitrijden van dierlijke mest sterk hebben belemmerd; dat door de forse regenval van 9 september en de zeer forse regenval van 13 en 14 september het voor de daarna volgende dagen onmogelijk zal worden de najaarsbemesting af te werken; dat ondanks het feit dat de voorbije jaren door veetelers, mestvoerders en akkerbouwers werd geïnvesteerd in opslag en transportmaterieel om de uitrijstop van 21 september te kunnen respecteren de opgelopen achterstand onmogelijk kan worden ingehaald tegen 20 september; dat om verdere problemen te voorkomen dringend afwijkingen dienen te worden toegestaan in uitvoering van artikel 17, § 7, 1° van het voornoemde decreet; dat door het opleggen van een nateelt en het beperken van de toegelaten hoeveelheid, de eventuele milieunadelen minimaal zullen zijn;
Overwegende dat de komende « winterstopperiode » voor het overgrote merendeel van het areaal cultuurgronden in de normale gebieden aanvangt op 21 september en dat bijgevolg niet getalmd kan worden met het verschaffen van duidelijkheid aan de landbouwsector, inzake de uitrijregeling voor deze periode;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Leefmilieu en Tewerkstelling;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.In afwijking van het bepaalde in artikel 17, § 1, 1° van het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen, is het toegestaan om in de periode van 21 september 1998 tot 3 oktober 1998 dierlijke mest en andere meststoffen op te brengen op cultuurgronden voor zover volgende voorwaarden tegelijk zijn vervuld : - de cultuurgronden vallen niet onder de bepalingen van artikel 15, §§ 1, 2, 3, 4, 5 en 6 en artikel 17, § 3 van het voornoemde de decreet; - op de cultuurgronden wordt een nateelt ingezaaid; - de toegediende bemestingshoeveelheid is niet groter dan 60 kg N per hectare.
Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 21 september 1998.
Art. 3.De Vlaamse minister bevoegd voor het leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 15 september 1998.
De minister-president van de Vlaamse regering, L. VAN DEN BRANDE De Vlaamse minister van Leefmilieu en Tewerkstelling, Th. KELCHTERMANS