Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 14 december 2001
gepubliceerd op 16 februari 2002

Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1990 houdende organisatie van het deeltijds kunstonderwijs, studierichtingen "muziek", "woordkunst" en "dans", en van het besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1990 houdende organisatie van het deeltijds kunstonderwijs, studierichting "beeldende kunst"

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2002035092
pub.
16/02/2002
prom.
14/12/2001
ELI
eli/besluit/2001/12/14/2002035092/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

14 DECEMBER 2001. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1990 houdende organisatie van het deeltijds kunstonderwijs, studierichtingen "muziek", "woordkunst" en "dans", en van het besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1990 houdende organisatie van het deeltijds kunstonderwijs, studierichting "beeldende kunst"


De Vlaamse regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 20;

Gelet op het decreet van 31 juli 1990 betreffende het onderwijs II, inzonderheid op titel V, gewijzigd bij het decreet van 14 juli 1998;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1990 houdende organisatie van het Veeltijds kunstonderwijs, studierichtingen "Muziek", "Woordkunst" en "Dans", gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 31 juli 1991, 18 december 1991, 30 juli 1992, 7 juli 1993, 1 september 1993 en 8 juni 1999;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1990 houdende organisatie van het deeltijds kunstonderwijs, studierichting "Beeldende kunst", gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 10 juli 1991, 18 december 1991, 30 juli 1992, 7 juli 1993, 1 september 1993 en 8 juni 1999;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Begroting, gegeven op 6 juli 2001;

Gelet op de beraadslaging van de Vlaamse regering op 9 juli 2001, betreffende de aanvraag om advies bij de Raad van State binnen een maand;

Gelet op het advies 32084/01 van de Raad van State, gegeven op 25 oktober 2001, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Studierichtingen "Muziek", "Woordkunst" en "Dans"

Artikel 1.In artikel 2 van het besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1990 houdende organisatie van het deeltijds kunstonderwijs, studierichtingen "Muziek", "Woordkunst" en "Dans", gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 1 september 1993 worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° In § 1, 4° wordt het woord "oriënteringsattest" vervangen door het woord "eindattest";2° In § 1 wordt 8° vervangen door wat volgt : "8° regelmatige leerling : de leerling die : a) voldoet aan de toelatingsvoorwaarden zoals bepaald in de artikelen 14 tot 25 en in de artikelen 27 en 28; b) een geheel van vakken van een bepaald leerjaar volgt of daarvan afwijkt op grond van artikel 26."; 3° In § 1, 11°, c), worden de woorden : "middelbare graad : als jongere in het eerste en tweede leerjaar;dramatische expressie, in het derde leerjaar : voordracht als volwassene in het eerste en het tweede leerjaar : algemene verbale vorming en dramatische expressie, in het derde leerjaar : voordracht en/of toneel" vervangen door de woorden "middelbare graad : a) als jongere : voordracht;c) als volwassene : verbale vorming";4° In § 1, 11°, c), worden de woorden : "algemene artistieke bewegingsleer" vervangen door de woorden "dansinitiatie of algemene artistieke bewegingsleer";5° Er worden een § 3 en § 4 toegevoegd, die luiden als volgt : § 3.De inrichtende macht legt voor elk van haar academies een schoolreglement vast dat de betrekkingen tussen de inrichtende macht en de ouders/leerlingen regelt. Dat schoolreglement wordt bij een eerste inschrijving en bij elke wijziging aan de ouders/leerling meegedeeld. § 4. Voor iedere leerling wordt een individuele fiche opgemaakt waarop ten minste de volgende gegevens worden vermeld : 1° naam, voornaam en adres;2° geboortedatum;3° reeds gevolgde studies in een instelling voor deeltijds kunstonderwijs en resultaten;4° huidige studies in het deeltijds kunstonderwijs 5° rijksregisternummer".

Art. 2.In artikel 5 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° Aan § 1, 2°, worden een zevende en achtste streepje toegevoegd, die luiden als volgt : "- instrument/jazz en lichte muziek, - zang/jazz en lichte muziek;"; 2° Aan § 1, 3°, worden een achtste, negende, tiende, elfde en twaalfde streepje toegevoegd, die luiden als volgt : "- muziektheorie/jazz en lichte muziek, - instrument/jazz en lichte muziek, - samenspel/jazz en lichte muziek, - zang/jazz en lichte muziek, - stemvorming/jazz en lichte muziek;"; 3° In § 2 wordt het woord "woord" vervangen door "woordkunst";4° In § 2 wordt 1° vervangen door wat volgt : "1° In de lagere graad : woordkunst sectie "jongeren";5° In § 2 wordt 2° vervangen door wat volgt : "2° In de middelbare graad : a) sectie "jongeren" : woordkunst;b) sectie "volwassenen" : - toneel; - voordracht; - welsprekendheid."; 6° Aan § 2, 3°, wordt een vierde streepje toegevoegd, dat luidt als volgt : "- literaire creatie;"; 7° In § 3 worden 2° en 3° vervangen door wat volgt : "2° In de middelbare graad : - klassieke dans; - hedendaagse dans; - dans en muziek. 3° In de hogere graad : - hedendaagse dans; - klassieke dans; - dans en muziek; - theorie van de dans."

Art. 3.In artikel 6 van hetzelfde besluit worden § 1, § 2 en § 3 vervangen door wat volgt : "§ 1. 1° In de studierichting muziek kunnen de volgende vakken worden gegeven : a) algemene muzikale vorming;b) samenzang;c) instrument;d) instrument/jazz en lichte muziek;e) zang;f) zang/jazz en lichte muziek;g) stemvorming;h) stemvorming/jazz en lichte muziek;i) algemene muziekcultuur;j) luisterpraktijk;k) samenspel;l) koor;m) algemene muziektheorie;n) begeleidingspraktijk;o) muziekgeschiedenis;p) muziektheorie;q) muziektheorie/jazz en lichte muziek;r) instrumentaal ensemble;s) vocaal ensemble;t) ensemble/jazz en lichte muziek;u) lyrische kunst.2° In het vak instrument kunnen de volgende instrumenten aangeboden worden : a) accordeon;b) altfluit;c) althoorn;d) altklarinet;e) altsax;f) altviool;g) bariton;h) baritonsax;i) basfluit;j) basklarinet;k) bastrombone;l) bastuba;m) beiaard;n) bugel;o) cello;p) contrabas;q) contrafagot;r) cornet;s) dwarsfluit;t) Engelse hoorn;u) eufonium;v) fagot;w) gitaar;x) harp;y) hobo;z) hobo d'amore; aa) hoorn; ab) klarinet; ac) klarinet in Es; ad) mandoline; ae) orgel; af) piano; ag) piccolo; ah) sopraansax; ai) slagwerk; aj) tenorsax; ak) trombone; al) trompet; am) tuba; an) viool; ao) barokaltviool; ap) barokcello; aq) barokfagot; ar) barokhobo; as) barokmusette; at) barokviool; au) blokfluit; av) gamba; aw) klavecimbel; ax) luit; ay) natuurhoorn; az) natuurtrompet; ba) traverso. 3° In het vak instrument/jazz en lichte muziek kunnen de volgende instrumenten aangeboden worden : a) accordeon;b) akoestische gitaar;c) basgitaar;d) bugel;e) contrabas;f) carnet;g) dwarsfluit;h) elektrische gitaar;i) klarinet;j) piano/keyboard;k) saxofoon;l) slagwerk;m) trombone;n) trompet;o) tuba;p) viool. § 2. In de studierichting woordkunst kunnen de volgende vakken worden gegeven : a) algemene verbale vorming;b) drama;c) verbale vorming;d) voordracht;e) toneel;f) welsprekendheid;g) repertoirestudie woordkunst;h) literaire creatie. § 3. In de studierichting dans kunnen de volgende vakken worden gegeven : a) dansinitiatie;b) algemene artistieke bewegingsleer;c) artistieke training;d) klassieke dans;e) dans en muziek;f) hedendaagse dans; g) theorie van de dans."

Art. 4.In artikel 7 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° In 1°, a), wordt het woord "instrument" vervangen door de woorden "instrument of zang";2° In 1° wordt b) vervangen door wat volgt : "b) sectie "volwassenen" : het eerste, tweede en derde leerjaar : instrument of zang, algemene muzikale vorming, samenzang. Tot 1 september 2002 kan de inrichtende macht ook het volgende lessenrooster hanteren : "a) het eerste leerjaar : algemene muzikale vorming, samenzang; b) het tweede en derde leerjaar : instrument of zang, algemene muzikale vorming, samenzang; c) het vierde leerjaar : instrument of zang."; 3° Aan 2° worden een g) en h) toegevoegd, die luiden als volgt : "g) optie instrument/jazz en lichte muziek : instrument/jazz en lichte muziek, ensemble/jazz en lichte muziek, algemene muziekcultuur; h) optie zang/jazz en lichte muziek : zang/jazz en lichte muziek, ensemble/jazz en lichte muziek, algemene muziekcultuur."; 4° In 3°, c), wordt het woord "piano" dat staat na het woord muziektheorie," vervangen door de woorden "een polyfoon instrument";5° Aan 3° worden een h), i), j), k) en l) toegevoegd, die luiden als volgt : "h) optie instrument/jazz en lichte muziek : instrument/jazz en lichte muziek, ensemble/jazz en lichte muziek;i) optie samenspel/jazz en lichte muziek : instrument/jazz en lichte muziek, ensemble/jazz en lichte muziek;j) optie zang/jazz en lichte muziek : zang/jazz en lichte muziek, ensemble/jazz en lichte muziek;k) optie stemvorming/jazz en lichte muziek : stemvorming/jazz en lichte muziek, ensemble/jazz en lichte muziek; l) optie muziektheorie/jazz en lichte muziek : muziektheorie/jazz en lichte muziek, een polyfoon instrument voor leerlingen die geen eindattest voor piano, orgel, klavecimbel, gitaar, luit, accordeon, harp of slagwerk bezitten."; 6° 4°, 5° en 6° worden opgeheven.

Art. 5.In artikel 8 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° In 2° worden a) en b) vervangen door wat volgt : "a) sectie "jongeren" : 1) in het eerste en tweede leerjaar : voordracht, drama;2) in het derde leerjaar : voordracht, toneel.Tot 1 september 2002 kan de inrichtende macht ook het volgende lessenrooster hanteren in het eerste leerjaar : taalcultuur, b) sectie "volwassenen" : in de drie leerjaren 1) optie toneel : verbale vorming, toneel;2) optie voordracht : verbale vorming, voordracht;3) optie welsprekendheid : verbale vorming, welsprekendheid. Tot 1 september 2002 kan de inrichtende macht ook het volgende lessenrooster hanteren : a) in het eerste en tweede leerjaar : verbale vorming; b) in het derde leerjaar : voordracht en/of toneel."; 2° 3° wordt vervangen door wat volgt : "In de hogere graad : a) optie toneel : toneel, repertoirestudie woordkunst;b) optie voordracht : voordracht, repertoirestudie woordkunst;c) optie welsprekendheid : welsprekendheid, repertoirestudie woordkunst; d) optie literaire creatie : literaire creatie, repertoirestudie woordkunst."; 3° 4° wordt opgeheven.

Art. 6.In artikel 9 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° In 1° wordt a) vervangen door wat volgt : "a) sectie "jongeren" : 1) eerste tot tweede leerjaar : dansinitiatie; 2) derde tot zesde leerjaar : algemene artistieke bewegingsleer, artistieke training."; 2° 2° en 3° worden vervangen door wat volgt : "2° In de middelbare graad : a) optie klassieke dans : klassieke dans, artistieke training;b) optie hedendaagse dans : hedendaagse dans, artistieke training;c) optie dans en muziek : dans en muziek, artistieke training.3° In de hogere graad : a) optie klassieke dans : klassieke dans, artistieke training;b) optie hedendaagse dans : hedendaagse dans, artistieke training;c) optie dans en muziek : dans en muziek, artistieke training; d) optie theorie van de dans : theorie van de dans, artistieke training.".

Art. 7.In artikel 10, § 1 van hetzelfde besluit worden de woorden "en algemene muzikale vorming" vervangen door de woorden", algemene muzikale vorming en literaire creatie".

Art. 8.In artikel 11 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1991, wordt vervangen door wat volgt : "§ 1.Binnen een graad en een sectie mogen de leerlingen per vak gegroepeerd worden. 1° In de studierichting muziek, woordkunst en dans mogen de leerlingen over de graden gegroepeerd worden voor de volgende vakken a) instrument;b) zang;c) instrument/jazz en lichte muziek;d) stemvorming;e) zang/jazz en lichte muziek;f) toneel;g) voordracht;h) welsprekendheid;i) artistieke training;j) klassieke dans;k) hedendaagse dans;l) dans en muziek.2° Daarnaast mogen de leerlingen van de volgende vakken over de graden en vakken gegroepeerd worden : a) de vakken zang en stemvorming;b) de vakken zang/jazz en lichte muziek en stemvorming/jazz en lichte muziek;c) de vakken samenspel en instrumentaal ensemble;d) de vakken koor, vocaal ensemble en lyrische kunst;e) de vakken instrumentaal ensemble en vocaal ensemble; f) de vakken algemene muziektheorie en muziektheorie g) de vakken dansinitiatie en algemene artistieke bewegingsleer."; 2° Er wordt een § 1bis ingevoegd, die luidt als volgt : "§ 1bis.Een leerling van de middelbare graad mag vrij kiezen uit de vakken samenspel of koor; een leerling van de hogere graad mag vrij kiezen uit de vakken instrumentaal ensemble, vocaal ensemble of koor."; 3° Er wordt een § 1ter ingevoegd, die luidt als volgt : § 1ter.Voor de leerlingen die als instrumentaal vak piano, klavecimbel, orgel, accordeon, harp, luit, gitaar of melodisch slagwerk volgen, kunnen de vakken samenspel, koor, instrumentaal ensemble of vocaal ensemble vervangen worden door het vak begeleidingspraktijk."; 4° § 2, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 30 juli 1992, wordt vervangen door wat volgt : "§ 2.De groepen mogen niet groter zijn dan : 1° 35 : voor de vakken algemene muzikale vorming, algemene muziekcultuur, luisterpraktijk, muziekgeschiedenis, algemene verbale vorming, repertoirestudie woordkunst, theorie van de dans;2° 15 : voor de vakken drama, literaire creatie, verbale vorming, dansinitiatie, artistieke training, algemene artistieke bewegingsleer, klassieke dans, hedendaagse dans, dans en muziek; 3° 4 : voor de andere vakken, uitgezonderd samenzang, samenspel, koor, instrumentaal ensemble, vocaal ensemble en ensemble/jazz en lichte muziek.".

Art. 9.In artikel 14 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° 2°, tweede lid wordt opgeheven; 2° In 3° wordt a) vervangen door wat volgt : " a) tot het vak instrument of zang als men geslaagd is voor de proeven van het tweede leerjaar;"; 3° In 4° wordt a) vervangen door wat volgt : " a) tot het vak instrument of zang als men geslaagd is voor de proeven van het derde leerjaar;".

Art. 10.In artikel 15 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° Aan 1° worden de volgende woorden toegevoegd : "of indien de directeur om pedagogische redenen een afwijking verleent";2° 2° en 3° worden vervangen door wat volgt : "2° tot het tweede leerjaar : a) als men geslaagd is voor de proef van het vak algemene muzikale vorming;b) als men het vak instrument of zang heeft gevolgd;c) als men heeft deelgenomen aan de proeven van het eerste leerjaar;3° tot het derde leerjaar : a) als men geslaagd is voor de proef van het vak algemene muzikale vorming;b) als men het vak instrument of zang heeft gevolgd; c) als men heeft deelgenomen aan de proeven van het tweede leerjaar.".

Art. 11.In artikel 16 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1991, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° In § 1 wordt 1° vervangen door wat volgt : « Als in de optie algemene muziekcultuur, als men geslaagd is voor het vak algemene muzikale vorming van het laatste leerjaar van de lagere graad, of de leeftijd van 12 jaar bereikt heeft, of ingeschreven is in het voltijds secundair onderwijs.» 2° In § 1,6°, worden de woorden "of indien men houder is van een eindattest met vermelding van het vak stemvorming en in de middelbare graad de optie stemvorming tot na de stemmutatie volgde" geschrapt;3° Aan § 1 worden een 7°, 8°en 9° toegevoegd, die luiden als volgt : " 7° in de optie instrument/jazz en lichte muziek, indien men houder is van een eindattest met vermelding van het vak instrument;8° in de optie zang/jazz en lichte muziek, indien men houder is van een eindattest met vermelding van het vak zang;9° tot het vak algemene muziekcultuur, als men geslaagd is voor het vak algemene muzikale vorming van het laatste leerjaar van de lagere graad.Deze leerlingen blijven voor het vak nstrument of zang zitten in de lagere graad en blijven daar financierbaar." 4° Aan § 2 worden een 7 °en 8° toegevoegd, die luiden als volgt : « 7° in de optie instrument/jazz en lichte muziek, als men geslaagd is voor de proeven van het eerste, respectievelijk tweede leerjaar van de betreffende optie;8° in de optie zang/jazz en lichte muziek, als men geslaagd is voor de proeven van het eerste, respectievelijk tweede leerjaar van de betreffende optie.»

Art. 12.In artikel 17 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° In § 1 worden 6° en 7° vervangen door wat volgt : "6° instrument, indien men houder is van het getuigschrift van de middelbare graad, optie instrument; 7° zang, indien men houder is van het getuigschrift van de middelbare graad, optie zang." 2° Aan § 1 worden een 8°, 9°, 10°, 11° en 12° toegevoegd, die luiden als volgt : " 8° instrument/jazz en lichte muziek, indien men houder is van het getuigschrift van de middelbare graad, optie instrument/jazz en lichte muziek;9° samenspel/jazz en lichte muziek, indien men houder is van het getuigschrift van de middelbare graad, optie instrument/jazz en lichte muziek;10° zang/jazz en lichte muziek, indien men houder is van het getuigschrift van de middelbare graad, optie zang/jazz en lichte muziek;11° stemvorming/jazz en lichte muziek, indien men houder is van het getuigschrift van de middelbare graad, optie zang/jazz en lichte muziek; 12° muziektheorie/jazz en lichte muziek, indien men houder is van het getuigschrift van de middelbare graad, optie algemene muziektheorie, instrument/jazz en lichte muziek of zang/jazz en lichte muziek." 3° § 2 wordt vervangen door wat volgt : "§ 2.Tot het tweede leerjaar van de hogere graad wordt men als regelmatige leerling toegelaten in een optie, indien men geslaagd is voor de proeven van het eerste leerjaar van de betreffende optie." 4° Er wordt een § 3 toegevoegd, die luidt als volgt : "§ 3.Tot het derde leerjaar van de hogere graad wordt men als regelmatige leerling toegelaten in een optie, indien men geslaagd is voor de proeven van het tweede leerjaar van de betreffende optie."

Art. 13.Aan artikel 18 van hetzelfde besluit worden een 3°, 4° en 5° toegevoegd, die luiden als volgt : "3° tot het tweede leerjaar wordt men eveneens toegelaten, indien men de leeftijd van negen jaar bereikt heeft of ingeschreven is in het vierde leerjaar van het basisonderwijs; 4° tot het derde leerjaar wordt men eveneens toegelaten, indien men de leeftijd van tien jaar bereikt heeft of ingeschreven is in het vijfde leerjaar van het basisonderwijs; 5° tot het vierde leerjaar wordt men eveneens toegelaten, indien men de leeftijd van elf jaar bereikt heeft of ingeschreven is in het zesde leerjaar van het basisonderwijs."

Art. 14.Artikel 19 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : "

Art. 19.In de middelbare graad wordt men als regelmatig leerling toegelaten : 1° tot het eerste leerjaar van de sectie jongeren, indien men houder is van het eindattest van de lagere graad van de optie woordkunst, of ingeschreven is in het secundair onderwijs;2° tot het tweede of derde leerjaar van de sectie jongeren, indien men respectievelijk geslaagd is voor de proeven van het eerste of het tweede leerjaar van dezelfde sectie;3° tot het eerste leerjaar van de sectie volwassenen, indien men beantwoordt aan de bepaling van "volwassene" of indien de directeur om pedagogische redenen een afwijking verleent; 4° tot het tweede of derde leerjaar van de sectie volwassenen, indien men respectievelijk geslaagd is voor de proeven van het eerste of het tweede leerjaar van een optie in dezelfde sectie."

Art. 15.In artikel 20 van hetzelfde besluit wordt 1° vervangen door wat volgt : "1° tot het eerste leerjaar, indien men houder is van een getuigschrift van de middelbare graad sectie volwassenen van de optie in kwestie, of tot het eerste leerjaar van de optie toneel indien men in het laatste leerjaar middelbare graad, sectie jongeren, geslaagd is voor het vak toneel; of tot het eerste leerjaar van de optie voordracht indien men in het laatste leerjaar middelbare graad, sectie jongeren, geslaagd is voor het vak voordracht;. of tot het eerste leerjaar van de optie welsprekendheid of literaire creatie, indien men houder is van een getuigschrift van de middelbare graad."

Art. 16.In artikel 21 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1 wordt vervangen door wat volgt : "§ 1.In de optie algemene artistieke bewegingsleer, sectie "jongeren" van de lagere graad wordt men als regelmatig leerling toegelaten : 1° tot het eerste leerjaar vanaf de leeftijd van zes jaar of indien men ingeschreven is in het eerste leerjaar van het basisonderwijs;2° tot het tweede leerjaar vanaf de leeftijd van zeven jaar of indien men ingeschreven is in het tweede leerjaar van het basisonderwijs;3° tot het derde leerjaar, vanaf de leeftijd van acht jaar of indien men ingeschreven is in het derde leerjaar van het basisonderwijs; 4° tot het vierde, vijfde en zesde leerjaar, indien men respectievelijk geslaagd is voor de proeven van het derde, vierde en vijfde leerjaar van de lagere graad van deze sectie."; 2° Aan § 2, 1°, worden na de woorden "aan de bepaling van "volwassene" toegevoegd : "of indien de directeur om pedagogische redenen een afwijking verleent".

Art. 17.Artikel 22 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : "

Art. 22.In de middelbare graad wordt men als regelmatige leerling toegelaten : 1° tot het eerste leerjaar indien men een eindattest van de lagere graad heeft behaald;2° tot het tweede en derde leerjaar : a) in de optie klassieke dans indien men geslaagd is voor de proeven van respectievelijk het eerste en het tweede leerjaar van deze optie;b) in de optie hedendaagse dans indien men geslaagd is voor de proeven van respectievelijk het eerste en het tweede leerjaar van deze optie of de optie klassieke dans; c) in de optie dans en muziek indien men geslaagd is voor de proeven van respectievelijk het eerste en het tweede leerjaar van een optie van de middelbare graad."

Art. 18.Artikel 23 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : "

Art. 23.§ 1. Tot het eerste leerjaar van de hogere graad wordt men als regelmatige leerling toegelaten in de optie : 1° hedendaagse dans, indien mer houder is van het getuigschrift van de middelbare graad optie hedendaagse dans of klassieke dans;2° klassieke dans, indien men houder is van het getuigschrift van de middelbare graad van de optie klassieke dans;3° dans en muziek, indien men houder is van het getuigschrift van de middelbare graad;4° theorie van de dans, indien men houder is van het getuigschrift van de middelbare graad; § 2. Tot het tweede en derde leerjaar van de hogere graad wordt men als regelmatige leerling toegelaten in de optie : 1° hedendaagse dans, indien men respectievelijk geslaagd is voor de proeven van het eerste en tweede leerjaar van deze optie of de optie klassieke dans;2° klassieke dans, indien men respectievelijk geslaagd is voor de proeven van het eerste en tweede leerjaar van dezelfde optie;3° dans en muziek, indien men respectievelijk geslaagd is voor de proeven van het eerste en tweede leerjaar van een optie; 4° theorie van de dans, indien men respectievelijk geslaagd is voor de proeven van het eerste en tweede leerjaar van deze optie."

Art. 19.Artikel 24 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : "

Art. 24.§ 1. In afwijking van de bepalingen van de artikelen 14 tot en met 23 kan iemand als regelmatige leerling worden toegelaten tot een leerjaar van een optie na een toelatingsperiode met positieve evaluatie. Deze toelatingsperiode begint bij het begin van het schooljaar en eindigt uiterlijk op 31 januari van datzelfde schooljaar. Deze evaluatie gebeurt door de directeur en de betrokken leerkrachten. Het resultaat van deze evaluatie wordt vastgelegd in een proces-verbaal. § 2. Tot deze toelatingsperiode mag men worden toegelaten indien men : 1° voor de lagere graad de leeftijd van acht jaar bereikt heeft;2° voor de middelbare graad de leeftijd van twaalf jaar bereikt heeft of ingeschreven is in het secundair onderwijs; 3° voor de hogere graad de leeftijd van vijftien jaar bereikt heeft of ingeschreven is in het vierde leerjaar van het secundair onderwijs."

Art. 20.Artikel 25 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt :

Art. 25.Op voorwaarde dat hij aan de toelatingsvoorwaarden voldoet, kan een leerling : a) na een positief geëvalueerde toelatingsperiode veranderen van optie en/of leerjaar tot 31 januari van datzelfde schooljaar;b) tegelijkertijd meerdere studierichtingen volgen; c) tegelijkertijd binnen een studierichting meerdere opties volgen mits eenzelfde vak slechts eenmaal gevolgd wordt."

Art. 21.Artikel 26 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : "

Art. 26.De directeur kan vrijstelling verlenen voor een vak om pedagogische redenen. Die vrijstelling wordt gestaafd met een attest.

In geval van twijfel wordt het advies van de inspectie gevraagd, en kan aan de leerling een toelatingsperiode worden opgelegd."

Art. 22.Artikel 27 van hetzelfde besluit, opgeheven door het besluit van de Vlaamse regering van 7 juli 1993, wordt opnieuw opgenomen in de volgende lezing : "

Art. 27.Een regelmatige leerling kan een of meer vakken die tot het lessenrooster behoren in verschillende instellingen volgen.

De financierbaarheid van de leerling wordt in dit geval gelijk verdeeld over de twee instellingen. De directeurs bepalen in onderling overleg welke instelling het attest of getuigschrift uitreikt."

Art. 23.In artikel 28 van hetzelfde besluit worden de woorden "21, 23, 24 en 27" vervangen door de woorden "21 en 24".

Art. 24.Artikel 29 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : "

Art. 29.Tijdens het schooljaar wordt van iedere leerling minimum tweemaal per jaar een schriftelijke evaluatie gemaakt, die aan de leerling wordt meegedeeld aan de hand van een evaluatiefiche."

Art. 25.Artikel 30 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : "

Art. 30.§ 1. Aan het einde van ieder leerjaar worden tussen 15 mei en 30 juni overgangs- en eindproeven georganiseerd. De eindproeven worden georganiseerd in het laatste leerjaar van elke graad; de overgangsproeven in de andere leerjaren. Verspreide of gedeeltelijke proeven kunnen georganiseerd worden mits kennisgeving aan de inspectie. § 2. Voor de vakken samenzang, dansinitiatie en artistieke training worden geen proeven georganiseerd. Voor de vakken samenspel, begeleidingspraktijk, koor, luisterpraktijk, instrumentaal ensemble, vocaal ensemble, ensemble/jazz en lichte muziek en lyrische kunst is er geen verplichting tot het afnemen van overgangsproeven. Indien er voor een van de hierboven vermelde vakken proeven worden afgenomen, moeten de proeven afgenomen worden voor alle leerlingen die dit vak volgen in de instelling. § 3. In de periode tussen 15 augustus en 15 september worden ook uitgestelde proeven afgenomen van de leerlingen die om een gewettigde reden niet in staat waren deel te nemen aan d proeven aan het einde van het schooljaar voor de vakken waarvoor overgangs- of eindproeven bestaan, zoals bepaald in artikel 32. De inrichtende macht kan beslissen om in die periode ook herkansingsproeven te organiseren."

Art. 26.Artikel 31 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 27.In artikel 32 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 2, § 3 en § 4 worden vervangen door wat volgt : "§ 2. Alle overgangsproeven worden afgenomen met gesloten deuren. § 3. In de onderstaande vakken worden de eindproeven afgenomen met gesloten deuren : a) algemene muziekcultuur;b) luisterpraktijk;c) begeleidingspraktijk;d) algemene muziektheorie;e) muziektheorie;f) muziektheorie/jazz en lichte muziek;g) muziekgeschiedenis;h) algemene muzikale vorming;i) algemene verbale vorming;j) repertoirestudie woordkunst;k) literaire creatie;l) theorie van de dans. § 4. In de onderstaande vakken worden de eindproeven afgenomen in publieke zitting : a) instrument;b) samenspel;c) instrument/jazz en lichte muziek;d) samenspel/jazz en lichte muziek;e) zang;f) zang/jazz en lichte muziek;g) stemvorming;h) koor;i) instrumentaal ensemble;j) vocaal ensemble;k) ensemble/jazz en lichte muziek;l) lyrische kunst;m) voordracht;n) welsprekendheid;o) toneel;p) algemene artistieke bewegingsleer;q) hedendaagse dans;r) klassieke dans;s) dans en muziek.2° er wordt een § 5 toegevoegd, die luidt als volgt : "§ 5.Voor "volwassenen" worden de eindproeven voor de vakken instrument in de lagere graad en in de optie samenspel, instrument/jazz en lichte muziek in de optie samenspel/jazz en lichte muziek, voor verbale vorming en voor algemene artistieke bewegingsleer afgenomen in een aangepaste vorm."

Art. 28.Artikel 33 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 18 december 1991, wordt vervangen door wat volgt : "

Art. 33.§ 1. De beoordeling gebeurt door een examencommissie die samengesteld is als volgt : 1° voor de overgangsproeven : de directeur en ten minste de vaktitularis;2° voor de eindproeven van de leerlingen lagere graad : de directeur, de vaktitularis en één deskundige;3° voor de eindproeven van de leerlingen middelbare graad : de directeur, de vaktitularis en twee deskundigen van wie ten minste één deskundige van buiten de instelling;4° voor de eindproeven van de leerlingen muziek hogere graad : de directeur, de vaktitularis en ten minste twee deskundigen van buiten de instelling. § 2. De directeur is ambtshalve voorzitter van alle examencommissies binnen zijn instelling. Hij kan zich laten vervangen door een afgevaardigde."

Art. 29.Artikel 38 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1991, wordt vervangen door wat volgt : "

Art. 38.§ 1. De leerling die bij de beoordeling voor elk vak ten minste 60 % van de punten behaald heeft, is geslaagd. § 2. Aan de leerling die voor een leerjaar geslaagd is, wordt een attest uitgereikt. § 3. Aan de leerling die in het laatste jaar van de lagere graad geslaagd is, wordt een eindattest uitgereikt. § 4. Aan de leerling die in het laatste leerjaar van de middelbare graad of de hogere graad geslaagd is, wordt een getuigschrift uitgereikt. § 5. De attesten, het eindattest en de getuigschriften vermelden de gevolgde vakken. § 6. Aan de leerling van de sectie "volwassenen" kan aan het einde van de lagere graad slechts een eindattest worden uitgereikt indien hij ook in het derde leerjaar voor het vak algemene muzikale vorming geslaagd is."

Art. 30.In artikel 45 van hetzelfde besluit, wordt § 3 vervangen bij het besluit van de Vlaamse regering van 1 september 1993, vervangen door wat volgt : "§ 3. Een onderwijsinstelling kan het totale aantal toegekende uren-leraar aanwenden voor de uitvoering van het lessenrooster, voor de muzikale begeleiding, voor de navorming en voor de pedagogische coördinatie."

Art. 31.Artikel 58, 64, 65, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 1 september 1993, 66, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 1 september 1993, en 67 van hetzelfde besluit worden opgeheven. HOOFDSTUK II. - Studierichting "Beeldende kunst"

Art. 32.In artikel 2 van het besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1990 houdende organisatie van het deeltijds kunstonderwijs, studierichting "Beeldende kunst", gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 1 september 1993 worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° In § 1, 4° wordt het woord "Oriënteringsattest" vervangen door het woord "eindattest"; 2° In § 1 wordt 7° vervangen door wat volgt : "7° regelmatige leerling : de leerling die voldoet aan de toelatingsvoorwaarden zoals bepaald in de artikelen 12 tot en met 16 en een geheel van vakken van een bepaald leerjaar volgt of hiervan afwijkt op grond van artikel 7, § 4."; 3° in § 1 wordt 8° vervangen door wat volgt : "8° financierbare leerling : de regelmatige leerling die het vereiste inschrijvingsgeld heeft betaald en a) ten hoogste in één leerjaar in dezelfde optie van dezelfde graad is blijven zitten; b) ofwel ingeschreven is in een experiment, dat goedgekeurd is door de Vlaamse minister van Onderwijs, zoals bedoeld in artikel 8."; 4° Aan § 1 wordt een 9° toegevoegd, dat luidt als volgt : "9° leeftijdsgroep : groep van twee opeenvolgende leerjaren in de lagere of middelbare graad voor jongeren, zoals bedoeld in artikel 12 en 13."; 5° Er worden een § 3 en § 4 toegevoegd, die luiden als volgt : "§ 3.De inrichtende macht legt voor elk van haar academies een schoolreglement vast dat de betrekkingen tussen de inrichtende macht en de ouders/leerlingen regelt. Dat schoolreglement wordt bij een eerste inschrijving en bij elke wijziging aan de ouders/leerling meegedeeld. § 4. Voor iedere leerling wordt een individuele fiche opgemaak waarop tenminste de volgende gegevens worden vermeld : 1° naam, voornaam en adres;2° geboortedatum;3° reeds gevolgde studies in een instelling voor deeltijds kunstonderwijs en resultaten;4° huidige studies in het deeltijds kunstonderwijs; 5° rijksregisternummer."

Art. 33.In artikel 4 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° Aan 1° wordt een tweede streepje toegevoegd, dat luidt als volgt : "- animatie";2° In 2° wordt het derde streepje vervangen door wat volgt : "- textiele vorming";3° In 2° worden een vierde en vijfde streepje toegevoegd, die luiden als volgt : "- digitale beeldende vorming - oriëntatie beeldende kunst";4° In 3° en 4° wordt telkens het laatste streepje opgeheven.

Art. 34.In artikel 5 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 10 juli 1991, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° Aan 1° wordt een tweede streepje toegevoegd dat luidt als volgt : "- animatie";2° In 2° wordt het vijfde streepje opgeheven;3° Aan 2° worden een zesde, zevende en achtste streepje toegevoegd, die luiden als volgt : "- textiele werkvormen - digitale beeldverwerking - initiatieatelier";4° Aan 3° wordt een elfde streepje toegevoegd, dat luidt als volgt : "- digitale beeldverwerking";5° Aan 4° wordt een zestiende streepje toegevoegd, dat luidt als volgt : "- digitale beeldverwerking".

Art. 35.In artikel 7 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 10 juli 1991, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° In § 1 wordt 1° vervangen door wat volgt : "1° In de lagere graad : - optie algemeen beeldende vorming : algemeen beeldende vorming; - optie animatie : animatie"; 2° In § 1, 2° wordt het derde streepje vervangen door wat volgt : "- optie textiele vorming : waarnemingstekenen, textiele werkvormen;" 3° In § 1, 2° worden een vierde en vijfde streepje toegevoegd, die luiden als volgt : "- optie digitale beeldende vorming : waarnemingstekenen, digitale beeldverwerking; - Optie oriëntatie beeldende kunst : waarnemingstekenen, kunstinitiatie, initiatieatelier."; 4° In § 1 3°, vijfde streepje en § 1 4°, achtste streepje worden de woorden", kunstambacht glaskunst en kunstambacht bloemsierkunst", telkens vervangen door de woorden "en kunstambacht glaskunst";5° Er worden een § 4 en § 5 toegevoegd, die luiden als volgt : "§ 4.De directeur kan vrijstelling verlenen voor een vak om pedagogische redenen. Die vrijstelling wordt gestaafd met een attest.

In geval van twijfel wordt het advies van de inspectie gevraagd, en kan aan de leerling een toelatingsperiode worden opgelegd. § 5. Een regelmatige leerling kan een of meer vakken die tot het lessenrooster behoren in een andere instelling volgen. De financierbaarheid van de leerling wordt in dit geval gelijk verdeeld over de twee instellingen.

De directeurs bepalen in onderling overleg welke instelling het attest of getuigschrift uitreikt."

Art. 36.In artikel 10 van hetzelfde besluit wordt § 1, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 10 juli 1991, vervangen door wat volgt : "§ 1. Voor de onderstaande vakken gelden de volgende voorwaarden : 1° Voor de vakken algemeen beeldende vorming, animatie, waarnemingstekenen, kleurstudie, vormstudie, textiele werkvormen, architecturale vorming, digitale beeldverwerking (middelbare graad), specifiek artistiek atelier en keuzeatelier mogen de leerlingen per graad gegroepeerd worden;2° Voor het vak kunstgeschiedenis mogen de leerlingen over de opties en de leerjaren gegroepeerd worden;3° Voor het vak bijzondere kunstgeschiedenis mogen de leerlingen over de leerjaren en over de aanverwante opties gegroepeerd worden;4° Voor het vak initiatieatelier worden de leerlingen gegroepeerd met de leerlingen uit de desbetreffende optie in de hogere graad;5° Voor het vak digitale beeldverwerking van de hogere graad worden de leerlingen per optie gegroepeerd;6° Voor de vakken tekenen en specifiek artistiek atelier mogen de leerlingen van de hogere graad en van de specialisatiegraad gegroepeerd worden;7° Voor de overige vakken mogen de leerlingen per vak gegroepeerd worden, ongeacht de optie; 8° Leerlingen uit een hogere graad die uit vier leerjaren bestaat, kunnen niet gegroepeerd worden met leerlingen uit een hogere graad die uit vijf leerjaren bestaat."

Art. 37.Artikel 12 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 1999, wordt vervangen door wat volgt : "

Art. 12.§ 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° leeftijdsgroep A : het eerste en tweede leerjaar lagere graad;2° leeftijdsgroep B : het derde en vierde leerjaar lagere graad;3° leeftijdsgroep C : het vijfde en zesde leerjaar lagere graad. § 2. Voor de verschillende leeftijdsgroepen gelden de volgende voorwaarden : 1° Leerlingen worden toegelaten tot leeftijdsgroep A van de lagere graad als ze zes jaar zijn en niet ouder dan zeven jaar of als ze ingeschreven zijn in het eerste of tweede leerjaar van het basisonderwijs;2° Leerlingen worden toegelaten tot leeftijdsgroep B van de lagere graad als ze acht jaar zijn en niet ouder dan negen jaar of als ze ingeschreven zijn in het derde of vierde leerjaar van het basisonderwijs;3° Leerlingen worden toegelaten tot leeftijdsgroep C van de lagere graad als ze tien jaar zijn en niet ouder dan elf jaar of als ze ingeschreven zijn in het vijfde of zesde leerjaar van het basisonderwijs;4° De optie animatie kan pas worden georganiseerd vanaf leeftijdsgroep B; § 3. De leeftijd die vermeld of bedoeld wordt in § 2, moet bereikt zijn op 31 december van het desbetreffende schooljaar."

Art. 38.Artikel 13 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : "

Art. 13.§ 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° leeftijdsgroep D : het eerste en tweede leerjaar middelbare graad;2° leeftijdsgroep E : het derde en vierde leerjaar middelbare graad;3° leeftijdsgroep F : het vijfde en zesde leerjaar middelbare graad. § 2. Voor de verschillende leeftijdsgroepen gelden de volgende voorwaarden : 1° Leerlingen worden toegelaten tot leeftijdsgroep D als ze twaalf jaar zijn en niet ouder dan dertien jaar of als ze ingeschreven zijn in het eerste of tweede leerjaar van het secundair onderwijs;2° Leerlingen worden toegelaten.tot leeftijdsgroep E als ze veertien jaar zijn en niet ouder dan vijftien jaar of als ze ingeschreven zijn in het derde of vierde leerjaar van het secundair onderwijs; 3° Leerlingen worden toegelaten tot leeftijdsgroep F als ze zestien jaar zijn en niet ouder dan zeventien jaar of als ze ingeschreven zijn in het vijfde of zesde leerjaar van het secundair onderwijs;4° De optie digitale beeldende vorming kan pas georganiseerd wortelen vanaf leeftijdsgroep E;5° De optie oriëntatie beeldende kunst kan pas georganiseerd worden vanaf leeftijdsgroep F; § 3. De leeftijd die vermeld of bedoeld wordt in § 2, moet bereikt zijn op 31 december van het desbetreffende schooljaar."

Art. 39.In artikel 14, § 1 worden de woorden "en geslaagd een toelatingsproef" geschrapt.

Art. 40.Artikel 16 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : "Art 16. § 1. In afwijking van de bepalingen van artikel 14, § 2, § 3 en § 4 kan iemand als regelmatige leerling worden toegelaten tot een leerjaar van een optie na een toelatingsperiode met positieve evaluatie. Deze toelatingsperiode begint bij het begin van het schooljaar en eindigt uiterlijk op 31 januari van datzelfde schooljaar. Deze evaluatie gebeurt door de directeur en de betrokken leerkrachten. Het resultaat van deze evaluatie wordt vastgelegd in een proces-verbaal. § 2. Leerlingen mogen tot deze toelatingsperiode worden toegelaten als ze de leeftijd van 18 jaar bereikt hebben."

Art. 41.Artikel 17 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : "

Art. 17.Op voorwaarde dat hij aan de toelatingsvoorwaarden voldoet, kan een leerling : a) na een positief geëvalueerde toelatingsperiode veranderen van optie en/of leerjaar tot 31 januari van datzelfde schooljaar;b) tegelijkertijd meer dan één optie volgen.Daarbij kan eenzelfde vak slechts eenmaal gevolgd worden."

Art. 42.Artikel 19 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : "

Art. 19.Tijdens het schooljaar wordt van iedere leerling minimum tweemaal per jaar een schriftelijke evaluatie gemaakt, die aan de leerling wordt meegedeeld aan de hand van een evaluatiefiche."

Art. 43.Artikel 20 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : "Art 20. § 1. Aan het einde van de lagere graad, aan het einde van het vijfde en zesde leerjaar van de middelbare graad en aan het einde van ieder leerjaar van de andere graden worden tussen 1 juni en 30 juni overgangsproeven of eindproeven georganiseerd. De eindproeven horden georganiseerd in het laatste leerjaar van de middelbare graad, van de hogere graad en van de specialisatiegraad. § 2. Tussen 15 augustus en 15 september worden van alle vakken uitgestelde proeven afgenomen van de leerlingen die om een gewettigde reden niet hebben kunnen deelnemen aan de proeven aan het einde van het schooljaar. De inrichtende macht kan beslissen om tijdens die periode ook herkansingsproeven te organiseren."

Art. 44.In artikel 26 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 2 wordt het woord "overgangsattest" vervangen door het woord "eindattest";2° in § 3 worden de woorden "kunstsecundair onderwijs" vervangen door de woorden "deeltijds kunstonderwijs";3° in § 4 worden de woorden "erkend getuigschrift van kunstsecundair onderwijs" vervangen door de woorden "getuigschrift van de hogere graad deeltijds kunstonderwijs".

Art. 45.Artikel 34 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 1 september 1993, wordt vervangen door wat volgt : "

Art. 34.§ 1. Een optie is in afbouw wanneer de inrichtende macht daartoe beslist en zich ertoe verbindt in een periode van 10 jaar na de beslissing tot afbouw geen regelmatige leerlingen meer tot deze optie toe te laten. § 2. Een optie kan slechts in uitzonderlijke gevallen door de inrichtende macht in één tijd afgebouwd worden. Indien een optie in één tijd wordt afgebouwd, zijn de leerlingen van die optie niet meer financierbaar zoor het volgende schooljaar. § 3. Elke wijziging van een optie wordt door de inrichtende macht voor 1 juni van het lopend schooljaar gemeld."

Art. 46.In artikel 37 van hetzelfde besluit wordt § 3, vervangen bij het besluit van de Vlaamse regering van 1 september 1993, vervangen door wat volgt : "§ 3. Een onderwijsinstelling kan het totale aantal toegekende uren-leraar aanwenden voor de uitvoering van het lessenrooster, voor de navorming en voor de pedagogische coördinatie."

Art. 47.Artikel 51, 52 en 53 van hetzelfde besluit worden opgeheven. HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen

Art. 48.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 2001.

Art. 49.De Vlaamse minister, bevoegd voor het Onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 14 december 2001.

De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming, M. VANDERPOORTEN

^