Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 12 september 2003
gepubliceerd op 24 oktober 2003

Besluit van de Vlaamse regering tot definitieve regeling van de situatie van de personeelsleden uit het onderwijs die tewerkgesteld zijn in de instellingen van het gemeenschapsonderwijs in Duitsland

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2003201446
pub.
24/10/2003
prom.
12/09/2003
ELI
eli/besluit/2003/09/12/2003201446/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

12 SEPTEMBER 2003. - Besluit van de Vlaamse regering tot definitieve regeling van de situatie van de personeelsleden uit het onderwijs die tewerkgesteld zijn in de instellingen van het gemeenschapsonderwijs in Duitsland


De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van bepaalde personeelsleden van het gemeenschapsonderwijs, inzonderheid op artikel 96;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1992 betreffende de verdeling van betrekkingen, de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie, de wedertewerkstelling en de toekenning van een wachtgeld of wachtgeldtoelage, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 7 december 1994, 9 juli 1996, 25 maart 1997, 22 september 1998, 31 augustus 1999, 4 februari 2000, 28 augustus 2000 en 1 maart 2002;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 1995 houdende bijzondere maatregelen ten gunste van de personeelsleden van het gemeenschapsonderwijs tewerkgesteld in Duitsland, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 10 november 2000;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 30 april 2003;

Gelet op protocol nr. 124 van 13 mei 2003 houdende de conclusies van de onderhandelingen die gevoerd werden in de gemeenschappelijke vergadering van het Sectorcomité X en van onderafdeling Vlaamse Gemeenschap van afdeling 2 van het Comité voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat deze regeling ingang zal vinden op 1 september 2003, maar dat de betrokken personeelsleden en de inrichtende machten en instellingen voor juli 2003 rechtszekerheid moeten hebben opdat zij met deze maatregelen rekening zouden kunnen houden;

Gelet op advies 35.666/1 van de Raad van State, gegeven op 8 juli 2003, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2o, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op : 1o de personeelsleden, onderworpen aan het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van bepaalde personeelsleden van het gemeenschapsonderwijs die : a) vast benoemd zijn en overeenkomstig artikel 39 en 49 van hetzelfde decreet van 27 maart 1991 geaffecteerd en tewerkgesteld zijn aan een instelling van het gemeenschapsonderwijs, gevestigd in Duitsland;b) of tijdens het schooljaar 2002 - 2003 tijdelijk aangesteld zijn voor een periode van tenminste drie maanden in een betrekking in een instelling van het gemeenschapsonderwijs, gevestigd in Duitsland; 2o de gefinancierde instellingen van het gemeenschapsonderwijs gevestigd in Duitsland, die de in 1o bedoelde personeelsleden tewerkstellen; 3o de inrichtende machten, bedoeld in artikel 1 van het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1992 betreffende de verdeling van betrekkingen, de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie, de wedertewerkstelling en de toekenning van een wachtgeld of wachtgeldtoelage.

Art. 2.§ 1. De personeelsleden, bedoeld in artikel 1, die vast benoemd zijn en tijdens het schooljaar 2002 - 2003 geaffecteerd en tewerkgesteld zijn aan één of meerdere instellingen, vermeld in artikel 1, 2o, maken een keuze voor een scholengroep, een scholengemeenschap of een inrichtende macht in Vlaanderen.

Deze keuze wordt meegedeeld op het daartoe bestemde formulier. § 2. Dit artikel is niet van toepassing op de personeelsleden die vastbenoemd zijn in een ambt van het meester-, vak- en dienstpersoneel of in het ambt van bode-kamerbewaarder.

Art. 3.§ 1. De vastbenoemde personeelsleden, bedoeld in artikel 1, worden op 1 september 2003 ter beschikking gesteld wegens ontstentenis van betrekking onder de voorwaarden, bepaald in het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1992 betreffende de verdeling van betrekkingen, de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie, de wedertewerkstelling en de toekenning van een wachtgeld of wachtgeldtoelage. § 2. De personeelsleden, bedoeld in § 1, worden vervolgens volgens de geldende reglementering gereaffecteerd of wedertewerkgesteld in de scholengroep, scholengemeenschap of bij de inrichtende macht van hun keuze.

Tijdens het schooljaar 2003-2004 wordt voor voormelde personeelsleden de periode van twee jaar wachtgeld, zoals bepaald in artikel 29 van het voormelde besluit van 29 april 1992, opgeschort tot op het ogenblik dat zij effectief worden gereaffecteerd of wedertewerkgesteld. § 3. In afwachting van een reaffectatie of wedertewerkstelling, zoals bedoeld in § 2, worden de personeelsleden, bedoeld in § 1, met ingang van 1 september 2003 en uiterlijk tot en met 30 juni 2004 belast met pedagogische taken in de scholengroep, scholengemeenschap of bij de inrichtende macht van hun keuze.

Deze pedagogische taken worden vervuld volgens artikel 9 van het decreet van 9 april 1992 betreffende het onderwijs-III.

Art. 4.§ 1. De personeelsleden, bedoeld in artikel 1, die tijdens het schooljaar 2002 - 2003 tijdelijk aangesteld zijn voor een periode van tenminste drie maanden aan één of meerdere instellingen, vermeld in artikel 1, 2o, maken een keuze voor één scholengroep in Vlaanderen.

Die keuze wordt aan de scholengroep in kwestie en aan het departement Onderwijs meegedeeld op het daartoe bestemde formulier. § 2. De dienstanciënniteit die de personeelsleden, bedoeld in § 1, hebben verworven in de instellingen, vermeld in artikel 1, 2o, wordt met ingang van 1 september 2003 beschouwd als gepresteerd in de scholengroep van hun keuze.

Art. 5.De personeelsleden die vast benoemd zijn in een ambt van het meester-, vak- en dienstpersoneel of in het ambt van bode-kamerbewaarder en die tijdens het schooljaar 2002 - 2003 geaffecteerd zijn aan één of meerdere instellingen, vermeld in artikel 1, 2o, maken een keuze voor een scholengroep in Vlaanderen.

Die keuze wordt aan de scholengroep in kwestie en aan het departement Onderwijs meegedeeld op het daartoe bestemde formulier.

Zij worden met ingang van 1 september 2003 geaffecteerd aan de scholengroep van hun keuze.

Art. 6.§ 1. De personeelsleden, bedoeld in artikel 1, die op 31 augustus 2003 in het gewoon secundair onderwijs vast benoemd zijn of ter beschikking gesteld zijn wegens ontstentenis van betrekking in een ambt in de categorie van het opvoedend hulppersoneel worden, mits inachtneming van Titel XI - Ondersteunend personeel van het decreet van 14 juli 1998 houdende diverse maatregelen met betrekking tot het secundair onderwijs en tot wijziging van het decreet van 25 februari 1997 betreffende het basisonderwijs, met ingang van 1 september 2003 geconcordeerd naar het ambt van opvoeder. Deze concordantie is persoonsgebonden.

Deze concordantie heeft geen gevolgen voor de geldelijke en administratieve rechtspositie van het personeelslid. § 2. De personeelsleden, bedoeld in artikel 1, die op 31 augustus 2003 in het gewoon secundair onderwijs vast benoemd zijn of ter beschikking gesteld zijn wegens ontstentenis van betrekking in een ambt in de categorie van het administratief personeel worden, mits inachtneming van Titel XI - Ondersteunend personeel van het decreet van 14 juli 1998 houdende diverse maatregelen met betrekking tot het secundair onderwijs en tot wijziging van het decreet van 25 februari 1997 betreffende het basisonderwijs, met ingang van 1 september 2003 geconcordeerd naar het ambt van administratief medewerker. Deze concordantie is persoonsgebonden.

Deze concordantie heeft geen gevolgen voor de geldelijke en administratieve rechtspositie van het personeelslid. § 3. Van de concordantie bedoeld in § 1 en § 2, kan mits wederzijds akkoord tussen inrichtende macht en betrokken personeelslid worden afgeweken. Deze afwijking kan enkel op 1 september 2003 worden toegepast en deze concordantie is eveneens persoonsgebonden. Het personeelslid volgt vervolgens de geldelijke en administratieve rechtspositie die verbonden is aan het ambt waarnaar hij ingevolge deze afwijking wordt geconcordeerd.

Bij toepassing van § 3 moet de inrichtende macht steeds rekening houden met artikel 95 van het decreet van 14 juli 1998 houdende diverse maatregelen met betrekking tot het secundair onderwijs en tot wijziging van het decreet van 25 februari 1997 betreffende het basisonderwijs. § 4. Het personeelslid behoudt bij de concordantie steeds de weddenschaal die hij genoot op 31 augustus 2003 en de daarmee overeenstemmende puntenwaarde, zoals bepaald in artikel 97 van voormeld decreet van 14 juli 1998. § 5. Het personeelslid dat op het ogenblik van de in § 1 en § 2, bedoelde concordantie in toepassing van het besluit van de Vlaamse regering van 11 februari 2000 betreffende de volledige terbeschikkingstellling wegens persoonlijke aangelegenheden voorafgaand aan het rustpensioen voor personeelsleden van het onderwijs en van de psycho-medisch-sociale centra, of in toepassing van het besluit van de Vlaamse regering van 14 september 1999 betreffende de bijzondere terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden voorafgaand aan het rustpensioen voor sommige personeelsleden van het voltijds gewoon secundair onderwijs, ter beschikking gesteld is in een ambt van het opvoedend hulppersoneel of van het administratief personeel, wordt beschouwd als zijnde ambtshalve geconcordeerd zoals bedoeld in § 1 en § 2.

Art. 7.Het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 1995 houdende bijzondere maatregelen ten gunste van de personeelsleden van het gemeenschapsonderwijs tewerkgesteld in Duitsland, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 20 november 2000, wordt opgeheven.

Art. 8.Dit besluit treedt in werking op 1 september 2003.

Art. 9.De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 12 september 2003.

De minister-president van de Vlaamse regering, B. SOMERS De Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming, M VANDERPOORTEN

^