gepubliceerd op 14 oktober 2005
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 mei 2001 tot samenstelling van het comité van toezicht ter implementatie van het Vlaams Programma voor Plattelandsontwikkeling, periode 2000-2006
15 JULI 2005. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 mei 2001 tot samenstelling van het comité van toezicht ter implementatie van het Vlaams Programma voor Plattelandsontwikkeling, periode 2000-2006
De Vlaamse Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming van de instellingen, inzonderheid op artikel 6, § 1, V, vervangen bij de bijzondere wet van 13 juli 2001;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 18 mei 2001 tot samenstelling van het comité van toezicht ter implementatie van het Vlaams Programma voor Plattelandsontwikkeling, periode 2000-2006;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 29 juni 2005;
Overwegende dat de samenstelling van het comité van toezicht moet worden gewijzigd ingevolge de nieuwe samenstelling van de Vlaamse Regering;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Institutionele Hervormingen, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.In artikel 2, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 mei 2001 tot samenstelling van het comité van toezicht ter implementatie van het Vlaams Programma voor Plattelandsontwikkeling, periode 2000-2006 wordt het woord « achttien » vervangen door het woord « tweeëntwintig ».
Art. 2.In artikel 2 van hetzelfde besluit worden § 2 en § 3 vervangen door wat volgt : « § 2. De twaalf stemgerechtigde leden zijn : 1° de Vlaamse minister van Institutionele Hervormingen, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid;2° één kabinetsraadgever, voorgedragen door de Vlaamse minister van Institutionele Hervormingen, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid;3° één kabinetsraadgever, voorgedragen door de Vlaamse minister van Economie, Ondernemen, Wetenschap, Innovatie en Buitenlandse Handel;4° één kabinetsraadgever, voorgedragen door de Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming;5° één kabinetsraadgever, voorgedragen door de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin;6° één kabinetsraadgever, voorgedragen door de Vlaamse minister van Financiën, Begroting en Ruimtelijke Ordening;7° één kabinetsraadgever, voorgedragen door de Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel;8° één kabinetsraadgever, voorgedragen door de Vlaamse minister van Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media en Toerisme;9° één kabinetsraadgever, voorgedragen door de Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur;10° één kabinetsraadgever, voorgedragen door de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering;11° één kabinetsraadgever, voorgedragen door de Vlaamse minister van Mobiliteit, Sociale Economie en Gelijke Kansen;12° één vertegenwoordiger, de ondervoorzitter van het comité, voorgedragen door het directoraat-generaal van de administratie Land- en Tuinbouw van het departement Economie, Werkgelegenheid, Binnenlandse Aangelegenheden en Landbouw van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. § 3. De tien raadgevende leden zijn : 1° één vertegenwoordiger, voorgedragen door de Europese Commissie, directoraat-generaal Landbouw;2° één vertegenwoordiger, voorgedragen door de Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen;3° één vertegenwoordiger, voorgedragen door de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen;4° één vertegenwoordiger, voorgedragen door de Vlaamse Land- en Tuinbouwraad;5° één vertegenwoordiger, voorgedragen door de administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer van het departement Leefmilieu en Infrastructuur van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap;6° één vertegenwoordiger, voorgedragen door de Vlaamse Landmaatschappij;7° één vertegenwoordiger, voorgedragen door de administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschappen van het departement Leefmilieu en Infrastructuur van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap;8° één vertegenwoordiger, voorgedragen door het Vlaams Betaalorgaan;9° één vertegenwoordiger, voorgedragen door de Vereniging voor Vlaamse Provincies;10° één vertegenwoordiger, voorgedragen door de Waalse minister, bevoegd voor het landbouwbeleid.»
Art. 3.Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
Brussel, 15 juli 2005.
De minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Institutionele Hervormingen, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, Y. LETERME