gepubliceerd op 24 december 1997
Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 20 juni 1995 tot bepaling van de samenstelling en de werking van de kabinetten van de Vlaamse ministers
14 OKTOBER 1997. Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 20 juni 1995 tot bepaling van de samenstelling en de werking van de kabinetten van de Vlaamse ministers
De Vlaamse regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 68, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 20 juni 1995 tot bepaling van de samenstelling en de werking van de kabinetten van de Vlaamse ministers, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 25 oktober 1995, 21 december 1995, 23 april 1996 en 27 mei 1997;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de werking en de continuïteit van de Vlaamse regering gewaarborgd dienen te worden;
Op voorstel van de minister-president van de Vlaamse regering;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Aan artikel 7 van het besluit van de Vlaamse regering van 20 juni 1995 tot bepaling van de samenstelling en de werking van de kabinetten van de Vlaamse ministers wordt een derde paragraaf toegevoegd, die luidt als volgt; « § 3. Aan de personeelsleden bedoeld in artikel 6, § 1, 1° en artikel 6, § 2, 1° die bij een kabinet gedetacheerd zijn in de hoedanigheid van directiesecretaris van de minister wordt onverminderd de toepassing van § 1, een aanvullende kabinetstoelage toegekend die aan 100 % berekend overeenstemt met het verschil tussen het salaris bedoeld in artikel 6 en het salaris dat hun in toepassing van artikel 8, § 1, eerste lid zou toegekend zijn indien de werkgever de betaling van het salaris zou stopgezet hebben. »
Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 maart 1997.
Art. 3.De leden van de Vlaamse regering zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 14 oktober 1997.
De minister-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Wetenschap en Technologie, L. VAN DEN BRANDE De minister vice-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken, L. VAN DEN BOSSCHE De Vlaamse minister van Leefmilieu en Tewerkstelling, T. KELCHTERMANS De Vlaamse minister van Financiën, Begroting en Gezondheid, Mevr. W. DEMEESTER-DE MEYER De Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Stedelijk Beleid en Huisvesting, L. PEETERS De Vlaamse minister van Openbare Werken, Vervoer en Ruimtelijke Ordening, E. BALDEWIJNS De Vlaamse minister van Cultuur, Gezin en Welzijn, L. MARTENS De Vlaamse minister van Economie, KMO, Landbouw en Media, E. VAN ROMPUY De Vlaamse minister van Brusselse Aangelegenheden en Gelijkekansenbeleid, Mevr. B. GROUWELS