Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 12 januari 2001
gepubliceerd op 15 maart 2001

Besluit van de Vlaamse regering betreffende de bevoegdheid, de samenstelling en de werking van de Vlaamse Havencommissie

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2001035256
pub.
15/03/2001
prom.
12/01/2001
ELI
eli/besluit/2001/01/12/2001035256/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

12 JANUARI 2001. - Besluit van de Vlaamse regering betreffende de bevoegdheid, de samenstelling en de werking van de Vlaamse Havencommissie


De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 27 juni 1985 op de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen, inzonderheid op artikel 7quater, ingevoegd bij het decreet van 4 april 1990;

Gelet op het decreet van 2 maart 1999 houdende het beleid en het beheer van de zeehavens, inzonderheid op artikel 24;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 15 november 1989 tot oprichting en samenstelling van een Vlaamse Havencommissie;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 17 juli 2000;

Gelet op de beraadslaging van de Vlaamse regering op 17 juli 2000 betreffende de vraag van 27 juli 2000 om advies bij de Raad van State binnen een maand;

Gelet op het advies 30.529/3 van de Raad van State, gegeven op 31 oktober 2000, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Bevoegdheid van de Vlaamse Havencommissie

Artikel 1.§ 1. De Vlaamse Havencommissie, hierna de Commissie te noemen, heeft als opdracht een algemene bijdrage te leveren aan de voorbereiding van het havenbeleid.

Deze bijdrage houdt onder meer in : 1° het uitwerken van algemene beleidsdoelstellingen voor de infrastructuur en exploitatie van de havens.2° het uitwerken van algemene voorstellen voor concurrentievoorwaarden tussen de havens (financiering, subsidiëring, samenwerkingsverbanden);3° het ontwerpen van voorstellen tot bevordering van de coördinatie tussen het beleid van de havens en overleg en een versterkte samenwerking tussen de havens;4° het uitwerken van voorstellen met betrekking tot alle hinterlandverbindingen van de havens;5° het voorbereiden van interregionaal en internationaal overleg met betrekking tot het zeehavenbeleid;6° het uitwerken van de algemene beleidsdoelstellingen in concrete infrastructuurplannen en projecten voor het geheel van de havens. § 2. Meer in het bijzonder heeft de Commissie tot opdracht : 1° het stimuleren en opzetten van een wetenschappelijk, beleidsvoorbereidend instrumentarium dat de economische aspecten van het zeehavenbeleid moet ondersteunen.Onverminderd de eigen opdracht van de diensten van de Vlaamse regering terzake behelst deze opdracht meer in het bijzonder de prognoses van goederenstromen op middellange en lange termijn, het onderzoek naar de concurrentiepositie van de Vlaamse havens, de studie over de capaciteit en de capaciteitsbenutting, de sectorale analyses voor specifieke goederencategorieën, het onderzoek naar het meest wenselijke evaluatie-instrumentarium voor havenprojecten en de studies over de sociale en economische bijdrage van de havens, onder meer op het vlak van de werkgelegenheid; 2° het organiseren van overleg tussen de in de Commissie aanwezige partijen aangaande alle knelpunten bij de uitvoering van het havenbeleid, en het bevorderen van de samenwerking tussen de havens. § 3. Voor 1 juli van elk jaar brengt de Commissie een met redenen omkleed advies uit over een meerjarenplan voor de havenuitbouw, met aanduiding van de budgettaire gevolgen voor de begroting van het Vlaamse Gewest. § 4. De Commissie zal bovendien op basis van het vigerende besluit van de Vlaamse regering betreffende de voorwaarden voor en de procedures tot toekenning, wijziging en intrekking van projectgebonden subsidies en medefinanciering, alsmede betreffende de subsidie- en medefinancieringspercentages, adviezen verstrekken over de voorgelegde sociaal-economische studie van nieuwe projecten, die door de havenbedrijven worden ingediend bij de Vlaamse regering en waarvan de totale investeringskosten over de verschillende begrotingsjaren meer bedragen dan het bedrag, bedoeld in artikel 30, § 3. § 5. De Commissie verstrekt, op verzoek van de Vlaamse minister, bevoegd voor de openbare werken, een advies over alle investeringsdossiers, bedoeld in artikel 29 van het decreet van 2 maart 1999, voorzover de totale investeringskosten over de verschillende begrotingsjaren, meer bedragen dan het bedrag, bedoeld in artikel 30, § 3. De Vlaamse minister, bevoegd voor de openbare werken, richt zijn vraag aan de Commissie, voorafgaand aan de beraadslaging binnen de Vlaamse regering. Hij kan de termijn vaststellen waarin dit advies uitgebracht moet worden.

De Vlaamse minister, bevoegd voor de openbare werken, stelt de Commissie in kennis van alle investeringsdossiers, bedoeld in artikel 29 van hetzelfde decreet, voorzover de totale investeringskosten over de verschillende begrotingsjaren, lager liggen dan het bedrag, bedoeld in het artikel 30, § 3, van het decreet. § 6. De Commissie stelt jaarlijks voor 1 april een programma op van de in opdracht van de Commissie uit te voeren onderzoeken.

Dit programma moet door de Vlaamse minister, bevoegd voor de openbare werken, worden goedgekeurd, die er de nodige kredieten voor aanwijst.

De uitvoering ervan gebeurt onder de verantwoordelijkheid van de administratie Waterwegen en Zeewezen van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, in samenwerking met het secretariaat van de Commissie. De Commissie stelt een begeleidingscommissie aan voor dit onderzoeksprogramma. De onderzoeksrapporten worden steeds aangevuld met de conclusies van de Commissie.

Art. 2.De Commissie brengt een jaarlijks verslag uit over haar werkzaamheden. HOOFDSTUK II. - Samenstelling en werking

Art. 3.§ 1. De Commissie bestaat uit een voorzitter en 30 leden. De Vlaamse minister, bevoegd voor de openbare werken, wordt gemachtigd de voorzitter en de effectieve leden van de Vlaamse Havencommissie te benoemen. Hij krijgt tevens de bevoegdheid over te gaan tot de wijziging van de samenstelling van de Commissie. § 2. Acht effectieve leden vertegenwoordigen de werknemers en worden benoemd op voordracht van hun representatieve organisatie in de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen. § 3. Acht effectieve leden vertegenwoordigen de werkgevers en worden benoemd op voordracht van hun representatieve organisaties in de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen. § 4. Elf effectieve leden worden benoemd op voordracht van de havenbedrijven in de hiernavolgende verhouding : 1° havenbedrijf van Antwerpen : 5 vertegenwoordigers;2° havenbedrijf van Zeebrugge : 2 vertegenwoordigers;3° havenbedrijf van Gent : 2 vertegenwoordigers;4° havenbedrijf van Oostende : 2 vertegenwoordigers. § 5. Drie effectieve leden vertegenwoordigen erkende instellingen op het vlak van respectievelijk het spoorvervoer; een vertegenwoordiger van de NMBS, het wegvervoer; een vertegenwoordiger van de SAV (Koninklijke beroepsvereniging goederenvervoerders Vlaamse gewest en Brussel hoofdstedelijk Gewest) en de binnenscheepvaart; een vertegenwoordiger van het Algemeen Actiecomité der Belgische Binnenscheepvaartorganisaties. § 6. De voorzitter is niet stemgerechtigd. § 7. De voorzitter en de effectieve leden worden benoemd voor een termijn van vier jaar. Het mandaat is hernieuwbaar. § 8. De kandidaten voor de effectieve leden, bedoeld in § 2, § 3, § 4 en § 5, worden voorgedragen op dubbele kandidatenlijsten. § 9. De Vlaamse minister, bevoegd voor de openbare werken, benoemt een plaatsvervanger voor ieder effectief lid, op voordracht van de in de § 2 tot en met § 5 bedoelde organisaties, havenbedrijven en instellingen. § 7 en § 8 zijn op hen van toepassing. § 10. De plaatsvervangende leden voltooien het mandaat van het effectieve lid dat ze vervangen.

Art. 4.De Vlaamse minister, bevoegd voor de openbare werken, kan op eigen initiatief, of op uitnodiging van de Commissie, de vergaderingen bijwonen. De administratie Waterwegen en Zeewezen van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap kan een ambtenaar afvaardigen voor het bijwonen van de vergaderingen van de Commissie.

Art. 5.§ 1. De adviezen en aanbevelingen van de Commissie worden uitgebracht ten aanzien van de Vlaamse regering, de Vlaamse minister, bevoegd voor de openbare werken, of het Vlaams Parlement. De goedkeuring gebeurt bij gewone meerderheid van de aanwezige effectieve leden. Bij adviezen ter uitvoering van artikel 1, § 4, neemt het havenbedrijf, dat een project ter advies voorlegt, geen deel aan de stemming. § 2. Van een eenparig advies van de Commissie kan de Vlaamse minister, bevoegd voor de openbare werken, alleen afwijken op voorwaarde dat er een motivering is. § 3. De in artikel 1, § 6, bedoelde adviezen van de Commissie vermelden in voorkomend geval de afwijkende standpunten van de leden.

Art. 6.De leden van de Commissie kunnen een beroep doen op de medewerking van externe deskundigen, die geen deel uitmaken van de Commissie, alsmede op de diensten van de Vlaamse regering via de functioneel bevoegde minister.

Art. 7.In de Commissie kunnen werkgroepen worden opgericht, die bijzondere punten aan een voorbereidend onderzoek onderwerpen.

Art. 8.De Commissie stelt een huishoudelijk reglement op, dat onder meer voorziet in : 1° de wijze van bijeenroeping en beraadslaging van de Commissie;2° de manier waarop voorstellen op de agenda van de Commissie geplaatst worden;3° de voorwaarde waaronder de leden een beroep kunnen doen op externe deskundigen en op de diensten van de Vlaamse regering, via de functioneel bevoegde minister;4° de bevoegdheden van de voorzitter;5° de samenstelling, de wijze van bijeenroeping en beraadslaging en de bevoegdheden van het Dagelijks Bestuur, voorzover de oprichting ervan opportuun geacht wordt;6° de bekendmaking van de handelingen;7° de opdracht en de rol van het secretariaat.

Art. 9.§ 1. Het secretariaatswerk van de Commissie gebeurt door de administratie van de Sociaal- Economische Raad van Vlaanderen. § 2. Het secretariaat heeft meer in het bijzonder als taak : 1° de administratieve ondersteuning van de Commissie;2° de redactie van ontwerpadviezen;3° ontwerponderzoeksprogramma's en ontwerpverslagen opstellen;4° de toevertrouwde opdrachten uitvoeren en de uitbestede onderzoeksopdrachten, alsmede de werking van de begeleidingscommissies en de werkgroepen coördineren.

Art. 10.De bepalingen van het besluit van de Vlaamse regering van 27 januari 1988 houdende sommige maatregelen tot harmonisatie van de toelagen en presentiegelden aan commissarissen, gemachtigden van financiën, afgevaardigden van de Vlaamse regering, voorzitters en leden van niet-adviserende bijzondere commissies of van raden van bestuur van instellingen en ondernemingen die bij de Vlaamse regering behoren, zijn van toepassing op de voorzitter, op het vlak van toelagen.

Voor de toepassing van de bepalingen, bedoeld in het eerste lid, is de Commissie ingedeeld bij categorie III, zoals vermeld in het genoemd besluit, en heeft de voorzitter de hoedanigheid van de personen, vermeld in artikel 1, 3°, van het voormeld besluit.

Een aanvullend representatiebudget ten behoeve van de voorzitter wordt bepaald ten bedrage van 2 231 euro per jaar. HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen

Art. 11.Vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit tot en met 31 december 2001 geldt in plaats van het bedrag van 2 231 euro, vermeld in artikel 10, het bedrag van 90 000 frank.

Art. 12.Het besluit van de Vlaamse regering van 15 november 1989 tot oprichting en samenstelling van een Vlaamse Havencommissie wordt opgeheven met uitzondering van artikel 1.

Art. 13.Dit besluit treedt in werking op de datum van de publicatie ervan in het Belgisch Staatsblad.

Brussel, 12 januari 2001.

De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, S. STEVAERT

^