gepubliceerd op 17 oktober 1997
Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 19 maart 1996 houdende regeling van de bijkomende afnameplicht en bemiddeling voor bijkomende mestoverschotten in sommige gebieden waar verscherpte bemestingsnormen gelden
15 JULI 1997. Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 19 maart 1996 houdende regeling van de bijkomende afnameplicht en bemiddeling voor bijkomende mestoverschotten in sommige gebieden waar verscherpte bemestingsnormen gelden
De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen, inzonderheid op de artikelen 11, § 1, 3°, artikel 15 en artikel 21, § 4, gewijzigd bij de decreten van 25 juni 1992 en 20 december 1995;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 20 december 1995 tot vaststelling van de vergoedingen, voor de jaren 1996 en 1997, in uitvoering van artikel 15, § 9 van het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 15 juli 1997;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 19 maart 1996 houdende regeling van de bijkomende afnameplicht en bemiddeling voor bijkomende mestoverschotten in sommige gebieden waar verscherpte bemestingsnormen gelden;
Gelet op het advies van de Stuurgroep Vlaamse Mestproblematiek, gegeven op 10 oktober 1996;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor begroting, gegeven op 7 juli 1997;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat het decreet van 20 december 1995 tot wijziging van het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen in werking is getreden op 1 januari 1996; dat de bedrijven die extra mestoverschotten hebben ten gevolge van de strengere bemestingsnormen voor cultuurgronden gelegen in de bepaalde gebieden dringend geholpen moeten worden;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Leefmilieu en Tewerkstelling;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.In artikel 3 van het besluit van de Vlaamse regering van 19 maart 1996 houdende regeling van de bijkomende afnameplicht en bemiddeling voor bijkomende mestoverschotten in sommige gebieden waar verscherpte bemestingsnormen gelden worden de woorden « in artikel 1 bedoelde gebieden » vervangen door de woorden « in artikel 2 bedoelde gebieden ».
Art. 2.Artikel 4 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «
Art. 4.Ingeval de in artikel 3 bedoelde producenten voor de afzet van de bijkomende mestoverschotten zoals bedoeld in artikel 3 geheel of gedeeltelijk een beroep wensen te doen op de Mestbank in het kader van haar bijkomende afnameplicht, betalen zij een bedrag dat gelijk is aan de som van volgende vergoedingen : 1° de vergoeding voor mestafzet, bedoeld in artikel 2, § 2 van het besluit en dit ten belope van de hoeveelheid, uitgedrukt in kg difosforpentoxyde en in kg stikstof, waarvoor de Mestbank is tussen gekomen, met als maximum het vergoedingsbedrag zoals bedoeld in art. 2, § 2 van het besluit; en 2° de vergoeding voor mestopslag, bedoeld in artikel 2, § 3 van het besluit en dit ten belope van het aandeel waarvoor de Mestbank is tussen gekomen, met als maximum het vergoedingsbedrag zoals bedoeld in art.2, § 3 van het besluit.
Dit aandeel wordt gelijkgesteld aan de verhouding tussen : - het aantal ton mest waarvoor de Mestbank is tussengekomen en - het aantal ton dat bijkomend diende te worden opgeslagen, zijnde het areaal tot het bedrijf behorende cultuurgronden, uitgedrukt in ha dat gelegen is in gebieden zoals bedoeld in art. 15, §§ 2, 4 en 5 van het decreet vermenigvuldigd met 9 ton per ha ».
Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 21 maart 1996.
Art. 4.De Vlaamse minister bevoegd voor het leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 17 juli 1997.
De minister-president van de Vlaamse regering, L. VAN DEN BRANDE De Vlaamse minister van Leefmilieu en Tewerkstelling, Th. KELCHTERMANS