Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 10 oktober 2003
gepubliceerd op 14 november 2003

Besluit van de Vlaamse regering houdende organisatie van de Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaamse Gewest en de instellingsspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2003201638
pub.
14/11/2003
prom.
10/10/2003
ELI
eli/besluit/2003/10/10/2003201638/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP


10 OKTOBER 2003. - Besluit van de Vlaamse regering houdende organisatie van de Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaamse Gewest en de instellingsspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel


De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 2 juli 1981 betreffende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen, inzonderheid op artikel 38, §§ 2 tot 4, gewijzigd bij decreet van 7 juli 1998;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 30 juni 2000 houdende de regeling van de rechtspositie van het personeel van sommige Vlaamse openbare instellingen, zoals tot op heden gewijzigd;

Gelet op het advies van de directieraad, gegeven op 25 oktober 2001;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister bevoegd voor Begroting, gegeven op 28 mei 2003;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister bevoegd voor Ambtenarenzaken, gegeven op 27 juni 2002;

Gelet op het protocol nr 201.618 van 7 juli 2003 van het Sectorcomité XVIII Vlaamse Gemeenschap - Vlaamse Gewest;

Gelet op de beslissing van de Vlaamse regering, op 13 juni 2003 betreffende de aanvraag om advies bij de Raad van State;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 27 augustus 2003, met toepassing van artikel 84, § 3, eerste lid, 1o, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Leefmilieu, Landbouw en Ontwikkelingssamenwerking;

Na beraadslaging, Besluit : DEEL I. - TOEPASSINGSGEBIED EN ALGEMENE BEPALINGEN TITEL 1. - Toepassingsgebied Artikel I 1 . Onverminderd de bepalingen van het besluit van de Vlaamse regering van 30 juni 2000 houdende de regeling van de rechtspositie van het personeel van sommige Vlaamse openbare instellingen, is dit besluit van toepassing op het personeel van de Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaamse Gewest.

TITEL 2. - Algemene bepalingen Art. I 2. Onverminderd de bepalingen van het stambesluit VOI wordt voor de toepassing van dit besluit verstaan onder : 1. het stambesluit VOI : het besluit van de Vlaamse regering van 30 juni 2000 houdende de regeling van de rechtspositie van het personeel van sommige Vlaamse openbare instellingen, zoals gewijzigd;2. de instelling : de Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaamse Gewest; Art. I. 3. Onverminderd artikel I.3 § 2 van het stambesluit VOI kan de leidend ambtenaar de bevoegdheden die hem worden toegewezen op individuele wijze delegeren aan de adjunct-leidend ambtenaar, aan afdelingshoofden of aan individuele personeelsleden. De adjunct-leidend ambtenaar en de afdelingshoofden kunnen op hun beurt de hen gedelegeerde of de hen in dit besluit toegewezen bevoegdheden delegeren aan de onder hun gezag staande personeelsleden.

Art. I 4. Elke wijziging of aanvulling aan dit besluit wordt onderworpen aan het voorafgaand advies van de directieraad van de instelling. Het advies moet worden gegeven binnen de 30 kalenderdagen nadat er om verzocht werd tenzij een andere termijn wordt bepaald die niet korter mag zijn dan 15 kalenderdagen. Deze termijnen worden opgeschort in de maand augustus. Indien het advies niet binnen deze termijn is gegeven, mag aan het adviesvereiste worden voorbijgegaan.

DEEL II. - ORGANISATIE EN WERKING VAN DE INSTELLING TITEL 1. - De directieraad Art. II 1 . Onverminderd zijn bevoegdheid voortvloeiend uit het stambesluit VOI, beraadslaagt de directieraad over : 1. Beleidsvoorstellen en problemen inzake beleidsuitvoering;2. Bevoegdheidsgeschillen aangaande het bestuur binnen de instelling. De directieraad kan op eigen initiatief of op verzoek van een lid, ten allen tijde, deskundigen uitnodigen met het oog op een technische of inhoudelijke toelichting bij de bespreking van een specifiek probleem.

Art. II 2. De voorzitter van de directieraad wijst een ambtenaar van niveau A aan die de functie van secretaris uitoefent. De secretaris is niet stemgerechtigd.

TITEL 2. - De leidend ambtenaar en de adjunct-leidend ambtenaar Art. II 3. De leidend ambtenaar en de adjunct-leidend ambtenaar beschikken over een secretariaat.

Art. II 4. § 1. De leidend ambtenaar is verantwoordelijk voor de organisatie en het bestuur van de instelling. Hij coördineert de werkzaamheden en is belast met het toezicht op de werking ervan.

Daartoe worden hem alle bevoegdheden van interne orde en dagelijks bestuur, met inbegrip van de vertegenwoordiging van de instelling in en buiten recht, en met uitzondering van de in paragraaf 2 opgesomde handelingen, gedelegeerd. § 2. Volgende handelingen moeten aan de Vlaamse minister, ter voorafgaandelijke goedkeuring of ondertekening worden voorgelegd : 1o alle briefwisseling met federale ministers of staatssecretarissen en met ministers van gemeenschaps- of gewestregeringen 2o zendingsopdrachten van de leidend ambtenaar van méér dan 3 dagen naar het buitenland.

Art. II 5. De adjunct-leidend ambtenaar is, binnen zijn bevoegdheden, mede verantwoordelijk voor het bestuur van de instelling.

Hij rapporteert periodiek aan de leidend ambtenaar over het gebruik van de aan hem gedelegeerde bevoegdheden.

Art. II 6 . De leidend ambtenaar is bevoegd om, in het kader van de algemene werking van de instelling, bestekken voor werken, leveringen of diensten of de bescheiden die ze vervangen goed te keuren, de wijze te kiezen waarop de opdrachten worden gegund, opdrachten voor de aanneming van werken, leveringen of diensten te gunnen en in te staan voor de uitvoering ervan. Deze machtiging geldt slechts binnen de perken van de geopende kredieten en van de volgende ramingen of bedragen : 1o maximum 250.000 euro in geval van een openbare aanbesteding of een algemene offerteaanvraag; 2o maximum 125.000 euro in geval van een beperkte aanbesteding of een beperkte offerteaanvraag; 3o maximum 31.000 euro in geval van een onderhandse opdracht.

Hij staat bovendien in voor de eenvoudige uitvoering van de opdrachten voor de aanneming van werken, leveringen of diensten die in het kader van het functioneren van de instelling werden gegund door de Vlaamse regering of het bevoegde lid ervan. Onder eenvoudige uitvoering dient te worden verstaan het treffen van alle maatregelen en beslissingen met het oog op de verwezenlijking van de opdracht binnen de perken van de aanneming, met uitzondering van de maatregelen en beslissingen die een beoordeling vanwege de gunnende overheid vereisen.

Hij is tevens bevoegd om : 1o met betrekking tot de in het eerste lid vermelde opdrachten : a) gemotiveerde afwijkingen toe te staan op de essentiële bepalingen en voorwaarden, overeenkomstig artikel 8 van het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken;b) boeten kwijt te schelden; 2o met betrekking tot de in het eerste en het tweede lid vermelde opdrachten : a) prijsherzieningen, voortvloeiend uit de betrokken overeenkomsten, goed te keuren zonder beperking van bedrag; b) verrekeningen, andere dan voormelde herzieningen, goed te keuren in zover hieruit geen bijkomende uitgaven van meer dan 25 % voortvloeien en ze 31.000 euro niet overschrijden; 3o uitgaven voor het functioneren van de instelling goed te keuren, die buiten de toepassing vallen van de wetgeving op de overheidsopdrachten : onbeperkt voor portkosten, telefoonrekeningen en voor de levering van water, gas en elektriciteit, en voor uitgaven die voortvloeien uit vonnissen en arresten; beperkt tot een bedrag van maximum 25.000 euro per beslissing in andere gevallen. Deze bevoegdheid geldt niet voor uitgaven die voortvloeien uit dadingen of schulderkenningen.

De in de vorige leden vermelde bedragen zijn exclusief de belasting over de toegevoegde waarde.

TITEL 3. - Het afdelingshoofd Art. II 7 . Het afdelingshoofd rapporteert periodiek aan de leidend ambtenaar over het gebruik van de aan hem gedelegeerde bevoegdheden.

DEEL VIII. - DE ADMINISTRATIEVE LOOPBAAN TITEL 1. - De personeelsformatie en de hiërarchie van de graden Art. VIII 1 . Ter uitvoering van artikel VIII 7, 2de lid van het stambesluit VOI worden in bijlage 1 bij onderhavig besluit de instellingsspecifieke graden opgenomen, verdeeld over de rangen en de niveaus, waarvan de ambtenaren van de instelling titularis kunnen zijn.

TITEL 2. - Bijzondere bepalingen met betrekking tot de administratieve loopbaan Art. VIII 2. Ter uitvoering van artikel VIII 83, tweede lid van het stambesluit VOI wordt in bijlage 2 bij onderhavig besluit voor de instellingsspecifieke graden vastgesteld op welke wijze zij worden begeven met de eventuele aanduiding van de aanvullende en bijzondere voorwaarden inzake de beroepskwalificatie alsmede voor elke bevorderingsgraad de lijst van graden die er toegang toe verlenen.

TITEL 3. - Overgangsbepalingen Art. VIII 3 . De ambtenaar die wat betreft vergelijkende examens voor de overgang naar een hoger niveau, gestart na 1 januari 1995 vrijstellingen behaalde voor één of meer examengedeelten of vakken behoudt deze vrijstellingen overeenkomstig de bepalingen van de rechtspositieregeling die op dat ogenblik op hem van toepassing was.

Art. VIII 4 . § 1. De programmeurs 2de klasse die op 1 januari 1995 in dienst waren bij de instelling en ambtshalve benoemd zijn in de graad van technicus kunnen mits zij slagen voor een bijzonder vergelijkend overgangsexamen, waaraan zij tweemaal mogen deelnemen, benoemd worden in de graad van programmeur. § 2. Het bijzonder vergelijkend overgangsexamen bedoeld in artikel VIII, 18 bestaat uit twee examengedeelten, namelijk een algemeen examen en een bijzonder examen. Alleen de kandidaten die geslaagd zijn voor het algemene gedeelte worden tot het bijzondere gedeelte toegelaten.

Het algemene gedeelte bestaat uit het samenvatten en commentariëren van een tekst, of uit het opstellen van een verslag over een aangelegenheid die verband houdt met de functie.

Het bijzondere gedeelte heeft tot doel te toetsen : hetzij de algemene vorming van de kandidaat, hetzij zijn kennis van bepaalde vakken, hetzij de vaardigheden vereist voor het uitoefenen van de functie, hetzij verschillende van deze elementen samen.

Art. VIII 5. De ambtenaren met de vroegere graad van bestuursdirecteur en inspecteur-generaal mogen de titel bestuursdirecteur of inspecteur-generaal blijven dragen.

Art. VIII 6 De anciënniteit die de ambtenaar van de instelling verworven heeft op de datum van inwerkingtreding van dit besluit, krachtens een reglementaire bepaling die op hem van toepassing was, blijft behouden.

DEEL XIII. - GELDELIJK STATUUT TITEL I. - Vaststelling van de salarisschalen Art. XIII 1 . Aanvullend op de bepaling van art. XIII 32 van het stambesluit VOI worden aan de volgende graden de salarisschalen verbonden die overeenkomen met de ernaast vermelde lettercijfercodes : 1o algemeen personeel Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld TITEL 2. - Toelagen HOOFDSTUK I. - Toelagen aan specifieke categorieën van personeel Art. XIII 2. § 1. Van de toezichthoudende ambtenaren aangesteld in uitvoering van het besluit van de Vlaamse regering van 17 december 1997 tot vaststelling van het Vlaams reglement inzake afvalvoorkoming en beheer, belast met het toezicht en de controle voortvloeiend uit het decreet van 2 juli 1981 betreffende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen, en/of aangesteld in uitvoering van het decreet van 22 februari 1995 betreffende de bodemsanering, belast met het toezicht en de controle voortvloeiend uit dit decreet, kan geëist worden dat zij : 1o permanent beschikbaar zijn voor het uitvoeren van opgevorderde controles of voor het geven van gevolg aan dringende oproepen; 2o de geplande controles buiten de normale diensturen uitvoeren die ook kunnen bestaan uit nachtwerk of uit werk op een zaterdag, een zondag of een feestdag, zoals bepaald overeenkomstig art. XI 12 van het stambesluit VOI. § 2. Iedere toezichthoudende ambtenaar van niveau B, C en A tot en met de rang A1 kan er aldus toe gehouden zijn per kwartaal deel te nemen aan minimum 21 opgevorderde en/of geplande controles buiten de normale diensturen en als volgt verdeeld : 6 controles tussen 00.00 uur en 08.00 uur; 12 controles tussen 17.00 uur en 01.00 uur; 3 controles op zaterdagen, zondagen of feestdagen.

De toezichthoudende ambtenaren van rang A2 die als begeleider en coördinator werken in een systeem van permanente beschikbaarheid moeten per kwartaal deelnemen aan minimum 7 opgevorderde en/of geplande controles buiten de normale diensturen en als volgt verdeeld : 2 controles tussen 00.00 uur en 08.00 uur; 4 controles tussen 17.00 uur en 01.00 uur; 1 controle op zaterdagen, zondagen en feestdagen. § 3. De hiervoor vermelde toezichthoudende ambtenaren ontvangen voor de in § 2 bedoelde opdrachten een buitengewone toelage.

De toelage bedraagt 431,76 euro (100 %) per maand voor de toezichthoudende ambtenaren van niveau B, van niveau C en van niveau A tot en met de rang A1 en 215,87 euro (100 %) per maand voor de toezichthoudende ambtenaren van rang A2. Ze worden maandelijks tegelijkertijd met het salaris uitgekeerd.

De staat met vermelding van de verrichte prestaties wordt per kwartaal voorgelegd en gecontroleerd door de bevoegde hiërarchische meerdere. § 4. Ingeval het aantal vereiste controleopdrachten, zoals vermeld in § 2 niet wordt bereikt wegens jaarlijkse vakantie, voor zover die een aaneengesloten periode van minstens 2 weken omvat, ziekte, gewettigde afwezigheid of verminderde prestaties, wordt de toelage voor de betrokken periode pro rata van de prestaties uitbetaald.

In alle andere gevallen dat het aantal vereiste controleopdrachten zoals gesteld in § 2 niet wordt bereikt, dient het tekort gecompenseerd te worden in het volgende kwartaal.

Indien het aantal vereiste controleopdrachten zoals gesteld in § 2 om andere redenen dan vermeld onder 1o en 2o niet wordt bereikt, wordt de toelage van het betrokken kwartaal in mindering gebracht op de toelage van de volgende kwartalen of teruggevorderd. § 5. Deze toelage is niet samen te voegen met andere toelagen voor overuren en zaterdag-, zondags- en nachtwerk en/of met toelagen voor gevaarlijk, ongezond en hinderlijk werk, waarop sommige van deze personeelsleden aanspraak zouden kunnen maken. § 6. Deze toelage volgt de evolutie van het gezondheidsindexcijfer, overeenkomstig de bepalingen van artikel XIII 22 van het stambesluit VOI HOOFDSTUK II. - Toelage voor gevaarlijk-, ongezond- of hinderlijk werk Art. XIII 3. De lijst van werken die als gevaarlijk, ongezond of hinderlijk worden beschouwd wordt gevoegd in bijlage 3 bij dit besluit.

TITEL 3. - Sociale voordelen - maaltijdcheques Art. XIII 4. Aan de personeelsleden van de instelling kunnen in uitvoering van de desbetreffende reglementering en inzonderheid deze van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders maaltijdcheques worden toegekend.

Deze regeling is niet cumuleerbaar met de maaltijdvergoeding bedoeld in artikel XIII 104novies van het stambesluit van 30 juni 2000.

TITEL 4. - Verhoogde rente in geval van arbeidsongeval en ongeval op de weg naar en van het werk.

Art. XIII 5. Voor de toepassing van de wet van 3 juli 1967 betreffende de preventie van of de schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg naar en van het werk en voor beroepsziekten in de overheidssector wordt de rente in geval van blijvende invaliditeit en ingeval van overlijden, toegekend ingevolge van een arbeidsongeval of een ongeval op de weg naar en van het werk, berekend op basis van de jaarlijkse bezoldiging van het personeelslid, beperkt tot 74.368,06 euro per jaar en per persoon, voor de periode van 1 januari 1982 tot 31 december 1996 en beperkt tot 123.946,76 euro per jaar en per persoon, vanaf 1 januari 1997.

TITEL 5. - Overgangsbepaling Art. XIII 6 . De ambtenaar die op 30 september 2000 een overgangssalarisschaal genoot behoudt deze salarisschaal tot een organieke salarisschaal hem voordeliger wordt.

In het geval dat de in het eerste lid bedoelde ambtenaar bevordert in graad of in salarisschaal is artikel XIII 19 § 1 van het stambesluit VOI van toepassing.

Art. XIII 7. De informaticus in dienst op 31 mei 1995 die de overgangsschaal A 131 of A 132 geniet, bekomt bij bevordering in salarisschaal de overgangsschalen A 125 en A 126, respectievelijk A 127.

DEEL XV. - ALGEMENE OPHEFFINGS-, OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN TITEL 1. - Overgangsbepaling Art. XV. 1 . Vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit tot 31 december 2001 gelden voor de artikelen van dit besluit vermeld in de eerste kolom de bedragen in Belgische frank die in de derde kolom worden vermeld.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld TITEL 2. - Opheffingsbepalingen Art. XV 2 . Het besluit van de Vlaamse regering van 29 oktober 1999 houdende organisatie van de Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaamse Gewest en de regeling van de rechtspositie van het personeel, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 1 februari 2002 wordt opgeheven wat betreft de delen die niet strijdig zijn met het stambesluit VOI, met ingang van 1 oktober 2000, uitgezonderd artikel VII 34, dat wordt opgeheven met ingang van 1 juni 2001.

TITEL 3. - Algemene slotbepalingen Art. XV 3 . Dit besluit treedt in werking op 1 oktober 2000, behalve de hierna vermelde delen, titels, hoofdstukken of artikelen die in werking treden op de ernaast vermelde datum : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Art. XV 4. De Vlaamse minister bevoegd voor Leefmilieu, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 10 oktober 2003.

De minister-president van de Vlaamse regering, B. SOMERS De Vlaamse minister van Leefmilieu, Landbouw en Ontwikkelingssamenwerking, L. SANNEN

Bijlage 1 INDELING VAN DE BETREKKINGEN PER RANG Niveau A Rang A1 : geoloog Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse regering van 10 oktober 2003 houdende organisatie van de Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaamse Gewest en de instellingsspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel.

Brussel, 10 oktober 2003.

De minister-president van de Vlaamse regering, B. SOMERS De Vlaamse minister van Leefmilieu, Landbouw en Ontwikkelingssamenwerking, L. SANNEN

Bijlage 2 Art. VIII 16 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse regering van 10 oktober 2003 houdende organisatie van de Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaamse Gewest en de instellingsspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel.

Brussel, 10 oktober 2003.

De minister-president van de Vlaamse regering, B. SOMERS De Vlaamse minister van Leefmilieu, Landbouw en Ontwikkelingssamenwerking, L. SANNEN

Bijlage 3 LIJST VAN GEVAARLIJKE, ONGEZONDE OF HINDERLIJKE WERKEN 1. werk met of in water, in stof, vuur, slijk of roet met uitsluiting van de normale onderhoudsactiviteiten van lokalen, en keukenactiviteiten;2. werken langs voor het verkeer toegankelijke wegen;3. inspecties of bedrijfsbezoeken die gepaard gaan met het betreden van risicovolle installaties;woning- en bedrijfsinspecties in onhygiënische omstandigheden; 4. werk met bijtende, giftige, radioactieve of schadelijke stoffen, zuren of gassen;5. werk in vervuilde lucht; 6. het herstellen of reinigen van aalputten, afvoerleidingen van W.C.'s of waterplaatsen; 7. werk op ladders, masten of stellingen of met de heflift vanaf 2 meter hoogte;8. werk met sneldraaiende machines;9. werk aan elektrische installaties die onder spanning staan;10. werk aan in dienst zijnde verwarmings- of stookinstallaties;11. het lassen van metalen stukken;12. werk met de betonbreekhamer, de steenboor, de betonboorhamer;13. werk of loopwerk op platformen of richels zonder leuningen;14. isolatiewerk met los glaswol;15. werk in lawaai van minstens 160 decibel. Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse regering van 10 oktober 2003, houdende organisatie van de Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaamse Gewest en de instellingsspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel.

Brussel, 10 oktober 2003.

De minister-president van de Vlaamse regering, B. SOMERS De Vlaamse minister van Leefmilieu, Landbouw en Ontwikkelingssamenwerking, L. SANNEN

^