Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 15 juli 1997
gepubliceerd op 10 januari 1998

Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 2 april 1996 betreffende de heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting van gebouwen en/of woningen

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
1997036546
pub.
10/01/1998
prom.
15/07/1997
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

15 JULI 1997. Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 2 april 1996 betreffende de heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting van gebouwen en/of woningen


De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996, inzonderheid hoofdstuk VIII, afdeling 2, zoals gewijzigd bij decreet van 8 juli 1996 en 1997;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 2 april 1996 betreffende de heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting van gebouwen en/of woningen;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën van 9 mei 1997;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister bevoegd voor de begroting van 8 juli 1997;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1 gewijzigd bij de wet van 4 juli 1989, 6 april 1995 en 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat het besluit van de Vlaamse regering van 4 april 1996 een vergoeding toekent aan de gemeenten die door het inzenden van vermoedens- of inventarislijsten het Vlaamse Gewest ondersteunen bij de heffing ter bestrijding van de leegstand en verkrotting;

Overwegende dat in de vergoedingsregeling te zwaar de nadruk ligt op het tijdig inzenden van gegevens, terwijl de correctheid van de gegevens primeert en dat gemeenten die correcte gegevens instuurden, maar buiten de opgelegde termijn, hun vergoeding dreigen te mislopen ondanks hun grote inspanningen;

Overwegende dat de vergoeding betaald dient te worden voor het einde van de maand die volgt op de maand van de inning en dat de eerste aanslagbiljetten reeds zijn verzonden, zodat een dringende wijziging noodzakelijk is om voornoemde gemeenten een vergoeding te verzekeren;

Overwegende dat bij het behoud van de huidige regeling deze gemeenten niet langer bereid worden gevonden om de noodzakelijke inspanningen te leveren, waardoor het Vlaamse Gewest bijkomende inspanningen zal moeten leveren;

Overwegende dat het decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 1997 enkele wijzigingen aanbracht aan het decreet van 22 december 1995 en dat deze wijzigingen van kracht worden op 1 juli 1997;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Stedelijk Beleid en Huisvesting en de Vlaamse minister van Financiën, Begroting en Gezondheidsbeleid;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Artikel 1, 4°, van het besluit van de Vlaamse regering van 2 april 1996 betreffende de heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting van gebouwen en/of woningen wordt geschrapt.

Art. 2.In artikel 4 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, tweede lid, 1°, wordt het woord « bevolkinsgregister » vervangen door het woord « bevolkingsregister »;2° in § 1, tweede lid, 6° worden de woorden « artikel 135 » vervangen door de woorden « artikel 134bis »;3° in § 2 worden de woorden « ongeschiktheids- of onbewoonbaarheidsverklaring » vervangen door het woord « onbewoonbaarverklaring ».

Art. 3.In artikel 6, §1, van hetzelfde besluit worden de woorden « stabiliteit, bouwfysica en veiligheid » vervangen door de woorden « stabiliteit, bouwfysica, veiligheid en minimaal comfort »;

Art. 4.Artikel 9 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « De gemeentelijke administratieve eenheden, bedoeld in artikel 2, § 2, sturen een eensluidend verklaard afschrift van de formulieren naar de in artikel 2, § 1, bedoelde afdeling van de provincie waarin de gemeente gelegen is, telkens als een woning en/of gebouw wordt geïnventariseerd of de gegevens van een formulier veranderen. De provinciale afdelingen sturen deze afschriften, samen met de afschriften van de formulieren die zij zelf hebben opgemaakt, naar de afdeling Financiering Huisvestingsbeleid. De formulieren worden per maand gebundeld. Bij toepassing van artikel 8, §2, kunnen de formulieren worden vervangen door een recente kopie van het geautomatiseerd bestand. »

Art. 5.Artikel 17 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 6.In artikel 19 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid, 1° worden de woorden « op voorwaarde dat de gebouwen en/of woningen werden gesignaleerd overeenkomstig artikel 4 van dit besluit » vervangen door de woorden « voor elk gebouw en/of woning waarvan de gemeente de correcte gegevens en indicaties, bedoeld in artikel 4 van dit besluit, heeft meegedeeld aan de in artikel 2, § 1 bedoelde afdeling van de provincie waarin de gemeente gelegen is »;2° een tweede lid wordt ingevoegd, dat luidt als volgt : « De vergoedingen, bedoeld in 1° en 2° van het vorige lid, worden toegekend ongeacht het tijdstip waarop de gegevens werden meegedeeld, op voorwaarde dat de heffing voor het jaar waarop de gegevens betrekking hebben tijdig kon worden opgenomen in het kohier.»

Art. 7.De bijlagen I en III, gevoegd bij hetzelfde besluit, worden vervangen door de bijlagen I en II gevoegd bij dit besluit.

Art. 8.Dit besluit treedt in werking op 1 juli 1997, met uitzondering van de artikelen 2, 3, 4 en 6, die uitwerking hebben met ingang van 1 mei 1996.

Art. 9.De Vlaamse ministers bevoegd voor huisvesting en financiën zijn ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 15 juli 1997.

De minister-president van de Vlaamse regering, L. VAN DEN BRANDE De Vlaamse minister van Financiën, Begroting en Gezondheidsbeleid, Mevr. W. DEMEESTER-DE MEYER De Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Stedelijk Beleid en Huisvesting, L. PEETERS Bijlagen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Vlaamse regering van 15 juli 1997 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 2 april 1996 betreffende de heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting van gebouwen en/of woningen.

Brussel, 15 juli 1997.

De minister-president van de Vlaamse regering, L. VAN DEN BRANDE De Vlaamse minister van Financiën, Begroting en Gezondheidsbeleid, Mevr. W. DEMEESTER-DE MEYER De Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Stedelijk Beleid en Huisvesting, L. PEETERS

^