gepubliceerd op 21 november 2022
Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de verhouding van de stemrechten tussen de gemeenten en OCMW'S die in het werkingsgebied voor woonmaatschappijen "Vlaamse Ardennen-West" liggen
15 JULI 2022. - Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de verhouding van de stemrechten tussen de gemeenten en OCMW'S die in het werkingsgebied voor woonmaatschappijen "Vlaamse Ardennen-West" liggen
Rechtsgrond Dit besluit is gebaseerd op: - de Vlaamse Codex Wonen van 2021, artikel 4.39/2, § 2, ingevoegd bij het
decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
09/07/2021
pub.
27/09/2021
numac
2021032652
bron
vlaamse overheid
Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021
type
decreet
prom.
09/07/2021
pub.
10/09/2021
numac
2021021712
bron
vlaamse overheid
Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen
sluiten.
Vormvereiste De volgende vormvereiste is vervuld: - De Inspectie van Financiën heeft advies gegeven op 30/06/2022.
Motivering Dit besluit is gebaseerd op de volgende motieven: - Artikel 4.39/2, § 2, van de Vlaamse Codex Wonen van 2021 bepaalt dat de Vlaamse Regering de verhouding vaststelt van de stemrechten tussen de gemeenten en OCMW's die in een bepaald werkingsgebied liggen, aan de hand van objectieve criteria die verband houden met het woonbeleid, zoals bepaald in artikel 4.102/2, § 1, van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021 (BVCW van 2021). - De Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Wonen en Onroerend Erfgoed heeft de lokale besturen op 7 februari 2022 om advies gevraagd. Daarbij werden ze uitgenodigd om uiterlijk op 13 mei 2022 een concreet en gedragen gemotiveerd voorstel van onderlinge verhouding van stemrechten in te dienen. Het lokale draagvlak was een belangrijk criterium. - De gemeenten Brakel, Horebeke, Kluisbergen, Kruisem, Lierde, Maarkedal, Oudenaarde, Ronse en Wortegem-Petegem uit het werkingsgebied Vlaamse Ardennen-West hebben een advies ingediend dat rekening houdt met de voormelde criteria van artikel 4.102/2, § 1, tweede lid, van het BVCW van 2021, waarin wordt voorgesteld om aan de twee verplichte objectieve criteria en een bijkomend criterium de volgende gewichten toe te kennen: 1° de verhouding tussen het aantal sociale huurwoningen: 60%;2° de verhouding tussen het aantal huishoudens: 30%;3° het aantal grondreserves per gemeente: 10%. - Uit het bovenstaande blijkt dat er bij alle lokale besturen uit het werkingsgebied expliciet draagvlak is om naast de twee verplichte criteria ook het voorgestelde bijkomende criterium te gebruiken, met inbegrip van het gewicht per criterium. Daarom wil de Vlaamse Regering er integraal rekening mee houden in haar beslissing.
Initiatiefnemer Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Wonen en Onroerend Erfgoed.
Na beraadslaging, DE VLAAMSE REGERING BESLUIT:
Artikel 1.Voor de woonmaatschappij die erkend is voor het werkingsgebied Vlaamse Ardennen-West, wordt de verhouding van de stemrechten tussen de gemeenten en OCMW's die in dat werkingsgebied liggen, op de volgende wijze vastgesteld: 1° gemeente Brakel: 7,95% 2° gemeente Horebeke: 0,47% 3° gemeente Kluisbergen: 6,49% 4° gemeente Kruisem: 8,95% 5° gemeente Lierde: 4,81% 6° gemeente Maarkedal: 3,40% 7° gemeente Oudenaarde: 33,57% 8° gemeente Ronse: 31,19% 9° gemeente Wortegem-Petegem: 3,17% Als een gemeente of een OCMW als vermeld in het eerste lid, geen aandeelhouder is van de woonmaatschappij, vermeld in het eerste lid, wordt het percentage dat aan die gemeente of OCMW is toegekend, proportioneel over de andere gemeenten en OCMW's verdeeld.De voormelde proportionele herverdeling gebeurt in verhouding tot de percentages, vermeld in het eerste lid.
Art. 2.Conform artikel 4.102/2, § 2, tweede lid, van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021 kan de Vlaamse minister, bevoegd voor het woonbeleid, de verhouding, vermeld in artikel 1, wijzigen.
Art. 3.De Vlaamse minister, bevoegd voor het woonbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 15 juli 2022.
De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Wonen en Onroerend Erfgoed, M. DIEPENDAELE