gepubliceerd op 12 juni 1998
Besluit van de Vlaamse regering houdende vastlegging van de voorschriften voor het opstellen van het jaarverslag van de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap
10 MAART 1998. - Besluit van de Vlaamse regering houdende vastlegging van de voorschriften voor het opstellen van het jaarverslag van de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap
De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 13 juli 1994 betreffende de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap, inzonderheid op de artikelen 215, § 2 en 234, § 2, gewijzigd bij het decreet van 8 juli 1996;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 16 november 1994 tot regeling van de begrotingscontrole, inzonderheid op artikel 8, § 2;
Gelet op het gunstig advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 13 november 1997, waarin gesteld wordt dat de ontvangsten en uitgaven niet worden beïnvloed;
Gelet op de beraadslaging van de Vlaamse regering, op 16 december 1997 betreffende de aanvraag om advies bij de Raad van State binnen een maand;
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 29 januari 1998, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder decreet: het decreet van 13 juli 1994 betreffende de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap.
Art. 2.Het jaarverslag van de hogescholen bestaat uit drie delen. Het eerste deel omvat voor elk van de in artikel 3, 1° tot en met 7° bedoelde rubrieken een descriptief overzicht van de stand van zaken, de beleidsdoelstellingen, een verslag en verantwoording van de mate waarin de vooropgestelde beleidsdoelstellingen gerealiseerd werden en de voorgenomen stappen ter optimalisering van de realisatie van de beleidsdoelstellingen. Het tweede deel bevat gedetailleerde informatie gelieerd aan de verschillende items en subitems van het eerste deel.
Het derde deel bevat het verslag van de VZW sociale voorzieningen over de sociale voorzieningen voor de studenten.
Art. 3.Het jaarverslag van de hogescholen omvat ten minste de volgende rubrieken : 1° organisatiestructuur;2° onderwijs;3° onderzoek;4° personeel;5° dienstverlening;6° ontwikkeling en beoefening van de kunsten;7° financiën;8° sociale voorzieningen voor studenten.
Art. 4.De rubrieken organisatiestructuur en onderwijs betreffen het voorbije academiejaar. De andere rubrieken hebben betrekking op het voorbije begrotingsjaar.
Art. 5.De rubriek organisatiestructuur geeft een overzicht van de bestuurs- en beheersorganen van de hogeschool.
De rubriek organisatiestructuur bevat ten minste de volgende onderdelen : 1° naam en adres van de hogeschool;2° naam en adres van de departementen;3° naam en adres van de vestigingen; 4° samenstelling en bevoegdheden van de bestuurlijke organen op het centrale niveau, zoals de algemene vergadering, de raad van bestuur of beheer, het bestuurscollege, de algemeen directeur,...; 5° samenstelling en bevoegdheden van de decentrale organen, zoals de departementsraad, het departementshoofd,...; 6° bevoegdheidsverdeling tussen de verschillende bestuurlijke organen; 7° samenstelling en bevoegdheden van de inspraak- en medezeggenschapsorganen, zoals de onderhandelingscomités, de academische raad, de studentenraad,...; 8° een korte beschrijving van de werking van de medezeggenschap, met inbegrip van een lijst van adviezen en protocolakkoorden.
Art. 6.De rubriek onderwijs geeft een beeld van de doelstellingen, de resultaten en de effecten van het gevoerde beleid op het gebied van de onderwijsverstrekking.
De rubriek onderwijs bevat ten minste de volgende onderdelen : 1° de beleidsdoelstellingen op onderwijsgebied;2° de kwaliteitszorg in het hogeschoolonderwijs;3° het opleidingenaanbod;4° de onderwijs- en examenregeling;5° de gegevens over de studenten;6° de gegevens over de examencommissies van de Vlaamse Gemeenschap;7° de internationale relaties. Bijlage I bij dit besluit omschrijft de minimale inhoud van deze onderdelen.
Art. 7.De rubriek onderzoek geeft een overzicht van de resultaten en van de ingezette middelen op het gebied van projectmatig wetenschappelijk onderzoek, uitgevoerd aan de hogescholen.
De rubriek onderzoek bevat ten minste de volgende onderdelen : 1° de beleidsdoelstellingen op het gebied van het projectmatig wetenschappelijk onderzoek;2° de kwaliteitszorg van het projectmatig wetenschappelijk onderzoek;3° de financieringsbronnen;4° het personeelsbestand in het projectmatig wetenschappelijk onderzoek;5° de wetenschappelijke classificatie van de onderzoeksprojecten volgens de IWETO-codes;6° de projectmatig wetenschappelijke output per studiegebied;7° de federale projectmatig wetenschappelijke samenwerking;8° de internationale relaties. Bijlage II bij dit besluit omschrijft de minimale inhoud van deze onderdelen.
Art. 8.De rubriek personeel bevat een volledig overzicht van de aard, omvang en structuur van het personeelsbestand en verstrekt informatie over het personeelsbeleid van de hogeschool.
De rubriek personeel bevat ten minste de volgende onderdelen : 1° het volledige personeelsbestand;2° het personeelsbeleid van de hogeschool en de resultaten en effecten ervan;3° een ratio-analyse over de laatste drie boekjaren;4° een staat van personeelskosten. Bijlage III bij dit besluit biedt de verdere uitwerking van deze rubriek.
Art. 9.De rubriek dienstverlening geeft een overzicht van het beleid, de ingezette middelen en de resultaten op het gebied van de maatschappelijke dienstverlening, de deelname in spin-off bedrijven en de relaties met verenigingen zonder winstoogmerk en andere rechtspersonen.
De rubriek dienstverlening bevat ten minste de volgende onderdelen : 1° de beleidsdoelstellingen op het gebied van maatschappelijke dienstverlening, deelname in spin-off bedrijven en relaties met verenigingen zonder winstoogmerk en andere rechtspersonen;2° een overzicht van de afgesloten overeenkomsten;3° de besteding van de middelen;4° het personeelsbestand in de maatschappelijke dienstverlening, de deelname in spin-off bedrijven en de relaties met verenigingen zonder winstoogmerk en andere rechtspersonen. Bijlage IV bij dit besluit omschrijft de minimale inhoud van deze onderdelen.
Art. 10.De rubriek ontwikkeling en beoefening van de kunsten geeft een overzicht van het beleid, de ingezette middelen en de resultaten op dit gebied.
De rubriek ontwikkeling en beoefening van de kunsten bevat ten minste de volgende onderdelen : 1° de beleidsdoelstellingen op het gebied van de ontwikkeling en de beoefening van de kunsten;2° de kwaliteitszorg van de ontwikkeling en de beoefening van de kunsten;3° de financieringsbronnen;4° het personeelsbestand in de ontwikkeling en de beoefening van de kunsten;5° de output per studiegebied;6° de Vlaamse, de federale en de internationale samenwerking. Bijlage V bij dit besluit omschrijft de minimale inhoud van deze onderdelen.
Art. 11.De rubriek financiën bevat een volledig overzicht van de financiële situatie van de hogeschool.
De rubriek financiën bevat ten minste de volgende onderdelen : 1° een samenvattende commentaar op de jaarrekening;2° een verantwoording van het financieel beheer tijdens het voorbije boekjaar;3° bijzondere gebeurtenissen na balansdatum. Bijlage VI bij dit besluit omschrijft de minimale inhoud van deze onderdelen.
Art. 12.De rubriek sociale voorzieningen voor studenten wordt opgesteld door de VZW sociale voorzieningen. De rubriek schetst een beeld van de omvang en de aard van de diensten die de VZW aanbiedt. De rubriek bestaat uit twee delen. Het eerste deel omvat een descriptief overzicht van de stand van zaken, de beleidsdoelstellingen, een verslag en verantwoording van de mate waarin de vooropgestelde beleidsdoelstellingen gerealiseerd werden en de voorgenomen stappen ter optimalisering van de realisatie van de beleidsdoelstellingen. Het tweede deel bevat gedetailleerde informatie gelieerd aan de verschillende items en subitems van het eerste deel.
De VZW sociale voorzieningen stelt deze rubriek bij wijze van jaarverslag op en bezorgt hem aan de hogeschool.
Bijlage VII bij dit besluit omschrijft de verschillende onderdelen van de rubriek sociale voorzieningen voor de studenten.
Art. 13.§ 1. Het hogeschoolbestuur stelt vóór 30 april de jaarrekening en het jaarverslag van de hogeschool op en overhandigt deze documenten aan de bedrijfsrevisor, die binnen twee weken zijn eigen verslag, zoals bedoeld in artikel 233 van het decreet, aan het hogeschoolbestuur overhandigt. Vóór 31 mei keurt het hogeschoolbestuur de jaarrekening en het jaarverslag van de hogeschool en het verslag van de bedrijfsrevisor daarover goed. § 2. De bepalingen van § 1 zijn niet van toepassing op het jaarverslag van de VZW sociale voorzieningen. § 3. De hogeschool voegt het jaarverslag van de VZW sociale voorzieningen als een derde deel toe aan het jaarverslag van de hogeschool en bezorgt de jaarrekening, het aldus aangevulde jaarverslag en het in § 1 bedoelde verslag van de bedrijfsrevisor vóór 31 mei aan de Vlaamse regering.
Art. 14.De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, kan aanvullende praktische richtlijnen vaststellen over de vormgeving van het jaarverslag om de uniformiteit en vergelijkbaarheid ervan te bevorderen en over het medium waarin het ter beschikking wordt gesteld.
Art. 15.De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, kan besluiten dat over een in artikel 3 bedoelde rubriek of onderdeel daarvan, grondiger verslag wordt uitgebracht met het oog op een grondige analyse en evaluatie ervan. Hij brengt de hogescholen daarvan tijdig op de hoogte.
Art. 16.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1998.
Art. 17.De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 10 maart 1998.
De minister-president van de Vlaamse regering, L. VAN DEN BRANDE De Vlaamse minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken, L. VAN DEN BOSSCHE
Bijlage I De rubriek onderwijs De rubriek onderwijs bevat in deel 1 van het jaarverslag een beschrijving van de onderwijsverstrekking, de beleidsdoelstellingen, een verslag en verantwoording van de mate waarin de vooropgestelde beleidsdoelstellingen gerealiseerd werden en de voorgenomen stappen ter optimalisering van de realisatie van de beleidsdoelstellingen. Bij deze rubriek worden in deel 2 van het jaarverslag de basisstukken gevoegd die inhoudelijke en kwantitatieve onderbouw geven, zoals door het hogeschoolbestuur goedgekeurde beleidsdocumenten, de integrale versie van interne reglementen, statistische gegevens,...
De rubriek onderwijs bevat ten minste zeven onderdelen die hieronder verder omschreven worden. 1. Beleidslijn voor het hogeschoolonderwijs 1.1. Beleidsdoelen van de hogeschool van het afgelopen academiejaar op onderwijsgebied. 1.2. Mate waarin de beleidsdoelen, met name de voornaamste resultaten en prestaties, gehaald worden. 1.3. Beleidsdoelen voor de komende academiejaren. 2. De kwaliteitszorg in het hogeschoolonderwijs In deze rubriek geeft de hogeschool verslag van de activiteiten, ervaringen en uitkomsten van de interne en de externe kwaliteitszorg. De hogeschool beschrijft ook de effecten van de maatregelen die ze heeft genomen naar aanleiding van suggesties en aanbevelingen van visitaties : 2.1. Omschrijving van het stelsel van interne kwaliteitszorg. 2.2. Omschrijving van de huidige externe kwaliteitszorg en deze van het volgende academiejaar. 2.3. De maatregelen die de hogeschool heeft genomen of van plan is te nemen als reactie op de in de visitatierapporten gedane suggesties en aanbevelingen, en de effecten van die maatregelen. 2.4. Curriculumzorg : - wijze van meten van de studielast en studietijd, namelijk de normatieve studielast en studietijd versus de gerealiseerde studielast en studietijd, en de omrekening in studiepunten; - activiteiten en projecten in verband met curriculumevaluatie: - gehanteerde methoden en procedures van evaluatie van de relevantie van de doelstellingen ten aanzien van de maatschappelijke ontwikkelingen; - aanpassing en vernieuwing van bestaande opleidingen; - innovatie van het onderwijs: de introductie van nieuwe onderwijsmethodes en technologieën, leeractiviteiten, onderwijs- en leermiddelen ter verbetering van het onderwijsleerproces, bevordering van de zelfstudie en ervaringsleren. 3. Het opleidingenaanbod 3.1. De volgende gegevens worden per vestiging en per studiegebied meegedeeld, zoals omschreven in het decreet: - basisopleidingen en opties van academisch niveau eerste cyclus; - basisopleidingen en opties van academische niveau tweede cyclus; - basisopleidingen en opties van één cylus; - initiële lerarenopleidingen; - voortgezette opleidingen; - voortgezette lerarenopleidingen.
Per opleiding en per optie worden de doelstellingen en een overzicht van het opleidingsprogramma vermeld. Daarbij worden eveneens vermeld : - de verdeling van de studie-omvang over theorie, praktische vaardigheden en eventueel projectmatig wetenschappelijk onderzoek per cyclus, uitgedrukt in procenten en gemiddelden per studiegebied; - de verhouding van het keuzecurriculum ten opzichte van het verplichte curriculum per cyclus, gemiddelden per studiegebied;
De hogeschool splitst de gegevens op in voltijds en deeltijds onderwijs. Als de opleiding in een andere taal dan het Nederlands geschiedt, moet zij dit expliciet vermelden.
Voor de voortgezette opleidingen vermeldt men de duur, de aard en het diploma van de opleiding, gegroepeerd per studiegebied.
Het volledig overzicht van het opleidingenaanbod wordt opgenomen in deel 2 van het jaarverslag. In deel 1 van het jaarverslag wordt weergegeven welke wijzigingen er gebeurd zijn aan het opleidingenaanbod. 3.2. Samenwerkingsverbanden binnen het kader van de onderwijsverstrekking : - alle vormen van samenwerking met Vlaamse hogescholen of universiteiten; - in het geval van een interhogescholenopleiding vermeldt men de deelnemende instellingen, alsook de plaats waar de opleiding plaatsvindt; - alle vormen van samenwerking met derden. 3.3. Activiteiten op het gebied van de posthogeschoolvorming.
Per studiegebied geeft men een beknopte beschrijving van de activiteiten op het gebied van de posthogeschoolvorming. Daarbij vermeldt men ten minste de volgende items : - aantal cursussen en andere vormingsactiviteiten; - gemiddelde omvang: duur en deelnemers; - prijs van de cursussen; - samenwerkingsverbanden met externe organisaties. 3.4. Activiteiten op het gebied van open onderwijs en afstandsonderwijs. 4. Onderwijs- en examenregeling 4.1. Onderwijsregeling : - overzicht van alle inschrijvingsgelden opgesplitst voor beursstudenten, bijna-beursstudenten en niet-beursstudenten; ook voor niet-financierbare studenten en opleidingen en in voorkomend geval het inschrijvingsgeld voor buitenlandse studenten; - toelatingsvoorwaarden: verslag van de uitvoeringspraktijk m.b.t. de toelating van de buitenlandse studenten tot basisopleidingen en voortgezette opleidingen : - kwantitatief: aantallen; - kwalitatief: welk land, welke opleiding...; - het beleid ten aanzien van de doorstroming van afgestudeerden van de hogescholen naar voortgezette opleidingen en voortgezette lerarenopleidingen. 4.2. Examenregeling : - examenreglement; - beleid inzake vrijstellingen en studieduurverkorting; - gelijkwaardigheidsbeslissingen : - algemeen; - vrijstellingen. 4.3. Begeleidingsmaatregelen voor eerstejaarsstudenten : - informatie voor en oriëntatie van laatstejaarsstudenten secundair onderwijs; - begeleiding van de eerstejaarsstudenten: algemeen en specifiek en dit per departement, per studiegebied en per opleiding. 5. Gegevens over de studenten 5.1. Input : - aantal generatiestudenten per opleiding met onderscheid tussen : - voltijds versus deeltijds; - mannen versus vrouwen; - nationaliteit: Belg, EU of andere; - aantal nieuwe studenten in het eerste studiejaar en in de overige studiejaren; - aantal ingeschreven studenten per opleiding met onderscheid tussen : - voltijds versus deeltijds; - mannen versus vrouwen; - nationaliteit: Belg, EU of andere; - verdeling ingeschreven studenten naar leeftijd; - trends in de relatieve verdeling van de studenten over de departementen, studiegebieden en opleidingen; - aantal financierbare studenten: algemeen overzicht; - aantal beursgerechtigde, bijna beursgerechtigde studenten, opgesplitst per departement; - grenslandenverkeer van studenten: aantal studenten van Nederlandse, Franse of Duitse nationaliteit, alsmede studenten woonachtig in het Waalse Gewest, gerangschikt per gemeente waarin ze wonen; - vooropleiding: aard van het diploma secundair onderwijs of hoger onderwijs. Hoger onderwijs wordt onderverdeeld in hogeschoolonderwijs van één cyclus, hogeschoolonderwijs van twee cycli en academisch onderwijs; - eventuele vorige inschrijvingen als student aan een hogeschool of universiteit. 5.2. Output : - per opleiding : absolute en relatieve slaagcijfers eerste jaar met uitsplitsing naar generatiestudenten en overige, en de slaagcijfers van de overige studiejaren; - per opleiding : gemiddelde studieduur te berekenen aan de hand van de instromende cohortes; - per opleiding : het aantal gediplomeerden eerste en tweede cyclus hogeschoolopleidingen van academisch niveau, hogeschoolopleidingen van één cyclus, voortgezette opleidingen en lerarenopleidingen. De uitsplitsing van de onderwijsoutput vindt plaats naar mannen en vrouwen en naar voltijds versus deeltijds; - de uitkomsten van het onderzoek dat de hogeschool heeft uitgevoerd naar de inschakeling van de afgestudeerden in het beroepsleven; - rendement van toelatingsproeven: aantal deelnemers en slaagcijfers. 6. Gegevens over de examencommissies van de Vlaamse Gemeenschap 6.1. Input : aantal ingeschreven examinandi per opleiding en per examenperiode : - mannen versus vrouwen; - nationaliteit : Belg, E.U.-onderdaan of andere; - leeftijd; - vooropleiding : secundair onderwijs of hoger onderwijs. Hoger onderwijs wordt onderverdeeld in hogeschoolonderwijs van één cyclus, hogeschoolonderwijs van twee cycli en academisch onderwijs; - eventuele vorige inschrijvingen als student aan een hogeschool of universiteit. 6.2. Output : - per opleiding, per studiejaar en per examenperiode: de slaagcijfers; - aantal gediplomeerden eerste cyclus, tweede cyclus en één cyclus. 7. Internationale relaties Deze rubriek omvat ten minste een overzicht van de internationale relaties van de hogescholen, een uiteenzetting van het beleid dat de hogeschool voert betreffende de internationalisering, gegevens over het aantal buitenlandse studenten bij de hogeschool én over het aantal studenten dat een deel van de opleiding in het buitenland volgt. Gevraagd wordt : - een kwalitatief en kwantitatief overzicht van de deelname aan Europese onderwijsprogramma's, onder meer het aantal uitgestuurde studenten en ontvangen studenten per opleiding en per lidstaat; - samenwerkingsovereenkomsten met buitenlandse hogescholen of universiteiten, bilateraal en multilateraal; - bidiplomeringsinitiatieven; - gezamenlijke diploma's tussen Vlaamse hogescholen, tussen Vlaamse en buitenlandse hogescholen of universiteiten; - ontwikkelingssamenwerking.
Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse regering van 10 maart 1998 houdende vastlegging van de voorschriften voor het opstellen van het jaarverslag van de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap.
Brussel, 10 maart 1998.
De minister-president van de Vlaamse regering, L. VAN DEN BRANDE De Vlaamse minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken, L. VAN DEN BOSSCHE
Bijlage II De rubriek onderzoek De rubriek onderzoek bevat in deel 1 van het jaarverslag een beschrijving van de stand van zaken op het gebied van het projectmatig wetenschappelijk onderzoek, de beleidsdoelstellingen, een verslag en verantwoording van de mate waarin de vooropgestelde beleidsdoelstellingen gerealiseerd werden en de voorgenomen stappen ter optimalisering van de realisatie van de beleidsdoelstellingen. Bij deze rubriek worden in deel 2 van het jaarverslag de basisdocumenten gevoegd, die een inhoudelijke en kwantitatieve onderbouw geven, zoals door het hogeschoolbestuur goedgekeurde beleidsdocumenten, een integrale versie van interne reglementen, statistische gegevens,...
De rubriek onderzoek moet de overheid in staat stellen de gegevens af te leiden die ze moet aanleveren in het kader van de internationale verplichtingen, zoals OESO en diverse EU-statistieken, en een analyse te maken van de besteding van de ter beschikking gestelde middelen in een internationaal vergelijkend perspectief. De gegevens over de input, met name geld en personeel, en de output betreffen de hele hogeschool. 1. Het beleid betreffende projectmatig wetenschappelijk onderzoek : resultaten en vooruitzichten In deze rubriek wordt aandacht besteed aan het onderzoeksbeleid in het algemeen en hoe dit gesteund wordt vanuit de diverse financieringsbronnen. 1.1. Verslag over het gevoerde beleid: beoogde doelen en resultaten. 1.2. Onderzoeksbeleid : - het beleid t.a.v. de selectie van de projecten; - het beleid t.a.v. de allocatie van personele en financiële middelen; - het beleid t.a.v. de samenwerking met universiteiten, hogescholen en bedrijfsleven in binnen- en buitenland. 1.3. Beleidsdoelstellingen op korte termijn, namelijk 1 à 2 jaar, en op middellange termijn, namelijk 4 à 5 jaar. 2. Kwaliteitszorg door het hogeschoolbestuur Dit behelst de verslaggeving over de kwaliteitszorg en de evaluatieprocedures van het projectmatig wetenschappelijk onderzoek : - de procedure met betrekking tot ex-ante evaluatie van onderzoeksprojecten en de uitkomsten ervan; - de interne evaluatie van de onderzoeksprestaties en de uitkomsten ervan; - de externe evaluatie van de onderzoeksprestaties en de uitkomsten ervan; - de wijze waarop de instelling omgaat met de uitkomsten van de interne evaluatie en eventueel onderzoeksvisitaties, m.a.w. de maatregelen die de hogeschool neemt om de kwaliteit te verbeteren. 3. Financieringsbronnen Besteding van financiële middelen: voor de hele hogeschool en per studiegebied moet het volume van de bestede financiële middelen opgegeven worden : - de werkingsuitkering van de hogeschool; - de toelagen verleend door andere overheden : de Vlaamse Gemeenschap, de federale overheid, de Europese Unie,...; - toelagen en andere inkomsten uit de privé-sector.
De bestede middelen worden per project opgesplitst in de volgende kostensoorten : - personeelsuitgaven; - uitrusting; - werking. 4. Personeelsbestand Inzet van personele middelen, uitgedrukt in voltijdse eenheden: voor de hele hogeschool en per studiegebied.Er moet een onderscheid worden gemaakt tussen de groepen van personeelsleden, zoals vermeld in artikel 101 van het decreet. 5. Wetenschappelijke classificatie van de onderzoeksprojecten De gegevens voor onderzoeksprojecten worden aangeleverd volgens de bestaande IWETO-gegevens : - titel; - code : departement, studiegebied, IWETO-nummer); - totale looptijd: begin- en einddatum; - financiële code; - opsplitsing per studiegebied; - vermelding van de NABS-code; - 3 trefwoorden.
Voor deze gegevens kan verwezen worden naar de IWETO-databank. 6. Wetenschappelijke output per studiegebied Men vermeldt de aard en het aantal wetenschappelijke papers tijdens de referentieperiode.De gepubliceerde en de niet-gepubliceerde papers worden apart vermeld. De gepubliceerde papers worden onderverdeeld volgens de gebruikelijke bibliometrische definities. 7. Federale wetenschappelijke samenwerking Het betreft de participatie in Vlaamse of federale onderzoeksprogramma's, met inbegrip van de explicitering van de financieringsbronnen, en de samenwerking met andere Vlaamse universiteiten en hogescholen. 8. Internationale relaties 8.1. In het kader van EU-programma's : - intra EU-samenwerking; - samenwerking tussen EU en derde landen; - wetenschappelijke samenwerking; - ontwikkelingssamenwerking. 8.2. Buiten het kader van EU-programma's : - bilaterale samenwerkingsakkoorden en -projecten : - wetenschappelijke samenwerking; - ontwikkelingssamenwerking; - multilaterale samenwerkingsakkoorden en -projecten : - wetenschappelijke samenwerking; - ontwikkelingssamenwerking.
Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse regering van 10 maart 1998 houdende vastlegging van de voorschriften voor het opstellen van het jaarverslag van de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap.
Brussel, 10 maart 1998.
De minister-president van de Vlaamse regering, L. VAN DEN BRANDE De Vlaamse minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken, L. VAN DEN BOSSCHE
Bijlage III De rubriek personeel De rubriek personeel bevat in deel 1 van het jaarverslag een beschrijving van het personeelsbestand, de beleidsdoelstellingen, een verslag en verantwoording van de mate waarin de vooropgestelde beleidsdoelstellingen gerealiseerd werden en de voorgenomen stappen ter optimalisering van de realisatie van de beleidsdoelstellingen. Bij deze rubriek worden in deel 2 van het jaarverslag de basisdocumenten gevoegd, die een inhoudelijke en kwantitatieve onderbouw geven, zoals door het hogeschoolbestuur goedgekeurde beleidsdocumenten, een integrale versie van interne reglementen, statistische gegevens,... 1. Personeelsbestand : - opsplitsing naar departement en studiegebied; - opsplitsing naar financieringsbron : - ten laste van de werkingsuitkeringen van de hogeschool, betaald door het departement onderwijs van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap; - centraal betaalde personeelsleden; - andere; - opsplitsing naar personeelsleden binnen en buiten de formatie; - opsplitsing naar geslacht; - opsplitsing van de personeelsleden binnen de formatie naar categorie : - onderwijzend personeel; - ATP; - opsplitsing personeelsleden buiten de formatie : - persoonlijke titels; - gastprofessoren; - andere contractuele personeelsleden; - centraal fondsers; - opsplitsing van het onderwijzend personeel naar ambt, zoals bedoeld in artikel 101 van het decreet; - opsplitsing van het ATP naar niveau en graad; - opsplitsing naar benoemd, immuun tijdelijk en tijdelijk; - opsplitsing naar voltijds en deeltijds; - leeftijdsstructuur van het personeel. 2. Personeelsbeleid en de effecten ervan : - beleidsdoeleinden; - bevorderingspolitiek en selectiebeleid; - mandaten : criteria en vergoedingen; - premies : criteria; - opvolging van de personeelsevaluatie; - vorming van de personeelsleden; - gemiddelde anciënniteit bij promoties, opgesplitst per personeelscategorie; - samenwerking met andere hogescholen en universiteiten; - personeelsverloop. 3. Ratioanalyse over de laatste drie boekjaren : Deze ratioanalyse dient vergezeld te zijn van commentaar die inzicht verschaft in de efficiëntie van het gevoerde beleid.4. Staat van personeelskosten : Deze staat van personeelskosten moet de controle bepaald in art.232, § 4, van het decreet mogelijk maken.
Als een hogeschool zich in een situatie bevindt die onder toepassing valt van art. 232, § 2, van het decreet, dient er een toetsing plaats te vinden tussen het ingediende financieringsplan en de reële toestand, zoals opgenomen in de jaarrekening. Bij deze toetsing hoort een begeleidend commentaar.
Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse regering van 10 maart 1998 houdende vastlegging van de voorschriften voor het opstellen van het jaarverslag van de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap.
Brussel, 10 maart 1998.
De minister-president van de Vlaamse regering, L. VAN DEN BRANDE De Vlaamse minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken, L. VAN DEN BOSSCHE
Bijlage IV De rubriek dienstverlening De rubriek dienstverlening bevat in deel 1 van het jaarverslag een beschrijving van de maatschappelijke dienstverlening, de deelname in spin-off bedrijven en de relaties met verenigingen zonder winstoogmerk en andere rechtspersonen, de beleidsdoelstellingen, een verslag en verantwoording van de mate waarin de vooropgestelde beleidsdoelstellingen gerealiseerd werden en de voorgenomen stappen ter optimalisering van de realisatie van de beleidsdoelstellingen. In deze rubriek wordt ook de maatschappelijke dienstverlening op het gebied van onderwijs, namelijk het contractonderwijs, opgenomen. Bij deze rubriek worden in deel 2 van het jaarverslag de basisdocumenten gevoegd, die een inhoudelijke en kwantitatieve onderbouw geven, zoals door het hogeschoolbestuur goedgekeurde beleidsdocumenten, een integrale versie van interne reglementen, statistische gegevens,...
De gegevens over de besteding van de middelen en het personeel worden voor de hele hogeschool aangeleverd.
De rubriek dienstverlening bevat ten minste vier onderdelen die hieronder verder omschreven worden. 1. De beleidsdoelstellingen op het gebied van maatschappelijke dienstverlening, deelname in spin-off bedrijven en relaties met verenigingen zonder winstoogmerk en andere rechtspersonen 1.1. Verslag over het gevoerde beleid : beoogde doelen en resultaten. 1.2. Beleid inzake dienstverlening : - het beleid t.a.v. de selectie van de projecten - het beleid t.a.v. de allocatie van personele middelen - het beleid t.a.v. de samenwerking met universiteiten, hogescholen en derden in binnen- en buitenland. 1.3. Beleidsdoelstellingen op korte termijn, namelijk 1 à 2 jaar en op middellange termijn, namelijk 4 à 5 jaar. 2. Een overzicht van de afgesloten overeenkomsten Dit overzicht bevat een afschrift van de afgesloten overeenkomsten in het verslagjaar.3. De besteding van de middelen Voor de hele hogeschool en per studiegebied wordt een overzicht gegeven van : - de inkomsten van de dienstverlening, de deelname in spin-off bedrijven en de relaties met verenigingen zonder winstoogmerk en andere rechtspersonen; - de besteding van de middelen opgesplitst in volgende kostensoorten : - personeelsuitgaven; - uitrusting; - werking. 4. Het personeelsbestand in de maatschappelijke dienstverlening, de deelname in spin-off bedrijven en de relaties met verenigingen zonder winstoogmerk en andere rechtspersonen De inzet van personele middelen, uitgedrukt in voltijdse eenheden : voor de hele hogeschool en per studiegebied. Er moet een onderscheid worden gemaakt tussen de groepen van personeelsleden, zoals vermeld in artikel 101 van het decreet.
Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse regering van 10 maart 1998 houdende vastlegging van de voorschriften voor het opstellen van het jaarverslag van de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap.
Brussel, 10 maart 1998.
De minister-president van de Vlaamse regering, L. VAN DEN BRANDE De Vlaamse minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken, L. VAN DEN BOSSCHE
Bijlage V De rubriek ontwikkeling en beoefening van de kunsten De rubriek ontwikkeling en beoefening van de kunsten bevat in deel 1 van het jaarverslag een beschrijving van de stand van zaken op dit gebied, de beleidsdoelstellingen, een verslag en verantwoording van de mate waarin de vooropgestelde beleidsdoelstellingen gerealiseerd werden en de voorgenomen stappen ter optimalisering van de realisatie van de beleidsdoelstellingen. Bij deze rubriek worden in deel 2 van het jaarverslag de basisdocumenten gevoegd, die een inhoudelijke en kwantitatieve onderbouw geven, zoals door het hogeschoolbestuur goedgekeurde beleidsdocumenten, een integrale versie van interne reglementen, statistische gegevens,... 1. Het beleid betreffende de ontwikkeling en de beoefening van de kunsten : resultaten en vooruitzichten In deze rubriek wordt aandacht besteed aan het beleid in het algemeen en hoe dit gesteund wordt vanuit de diverse financieringsbronnen. 1.1. Verslag over het gevoerde beleid: beoogde doelen en resultaten. 1.2. Beslissingen van het hogeschoolbestuur tijdens het verslagjaar. 1.3. Het beleid : - t.a.v. de selectie van de projecten; - t.a.v. de allocatie van personele en financiële middelen; - t.a.v. de samenwerking met universiteiten, hogescholen en derden in binnen- en buitenland. 1.4. Beleidsdoelstellingen op korte termijn, namelijk 1 à 2 jaar en op middellange termijn, namelijk 4 à 5 jaar. 2. Kwaliteitszorg door het hogeschoolbestuur Dit behelst de verslaggeving over de kwaliteitszorg en de evaluatieprocedures van de ontwikkeling en de beoefening van de kunsten : - de procedure met betrekking tot ex-ante evaluatie van projecten en de uitkomsten ervan; - de interne evaluatie van de prestaties en de uitkomsten ervan; - de externe evaluatie van de prestaties en de uitkomsten ervan; - de wijze waarop de instelling omgaat met de uitkomsten van de interne evaluatie en eventueel visitaties (maatregelen om de kwaliteit te verbeteren). 3. Financieringsbronnen Besteding van financiële middelen : voor alle artistieke studiegebieden samen en per studiegebied moet het volume van de bestede financiële middelen opgegeven worden : - de werkingsuitkering van de hogeschool; - de toelagen verleend door andere overheden : de Vlaamse Gemeenschap, de federale overheid, de Europese Unie,...; - toelagen en andere inkomsten uit de privé-sector.
De bestede middelen worden per project opgesplitst in de volgende kostensoorten : - personeelsuitgaven; - uitrusting; - werking. 4. Personeelsbestand Inzet van personele middelen, uitgedrukt in voltijdse eenheden : voor de hele hogeschool en per studiegebied.Er moet een onderscheid worden gemaakt tussen de groepen van personeelsleden, zoals vermeld in artikel 101 van het decreet. 5. De output per studiegebied Men vermeldt de aard en het aantal artistieke realisaties tijdens de referentieperiode.6. De Vlaamse, de federale en de internationale samenwerking Het betreft de participatie in Vlaamse, federale of internationale artistieke projecten. Per project worden volgende gegevens meegedeeld : - de aard van het project; - de samenwerkende partners; - de financieringsbron.
Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse regering van 10 maart 1998 houdende vastlegging van de voorschriften voor het opstellen van het jaarverslag van de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap.
Brussel, 10 maart 1998.
De minister-president van de Vlaamse regering, L. VAN DEN BRANDE De Vlaamse minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken, L. VAN DEN BOSSCHE
Bijlage VI De rubriek financiën De rubriek financiën bevat in deel 1 van het jaarverslag een beschrijving van de financiële toestand van de hogeschool en het financiële beheer van het afgelopen jaar, de beleidsdoelstellingen, een verslag en verantwoording van de mate waarin de vooropgestelde beleidsdoelstellingen gerealiseerd werden en de voorgenomen stappen ter optimalisering van de realisatie van de beleidsdoelstellingen. Bij deze rubriek worden in deel 2 van het jaarverslag de basisdocumenten gevoegd, die een inhoudelijke en kwantitatieve onderbouw geven, zoals door het hogeschoolbestuur goedgekeurde beleidsdocumenten, een integrale versie van interne reglementen, statistische gegevens,...
Het verslag van de bedrijfsrevisor wordt hieraan toegevoegd.
De financiële informatie die het jaarverslag minimaal dient te bevatten, behelst : 1. Een commentaar op de jaarrekening Hierin wordt een samenvattende bespreking gegeven van de belangrijkste rubrieken van de jaarrekening en van de financiële positie van de hogeschool. 2. Een verantwoording van het financieel beheer Deze verantwoording omvat minimaal : 2.1. Een variantieanalyse tussen de door het hogeschoolbestuur aanvaarde balans- en resultatenrekeningen, de begrote bedragen en de vergelijkende bedragen van het vorige boekjaar. Deze analyse moet vergezeld zijn van een omstandige, verklarende commentaar. 2.2. Een ratioanalyse, vergezeld van commentaar, die inzicht verschaft in de financiële toestand en de evolutie tijdens de laatste drie boekjaren van liquiditeit, solvabiliteit en de resultaten. 2.3. Een commentaar op het investerings- en financieringsbeleid van het afgelopen boekjaar; 2.4. De evolutie van de thesauriepositie van de hogeschool, volgens het model vastgelegd in het besluit van de Vlaamse regering van 15 november 1995 betreffende de begroting en de personeelsformatie voor de hogescholen en de VZW's sociale voorzieningen in de Vlaamse Gemeenschap. 2.5. De financiële weerslag van belangrijke projecten en activiteiten die tijdens het afgelopen boekjaar werden ontwikkeld. 3. Bijzondere gebeurtenissen na de balansdatum Hiermee worden de onvoorziene gebeurtenissen na de balansdatum bedoeld, die nadere informatie geven over de feitelijke situatie op balansdatum, met vermelding van de aard van de gebeurtenissen, en een schatting van de financiële gevolgen. Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse regering van 10 maart 1998 houdende vastlegging van de voorschriften voor het opstellen van het jaarverslag van de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap.
Brussel, 10 maart 1998.
De minister-president van de Vlaamse regering, L. VAN DEN BRANDE De Vlaamse minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken, L. VAN DEN BOSSCHE
Bijlage VII Deel 3 van het jaarverslag De rubriek sociale voorzieningen voor de studenten De rubriek sociale voorzieningen voor de studenten wordt opgesteld door de VZW sociale voorzieningen en schetst een beeld van de omvang en van de aard van de diensten die de VZW sociale voorzieningen aan de studenten (al dan niet rechtstreeks) aanbiedt. De rubriek bevat minimaal de hieronder vermelde onderdelen. Deze rubriek wordt als deel 3 toegevoegd aan het jaarverslag van de hogeschool.
De rubriek sociale voorzieningen voor de studenten bestaat uit twee delen. Deel 1 bevat de omschrijving van de doelstellingen, de besteding van het budget, de samenwerkingsverbanden en de activiteiten. Deel 1 bevat eveneens een verslag en verantwoording van de mate waarin de vooropgestelde doelstellingen gerealiseerd werden en de voorgenomen stappen ter optimalisering van de realisatie van de doelstellingen. Documenten die een inhoudelijke en kwantitatieve onderbouw geven, worden opgenomen in deel 2. 1. Doelstelling SOVO De VZW sociale voorzieningen moet vermelden welke effecten ze wil bereiken door het toekennen van sociale toelagen aan de verschillende sectoren.Tevens wordt uitgelegd welke regeling er bestaat met betrekking tot de verstrekking van de toelagen aan de verschillende sectoren. Het jaarverslag gaat ook in op het thema van de selectiviteit in de besteding van de sociale toelagen. 2. Overzicht van de besteding van het SOVO-budget De VZW sociale voorzieningen geeft een overzicht van de lopende en de geplande activiteiten.3. Samenwerkingsverbanden Als er samenwerkingsakkoorden bestaan met andere VZW's sociale voorzieningen of universiteiten, wordt dit hier ook vermeld.Er dient aangegeven te worden waarop die samenwerkingsakkoorden betrekking hebben. 4. Detail van de activiteiten 4.1. Huisvesting : - studententehuizen : - capaciteit; - gemiddelde huurprijs; - berekeningswijze van de huurprijs, namelijk de criteria die aangewend worden om de huurprijs voor elke aanvrager te bepalen; - bezettingsgraad. - werking van de huisvestingsdienst. 4.2. Voedingssector : - aantal zitplaatsen in de studentenrestaurants; - gemiddelde prijs van een warme maaltijd; - berekeningswijze van de prijs van een warme maaltijd; - aantal gebruikte maaltijden : per maand en per jaar. 4.3. Dienstensector : - sociale dienst : o.a. financiële tegemoetkomingen aan studenten; - juridische dienst; - jobdienst; - dienst studieadvies en studentenbegeleiding; - studentenombudsman; - sport en cultuur. 4.4. Gezondheidssector. 4.5. Studentenactiviteitensector, namelijk toelagen aan studentenorganisaties : - opsomming van de studentenactiviteiten en -organisaties die een toelage krijgen; - omschrijving van de doelstellingen van de organisaties. 4.6. Andere.
Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse regering van 10 maart 1998 houdende vastlegging van de voorschriften voor het opstellen van het jaarverslag van de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap.
Brussel, 10 maart 1998.
De minister-president van de Vlaamse regering, L. VAN DEN BRANDE De Vlaamse minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken, L. VAN DEN BOSSCHE